Report meeting Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vraag om uitleg over het conflict tussen de VRT en DPG Media
Report
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Minister, de VTM-Telefactsreportage over de zaak-Bart De Pauw, een lopende zaak over grensoverschrijdend gedrag die nog door het gerecht dient behandeld te worden, doet veel stof opwaaien. Wat kregen we allemaal voorgeschoteld: een vertrouwelijk gesprek met de manager beroepsethiek en preventieadviseur van de VRT, in het geheim opgenomen; privésms’en van betrokkenen, onderdeel van een gerechtelijk dossier; het fout gebruik van terminologie; en het standpunt van één partij. De andere betrokkenen wilden niet meewerken, en hun argument om het gerecht in alle sereniteit zijn werk te laten doen, viel in dovemansoren. Het resultaat, kunnen we echt wel stellen, was een spektakelreportage waarbij de werking van de VRT op een ongenuanceerde wijze in beeld werd gebracht en de problematiek van grensoverschrijdend gedrag totaal respectloos werd behandeld.
Ik heb hieromtrent volgende vragen voor u.
Bent u – na de reportage en de reacties in de media van verschillende omroepen – van mening dat de reportage de pax media onder druk zet? Wat is de impact ervan?
In welke mate acht u deze reportage schadelijk voor de VRT?
Vindt u het ethisch te verantwoorden dat gesprekken met vertrouwenspersonen rond delicate problematieken zomaar open in de media getoond kunnen worden?
De heer Slootmans heeft het woord.
Minister, ik neem aan dat u vorige week ook met volle aandacht Knack hebt gelezen, iets in mij zegt van wel. Het was een speciaal nummer dat volledig in het teken stond van de toekomst van de Vlaamse media. Er stond ook een opvallend interview in met Christian Van Thillo, waarin hij opnieuw fors uithaalde naar de VRT en dan vooral naar de beheerovereenkomst, die hij een cadeau noemt voor de VRT maar dus niet voor het hele Vlaamse ecoklimaat. Hij hekelt daarbij – het zijn klassieke argumenten – de gemengde financiering enerzijds en anderzijds het gegeven van de advertentiemarkt waarbij de VRT middelen onttrekt aan het ecoklimaat, en ten derde de longreads, die een doorn in het oog blijven.
Die oprispingen komen niet in het nieuws, het zijn de klassieke argumenten en vanuit hun standpunt heel begrijpelijk, maar wat opviel – dat zei ook mevrouw Meuleman – is dat het conflict tot een nieuw kookpunt is gekomen. Er is een hoog klimaat van wantrouwen ontstaan tussen beide actoren. Ten eerste is er de beheersovereenkomst, die zorgt voor de nodige frustratie, en daarna zorgde de uitzending over de zaak-De Pauw in het programma Telefacts voor de nodige wrevel aan de Reyerslaan. Mevrouw Meuleman had het erover en ik ga er niet verder op in; we weten allemaal waarover het gaat.
Verder zorgde de onaangekondigde mondmaskerdracht van de VTM-ankers, waar de VRT niets van wist, voor ergernis. Getuige daarvan de verschillende berichten daarover van een aantal sleutelfiguren op de sociale media. De verschillende voorvallen illustreren een oplopend conflict dat de pax media in het gedrang brengt.
In de beleidsnota Media wijst u terecht op de nood aan een krachtenbundeling tussen de Vlaamse mediaspelers om een antwoord te bieden op de internationale uitdagingen zoals Netflix, Disney+, Apple TV enzovoort. In uw nota staat: “Waar mogelijk moeten krachten gebundeld worden en kan ingezet worden op een sterk partnernetwerk. Ik streef naar een win-winsituatie door efficiënte afspraken en performante samenwerking tussen de verschillende Vlaamse mediaspelers om het medialandschap te versterken en te verrijken.”
