Report meeting Commissie voor Onderwijs
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Eind vorig jaar kwam in het kader van het brexitakkoord het jammerlijke nieuws dat het Verenigd Koninkrijk (VK) volledig uit het Erasmus+-programma wenst te stappen. De Britten vonden Erasmus+ te duur. De Britse premier Boris Johnson liet toen weten een eigen alternatief uitwisselingsprogramma te willen ontwikkelen, genaamd naar de Brit Alan Turing. Erg veel details waren er op dat ogenblik nog niet beschikbaar.
Tijdens de commissievergadering van 7 januari 2021 gaf u aan dat het Turingprogramma en -budget enkel bestemd zouden zijn voor uitgaande studenten en dat het in september van dit jaar zou starten. U kondigde aan dat er binnenkort een taskforce rond een nieuwe internationaliseringsstrategie voor het Vlaams hoger onderwijs van start zou gaan, waarbinnen de impact van de brexit op de studentenmobiliteit besproken zou worden. Daarnaast benadrukte u dat de diplomatieke relaties tussen Vlaanderen en het Verenigd Koninkrijk zeer goed zijn en dat de eerste contacten met betrekking tot de studentenmobiliteit gelegd waren.
Ondertussen heeft de Britse overheid een uitgebreide website gelanceerd van het zogenaamde Turing Scheme, met heel wat details over de financierings- en ontvankelijkheidscriteria. Verder zou de Britse overheid momenteel een lijst opstellen met prioritaire Europese landen waarmee binnen het Turingprogramma alsnog bilaterale akkoorden over uitwisseling tot stand kunnen komen. België en Vlaanderen halen die lijst vooralsnog niet.
Tot slot is niet iedereen binnen het Verenigd Koninkrijk even overtuigd van het Turingprogramma. Schotland en Wales hebben in een gezamenlijke verklaring de wens uitgedrukt om zich met Erasmus+ te blijven affiliëren.
In De Tijd van 16 februari roept KU Leuven-rector Luc Sels de Vlaamse Regering op om via een tweesporenbeleid snel in actie te schieten om de studentenmobiliteit naar het Verenigd Koninkrijk veilig te stellen: enerzijds rechtstreeks via de Britse regering en anderzijds via Schotland en Wales afzonderlijk.
Minister, welke maatregelen treft u om ervoor te zorgen dat er ook in de toekomst studentenmobiliteit tussen Vlaanderen en het Verenigd Koninkrijk kan blijven plaatsvinden?
Is de taskforce rond een nieuwe internationaliseringsstrategie voor het Vlaams hoger onderwijs reeds van start gegaan? Welke beslissingen met betrekking tot de brexit zijn er in deze taskforce reeds genomen of zitten er in de pijplijn?
Hoe staat u tegenover de oproep van rector Luc Sels om met dringende actie en een tweesporendiplomatie de studentenmobiliteit over het Kanaal veilig te stellen?
Met welke actoren op Vlaams, bilateraal en Europees niveau zal u het gesprek aangaan over de toekomst van de studentenmobiliteit met het Verenigd Koninkrijk?
Minister Weyts heeft het woord.
De brexit zorgt voor heel wat wijzigingen met betrekking tot de studentenmobiliteit tussen Vlaanderen en het VK. Doordat het VK uit het Erasmus+-programma gestapt is, valt de financiering van de studentenmobiliteit van Vlaamse studenten naar het VK nu automatisch onder het generieke beurzenprogramma, gefinancierd vanuit Vlaanderen.
Dat generiek stelstel voorziet immers in mobiliteit naar alle landen die niet behoren tot de Erasmus+-programmalanden. Het VK behoort sinds kort tot deze groep. Structureel kunnen de instellingen dus reeds van dit programma gebruik maken om de mobiliteit van hun studenten te organiseren en te financieren vanaf het volgende academiejaar. De uitwisseling tussen beide landen blijft dus absoluut wel mogelijk. Maar dat zal vanzelfsprekend niet zo eenvoudig en aantrekkelijk zijn als via het Erasmus+-programma.
Voor de Britse studenten die naar de EU-landen op uitwisseling komen, bestaat er de financieringsmogelijkheid via het nieuwe Turingprogramma. Om een idee te geven: op dit moment komen jaarlijks zo’n vijfhonderd studenten uit het VK via Erasmus naar Vlaanderen. Daarnaast zijn hier nog eens een vierhonderdtal studenten met Britse nationaliteit in het kader van diplomamobiliteit ingeschreven.
