Report meeting Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Voorzitter, minister, zoals u weet is er momenteel iets gaande in de Vlaamse Regering of in de hele Vlaamse overheid en administratie, en dat heet de Vlaamse brede heroverweging. Het is een oefening geïnitieerd door uw collega, minister Diependaele, en heeft als bedoeling om alle Vlaamse uitgaven zeer grondig tegen het licht te houden en te onderzoeken op efficiëntie en effectiviteit. Er zijn verschillende projectgroepen opgericht en ook een stuurgroep. Ik zal niet de hele werking uit de doeken doen, daarvoor is de commissie Financiën er.
Wat belangrijk is, is dat elk beleidsdomein zijn prioriteiten kenbaar moet maken. Minister Diependaele zei in de commissie Financiën dat de eerste resultaten daarvan binnenkort, tegen de zomer, zouden worden bekendgemaakt. Het ligt ook in zijn bedoeling om die te gebruiken voor de begrotingsopmaak van 2021. Daardoor zouden de projectgroepen begin februari al een plan van aanpak moeten hebben neergelegd aan de centrale stuurgroep.
Minister, hoe zit dat in het beleidsdomein Welzijn? Want bent u daar van plan? Welke uitgaven zullen grondig worden onderzocht?
Ik heb een aantal concrete vragen. Werd voor het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin de scope van de doorlichting al afgebakend? Welke grote uitgavenposten vindt u nuttig om door te lichten? Welke prioriteiten ziet u in het kader van deze Vlaamse brede heroverweging?
Op basis van welke elementen en afwegingen zullen die uitgaven worden geselecteerd?
Hebt u al een concreet plan met uw projectgroep en binnen die stuurgroep om die Vlaamse brede heroverweging in uw beleidsdomein te laten verlopen? Hoe ziet u dat? Welke timing stelt u voorop?
Zoals ik al zei, worden de resultaten verwacht tegen deze zomer en zeker tegen het najaar, met de begrotingsopmaak, die natuurlijk niet al te gemakkelijk is. Denkt u dat u die timing ook zult halen in het beleidsdomein Welzijn? Want het is natuurlijk een zeer krappe agenda. Ik kan mij inbeelden dat uw kabinet, maar ook uw administratie, met heel andere dingen bezig zijn. Ik dank u.
Minister Beke heeft het woord.
Collega Vande Reyde, ik dank u voor uw inlevingsvermogen. Dat vind ik zeer sympathiek van u.
Om te beginnen wil ik meegeven dat de Vlaamse brede heroverweging een ambtelijke oefening is. We hebben er met de Vlaamse Regering expliciet voor gekozen de administraties voorstellen te laten formuleren, op basis waarvan we dan politieke keuzes zullen maken. We verwachten een menu van drie scenario’s waarop de beleidslijnen dan politiek kunnen worden geënt.
Navraag leert dat de scope op dit moment nog niet definitief is, in die zin dat de projectgroepen pas afgelopen vrijdag hun voorstellen hebben ingediend bij de overkoepelende stuurgroep, die de voorstellen nog dient te valideren.
Ook wat de criteria betreft om te selecteren, moet ik in principe verwijzen naar die ambtelijke context. Navraag leert dat de voorstellen van de projectgroep die voorliggen, gestoeld zijn op de toepassing van een vijftal invalshoeken: het budgettair belang; de mate waarin de coronacontext impact heeft op de inhoudelijke structuurelementen (ISE’s); het al dan niet rekening moeten of kunnen houden met recent gelopen, lopende of geplande evaluaties, onderzoeken of politieke plannen; de leeftijd van de reglementering; en de regeldrukte die de ISE kenmerkt. Het concrete plan van aanpak moet nog een invulling krijgen. Dat gebeurt aansluitend bij het definitief vastleggen van de scope.
De vooropgestelde timing is krap. Als minister van Welzijn volg ik natuurlijk de afgesproken timing binnen de Vlaamse Regering. Indien op basis van de ambtelijke werkzaamheden van de vooropgestelde timing afgeweken dient te worden, dan zal dat binnen de Vlaamse Regering worden besproken.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Uiteraard leef ik zeer hard met u mee, elke dag. Maar ik leef ook mee met de leden van deze commissie, met ons, parlementsleden, met mezelf, en met de administratie. Want het is inderdaad geen dankbare opdracht. Je bent bezig met een gezondheidscrisis die alsmaar langer duurt. Je bent bezig met de vaccinatie. En dan wordt er ook nog eens gevraagd dat we onze begroting structureel op orde moeten krijgen. En daarvoor verwachten we van jullie, administratie, politieke besluitvorming, alles daarrond, concrete voorstellen om voor alles waar jullie nu mee bezig zijn, ook nog eens te bekijken hoe jullie dat anders, effectiever en efficiënter kunnen doen. Dat is geen gemakkelijke opdracht. Ik begrijp dus dat uw antwoord voorlopig nog geen uitsluitsel geeft over welke dingen er binnen de scope vallen.