Minister, de aangehaalde feiten en de context tonen aan dat tot nader order weinig te merken is van die samenwerking, laat staan van het honoreren van de pax media. Ik zou graag van u vernemen of u in deze context een initiatief zult nemen om beide partijen aan tafel te brengen en de mediavrede te herstellen. Dat mag, zoals de heer De Gucht deze ochtend heeft gezegd, een rondetafel zijn, maar het mag van mij ook een vierkante tafel zijn.
Minister, zult u een initiatief nemen om beide partijen rond de tafel te brengen? Hoe zal dat initiatief er dan uitzien? Als minister van Media hebt u een diplomatieke functie. U moet de verschillende actoren rond de tafel brengen en op een zo vredevol mogelijke manier met elkaar in overeenstemming brengen. Samenwerking en win-winsituaties moeten daarbij de uitgangspunten zijn.
Minister Dalle heeft het woord.
Voorzitter, ik zal eerst even stilstaan bij de reportage over de zaak-De Pauw. Het spreekt voor zich dat die reportage onder de redactionele verantwoordelijkheid van DPG Media valt. Er is overigens een verschil tussen een bedrijf en een redactie. Die redacties genieten een redactionele verantwoordelijkheid en autonomie. Dat is zo in de VRT, maar ook bij DPG Media. Ik heb al vaak aangegeven dat het niet aan mij is om me als minister over de inhoud van bepaalde programma’s uit te spreken. Ik heb dit al vaak over de VRT kunnen zeggen, maar ik zeg dit, misschien zelfs a fortiori, nu met evenveel overtuiging over de private mediabedrijven. Ook nu zal ik geen oordeel over een programma uitspreken. Ik vind het merkwaardig dat sommige leden van deze commissie zich altijd geroepen voelen om dat wel te doen. Dat is voor mij geen taak van de politiek.
Zonder me hier inhoudelijk over uit te spreken, kan ik enkel vaststellen dat dit dossier schadelijk is voor alle betrokken partijen. Ik heb natuurlijk akte genomen van de verschillende berichten over de zogenaamde pax media die naar aanleiding van de reportage zijn verschenen. De bedrijven hebben me in ieder geval verzekerd dat ze nog steeds ‘on speaking terms’ en zelfs veel meer dan dat zijn. Ik zie die bedrijven ook geregeld, zowel afzonderlijk als gezamenlijk. Mijn kabinet ontvangt hen en er zijn heel wat lopende projecten, bijvoorbeeld met betrekking tot de relance en de digitale innovatie. Ik stel vast dat het management en alle echelons van die bedrijven en van de VRT goed samenwerken. Ik blijf erbij dat dit de enige weg is om ons Vlaams medialandschap te versterken en om onze kijkers en luisteraars in Vlaanderen en Brussel een goed aanbod te geven dat eigen aan Vlaanderen is en dat voor onze mensen herkenbaar is.
Het is voor mij uiteraard essentieel dat de vertrouwenspersonen hun taken kunnen blijven uitoefenen.
De regels voor de journalistieke beroepsethiek zitten natuurlijk vervat in de zelfregulering en de code van de Raad voor de Journalistiek. Mocht een belanghebbende een klacht over deze reportage indienen, zal de Raad voor de Journalistiek hierover een uitspraak doen. Dat is zo voorzien in het zelfreguleringssysteem, dat veel respect voor de journalistieke onafhankelijkheid en de persvrijheid heeft.
Voorzitter, meer wil ik, uit respect voor alle betrokkenen, niet kwijt over deze zaak.
Minister, u kunt bij momenten erg goede en grondige antwoorden geven, maar in dit geval ben ik een beetje teleurgesteld door uw antwoord. Als minister kunt u zich misschien niet over de inhoud van bepaalde programma’s uitspreken, maar ik vind dat ik daar als Vlaams volksvertegenwoordiger wel een mening over kan hebben. Mijn persoonlijke mening over wat ik in die documentaire heb gezien, blijkt duidelijk uit mijn vraagstelling. Er zijn heel wat grenzen overschreden en er kan moeilijk over een objectieve berichtgeving worden gesproken.
