Report meeting Commissie voor Onderwijs
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, collega’s, op 13 november 2020 keurde de Vlaamse Regering een nieuwe conceptnota over onderwijsinternaten principieel goed. Belangrijke elementen in deze conceptnota zijn de geformuleerde uitdagingen die op het snijvlak van Onderwijs en Welzijn liggen. Ze vormen een gedeelde bezorgdheid en opdracht om in de ondersteuning van kinderen en jongeren te komen tot logische en goed afgestemde regelgevingen en trajecten.
Concreet werden een viertal topics benoemd die u, minister, samen met uw collega voor Welzijn zult aanpakken. Het is niet de eerste keer dat dergelijk engagement uitgesproken wordt. Wellicht kon een parlementaire resolutie uit 2012 als belangrijke basis dienen voor deze nieuwe conceptnota. De toenmalige ministers van Onderwijs Pascal Smet en Welzijn Jo Vandeurzen namen toen ook al het engagement op om op gemeenschappelijke uitdagingen in te gaan.
Maar wat helaas niet herhaald wordt in de conceptnota, is het engagement om te werken rond het leerrecht voor jongeren in gesloten instellingen. Het waarborgen van de continuïteit van hun schoolloopbaan is voor deze jongeren nochtans een cruciale schakel om opnieuw positief aansluiting te vinden bij de samenleving.
Het Kinderrechtencommissariaat stelde op vrijdag 5 februari 2021 ‘Gewoon complex’ voor, een dossier over jongeren met een complexe problematiek. Daarin werd onder andere gesteld dat het recht op onderwijs van kinderen en jongeren met een complexe problematiek meer aandacht moet krijgen. Dit recht is essentieel voor hun ontwikkeling en welbevinden, maar verdwijnt nu te vaak naar de achtergrond omwille van praktische overwegingen. Onderwijs moet een volwaardige pijler in de begeleiding worden, zo stelt men.
Ondertussen groeit op het veld de vraag hoe het zit met het leerrecht van jongeren in gesloten voorzieningen, zowel in gemeenschapsinstellingen als in de initiatieven voor beveiligend verblijf.
Minister, wat is uw visie op het leerrecht van kinderen in gesloten voorzieningen? En welke elementen vindt u hierin zelf belangrijk?
Zal u er, samen met uw collega voor Welzijn, voor zorgen dat de thematiek van het leerrecht ook in de conceptnota Onderwijs-Welzijn opgenomen wordt, zodat ook aan deze kinderen en jongeren een concreet perspectief kan worden geboden? Of zult u rond deze thematiek andere initiatieven nemen? Is hierover ondertussen al overleg met uw collega voor Welzijn opgestart?
Hoe zal u met de regelgeving met betrekking tot internaten tegemoetkomen aan de bezorgdheden rond leerrecht?
Minister Weyts heeft het woord.
We starten met niet bepaald de eenvoudigste problematiek. De onderwijsinternaten en de regelingen van de verschillende instellingen zijn heel complex. En dan is er ook nog eens de overlapping tussen de beleidsdomeinen Onderwijs en Welzijn. Ik kan het best de context schetsen, en de afstemming van de verschillende conceptnota’s.
In november 2020 bracht ik de conceptnota Onderwijsinternaten naar de Vlaamse Regering. Daarin ligt de focus op de onderwijsinternaten en op de internen die vanuit een louter onderwijsgerelateerde overweging residentiële opvang zoeken. Die behoren rechtstreeks tot mijn bevoegdheid, Onderwijs. Ik geef alvast mee dat die conceptnota is besproken op de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor), waarbij er toch wel wat draagvlak was voor keuzes uit de nota. Het decreet over de onderwijsinternaten is in voorbereiding.
In de conceptnota werd aangegeven dat een vraag om verblijf en begeleiding ook ingegeven kan zijn door een ondersteunings- of zorgvraag. Het kan dan gaan om een ondersteunings- of zorgvraag in de sfeer van de jeugdhulp en/of een handicap. Hiermee komen we duidelijk op het snijpunt of de overlap tussen de bevoegdheden Onderwijs en Welzijn.
