Report meeting Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, minister, ik wil graag een belangrijke vraag stellen over de drinkwatervoorziening en de waterschaarste, die heel hoog op de agenda staan in deze commissie.
Uit de commissievergadering van 15 juli bleek dat naar schatting in ongeveer 10 procent van de bronbemalingen gebruikgemaakt wordt van een retourbemaling. Dat is heel weinig. Men doet dus in het grootste deel van de gevallen niet wat er in de regelgeving aangewezen wordt. Daarop wees u terecht dat de regelgeving er is, maar dat het toezicht lokaal blijft.
Lokale besturen kunnen inderdaad zelf dat toezicht doen en ook bijkomend maatregelen nemen. Zo kunnen gemeenten de bemaler opleggen om een bijkomende buffer te voorzien, alvorens er geloosd wordt. Ook kan men het zo organiseren dat inwoners, landbouwers en andere gebruik kunnen maken van het bemalingswater door er bijvoorbeeld hemelwaterputten mee te vullen. Wij passen dit in Kampenhout toe. Het bemalingswater wordt opgevangen in een tankwagen en verdeeld over hemelwaterputten bij geïnteresseerde inwoners, tegen betaling van een vast bedrag. Het is iets wat hopelijk vele gemeenten zullen toepassen. Ook op vlak van peilgestuurde bemalingen kan een lokaal bestuur initiatieven nemen. In Kampenhout is dit bijvoorbeeld verplicht van 1 april tot en met 30 september.
Minister, welke goede alternatieven zijn er voor situaties waarbij het bemalingswater niet geretourneerd kan worden?
In de commissievergadering van 15 juli gaf u ook aan dat decreetgevende initiatieven inzake bemalingswater in voorbereiding zijn en op korte termijn zullen worden voorgelegd aan de Vlaamse Regering. Wanneer kunnen we nieuwe wetgeving verwachten?
U gaf ook aan een Green Deal te willen afsluiten met de bouwsector zodat zij hun aannemers, architecten, enzovoort kunnen sensibiliseren. Ik verneem graag hoe die gesprekken momenteel verlopen. Wanneer kunnen we die Green Deal verwachten? Als u daar al wat meer over kunt zeggen, dan zou dat ook heel fijn zijn.
Hoe verloopt het onderzoek naar de financiële haalbaarheid van peilgestuurde bemalingen? Welke andere belemmeringen zijn hier nog om dit effectief te kunnen uitrollen?
Welke stimuli voorziet u voor bemalers om peilgestuurde bemalingen aan te moedigen?
Ik heb u ook gezegd dat er in Kampenhout een tool wordt ontwikkeld waar men de meterstanden wekelijks zal ingeven. Zo proberen we daar de opvolging van het debiet en de handhaving te organiseren. Hoe staat u tegenover zo’n initiatief van het ingeven van debietmeterstanden voor aannemers die peilgestuurde bemalingen uitvoeren?
U gaf eerder al aan dat de afnemer van opgepompt water zelf verantwoordelijk is voor de kwaliteit van het water. Denkt u dat een kader om de kwaliteit van het hergebruik van bemalingswater te bewaken nodig is? Waarom wel, waarom niet?
Minister Demir heeft het woord.
In eerste instantie is het altijd het interessantst om de hoeveelheid grondwater die onttrokken wordt te beperken, bijvoorbeeld via een peilgestuurde bemaling. Als het niet mogelijk is om het bemalingswater terug in de ondergrond te brengen via boorputten, moet onderzocht worden of infiltratie op een andere manier, bijvoorbeeld via een gracht die deels gestuwd wordt, mogelijk is.
Het bemalingswater dat niet terug in de ondergrond kan worden gebracht, kan in een aantal gevallen lokaal gebruikt worden voor toepassingen waar geen specifieke kwaliteitseisen worden gesteld. Een belangrijke randvoorwaarde is dat het bemalingswater niet verontreinigd is.
U vroeg naar de wettelijke initiatieven inzake bemalingswater. Dit voorstel is inderdaad opgenomen in de Blue Deal. Dat is ook in de commissievergadering van juli aan bod gekomen. Op dit moment is dit voorstel ook opgenomen in de lopende VLAREM-trein (Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning), waar we nog enkele bepalingen en wijzigingen willen doorvoeren. Ik hoop dat we dit op korte termijn kunnen voorleggen aan de Vlaamse Regering. Door het arrest-D’Oultremont moeten we ook een gedetailleerde milieueffectenbeoordeling uitvoeren. Daarom zit er een kleine vertraging op, maar dat komt er eerstdaags aan.
Naast dit initiatief loopt eveneens de voorbereiding voor een meer inhoudelijke aanpassing van de wetgeving rond bemalingen. Na een ruime bevraging van sectoren die betrokken zijn bij bemalingen, worden op dit moment de ontwerpteksten uitgeschreven. Het is in elk geval mijn bedoeling om dit zo snel mogelijk voor te leggen aan de Vlaamse Regering. Er zal sowieso geen jaar zitten tussen de Blue Deal en deze decretale bepalingen.