Daarover gaat mijn vraag om uitleg echter niet. Het is misschien minder relevant wat u of ik daarvan vinden.
Als we het beleidsmatig bekijken, wordt het wel een zaak voor de minister van Media als het medialandschap door elkaar wordt geschud en als de relatieve vrede en de samenwerking die er zouden moeten zijn, hierdoor in het gedrang komen. We hebben gelezen dat dit hier en daar het geval is. U hebt geantwoord dat dit niet zo is, maar ik heb uit een aantal krantenartikelen kunnen afleiden dat het toch problematisch zou kunnen zijn. Er is nog veel samenwerking nodig, bijvoorbeeld met betrekking tot Streamz en dergelijke. De vraag is of dit hier een impact op zal hebben. Het is aan u dit te monitoren.
Het wordt ook een zaak voor de politiek als de integriteit en de vertrouwelijkheid van de preventiediensten, de integriteitspersonen en dergelijke is beschadigd. Als dit betekent dat de slachtoffers nog minder snel naar de preventiediensten zullen stappen, is dat wel het laatste wat wij en zij willen. Ik denk dat dit vertrouwen moet worden hersteld. Het is een taak van het beleid om ervoor te zorgen dat er, zeker in een overheidsinstelling die gedeeltelijk de onze is, genoeg aanspreekpunten en manieren zijn om problemen in alle vertrouwen te kunnen aankaarten. We weten dat die problemen met intimidatie en seksueel misbruik meer dan eens voorkomen. Het is uw verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat die zaken op elk moment in alle vertrouwen kunnen worden aangekaart en dat dit bij de VRT steeds goed zit. Het is mijn expliciete vraag aan u om daarvoor te zorgen en hier verder op in te gaan.
Als er klachten over de reportage zijn, hebt u gesteld dat die klachten aan de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM) moeten worden voorgelegd. Als het over zelfdoding gaat, zijn er strikte richtlijnen voor de manier waarop de berichtgeving moet gebeuren, de foto’s die verschijnen en dergelijke. Er is een code waarin staat wat kan en er zijn afspraken. Ik vraag me af of zoiets ook niet nodig is als het om seksueel geweld gaat. Ik vond een deel van de berichtgeving op het sensationele af. Er zijn conversaties gepubliceerd zonder de privacy te waarborgen. Op bepaalde websites stonden ongepaste foto’s die zaken insinueerden. Mijn vraag is of de politiek een aanzet moet geven om ervoor te zorgen dat deze berichtgeving, net als de berichtgeving over zelfdoding, sereen gebeurt in plaats van op de manier waarop het nu is gebeurd.
De heer Slootmans heeft het woord.
Minister, dat was een bijzonder summier antwoord. Mijn vraag om uitleg is eigenlijk niet echt beantwoord en dat zijn we van u niet gewoon. Wat de redactionele autonomie betreft, volg ik u uiteraard, maar op het moment waarop de redacties ervoor zorgen dat de pax media wordt gehypothekeerd door de uitzendingen die ze maken, wordt het natuurlijk wel relevant voor u als minister van Media. Ik verwijs naar uw eigen beleidsnota, waarin u aangeeft een performante samenwerking tussen de verschillende mediaspelers na te streven. In die zijn ging mijn vraag om uitleg breder dan enkel de zaak-De Pauw.
Wat het conflict betreft, stelt u dat er eigenlijk bijzonder goede contacten zijn. Het is allemaal ‘peace and love’ tussen die twee partijen. Dat is geen probleem, maar het uit zich wel niet in de verklaringen van de topmannen van die bedrijven. Ik verwijs heel concreet naar de zeer recente uitlatingen van de heer Van Thillo. Dit bewijst dat het nodig is die frustraties weg te nemen en beide partijen aan tafel te brengen. Vooral de wortels van de frustraties die bij de commerciële zenders leven, moeten enigszins worden weggenomen.