De conceptnota van 13 november 2020 formuleerde vier bijkomend uit te werken elementen met betrekking tot de residentiële opvang van kinderen en jongeren met ondersteunings- en zorgnoden op het snijvlak van Onderwijs en Welzijn. Ten eerste is er ondersteuning van uit huis geplaatste jongeren in onderwijsinternaten. Ten tweede is er de overgang van een aantal voorzieningen van Onderwijs naar Welzijn. Ten derde is er de rol van internaten als vergunde zorgaanbieder in het evoluerende welzijnslandschap. En ten vierde is er de rol van internaten voor beperkte zorgnoden binnen de werking van de multifunctionele centra (MFC’s).
Met die vier werkpunten willen we een poging ondernemen om het huishouden wat op orde te stellen, en ervoor zorgen dat de welzijnstaken worden behartigd door Welzijn en de onderwijstaken door Onderwijs. Dat is wel gemakkelijker gezegd dan gedaan, want op dit moment lopen de besprekingen tussen mijn kabinetsmedewerkers en die van collega Wouter Beke, over een volgende conceptnota over residentiële opvang van kinderen en jongeren met ondersteunings- en zorgnoden op het snijvlak Onderwijs en Welzijn. Dat is een heel grondige discussie, waarbij we focussen op die vier elementen die ik net heb aangehaald. Er liggen uiteraard nog zeer veel andere thema’s op dat snijvlak van Onderwijs en Welzijn, en ook binnen die thema’s zijn er werkpunten.
U haalde een punt aan met betrekking tot onderwijs in residentiële settings, in het bijzonder de gemeenschapsinstellingen en de organisaties beveiligend verblijf – we kennen dat ondertussen als verontrustende opvoedingssituatie (VOS), en dat is er daar een van. U vraagt naar mijn visie omtrent het leerrecht van kinderen in gesloten voorzieningen, en mijn antwoord is dan eenvoudigweg dat die niet wezenlijk verschilt van mijn algemene visie. Alle kinderen en alle jongeren hebben recht op onderwijs. Dat is een fundamenteel recht. En het recht op onderwijs is recht op een zo adequaat mogelijk onderwijs. Dat laatste is ook wel een essentiële toevoeging.
Ik wil absoluut zoeken naar een adequate invulling van dat recht op onderwijs. Er zijn mogelijkheden in de uitgangspunten die we ook hanteren bij de maatregelen ten aanzien van afwezige kinderen vanuit een medische reden, zoals hospitalisatie, en de maatregelen die we voor die groep voorzien. Er is ook een wetenschappelijk onderzoek waarnaar ik kan verwijzen, gericht op de huidige maatregelen ten aanzien van zieke kinderen. Dat hebben we ook in het regeerakkoord voorzien. De procedure om een onderzoeker aan te stellen is lopende, en het resultaat van dat onderzoek verwacht ik in de loop van volgend jaar. Dat is ook wel een omvattende oefening.
We zijn aan de slag gegaan met collega Beke, ik verheel niet dat dit een moeilijke discussie is. Het gaat hem ook over grote kosten en grote budgetten die zouden verschuiven. Het is dus een omvattende oefening waarbij we niet over één nacht ijs gaan, maar waarbij we wel de poging ondernemen om dat huishouden eindelijk wat op orde te stellen. Maar het vraagt wel wat tijd en boterhammen.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord. Ik geef misschien wat duiding bij de reden voor mijn vraag. Ik ben zelf ook voorzitter van de Vereniging Ons Tehuis (VOT). JEZ11 (jezelf) is daar een afdeling van, een initiatief van beveiligend verblijf. Het is een pleisterplek voor meisjes tussen twaalf en achttien jaar met een zware rugzak. Die proberen binnen JEZ11 hun verleden te verwerken en terug in relatie te gaan. Ze bereiden zich voor op en proberen aansluiting te vinden bij de maatschappij. En wat dat laatste betreft is onderwijs hét middel om die verbinding, die aansluiting te vinden als je tussen twaalf en achttien bent. Ik volg u helemaal in uw visie op het recht op onderwijs.