We hebben ook een gesprek gehad met de sector; dat is constructief verlopen. Een doorstart wordt verwacht zodra er voor de betrokkenen duidelijkheid is over de geplande wetswijzigingen met betrekking tot de bemalingen.
In het kader van het overleg met de sector over de aanpassing van de wetgeving werden de mogelijkheden van peilgestuurde bemaling besproken. Hieruit blijkt wel dat de kost die ermee gepaard gaat aanvaardbaar is, zodat hier geen verder onderzoek vereist is.
De voornaamste belemmering is ervaring met deze manier van bemaling en het ontbreken van gepast materiaal bij het merendeel van de bemalingsbedrijven. Er zal dus een overgangstermijn moeten worden voorzien om deze leercurve mogelijk te maken.
Naast een geplande verplichting via de VLAREM-aanpassing, werk ik ook aan een aangepaste heffingsregeling voor het onttrekken van grondwater in het kader van bemalingen.
Via een peilgestuurde bemaling kan vaak een aanzienlijke reductie verkregen worden van de opgepompte hoeveelheid bemalingswater. In die zin zal in de toekomst een peilgestuurde bemaling zorgen voor een lagere heffing en dat zal standaardpraktijk moeten worden.
U vroeg ook hoe ik sta tegenover een Vlaamse tool voor het ingeven van debietmeterstanden voor aannemers die peilgestuurde bemalingen uitvoeren. Ik ben daar uiteraard een voorstander van. Dit lijkt mij ook wel noodzakelijk om een correcte inning van een heffing mogelijk te maken en om toezicht op naleving van de aktename of vergunning te faciliteren. Ik ben daar dus voorstander van.
Uw laatste vraag ging over de afnemer van opgepompt water die zelf verantwoordelijk is voor de kwaliteit van het water. Het uitgangspunt is om hergebruik alleen na te streven daar waar blijkt dat er geen problemen zijn ten gevolge van een bodemverontreiniging. Enkel wanneer er bij een project voldoende hergebruik mogelijk is, namelijk meerdere honderden kubieke meter, is de kostprijs van een volledige opvolging van de kwaliteit van het bemalingswater te verantwoorden.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord, minister. Het is een belangrijk thema, gezien de waterschaarste en de droogteproblematiek. Ik wil u bedanken voor uw uitgebreid antwoord. Ik denk effectief dat lokale besturen hier ook een heel belangrijke rol spelen, en het is belangrijk dat de good practices goed worden gecommuniceerd onder elkaar. Ik moet ook eerlijk zeggen dat, op het moment dat wij in Kampenhout vorig jaar met dit initiatief gestart zijn, wij heel veel spontane reacties hebben gehad van omliggende gemeenten die dat in de lokale pers hadden gelezen. Het is een beetje mijn tip voor de Vlaamse overheid om dat toch goed te delen. Want als het hier in de lokale pers staat en er wordt gretig op gereageerd, dan lijkt het mij belangrijk dat alle gemeenten, alle lokale besturen hiervan op de hoogte zijn, en daar iets mee kunnen doen.
Wat de wetgeving betreft: u had in de commissievergadering van 15 juli al aangegeven dat u daarmee bezig was. Ik verneem nu dat er ontwerpteksten zijn en dat u daar zo snel mogelijk mee wilt voortmaken. Ik zal dat natuurlijk zeer goed opvolgen, want ik denk dat het wel belangrijk is dat die wetgeving zo snel mogelijk uitgerold, geconcretiseerd wordt. Ik denk dat het belangrijk om daar stappen in vooruit te zetten.
Wat uw antwoord over de peilgestuurde bemalingen betreft: ik ben natuurlijk blij dat u hebt gezegd dat dat toekomstgericht standaardpraktijk dient te worden. Het toezicht dient nageleefd en gefaciliteerd te worden. Dat is heel belangrijk. Het wordt vervolgd, minister.
Ik heb nog een bijkomende vraag hierover. In welke mate plant u zelf, in het kader van de relancemiddelen, om in stimuli te voorzien om lokale besturen echt aan te moedigen om bijkomende lokale maatregelen te nemen om waterverspilling in de toekomst nog meer te voorkomen?
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Minister, u gaf in een antwoord op een schriftelijke vraag die ik op 3 september stelde al aan dat dit mee opgenomen zou worden in de VLAREM-trein. Ondanks dat er wat vertraging op de trein zit hoor ik dat we, nu het onderzoek bijna afgerond is, verder kunnen gaan. Dat is een positief gegeven.
Nog positief om te horen vond ik dat de sector aangaf dat de investeringen voor hen ook de moeite waard blijken, en dat ze niet te hoog waren om ze uit te voeren. Dat is een goed element.