De longreads zijn, zoals ik al heb aangehaald, een belangrijk element. De beheersovereenkomst is geschreven en we weten dat een groeipad is vastgelegd naar 65 procent video- of audiogerelateerd materiaal. Dat is echter geen garantie dat die longreads hier niet mee aan worden gekoppeld. Ik denk dat dit een belangrijke sleutel is om de opborrelende frustratie, die altijd zal terugkomen, te ontmijnen.
Minister, mijn bijkomende vraag is of u, hoewel de beheersovereenkomst is geschreven, die sleutel nog wenst te gebruiken. Ik herhaal dat de beheersovereenkomst met betrekking tot dit punt zo flou is dat de VRT daar de invulling aan kan geven die ze zelf wenst. Ik heb een aantal weken of maanden geleden gelezen dat u de lettertekens op VRT NWS niet wilt tellen, maar eigenlijk is dat net wat u wel zou moeten doen. Daar ligt nu eenmaal de oorzaak van de frustratie en van de concurrentievervalsing. U kent het betoog. Mijn vraag is of u die sleutel al dan niet zult gebruiken om beide partijen rond de tafel te brengen en om de oorzaak van die frustratie weg te nemen.
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, hoewel ze zijn gekoppeld, denk ik dat dit toch wel heel verschillende vragen om uitleg zijn. Aan de ene kant gaat het om de pax media en aan de andere kant gaat het om de journalistieke deontologie.
Wat de pax media betreft, hangt het er in de eerste plaats van af welke definitie we hanteren. Voor mij betekent dat misschien wel dat er niets aan de hand is, zolang ze elkaar de kop niet inslaan. Ik denk dat dit de belangrijkste definitie moet zijn, want we zullen die mediagroepen natuurlijk nooit kunnen beletten dat ze elkaar beconcurreren, voor zover we dat al zouden willen beletten. Ze doen dat door programma’s te maken en blijkbaar ook door de grenzen op te zoeken. We kunnen betreuren dat ze de grenzen opzoeken, maar ik ben het ermee eens dat het niet aan ons is om hierin in te grijpen. De pax media moet er in de eerste plaats voor zorgen dat ze elkaar in leven laten.
Minister, wat de journalistieke deontologie betreft, is de vraag hoe ze met persoonlijke gegevens omgaan. Ook daar moeten we ons terughoudend opstellen. Hoewel uw antwoord kort was, ben ik het opnieuw met u eens. Ik kan al bijna zelf minister zijn, want ik zou de vraag om uitleg op ongeveer dezelfde manier hebben beantwoord – maar vrees niet, ik zal geen minister worden. We kijken in de eerste plaats naar de Raad voor de Journalistiek en, als het echt de spuigaten uitloopt, naar een of andere rechtbank. Als politici is het voor ons heel moeilijk om ons hierover uit te spreken.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Minister, ik heb ervoor geopteerd hierover zelf geen vraag om uitleg in te dienen, precies omdat ik uw korte antwoord kon voorspellen. Het is niet aan ons om als politici in de redactionele keuzes te mengen. U weet dat ik dit standpunt over de media absoluut deel. Nu is het wel zo dat niet de redactionele keuzes, maar de redactionele inhoud van het programma zoals het in ‘Telefacts’ is vertoond, volgens mij beleidsmatige implicaties heeft waar we met zijn allen over moeten nadenken.
Ten eerste lijkt de vraag of de regels van de journalistieke deontologie zijn geschonden me een zaak voor de Raad voor de Journalistiek. Is wederwoord gegeven? Wanneer is dat mogelijk gemaakt? Er zijn geheime opnames gelekt. Ik vind dat we wegen moeten volgen die moeten worden gevolgd en dat we dit aan de Raad voor de Journalistiek moeten overlaten.
