Report meeting Commissie voor Onderwijs
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Coel heeft het woord.
Minister, op 17 juli 2020 lanceerde u samen met uw collega-minister Crevits de conceptnota STEM-kompas (Science, Technology, Engineering and Mathematics) als richtingaanwijzer voor het STEM-actieplan 2020-2030. Deze conceptnota geeft invulling aan de intentie van de Vlaamse Regering om een nieuw ambitieus STEM-actieplan 2020-2030 uit te werken en speelt ook in op de noden voortvloeiend uit de uitdagingen door de coronacrisis. Ter voorbereiding van het STEM-actieplan 2020-2030 werden er in de periode september en oktober 2020 enkele online en offline participatiemomenten voorzien voor stakeholders. De input van die participatiemomenten zou de basis vormen voor een definitief STEM-actieplan.
Op mijn vraag om uitleg van donderdag 17 september 2020 in deze commissie gaf u aan, en ik citeer: “De voorbereidingen voor het nieuwe STEM-actieplan verlopen volgens schema. (…) Het nieuwe actieplan zal tegen het einde van 2020 of ten laatste begin 2021 op de Vlaamse Regering geagendeerd worden.”
Al in 2019 bracht de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) ‘Krijtlijnen voor een STEM-actieplan 2020-2030’ uit, om vanuit een onderwijsperspectief na te denken over de nieuwe prioriteiten voor een nieuw STEM-actieplan. Er werden tien aanbevelingen naar voren geschoven, waaronder het uitbreiden van de doelgroep van het STEM-actieplan en het aanpakken van het lerarentekort voor STEM.
Is het STEM-actieplan 2012-2020 eigenlijk afgelopen? In opdracht van het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) voerde IDEA Consult een evaluatie van het STEM-actieplan uit. Kunt u de belangrijkste pijnpunten schetsen die uit de evaluatie naar voren zijn gekomen? Wat is de huidige stand van zaken omtrent het STEM-actieplan? Wanneer zal dit geagendeerd worden in de Vlaamse Regering? Zult u het Vlor-advies volgen om de doelgroep van het STEM-actieplan uit te breiden naar de blijvende participatie van meisjes uiteraard, maar ook om te verbreden naar leerlingen van andere origine en kansarme jongeren?
Minister Weyts heeft het woord.
Bij zo’n doorlichting of een rapportering heb je de neiging om de focus op de mankementen te leggen. Voor alle duidelijkheid: dit rapport vernoemt enkele echt positieve zaken die sedert 2012 werden gerealiseerd, die ook in deze studie worden opgesomd. Ik geef enkel kort de aandachtspunten voor het STEM-actieplan 2020-2030 mee. Dus wat moeten we meenemen naar dat nieuwe actieplan?
Ten eerste is er het gegeven dat het begrip ‘STEM’ veel verschillende ladingen dekt, die de betrokken partijen uit de verschillende domeinen elk vanuit hun eigen agenda invullen. Dus verwijst STEM naar wetenschappen, techniek, naar beroepen, naar een specifieke didactische benadering? Onder de vlag van STEM worden heel wat initiatieven genomen en engagementen aangegaan, maar die worden niet allemaal systematisch gemonitord en opgevolgd en er werden ook geen departementsoverschrijdende indicatoren geformuleerd. De studie beveelt aan om in het vervolgtraject te schaven aan die vrijblijvendheid en om het gebrek aan focus aan te pakken.
Ten tweede is er weinig progressie in de waardering voor vakmanschap en er zijn geen sterke evoluties in de in- en doorstroom voor de STEM-richtingen in het tso en het bso.
Ten derde, ook op de arbeidsmarkt is de kloof tussen vraag en aanbod van STEM-profielen nog steeds bestaande. Een toenemend aantal STEM-beroepen zijn, blijven en worden knelpuntberoepen.
Als vierde punt wordt er aanbevolen om verder te bouwen op wat er is: waak over een kwaliteitsvolle verdere uitrol en werk verder op de aandachtspunten.