U sprak van een overgangsregeling voor die investeringen. Is er concreet al afgesproken over welke periode het zal gaan? Tegen wanneer mogen we effectief uitgaan van de nieuwe norm van die peilgestuurde bemalingen?
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
We hebben vorige week allemaal gezien hoe erg de gevolgen zijn van grondwaterwinning op onze grondlagen, en wat de mogelijke impact op onze huizen is. Het is dus zeker goed dat hier ook aandacht wordt besteed aan retourbemaling, en dat er een wetgevend initiatief op komst is dat dat zal verbeteren.
Ik heb een andere vraag. De retourbemaling heeft ook heel vaak een impact op grote bomen in de omgeving van werken. Als u bezig bent met een wetgevend initiatief, zult u hier dan ook rekening mee houden? Want we zien heel vaak dat oudere bomen ten gevolge van die retourbemaling met watertekort kampen, en daardoor geleidelijk aan afsterven. Dat kan al op redelijk verre afstand zijn van een bouwwerk.
Ik weet dat u heel veel initiatieven plant, samen met minister Somers, om bijkomende bomen in de stedelijke omgeving te plaatsen. Maar die retourbemaling is daar een zeer belangrijk element in, om te voorkomen dat we het oude bomenbestand in de stedelijke omgeving aantasten door bouwwerken. Als u initiatieven neemt om retourbemaling op te leggen en peilgestuurde bemaling te ontwikkelen, zult u dan ook voorwaarden opleggen voor de bescherming van oude bomen, dicht bij maar soms ook iets verder weg van die bouwprojecten? Die bomen ondervinden immers een impact van het droogtrekken van de waterlagen in de bodem.
Ik wil even mee applaudisseren voor de vraag van mevrouw Schauvliege, want ik denk dat het inderdaad niet zozeer die retourbemaling is. Het gaat niet over de retour, het gaat over het bemalen per se. Dat kan zeker in stedelijke omgevingen een zeer grote impact hebben, en het creëert vaak moeilijkheden. Ik merk dat in de eigen stad. Vaak wil men het aanwezige groen te allen prijze proberen te behouden, maar uiteindelijk moet dat groen dan via een sluipende omweg toch verdwijnen wegens afgestorven.
Ik heb in deze commissie al een paar keer opgeroepen dat er nood is aan een heel duidelijke, uniforme regeling voor de vergunning van bemalingen, en voor het opleggen van retourbemalingen. Ik heb de indruk dat we daar toch stilaan naartoe gaan. Maar ik zou toch willen vragen om dat breed te bekijken, en de brede criteria daarbij in het oog te houden, en inderdaad verder te kijken dan alleen het debiet aan grondwater. We moeten ook kijken naar de effecten van die bemaling, zodat we geen bijkomende negatieve gevolgen creëren, in vele gevallen onbedoeld. Het zou toch nuttig zijn om daar oog voor te hebben, dus ik sluit mij aan bij die bijkomende bedenking van mevrouw Schauvliege.
Minister Demir heeft het woord.
Collega’s, ik denk dat het goed is dat we die hoorzitting hebben gehad. De Blue Deal heeft heel wat van die elementen meegenomen, dus ook het decretale kader waarrond we nu aan het werken zijn, en waar we hopelijk eerstdaags mee naar de regering kunnen gaan.
Ik wil collega Schauvliege en collega Tobback ook bedanken voor de suggestie. Als we het decretale kader vastleggen denk ik dat we inderdaad ook rekening moeten houden met de effecten in de omgeving, zeker in een stedelijke context. Er is bijvoorbeeld het effect op bomen. We nemen dat sowieso mee.
Er was de vraag van collega De Vroe over de good practices. Dat nemen we uiteraard ook mee. Het is de bedoeling dat we dat ook verspreiden, zodat lokale besturen dat ook goed van elkaar weten. Het is misschien ook belangrijk om te onderstrepen dat de nieuwe wetgeving die in opmaak is, met alle stakeholders zo goed als besproken is. Ook de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) is hier heel nauw bij betrokken.
En wat de overgangstermijn betreft – ik denk dat het collega Perdaens was die dat vroeg –: daarrond hebben we nog geen concrete afspraken gemaakt, daar moeten we nog naar kijken. Maar ik sta wel mee met u op één lijn als u zegt dat het vijf voor twaalf – of vijf over twaalf – is. Het moet dus wel allemaal gebeuren.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, we gaan dit belangrijke dossier uiteraard goed opvolgen, en ik kijk ook uit naar de resultaten die gaan komen uit de gesprekken die u voert met de bouwsector. Ik denk dat het belangrijk is dat zij in de toekomst als partner beschouwd worden, want zij zijn toch in eerste instantie de partij die dit zal uitvoeren. Ik kijk dus uit naar de verdere uitrol en de maatregelen die genomen zullen worden betreffende dit thema.
De vraag om uitleg is afgehandeld.