Ten tweede, de pax media lijkt mij al enige tijd in gevaar te komen. De relaties tussen de verschillende mediabedrijven zijn gespannen. Dat heeft wellicht te maken met de nieuwe beheersovereenkomst. De commerciële bedrijven hadden iets anders verwacht, ze hadden graag gezien dat de VRT meer aan banden werd gelegd, dus moeten we dat in dat licht bekijken. Ook dat is iets waar we ons over moeten uitspreken. Te allen tijde blijft het belangrijk dat u het gesprek blijft voeren, zowel met de VRT als met de commerciële partners, om de pax media te bewaken.
Belangrijk voor mij – en dat is de enige tweet die ik heb gedaan – is dat de uitzending van Telefacts me heel bezorgd heeft gemaakt. Deze ochtend stelde ik aan minister-president Jambon een vraag over grensoverschrijdend gedrag in de media- en cultuursector. Een van de belangrijke pijnpunten blijft het kunnen melden, een stap naar voren zetten en kunnen melden dat men te maken heeft gehad met grensoverschrijdend gedrag. Mijn grootste angst toen ik de reportage zag, was dat alle acties die we al gedaan hebben om stappen vooruit te zetten in de bestrijding van grensoverschrijdend gedrag, los van deze zaak zelf, in de reportage overboord worden gegooid. Wat we ook ondernomen hebben om vrouwen melding te laten doen, als in de reportage geheime reportages worden uitgezonden, zijn al onze inspanningen op dat moment weg.
Minister, wat gaat u samen met uw collega’s uit de Vlaamse Regering doen om stappen vooruit te kunnen zetten tegen grensoverschrijdend gedrag en het mogelijk maken van meldingen door al die vrouwen en mannen? De slachtoffers moeten hun angst overwinnen zonder dat hun melding in de openbaarheid komt.
Minister Dalle heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, mevrouw Meuleman, u mag inderdaad uw mening geven over het programma. U mag dat zoals elke inwoner van dit land, maar met alle respect, uw mening is dan niet meer of niet minder waard dan die van elke Vlaming of Brusselaar. Het is niet de taak van de Vlaamse overheid, niet van de minister, maar ook niet van het parlement, om zich uit te spreken over bepaalde programma’s. Dat is niet de taak van de politiek. Dit is een essentieel punt, en daarom herhaal ik het altijd. Ik ben ook heel tevreden dat collega Segers mijn lijn kent en op basis daarvan bepaalde vragen niet meer aanhaalt. Dat is een essentiële zaak.
Een aantal beleidsmatige aspecten zijn wel interessant, maar ik vind het geen goed idee om deze te bespreken naar aanleiding van een programma om de redactie of dat bedrijf dan te bekritiseren.
Twee, ik heb het al vaak gezegd over de VRT als openbare omroep, maar er is wel iets anders te zeggen over het management, het bedrijf, de journalisten en redacties. Journalisten, redacties, programmamakers zijn autonoom in hun werk. Zeggen dat zij een bepaalde lijn en strategie van hun bedrijf moeten houden bij het maken van een programma is natuurlijk niet juist. Ervan uitgaan dat zo’n programma een strategie is van DPG Media, miskent totaal de autonomie van journalisten. Dit is voor mij geen goede insteek voor een vraag.
Er is veel gezegd over de pax media, er zijn veel interpretaties. U weet dat ik heel veel aandacht heb voor die samenwerking. Ik heb al vaak Benjamin Franklin daarover geciteerd, ik zal dat niet opnieuw doen. U weet dat het essentieel is.
Zeker op het vlak van technologie moet er worden samengewerkt om ervoor te zorgen dat de Vlaamse mediabedrijven tegen de buitenlandse concurrenten op kunnen op dat vlak. Ik heb ook de kranten gelezen; momenteel is de relatie eerder gespannen, maar men spreekt met elkaar. Er zijn veelal jonge managers die het goed met elkaar kunnen vinden, die elkaar begrijpen, die de mediasector goed kennen. Ik heb in de contacten van mijn kabinet en van mezelf gemerkt dat er vooruitgang kan worden gemaakt.