Vijf: versterk het loopbaanperspectief in het actieplan door naast jongeren ook volwassenen trachten te mobiliseren.
Een zesde punt dat ik eruit leer of meeneem: verbreed de inhoudelijke focus om initiatieven binnen het onderwijsdomein te versterken met initiatieven binnen andere beleidsdomeinen zoals werk, wetenschap, maar ook innovatie, jeugd en welzijn.
Tot slot: zorg voor focus en doelgerichtheid binnen het plan zelf en binnen de acties die in het kader van het plan worden opgezet.
Ik wil daar zelf ook aan toevoegen dat we voor de volgende tien jaar ook de link met Digisprong en Edusprong moeten maken, en dat we dienen af te stemmen met de ontwikkelingen rond de regionale technologische centra (RTC’s).
In samenspraak met mijn collega-minister Crevits zullen wij medio april het STEM-actieplan 2020-2030 agenderen op de Vlaamse Regering. De STEM-stuurgroep zal in de tweede helft van maart om input worden gevraagd.
De aanbevelingen van de Vlor komen overeen met de interne vaststellingen inzake STEM: het aandeel meisjes en het aandeel jongeren met een bijzondere socio-economische status (SES) laat inzake STEM nog veel ruimte voor verbetering. Daar zullen we dus zeker verder op inzetten. De kernopdracht van STEM blijft immers wijzen op de brede waaier aan boeiende studiekeuzes, en ook op de verschillende mogelijkheden die er in functie van de arbeidsmarkt bestaan en de quasi-zekerheid op tewerkstelling. STEM wil vooral het brede aanbod bekendmaken, zodat een weloverwogen keuze mee voor een sterke studieloopbaan zorgt, die hopelijk vervolgens zal uitmonden in de start van een boeiende, mooie professionele loopbaan, waarin leren bovendien van een meer permanente orde zal zijn dan vandaag het geval is.
De heer Coel heeft het woord.
Dank u, minister, voor uw antwoorden. Naast de positieve evolutie zijn er toch nog heel wat uitdagingen. Uit de wetenschapsbarometer, een bevragingsinstrument van het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) om het draagvlak voor wetenschap en technologie bij verschillende doelgroepen te bepalen, blijkt dat meer en meer mensen aangeven dat ze STEM kennen. De groep die er zich in wil verdiepen, groeit echter niet. Een van de redenen die daarvoor wordt gegeven, is dat weinig mensen weten waar ze terechtkunnen voor een eventuele verdieping.
Het STEM-platform geeft dan weer aan dat er ook gefocust moet worden op volwassenen, om enerzijds zijinstromers voor STEM-functies aan te trekken, en om anderzijds ook bij de bredere bevolking de basiskennis van STEM te versterken en het vertrouwen in STEM-opleidingen te vergroten. Dat is soms nog een probleem. Ouders durven hun kinderen niet naar bepaalde studierichtingen te sturen, omdat die wat onbekend zijn of omdat ze niet weten welke richting men daarmee uit kan.
Welke concrete acties overweegt u om meer mensen over STEM te informeren en dat vertrouwen te versterken?
In zijn aanbevelingen had de Vlor het ook over het lerarentekort. Dat is in het algemeen in deze commissie al uitgebreid besproken, maar zeker voor STEM-richtingen blijft dat een pijnpunt. Zult u in uw aanpak van het lerarentekort hiervoor specifiek aandacht hebben?
De heer Brouns heeft het woord.
Anno 2021 zijn die technologische vaardigheden uitermate belangrijk. We kunnen bijna niet meer zonder om ons nog te kunnen handhaven of staande te houden in deze samenleving. Er gaat geen dag voorbij of je wordt ergens geconfronteerd met techniek en technologische toepassingen. Ik denk dat we hier vanuit deze commissie dat echt moeten onderschrijven en daar in de toekomst op moeten blijven inzetten. Er zijn heel wat aandachtspunten die belangrijk zijn, ook voor ons bij de verdere invulling van dat toekomstige STEM-actieplan.