Vanuit Vlaanderen vertrekken er jaarlijks tot duizend studenten op uitwisseling naar het VK. De laatste jaren is dat wel serieus gedaald, maar dat zal allicht te wijten zijn aan de komende brexit en natuurlijk ook aan COVID-19.
Het algemeen principe voor kredietmobiliteit, met andere woorden korte uitwisselingen waarbij de vrijstelling van inschrijvingsgeld aan de gastinstelling geldt, kan nog steeds toegepast worden met de partnerinstellingen in het VK indien onze instellingen dit regelen binnen hun interuniversitaire akkoorden. Dat kan dus nog perfect. De student betaalt zijn inschrijvingsgeld aan de thuisinstelling en op basis van wederkerigheid kan er ook worden afgesproken dat er geen inschrijvingsgeld betaald moet worden aan de gastinstelling.
Met betrekking tot de diplomamobiliteit voor onze Vlaamse studenten naar het Verenigd Koninkrijk geldt, weliswaar tijdelijk, dat iedereen die met zijn studies gestart is vooraleer de brexit van kracht was, tegen hetzelfde voordelige EU-tarief de studies kan afmaken.
Er is tot op heden nog geen zicht op welk tarief er voor nieuwe EU-studenten vanaf volgend academiejaar zal worden toegepast. We weten wel al dat, indien er geen overeenkomsten worden gesloten, onze Vlaamse instellingen vanaf september 2021 verhoogde inschrijvingsgelden zullen vragen aan Britse studenten die hier komen studeren. Zij zullen de tarieven betalen die andere niet-EER-studenten (Europese Economische Ruimte) vandaag ook betalen.
Voor onze doctorandi blijven de mogelijkheden bestaan zoals voorheen via de Vlaamse researchprogramma’s. Het Verenigd Koninkrijk koos er immers voor om te blijven deelnemen aan Horizon Europe, het Europese onderzoeksprogramma. Daar zitten ze nog altijd in.
Om de uitwisseling te stimuleren en samenwerkingen te blijven faciliteren, lopen er momenteel gesprekken tussen Vlaanderen en de Britse ambassade, en ook met Schotland. Maandag was er een overleg tussen de minister-president en de Britse ambassadeur. Daar is het belangrijk om mee te geven dat de ambassadeur verduidelijkt heeft dat er geen prioriteitenlijst bestaat. Die vrees, die ook rector Sels had verwoord, zou niet gegrond zijn.
De ambassadeur heeft ook uitgelegd dat het Turing-initiatief vraaggestuurd is, waarbij Britse universiteiten zelf beslissen waar zij hun studenten naartoe willen sturen. In dat licht zoeken de Vlaamse universiteiten het best zelf direct contact met hun Britse collega’s. De ambassadeur en ikzelf zijn bereid daarin te faciliteren door de koepelorganisatie van Britse universiteiten ook op de hoogte te brengen van de interesse die er leeft bij de Vlaamse universiteiten. Mocht er bij de Britse studenten veel interesse bestaan in een uitwisseling naar Vlaanderen in 2021, kan er wellicht binnen het Turingprogramma meer budget worden vrijgemaakt het jaar nadien om daar rekening mee te houden. Op vraag van de minister-president zal er meer duiding ter zake worden gegeven aan de Vlaamse universiteiten.
De werkgroep internationalisering, die onder leiding van mijn kabinet een nieuwe internationaliseringsstrategie voor het Vlaams hoger onderwijs uitwerkt, is van start gegaan. Ze zal ook deze problematieken natuurlijk meer in detail bespreken. Ik zal ook de huidige mobiliteitsprogramma’s evalueren en eventueel aanpassen of verschuiven naargelang de noden.
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoorden. We kunnen het er allemaal over eens zijn dat de beslissing van het Verenigd Koninkrijk om uit het Erasmus+-programma te stappen, sterk te betreuren valt. Vlaanderen en het Verenigd Koninkrijk hebben de afgelopen decennia een zeer intensieve academische samenwerking gekend. Een breuk met het verleden zou op dat vlak echt bijzonder jammer zijn. De feiten zijn natuurlijk wat ze zijn, en de vraag is nu wat wij vanuit Vlaanderen nog kunnen doen om ervoor te zorgen dat er ook in de toekomst studentenmobiliteit tussen Vlaanderen en het Verenigd Koninkrijk kan blijven plaatsvinden.
Minister, het is een goede zaak dat er in ieder geval mobiliteit tussen Vlaanderen en het Verenigd Koninkrijk mogelijk blijft, via onder meer het generieke beurzenstelsel en de interuniversitaire akkoorden. Maar deze opties zijn natuurlijk veel minder interessant dan het Erasmus+-programma, zoals u zelf ook aanhaalde.
