Report meeting Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Minister, bij de bespreking van mijn vraag om uitleg van oktober vorig jaar gaf u aan dat een beperkte aanpassing van het Logiesdecreet noodzakelijk is en dat u hiervoor op korte termijn een ontwerp van decreet zou indienen. U mikte toen op de eerste helft van 2021 voor de besprekingen in het parlement, uiteraard na goedkeuring door de Vlaamse Regering en na het inwinnen van de nodige adviezen.
In december heeft Toerisme Vlaanderen in deze commissie het opgeleverde evaluatierapport over het Vlaamse Logiesdecreet toegelicht. We hebben daarover van gedachten kunnen wisselen. Het evaluatierapport bevat een reeks gemeenschappelijke verbeterpunten, maar ook een aantal beleidsaanbevelingen die door de hele brede toeristische sector naar voren werden gebracht. Daarnaast zijn er ook een aantal sectorspecifieke voorstellen en suggesties die door één bepaalde subsector werden aangebracht. Over dat laatste is niet iedereen het eens. We zijn natuurlijk benieuwd waar we daarmee zullen landen.
Specifiek de beleidsaanbevelingen met betrekking tot de wijze waarop de stedenbouwkundige conformiteit vanuit toeristische regelgeving opnieuw kan worden gecontroleerd en gehandhaafd, trekt mijn aandacht. Het is immers een belangrijk item, en het wordt beschouwd als een probleem. De stedenbouwkundige conformiteit van een logies wordt sinds het Logiesdecreet dat nu van kracht is niet meer gecontroleerd door Toerisme Vlaanderen. Het was een duidelijke keuze van de indieners om in het Logiesdecreet enkel te focussen op die toeristische aspecten, namelijk de veiligheid van het toeristisch logies en het comfort, waarvoor we toch een aantal basisnormen wilden hanteren. Alle andere regelgevingen – want die raken aan heel veel beleidsdomeinen – werden heel bewust uit de scope van het Logiesdecreet gelaten. De hotelassociaties en ook de toeristische diensten van de kunststeden zijn vragende partij om dat stedenbouwkundige conformiteitsattest toch weer op te nemen in het decreet. Zo moet ieder toeristisch logies bij aanmelding naast een brandveiligheidsattest, een bewijs van verzekering en een eigendomsbewijs of een bewijs dat men het pand huurt, ook een stedenbouwkundig conformiteitsattest kunnen voorleggen. De kleinschalige logiezen en Horeca Vlaanderen gaan zelfs nog een stapje verder en willen het stedenbouwkundig conformiteitsattest koppelen aan een verplichte toeristische vergunning.
De Confederatie van Immobiliënberoepen (CIB) – de koepelorganisatie van de toeristische verhuurkantoren – wijst op de nefaste impact daarvan, vooral voor de occasionele seizoensgebonden toeristische verhuur. Ze vrezen dat, als een verplicht stedenbouwkundig conformiteitsattest wordt vooropgesteld, eigenaars van vakantiewoningen zullen afzien van een mogelijke erkenningsaanvraag.
Vandaar mijn vragen over de opmaak van het nieuwe Logiesdecreet.
Hoever staat u daarmee? Hebt u al de mogelijkheid gehad om hierover van gedachten te wisselen met uw collega-ministers? Volgens de vooropgestelde timing zouden het decreet en de uitvoeringsbesluiten tegen de eerste helft van 2021 klaar zijn zodat het nieuwe decreet in werking kan treden op 1 januari 2022. Kan die timing worden gehandhaafd? Zo niet, is er dan al een nieuwe timing vooropgesteld?
Zult u ook gevolg geven aan de vraag van sommige toeristische spelers om opnieuw in te zetten op meer en betere handhaving en controle van de stedenbouwkundige conformiteit van toeristische logiezen? Zo ja, welke piste ligt hieromtrent voor in het ontwerp van decreet?
Er was ook een vraag van de sectorfederatie Recread over toeristische logiezen die gratis worden aangeboden en die momenteel niet onder het toepassingsgebied van het Logiesdecreet vallen, net als logiezen die uitsluitend aan vrienden, kennissen of familie worden aangeboden. Wordt ook daar nagegaan in hoeverre het opportuun is om die gratis logiezen toch onder het toepassingsgebied van het decreet te laten vallen?