Ik wil vier aandachtspunten even aanhalen. STEM is in de eerste plaats nodig voor iedereen in de samenleving. We hebben vandaag het maatschappelijk debat over het geld dat je uit de muur haalt. Dat is een heel eenvoudige oefening, maar dat is niet zo voor iedereen. Daarnaast hebben we de STEM-experten, de mensen die expert zijn in technologische toepassingen. Toekomstgericht blijft levenslang leren een heel belangrijk aandachtspunt, en dat mag niet beperkt blijven tot het secundair onderwijs.
Ook bij de opmaak van het plan is het voor ons een transversaal gegeven, in de zin dat je in de verschillende beleidsdomeinen de toets moet doen rond die STEM-vaardigheden, waar de digitale vaardigheden ook een belangrijk onderdeel van zijn. In het hogere doel, een duurzame wereld, spelen STEM en die vaardigheden ook een heel belangrijke rol. We moeten voortdurend innoveren om tot een duurzame wereld te komen. De klimaatneutrale wereld, de duurzaamheidsdoelstellingen zijn allemaal heel belangrijk en hierin kan de noodzaak van de STEM-vaardigheden niet voldoende benadrukt worden om dat hogere doel te dienen. Ik denk dat het belangrijk is, om een voorbeeld te geven, dat we uiteindelijk allemaal circulair leren denken in het kader van het afvalbeleid: afval bestaat niet meer, afval is een grondstof. In het kader van die duurzaamheidsgedachte zijn die vaardigheden ook cruciaal.
Als we heel concreet inzoomen, hoe ziet u dat dan in het kader van het STEM-actieplan? Binnen het onderwijs is er vaak ook nog de bijkomende vraag naar infrastructuur om de vaardigheden goed te leren. Er gaan stemmen op om het best naar een STEM-centrum te gaan om het geheel te kunnen overschouwen en te coördineren. Wat is uw visie ten opzichte van de aandachtspunten die ik heb aangekaart en heel specifiek de gedachte om te gaan naar een STEM-centrum?
Minister Weyts heeft het woord.
Verschillende vragen focussen zich natuurlijk op wat er in dat STEM-actieplan gaat staan. Dat is goed geprobeerd. ‘Close but no cigar.’ Ik heb u de aandachtspunten al meegegeven op grond van het IDEA-rapport. Er is nu nog de bevraging, ook samen met de STEM-stuurgroep. Qua timing gaan we dan mikken om naar de Vlaamse Regering te gaan in het laatste deel van april. Dan gaan we ook goed moeten doorwerken.
Wat een STEM-centrum betreft, wil ik dat zeker in het verschiet stellen. Ik heb het er ook over gehad in het kader van onze recente bijeenkomst van het Industrieforum, waar er ook een gelijkaardige vraag bestaat. Dat neem ik zeker mee, ook in het kader van de oefening die we doen rond de RTC’s. Daar zijn we ook aan een hertekening bezig. Die oefening wil ik ook in dat perspectief maken, in het kader van de hervorming van de RTC’s en de eventuele koppeling daarvan aan een STEM-centrum.
De heer Coel heeft het woord.
Minister, vergeef ons ons ongeduld. U had het aangekondigd voor begin 2021, het zal nu april zijn. U hebt natuurlijk ook andere besognes aan uw hoofd gehad, alle begrip daarvoor.
We hebben een aantal goede vorderingen gemaakt, maar na bijna tien jaar STEM-actieplan blijven er toch nog een aantal belangrijke uitdagingen overeind. Zoals collega Brouns ook schetste, gaan de grote uitdagingen in onze samenleving bijna stuk voor stuk maar opgelost kunnen worden als we belangrijke technologische vooruitgang boeken. We hebben uiteraard heel slimme jongens en meisjes nodig om aan die technologische vooruitgang te werken. Ik kijk dus samen met mijn fractie uit naar het nieuwe STEM-actieplan, hopelijk een ambitieus STEM-actieplan dat meeneemt wat goed was en dat verder inzet op wat verbeterd kan worden. We kijken ernaar uit.
De vraag om uitleg is afgehandeld.