Maar, ik denk wel dat op termijn – het beleidsdomein Welzijn is nu eenmaal de grootste uitgavenpost van de Vlaamse begroting – als de Vlaamse brede heroverweging een succes moet zijn, we ook binnen Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding moeten kijken naar de dingen die effectiever kunnen. Voor alle duidelijkheid, dat is geen besparingsoperatie zoals ze soms wel eens wordt geframed door de mensen die er niet zo’n fan van zijn. Maar het is wel degelijk een middel om dingen structureel beter te maken. Ik kan verkeerd zijn, maar ik verwacht daar eerlijk gezegd ook niet de grote besparingen van in elk beleidsdomein. Ik verwacht er wel van dat we over een aantal zaken gaan nadenken: hoe kunnen we hier met dezelfde middelen meer mensen betere zorg geven? Dat is het uitgangspunt. Ik denk bijvoorbeeld aan de wijze waarop we bepaalde zorg financieren. Er is bijvoorbeeld een testexperiment in het vooruitzicht voor persoonsvolgende financiering in de ouderenzorg. Ik heb het over dat soort zaken. Of alle steunmaatregelen wel het effect beogen dat we voor ogen hebben. En we hebben net de evaluatie van het groeipakket besproken. Ik heb het over dat soort dingen.
Ik denk echt dat er binnen Welzijn een grote massa ligt om van die Vlaamse brede heroverweging een succes te maken. Ik snap dat u daar niet op korte termijn kunt antwoorden. Maar ik denk dat we op termijn toch een aantal zaken naar voren moeten schuiven die voor ons, als commissie, en voor u, als minister en administratie, belangrijk zijn om te evalueren op efficiëntie en op effectiviteit.
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Ik hoorde vorige week, toen ik de actuele vraag rond armoede stelde, collega Vande Reyde voorstellen dat een deel van zo'n plan misschien zou kunnen worden betaald door de brede Vlaamse heroverweging. Dan is het toch een beetje een gemengd signaal. Want aan de ene kant moet er hierbij niet te veel worden bespaard en is het geen besparingsoperatie. Maar aan de andere kant kost zo'n plan natuurlijk wel iets.
Ik begrijp ook heel goed dat de administraties, die de afgelopen jaren zo hard hebben gewerkt, hier moeite mee hebben. Dat dit een besparingsoperatie is, staat eigenlijk wel buiten kijf. Het is weer een kaasschaaf op hen.
Als ik kijk naar het gebied Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, zie ik ook niet meteen waar er grote besparingen zouden moeten komen. Het is natuurlijk een domein waar veel wordt uitgegeven, maar dat is natuurlijk ook omdat er ontzettend veel noden zijn. We hebben het afgelopen jaar heel goed gemerkt welke gaten er zitten.
Minister, wie zit er in de stuurgroep? Welke consultants? Hoeveel geld wordt uitgetrokken voor deze consultants? Dat mag binnen het domein Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding zijn of ook in het algemeen.
Minister Beke heeft het woord.
Collega, ik zal niet ontkennen dat een belangrijk deel van de uitgaven zich binnen ons beleidsdomein situeren. Ik denk dat wij, samen met Onderwijs, de twee grootste uitgavedepartementen zijn. Dat is ook omdat de noden en de zorg zeer groot zijn.
We kunnen niet verwachten dat iedereen meezoekt naar hefbomen om zich beter te organiseren en dat dan zelf niet doen. We moeten altijd op een kritische manier kijken naar wat we vandaag doen en wat we op de meest optimale manier kunnen doen. Het gaat niet over kaasschaafbesparingen, maar wel over hoe we de zaken op orde krijgen en hoe we ons goed kunnen organiseren.
Wat de precieze kosten betreft, dat weet ik niet. De middelen die daarvoor worden uitgetrokken, zitten bij Financiën en Begroting. Minister Diependaele financiert dat, wij doen dat niet vanuit onze eigen begroting. De consultants worden van daaruit betaald. De middelen zijn voorzien in de relancemiddelen.
De stuurgroep is volgens een aantal instructies samengesteld met mensen uit onze administratie, maar ook uit die van Begroting en ook met een aantal onafhankelijken.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
In de komende maanden zullen we hier nog op terugkomen en bij tijd en wijle een stand van zaken horen in deze commissie.
Mevrouw Groothedde, het is allesbehalve een kaasschaafbesparing. Met een kaasschaaf is het gemakkelijk, iedereen 5 procent minder, daar moet je geen consultants of stuurgroep of project voor hebben. Wat hier gebeurt, is net het omgekeerde. Het is kijken waar je zaken effectiever en efficiënter kunt doen. In sommige gevallen, misschien ook in Welzijn, betekent het dat je zelfs meer middelen nodig zult hebben. Het is dus verre van een kaasschaafbesparing. Ik begrijp dat dat soms zo wordt geframed, maar dat is dus zeker niet het geval. We zullen daar in de komende maanden nog verder duidelijkheid over krijgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.