Zal de uitspraak van de Raad van State tot vernietiging van de administratieve geldboete die Toerisme Vlaanderen aan Airbnb had opgelegd leiden tot een bijsturing van de bepalingen in het decreet inzake handhaving? Zo ja, kunt u daar iets meer in detail over gaan?
Kunt u de meest in het oog springende wijzigingen ten aanzien van het huidige decretale kader kort toelichten?
Minister Demir heeft het woord.
Dat is een hele boterham met vragen, collega. Zoals u me kent, probeer ik altijd concreet te antwoorden op alle vragen.
Het ontwerp van decreet ter herziening van het Logiesdecreet is momenteel volop in voorbereiding. Deze herziening vormt een geheel met de andere evaluaties die momenteel lopen. Naast het Logiesdecreet evalueren we ook het Toerisme voor Allen-decreet voor wat de jeugdverblijven betreft. Die twee evaluaties werden ook samen toegelicht in deze commissie.
Daarnaast evalueert mijn collega die bevoegd is voor Jeugd, momenteel het decreet waarin de werkings- en personeelssubsidies voor de jeugdverblijfcentra en hostels worden geregeld en ook de investeringssubsidies die via het Fonds Culturele Infrastructuur (FoCI) aan de jeugdverblijven kunnen worden gegeven.
Aangezien het de bedoeling is dat de jeugdverblijven worden ingekanteld in het Logiesdecreet, is het belangrijk dat we al deze evaluaties goed op elkaar afstemmen en dat we een coherent geheel creëren voor de erkenning, subsidiëring en ondersteuning van de jeugdverblijven. Je kunt het ene niet los zien van het andere.
Het moet voor een uitbater of ondernemer goed duidelijk zijn bij welke administratie hij waarvoor kan of moet aankloppen. Dat is momenteel namelijk niet zo duidelijk, zeker niet als het gaat over de investeringssubsidies die jeugdverblijven momenteel kunnen aanvragen. Waarvoor jeugdverblijven moeten aankloppen bij Toerisme Vlaanderen of bij het Fonds Culturele Infrastructuur, is momenteel zeer verwarrend. Er mag dus geen hiaat vallen tussen de oude en de nieuwe regels. Zowel inzake inhoud als inzake timing moeten de verschillende wijzigingen goed op elkaar worden afgestemd.
Concreet zal ik een pakket van drie ontwerpen van decreet neerleggen: een ontwerp van decreet ter herziening van het Logiesdecreet, een ontwerp van decreet ter herziening van het decreet ‘Iedereen verdient vakantie’, en een ontwerp van decreet met betrekking tot de ondersteuning van jeugdlogiezen. De eerste twee ontwerpen zijn inhoudelijk grotendeels klaar. Het derde ontwerp wordt momenteel in nauw overleg tussen Toerisme Vlaanderen en het Departement Cultuur, Jeugd en Media (CJM) afgewerkt.
Voor wat betreft de stedenbouwkundige conformiteit: in 2016 heeft de decreetgever ervoor gekozen om het Logiesdecreet te focussen op de toeristische aspecten, waarbij Toerisme Vlaanderen belast werd met de handhaving. De regels inzake stedenbouw bleven echter altijd van toepassing op logiezen. Het Logiesdecreet heeft hier nooit afbreuk aan gedaan. De bevoegde administraties bleven ook belast met de handhaving daarvan.
Uit de evaluatie bleek echter dat het schrappen van de stedenbouwkundige conformiteitsverplichting in het Logiesdecreet er in sommige gevallen blijkbaar toe geleid heeft dat er werd gestart met het uitbaten van logiezen zonder dat dit in regel was met de voorschriften op vlak van stedenbouw of ruimtelijke ordening. Uit de feedback die tijdens de evaluatieronde werd ontvangen, blijkt dat deze problematiek voor verschillende partijen een pijnpunt is. Ik volg het standpunt dat logiezen die niet in regel zijn met de stedenbouwkundige regels niet erkend kunnen worden door Toerisme Vlaanderen en geen deel kunnen uitmaken van het publieke logiesregister van Toerisme Vlaanderen. Men gaat er immers van uit dat logiezen die in dit logiesregister staan, voldoen aan de verschillende voorwaarden. Om een en ander te verduidelijken wil ik daarom voorstellen om de stedenbouwkundige conformiteit weer expliciet op te nemen als een uitbatingsvoorwaarde in het Logiesdecreet.
