Report meeting Commissie voor Onderwijs
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer De Witte heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, corona heeft een zware impact op studenten: mentaal, sociaal maar ook financieel. Dat geldt zeker voor zelfstandige werkstudenten. Deze studenten voorzien in hun eigen inkomen en betalen zelf hun kot en studies door te werken. Door de lockdown en het sluiten van verschillende sectoren, waaronder de horeca, verliezen heel wat werkstudenten hun statuut en kunnen ze geen aanspraak meer maken op een studiebeurs en verminderd inschrijvingsgeld.
Ik kreeg berichten van jongeren die hierover in paniek zijn geraakt. Ik heb contact opgenomen met de bevoegde dienst voor informatie. Er werd mij gezegd dat het probleem bekend is en dat men naar een oplossing zoekt. Welke was niet duidelijk.
Op de website www.studietoelagen.be lezen we dat de student moet aantonen dat hij in 2020-2021 twaalf maanden heeft gewerkt. Door de lange lockdown is dat voor een aantal mensen niet evident.
Minister, kent u het probleem? Hebt u maatregelen genomen deze studenten hun statuut kunnen behouden?
Wat met werkstudenten die getroffen werden door COVID-19 en langere tijd niet hebben kunnen werken in 2020 en zo buiten de voorwaarden voor het statuut van werkstudent vallen?
Op welke manier zullen de studenten die zonder inkomsten vallen en ook niet kunnen terugvallen op steun van hun ouders, worden ondersteund?
Minister Weyts heeft het woord.
De laagdrempelige toegang tot het hoger onderwijs voor zij die daar de talenten toe hebben, is bijzonder belangrijk. Vlaanderen doet het in internationaal perspectief zeer goed, maar we moeten dat ook blijven doen. De zeer moeilijke situatie waarin vele studenten zich vandaag bevinden, bemoeilijkt die toegang. Ik heb mijn kabinet dan ook aangezet om bijkomende maatregelen te nemen voor deze studenten.
Proactief schreef ik elke studentenvoorziening aan om hen hierover te informeren en hun te vragen om de betrokken groep studenten goed op te vangen.
De regelgeving betreffende de studietoelagen voorziet in normale omstandigheden al verschillende mogelijkheden voor het behoud van dit statuut. Zo kunnen onder andere studenten die in het verleden hun financiële onafhankelijkheid hebben aangetoond, het statuut van zelfstandig student behouden als ze nog steeds alleen wonen, met een eigen hoofdverblijfplaats.
In deze uitzonderlijke omstandigheden hebben we daarmee nog niet alle studenten verder geholpen. Uitzonderlijke omstandigheden vragen dan ook uitzonderlijke maatregelen.
Aan de Vlaamse Regering zal ik binnenkort voorstellen om een eenmalige uitzondering in te voeren voor het lopende academiejaar voor het behoud van het statuut van zelfstandig student. Alle studenten die in het verleden het statuut van zelfstandig student verwierven, kunnen in het huidige academiejaar hun statuut behouden. Ze worden vrijgesteld van de voorwaarde om opnieuw een nettobelastbaar jaarinkomen voor te leggen in 2020 van minstens 3400 euro ongeveer. Op die manier garanderen we dat geen enkele student die in het verleden zijn financiële onafhankelijkheid aantoonde, het zelfstandig statuut zal verliezen in 2020-2021. Zelf was ik ook werkstudent, waardoor ik ten volle besef dat dat geen eenvoudige opgave is. Ik heb altijd gewerkt in de horeca, elk weekend en elke vakantie. Als de horeca in mijn tijd gesloten was geweest, dan had ik zwarte sneeuw gezien. Ik hou zoals steeds een vinger aan de pols, opdat niemand uit de boot zou vallen.
De berekening van de hoogte van de studietoelage zelf wordt natuurlijk nog steeds gebaseerd op het reële inkomen van de student. Daarnaast maakte de Vlaamse Regering op mijn initiatief in 2020 in totaal al 9,6 miljoen euro extra middelen vrij voor de studentenvoorzieningen van het hoger onderwijs, met de nadrukkelijke bedoeling om problematieken als deze te kunnen opvangen. Eerder ging ook al 1,5 miljoen euro naar studentenvoorzieningen (stuvo’s). Waarom geven wij dat rechtstreeks aan de studentenvoorzieningen? Dat is omdat daarin de studenten mee in het beheer zitten en dus kunnen controle en inspraak hebben over de besteding van die middelen. Elke studentenvoorziening kan deze middelen aanwenden om voorschotten op studietoelagen toe te staan of zelf leningen of toelagen toe te kennen. Dat staat hun ter zake vrij. De boodschap is wel: zorg voor de ondersteuning van die studenten die tot nu zelfstandig instonden voor hun inkomen maar door het wegvallen van dat inkomen door de beperkende maatregelen. Dat zijn heel wat studenten.