We hebben met de Vlaamse Regering een heel serieus relanceprogramma, dat weet u, en zeker ook op het vlak van media gaan we naar een historische digitale transitie. In de beheersovereenkomst maken we middelen vrij om dat samen met al die bedrijven en de VRT te doen. Dat is voor mij de plaats om met hen te spreken. Ik doe dat regelmatig. Geen nood, het is niet nodig om daartoe initiatieven te nemen en ik verwacht daar heel veel van. Ik denk dat we zo onze bedrijven en het aanbod kunnen versterken.
Wat de vertrouwenspersoon en de belangrijke rol die hij speelt, betreft, mevrouw Meuleman, ben ik ook bezorgd. We moeten daar hard aan werken om het vertrouwen te kunnen behouden en zo nodig te herstellen. Dat is een essentiële zaak.
Dan komen we bij het maatschappelijk bijzondere thema van grensoverschrijdend gedrag. Waar het gaat over deontologische standaarden, is het natuurlijk, zoals ik zei, zelfregulering. Het is de Raad voor de Journalistiek die controle kan uitoefenen. Er is een vrij uitgebreide code rond zelfdoding die niet in detail over grensoverschrijdend gedrag gaat, maar wel aanleiding geeft tot respect voor de privacy, hier toch ook een belangrijk onderwerp. Rond seksueel geweld hebben we een actieplan met verschillende ambities, ook ten aanzien van de mediasector: hoe gaan we daarmee om, en nog breder, hoe gaan we om met grensoverschrijdend gedrag? Op dat moment kan men verwijzen naar de officiële instanties, 1712, de Zelfmoordlijn en Nupraatikerover. Daar hebben we het hier al over gehad: leggen we dat op aan mediabedrijven, wat en wanneer doen we dat? Regelen we dat met de Code van de Raad voor de Journalistiek met de journalisten zelf? We zijn inderdaad in overleg met de Vlaamse Vereniging van Journalisten (VVJ) om dat te bekijken.
Grensoverschrijdend gedrag is een heel belangrijk thema. Ik deel de zorgen van mevrouw Segers daarover. Zij zegt dat we al veel hebben gedaan, maar – en ik wil niet te zelfkritisch zijn – in de mediasector hebben we nog onvoldoende gedaan. Het is minder dan in andere sectoren, denk aan Cultuur of Sport. Dat is eigenlijk verwonderlijk, als je het mij vraagt. Ik kan me moeilijk inbeelden dat de problemen ter zake minder belangrijk zouden zijn in de mediasector in de brede zin van het woord dan in andere sectoren.
Ik heb die zorg uitgedrukt op verschillende plaatsen. Simon Delaere is hier aanwezig; hij kan getuigen dat ik dit in de strategische adviesraad als een van de topprioriteiten naar voren heb geschoven. Ook met Mediarte hebben we dat besproken. Zij hebben op mijn vraag een overlegplatform georganiseerd, samen met de Genderkamer en andere spelers van de sector. Mediarte wil stappen vooruitzetten en we zullen dat ondersteunen. Dit is een zeer uitdrukkelijke vraag van mij.
Er is een eerste overleg geweest en dat zal verder worden opgevolgd. Ik vind dit zoals gezegd zeer verwonderlijk. Ik vind dat er meer aandacht voor moet zijn. Dat is een stuk mijn politieke verantwoordelijkheid, akkoord. Maar het is in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de bedrijven zelf. We hebben het Sociaal Charter voor de Mediasector. Ik wens dat dat ook wordt uitgevoerd op het vlak van grensoverschrijdend gedrag. U kunt erop rekenen dat dat voor mij een absolute topprioriteit is in mijn besprekingen met mijn contacten, met Mediarte, met de mediabedrijven en met de Genderkamer van de Vlaamse Ombudsdienst.
Minister, ik dank u voor uw tweede antwoord. Ik vind het een stuk beter dan uw eerste antwoord. U bent dieper ingegaan op wat de gevolgen voor het vertrouwen en de meldingen door vrouwen of mannen zijn. Ik wil zeker aankaarten dat de beleidsmatige consequenties van mijn vraag zeer belangrijk zijn.