Ik wil wel benadrukken in het Logiesdecreet dat de handhaving van deze stedenbouwkundige regels en voorwaarden wel de bevoegdheid blijft van de bevoegde diensten en andere provinciale, lokale of federale overheden. Het is geen taak van Toerisme Vlaanderen om al deze regels te handhaven. Collega Coudyser, u hoort hoe ingewikkeld het allemaal is. We kunnen er toch echt wel een potje van maken.
Voor wat betreft de gratis logiezen: bij de uitwerking van het huidige Logiesdecreet was het een expliciete keuze om gratis logiezen vrij te stellen van het toepassingsgebied, de regels en de administratieve last van het Logiesdecreet. Of deze logiezen effectief gratis worden aangeboden, wordt ook gecontroleerd door Toerisme Vlaanderen. Het gaat hier dus over logiezen waarvoor geen enkele verplichte gekoppelde aankoop wordt gevraagd. Anders spreken we uiteraard niet over gratis en is het Logiesdecreet wel van toepassing.
Naar aanleiding van de discussies hierover in deze commissie, heb ik inderdaad aangegeven dat ik wou bekijken of en hoe gratis logiezen onder het toepassingsgebied van het Logiesdecreet kunnen vallen. Deze oefening zijn we aan het bekijken. We moeten wel in het achterhoofd houden dat het hier niet alleen over kampeerplaatsen gaat, maar ook over couchsurfen, huizenruil enzovoort. De creativiteit en de alternatieven worden ook ruimer. De vraag is of we ook deze willen vatten. We moeten dat allemaal eens goed bekijken.
Uiteraard moeten deze logiezen ook veilig zijn, maar van een plek waar je gratis mag logeren, moet je in alle eerlijkheid ook niet hetzelfde comfort verwachten als van een logies, in een hotel of waar dan ook, waarvoor je moet betalen.
De regels moeten voor deze aanbieders ook uitvoerbaar blijven. Deze initiatieven mogen niet verdwijnen door de regels en de administratieve lasten die ze eventueel moeten opvolgen. Het is dus een zeer moeilijke evenwichtsoefening. Eerlijk gezegd weet ik nog niet wat we hiermee moeten aanvangen. Ik zal er nog wat tijd voor nodig hebben om eens goed te bekijken wat we daar doen, of je dat effectief in een of ander kader wilt steken of gewoon vrij laten. Ik weet niet of de overheid al die zaken moet gaan regelen. Dat is nog maar de vraag die je je kunt stellen.
Wat betreft de uitspraak van de rechtbank van eerste aanleg, heb ik al een aantal keer gezegd dat ik het niet eens ben met de manier waarop de rechter het Logiesdecreet leest en interpreteert. Ook de leden van deze commissie die betrokken waren bij de uitwerking van het Logiesdecreet, hebben dit standpunt beaamd. Ik zal daarom voorstellen de betreffende bepalingen voor de zekerheid te verduidelijken, zodat daar geen discussie meer over is.
Uw zesde vraag: een vraag uit de sector die ook heel luid klonk in het evaluatierapport was deze om het adviescomité van het toeristische logies opnieuw op te richten. Dit adviescomité werd destijds afgeschaft, maar blijkbaar is de sector toch weer vragende partij voor een gestructureerd overleg over de toepassing van het logiesdecreet. Ik heb hier zeker oren naar en we nemen dat verder op. We zullen bekijken welke vorm dat moet aannemen.