De heer De Witte heeft het woord.
Wat u uitlegt, minister, lijkt mij zeer goed. Als ik het goed begrijp, gaat u een eenmalige uitzondering toestaan, ook voor studenten die door ziekte of deze pandemie geen inkomen hebben gekregen. Dat is magnifiek en ik heb geen aanvullende vragen, voorzitter.
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Corona heeft de economie en de samenleving op hun grondvesten doen daveren. Het is een belangrijke uitdaging om ervoor te zorgen dat niemand door die crisis uit de boot valt. Ik ben, zoals collega De Witte, blij te horen dat u daar in uw beleidsdomein zeer waakzaam voor bent en dat u proactief de nodige stappen onderneemt om ervoor te zorgen dat zelfstandige werkstudenten niet in de problemen geraken door inkomensverlies als gevolg van corona. U zegt zelf dat uitzonderlijke omstandigheden uitzonderlijke maatregelen vergen.
Minister, de federale regering heeft 2 weken geleden in hetzelfde kader een belangrijke aankondiging gedaan. Er zou een enveloppe van 30 miljoen euro naar de OCMW’s gaan om studenten te helpen die door verplichte sluitingen hun inkomen verliezen. Die aankondiging werd heel positief onthaald, onder meer door de Vlaamse Vereniging van Studenten (VVS) en de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR). Onze fractie is heel erg benieuwd naar de concrete uitwerking van die steun. Hebt u daar meer informatie over? Hoe zal de federale regering die steunmaatregel uitwerken? Hebt u daarover overleg met uw federale collega?
De heer Warnez heeft het woord.
Voorzitter, minister, dank u voor het initiatief. Het is goed dat de zelfstandige studenten die inkomen verliezen hun statuut behouden.
Ik heb eerder een informatieve vraag. Wat is de ratio legis, de reden, achter dat minimumjaarinkomen van 7400 euro? Ik kan me inbeelden dat zelfs buiten corona studenten onder dat minimum zitten. Ze vallen dan niet in categorie 3, zodat ze niet ten laste zijn van iemand, noch in categorie 4 als alleenstaande student. Daar hangt een hele lijst van voorwaarden aan vast. Er zullen misschien studenten zijn met financiële drempels die net te weinig verdienen als zelfstandige. Is daar een specifieke reden voor buiten corona?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik wil nog enkele elementen meegeven. De verantwoording waarom de lat net daar ligt, kan ik u niet direct geven. Ik bekijk het, het is een interessante vraag.
Een werkstudent werkt en studeert tegelijk. Hij werkt meer dan 475 uur per jaar. Hij betaalt sociale bijdragen op zijn loon, maar krijgt ook vakantiegeld op de gepresteerde uren.
Hogescholen en universiteiten krijgen daarvoor een extra financiering. Met de regeling die ik nu aangeef, snij ik wel een beetje in eigen vel. Voor ons is dat – ik zal niet zeggen – een extra uitgave, maar alleszins een derving van minderuitgave. Mochten we dat niet invoeren dan zouden we minder hoeven te financieren. Die studenten krijgen een grotere wegingsfactor, namelijk 1,5, en dat maakt dat we aan de hogescholen en universiteiten meer middelen toekennen.
Wat betreft de federale maatregelen heeft minister Dermagne aangekondigd dat de OCMW’s 30 miljoen euro extra zouden krijgen voor de ondersteuning van studenten. Daar heb ik geen verdere informatie over. Ik stel voor dat we eens informeren bij het federale niveau wat de concrete evolutie is op dat vlak, of dat effectief al is overgemaakt. Dat is alleszins een vrij recente communicatie, van begin deze maand.
Tot slot, ik stel dus voor dat als de student voor corona voldeed aan de voorwaarden, hij ook tijdens corona daaraan blijft beantwoorden en als dusdanig erkend wordt.
De heer De Witte heeft het woord.
Ik ben heel blij met het antwoord van de minister, en ik niet alleen. De studenten in die situatie zullen zeker heel blij zijn. We gaan dit verder opvolgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.