Verder leid ik uit uw antwoord af dat de diplomatieke gesprekken nog volop lopen om tot afspraken te komen die de uitwisseling met het Verenigd Koninkrijk zoveel mogelijk stimuleren. Ik begrijp dat die oplossingen niet op een-twee-drie uit de bus kunnen komen, zeker gezien de huidige coronaomstandigheden. Maar ik ben uiteraard benieuwd tot wat deze gesprekken zullen leiden, en ik ben alvast tevreden te horen dat er geen prioriteitenlijst van Europese landen bestaat. Dat is een goede zaak.
Minister, ik heb nog een bijvraagje, met de blik op de korte termijn. Hebt u reeds zicht op de concrete mogelijkheden voor de studentenmobiliteit tussen Vlaanderen en het Verenigd Koninkrijk in het schooljaar 2021-2022, los van een eventuele impact door corona? Ik dank u alvast voor uw antwoord.
Minister Weyts heeft het woord.
Eerst wil ik nog wat cijfers meegeven. De aanvankelijke indruk, het buikgevoel bij iedereen, is wellicht dat er een totaal scheefgetrokken verhouding is tussen enerzijds de studentenmobiliteit van het Verenigd Koninkrijk naar Vlaanderen en van Vlaanderen naar ginder, dus dat er veel meer studenten van Vlaanderen naar het Verenigd Koninkrijk gaan. Verhoudingsgewijs vallen die cijfers echter goed mee. De laatste data die we ter zake hebben, hebben het, als het gaat over binnen Erasmus, over 500 studenten per jaar. Voorheen was het natuurlijk wel veel meer. Als het gaat over buiten Erasmus, diegenen die komen via diplomamobiliteit, zijn het er 400. Wij hebben geen cijfers over het aantal Vlaamse studenten die via diplomamobiliteit naar het Verenigd Koninkrijk gaan. Maar ik heb dat wel nagevraagd. Wat betreft de kredietmobiliteit, de ‘credit mobility’, waren het in 2017-2018 nog 1000 studenten. Dat aantal is wel heel snel gedaald. Het jaar daarop waren het er 770 en in 2019-2020 waren het er 525. Dit om u toch maar een idee te geven. Zelfs als je die 1000 in ogenschouw neemt, valt die verhouding relatief mee.
We maken er werk van om te proberen zo snel mogelijk te stimuleren en te faciliteren tot die interuniversitaire akkoorden. Ik hoop zelfs dat dat op geaggregeerd niveau tot stand zou kunnen komen. Maar dat weet ik niet. Dat is afhankelijk van de overeenkomsten die er bestaan tussen de Britse universiteiten of de universiteiten binnen het Verenigd Koninkrijk in totaliteit. Maar ik denk niet dat het op het niveau van het Verenigd Koninkrijk zal lukken. Ik denk eerder dat je minstens moet afzakken naar het Britse niveau, minstens. Want in het kader van het federalisme en de ‘devolution’ in het Verenigd Koninkrijk zullen er aparte regelingen zijn.
Daarom zal ik contact opnemen met mijn Schotse collega, waarmee ik een meeting heb geregeld. Ik wil ervoor zorgen dat de banden nauw blijven en dat er in Schotland misschien zelfs wat meer appetijt is om blijvend samen te werken met Vlaanderen op het vlak van die interuniversitaire samenwerking. Gelet op de goede relaties die er altijd zijn geweest, hoop ik daar misschien een doorbraak te kunnen realiseren. Maar we zullen ervoor zorgen dat onze eigen universiteiten ook onmiddellijk het contact kunnen leggen met de andere universiteiten van het Verenigd Koninkrijk, om ter zake akkoorden te maken.
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Minister, ik dank u voor de bijkomende verduidelijking. Het is inderdaad zo – daar ben ik van overtuigd – dat de Britse universiteiten een sterke reputatie genieten bij onze Vlaamse studenten. Maar omgekeerd geldt dat evenzeer: de kwaliteit van onze Vlaamse universiteiten is een belangrijke troefkaart om de studentenmobiliteit over het kanaal veilig te stellen. Samen met onze sterke diplomatieke en universitaire netwerking kan dat hopelijk bijdragen tot het voortzetten van die studentenuitwisseling tussen Vlaanderen en het Verenigd Koninkrijk in de komende jaren. Ik kijk alvast uit naar de resultaten van uw verdere acties op dit vlak. Ik dank u.
De vraag om uitleg is afgehandeld.