Uw zevende en achtste vraag: zoals gezegd, is het nog steeds mijn bedoeling dat deze aanpassingen vanaf 1 januari 2022 in zullen gaan, maar het is minstens even belangrijk dat de verschillende evaluaties en aanpassingen goed op elkaar worden afgestemd, zodat iedereen goed weet wat de regels zijn en bij wie men moet zijn voor welke subsidies of aanvragen. Op dit moment is het toch wel wat complex. Zelfs dit, collega Coudyser, kunnen we in Vlaanderen blijkbaar heel complex maken. Dat is echt wel een werkpunt voor de hele Vlaamse Gemeenschap, al die regels en fondsen. Soms denk ik: ‘Ah, bestaat dit ook al, nog een fonds.’ Sta me toe om deze oefening nog eens te gaan herbekijken, zodat het duidelijk is en we alles goed op elkaar kunnen afstemmen. We moeten deze oefening iets grondiger maken, want het is soms toch heel complex, zelfs in Vlaanderen. Ik houd daar niet van.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Bedankt voor het antwoord, minister. Ik houd ook niet van al te complexe regelgeving. Ik denk dat we in de vorige legislatuur ook gesproken hebben over in welke mate we de markt vrij moeten laten en in welke mate er voor van alles en nog wat regelgeving moet zijn. Ik ben het helemaal met u eens dat we alles goed op elkaar moeten afstemmen.
Specifiek wat de stedenbouwkundige conformiteit betreft, begrijp ik dat we dat wel degelijk weer in het Logiesdecreet zullen inbouwen. Een bijkomende vraag daarbij is hoe we de administratieve rompslomp die daarmee gepaard gaat, kunnen vermijden. Die stedenbouwkundige attesten komen meestal van steden of gemeenten en dat vraagt wat tijd. Ik denk dat het belangrijk is om zo weinig mogelijk administratieve last te hebben.
Dan begrijp ik zeer goed dat het niet aan Toerisme Vlaanderen is om de specifieke regelgeving rond stedenbouwkundige zaken te moeten handhaven, maar dan zal er wel degelijk een goede afstemming moeten zijn met de handhaving die dan moet gebeuren op het vlak van die regelgeving, maar dat is net hetzelfde als met de fiscale regelgeving. Ik meen mij te herinneren dat er heel recent ook vanuit de federale overheid afgesproken is dat alle inkomsten van logiezen eigenlijk aangegeven moeten worden, wat natuurlijk al langer de regel is. De vraag is daar of de fiscus openstaat voor een samenwerking met Toerisme Vlaanderen, of is Toerisme Vlaanderen bereid om daar gesprekken over op te starten.
Minister, in het kader van de vermindering van de administratieve rompslomp was er een vraag om de invoering van een automatische melding voorafgaand aan het verval van keuringsattesten voor elektrische en gasinstallaties te bekijken. Dat zal natuurlijk voor het uitvoeringsbesluit zijn. Zou u dit kunnen meenemen?
Minister, kunt u ook een specifieke categorie jeugdverblijven opnemen in het Logiesdecreet? Daarmee komen we wellicht ook tegemoet aan de problematiek in het kader van de coronacrisis en dat is een goede evolutie.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister, dank voor de update van de aanpassing van het Logiesdecreet, maar we zijn er nog niet. U hebt meermaals het woord ‘complex’ laten vallen. Ik denk dus dat we beter onze tijd nemen. We moeten niet slabakken, maar we moeten toch zorgen dat alles goed op elkaar is afgestemd.
In de vragen van mevrouw Coudyser zat er heel wat eten en drinken. Ik kan niet op alles ingaan, maar wil toch enkele bezorgdheden uiten in verband met uw toelichting. Er is een grote verscheidenheid aan logiezen, van gratis tot klein, middelgroot en groot. Het is belangrijk dat we het level playing field bewaken en zorgen dat er geen ongelijke concurrentie is.
Het occasionele verhuur, dat is niet gemakkelijk. Die grenzen zijn vaag. De kampeersector zelf haalt als criterium de promotie aan: als er een promotie is, wordt de vrijstelling afgeschaft. Het is allemaal niet zo eenduidig om dat op die manier vast te leggen.