Ik weet natuurlijk ook dat het de lijn is dat we ons als Vlaams Parlement niet over de programma’s zelf uitspreken. Als commissievoorzitter is de beoordeling van dergelijke vragen om uitleg, ook van andere commissieleden, altijd een dunne lijn. Soms zijn er beleidsimplicaties en het is niet altijd evident in te schatten hoe een vraag te beoordelen. In dit geval waren de beleidsimplicaties heel duidelijk. Wat doen we met het vertrouwen in de preventiediensten en de aanpak van het grensoverschrijdend gedrag? Dat moet een prioriteit zijn. U hebt hier een antwoord op gegeven.
De berichtgeving is misschien meer iets voor de Raad voor de Journalistiek, maar misschien kunt u een rol spelen door dat gesprek aan te gaan. U hebt aangegeven dat dit in het actieplan staat. Ik heb al vermeld dat bepaalde foto’s die in de reportage zijn gebruikt buiten de sensatie geen meerwaarde hadden. Dat moet voor de slachtoffers heel pijnlijk zijn geweest. Het is goed dat dit wordt aangepakt.
Wat de pax media betreft, is het voor u, als minister, ook moeilijk te weten tot waar u kunt gaan. Ik denk dat een escalatie moet worden voorkomen en dat u, vanuit uw positie, in zekere zin een bemiddelende rol kunt opnemen als de persoon die bruggen probeert te bouwen. Dat is belangrijk om een escalatie te voorkomen en om de samenwerking te bevorderen. Ik neem van u aan dat er wordt gesproken en dat het niet is wat het lijkt. U zult dit wellicht in het oog houden.
Minister, ik dank u voor uw antwoord en voor het feit dat u het probleem van seksueel misbruik en grensoverschrijdend gedrag in de media ernstig neemt, iets waarvoor meer doorgedreven aandacht nodig is.
De heer Slootmans heeft het woord.
Mijnheer Vandaele, ik zal misschien eerst noteren dat we een nieuwe definitie van vrede hebben, namelijk elkaar de kop niet inslaan. Gezien uw naam, moet u dat kunnen omzetten in het desbetreffende boek dat definities opneemt.
Minister, wat uw antwoord betreft, heb ik het gevoel dat ik hier een spook ben. Mijn vraag is niet beantwoord. Zeker op de longreads bent u niet ingegaan. U hebt gesteld dat u geen initiatieven hoeft te nemen en dat daar, ondanks het tussen beide partijen opborrelend conflict, geen nood aan is. Ik vind dat vreemd, want dat staat volledig in tegenspraak met uw eigen beleidsnota, die ik daarnet heb geciteerd. Er is blijkbaar een onderscheid tussen wat u in uw beleidsnota stelt te zullen uitvoeren en de praktijk. Ik neem daar akte van.
Wat specifiek de reportage van Telefacts betreft, ontwaar ik een zeker vorm van naïviteit. Ik neem aan dat het een gespeelde naïviteit is, want ik kan me niet voorstellen dat u echt denkt dat er een Chinese Muur staat tussen de redactie en de top van het bedrijf. Ik ben zelf tien jaar woordvoerder geweest en ik kan u ondertussen vertellen dat die Chinese Muur serieuze gaten vertoont. Ik neem aan dat u niet zo naïef bent dit te denken.
Wat het conflict tussen beide partijen betreft, denk ik, globaal genomen, dat er nood is aan samenwerking en dat u daarin een diplomatieke rol zou moeten spelen. Het moet verder gaan dan elkaar de kop niet inslaan. Ik vind dat een bijzonder weinig ambitieuze doelstelling om tot een pax media te komen. Als de grootste meerderheidspartij stelt dat de insteek is dat we elkaar de kop niet moeten inslaan, vind ik dat eigenlijk weinig veelbelovend voor die noodzakelijke pax media waar we in deze commissie met zijn allen naar streven.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.