Minister, ik deel zeker ook de bezorgdheid over de administratieve lasten. Indertijd hebben we de vergunning eruit gehaald, net om de administratieve lasten te vermijden. Als we dat er opnieuw invoegen, dan ben ik bang dat we zowel de uitbater als het administratieve traject zullen bezwaren. Ik denk dat u daar zeker oog voor hebt en dit zult meenemen.
Of we de gratis creatieve vormen ook moeten opnemen, daar ben ik zelf nog niet uit. Het is niet vanzelfsprekend, want er zijn verschillende vormen, en ook daar verschijnt weer de administratieve last. Dat is toch echt iets waar we voor moeten opletten.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, u zei dat er drie ontwerpen op ons zullen afkomen, het Logiesdecreet, het decreet Iedereen verdient vakantie en de ondersteuning voor het Jeugdlogies. Bij de begrotingsbesprekingen heeft collega Rombouts u gevraagd wat er dan met het decreet Toerisme voor Allen moet gebeuren. Daar zitten nog een aantal bepalingen in die ooit zijn overgebleven. U hebt toen gezegd dat u zou bekijken of u dat in het Logiesdecreet of in het decreet Iedereen verdient vakantie zou opnemen. Ik neem aan dat dat nog altijd de bedoeling is. U hebt er nu niks over gezegd, maar ik neem aan dat die enkele bepalingen in Toerisme voor Allen meteen ook worden opgekuist en in een van de andere kaders worden opgenomen.
Over de stedenbouwkundige conformiteit, wel, ik ben ooit nog schepen van ruimtelijke ordening geweest, en dus zeg ik: schoenmaker, blijf bij uw leest. De steden en gemeenten die instaan voor de stedenbouwkundige vergunningen moeten uiteraard de controles doen. Ik zou daar in het bijzonder mee opletten om dat opnieuw te gaan mengen.
Wat wel moet gebeuren, is dat de gemeenten goed op de hoogte zijn van alle aanmeldingen van nieuwe logiezen op hun grondgebied, zodat ze weten in welke gebouwen er logés zijn en ze eventueel een kijkje kunnen gaan nemen. Ze kunnen dat altijd controleren. Ik zou het niet te ingewikkeld maken en de zaken zo gescheiden mogelijk proberen te houden. De administraties moeten natuurlijk wel communiceren.
Minister, inzake het gratis logiesverhaal, deel ik uw mening dat de overheid niet alles moet regelen. Je hebt het couchsurfen, mensen die thuis eens iemand laten overnachten, hoe ga je dat onderscheid allemaal maken?
Ik denk dat het decreet in dat opzicht nog niet zo slecht is. Voor de rest is het goed dat we nog even onze tijd nemen. Uit de vele vragen van onze voorzitter blijkt wel dat een en ander nog moet bezinken. Ik denk dat we de komende maanden wel vooruitgang kunnen maken. Maar het moet goed zijn deze keer. Het is een heel verwarrend landschap, ik begrijp u daar volledig in. We hopen er allemaal op dat u dat de komende maanden op een goede manier zult aanpakken.
Minister Demir heeft het woord.
Ik wil eerst en vooral zeggen dat we goed samenwerken met de andere collega’s die ook in die hele oefening betrokken zijn. We werken goed samen en het gaat goed vooruit. Het decreet Toerisme voor Allen wordt inderdaad geïntegreerd in de drie andere decreten. De regels voor jeugdlogiezen zijn afgeschaft, dat hebben we ook heel duidelijk zo gezegd.
Collega Coudyser, de fiscus heeft vandaag de dag toegang tot het register van logiezen, maar we staan ook open voor elke samenwerking met de fiscus. Voor stedenbouw willen we vooral het basisregister uitbreiden naar alle aangemelde logiezen, en dit register dan ook ter beschikking stellen van de gemeenten om het te controleren. Het lijkt mij ook heel correct om dat op die manier te doen.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Ik dank de collega’s voor de bijkomende vragen en de minister voor de bijkomende antwoorden. Maar voorlopig weet ik genoeg. We werken afgestemd hard verder om dat complexe dossier zo goed mogelijk te laten landen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.