Minister, het is zo dat we binnen VOT een nieuw gebouw hebben kunnen realiseren met middelen van de Vlaamse overheid, waarvoor dank. Binnen dat nieuwe gebouw is er ook een lokaal voorzien, een lessenlokaal als het ware. Dat is ingericht om voor die meisjes een aanbod te kunnen voorzien. Het is heel belangrijk dat ze die leerervaringen, die positieve schoolse ervaringen kunnen blijven opdoen.
U verwees ook even naar type 5-scholen of de mogelijkheden die er nu al bestaan. Ik denk we daar echt naar op zoek moeten gaan. En ik apprecieer het enorm dat u dit, ondanks het moeilijke dossier, samen met collega Beke met een positieve kijk wilt aanpakken.
We moeten op zoek gaan naar een alternatief, naar een mogelijkheid waarbij jongeren als het ware deelkwalificaties kunnen halen. We hebben in het verhaal van de centra leren en werken (CLW’s) ook gehoord dat het voor jongeren zo belangrijk is om die positieve leerervaringen op te doen.
Minister, het lijkt me goed om dat mee te nemen. En ook wat uitgebreider, niet alleen voor jongeren die in een gesloten instelling verblijven: we moeten zoeken naar alternatieve leertrajecten voor jongeren die schoolloos zijn, die niet meer op de schoolbanken zitten. We moeten kijken naar de mogelijkheden die er misschien zijn via leerdoelen op maat of individueel aangepaste curricula. Op die manier kunnen we de jongeren die positieve leerervaringen blijven bieden. Ik volg u ook wel dat Welzijn welzijnszaken moet opvolgen en Onderwijs onderwijszaken. Daar situeert zich natuurlijk het probleem. Want we kunnen niet verwachten van mensen die in een welzijnsinstelling werken, dat ze ook nog eens de onderwijstaak op zich nemen.
Minister, ik dank u in elk geval voor uw inspanningen in dezen. Mijn concrete vraag is nog of u ook bereid bent om die alternatieve leertrajecten wat ruimer mee te nemen. Ik dank u.
Minister Weyts heeft het woord.
Het is een moeilijke oefening. Ik sluit geen enkel pad, geen enkele weg uit. We zullen heel creatief aan de slag moeten gaan. Het is een wirwar van instellingen, van statuten, van bevoegdheden, van financieringsstromen. Er is in bepaalde internaten ook nog de specifieke problematiek van taken die worden verricht door personeel dat daar niet voor geëquipeerd is. Maar goed, dat zou mij nu te ver leiden.
We willen absoluut tegemoetkomen aan de bijzondere noden van kinderen en jongeren die, zeker vanuit een verontrustende thuissituatie, al dan niet op vraag van de jeugdrechtbank, verblijven in een onderwijsinternaat. We willen een oplossing voor al die problematieken. Het is zowat dubbelop – en dat is het pijnlijke van de zaak. We moeten het recht op leren garanderen van die jongeren die zich al in een moeilijke situatie bevinden. Als we die nog eens boven op hun moeilijke situatie verstoken laten zijn van het recht op onderwijs, van het recht op leren, dan is dat een dubbel drama voor de kinderen en jongeren. Daarom willen we het huishouden op orde stellen.
Maar opnieuw: het is een heel kluwen, waarbij het zelfs al enige tijd vergt om heel die wirwar nog maar te kunnen vatten. Maar we doen ons uiterste best. Ik heb er verleden week nog een persoonlijk onderhoud over gehad met minister Beke. Ook daar leeft de wens om hierin doorbraken te betekenen. Maar het is wel zo dat ik iets zwakker sta in de onderhandeling. Want ik ben een veel grotere vragende partij. Welzijn is ook een beetje vragende partij ten aanzien van Onderwijs om bepaalde taken naar ons toe te schuiven, maar andersom is de vraag eigenlijk veel groter. Dat maakt dat ik in dezen niet in de allersterkste positie zit, maar we proberen eruit te geraken.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, ik dank voor uw antwoord. Ons doel – en dat doel is wellicht hetzelfde voor alle mensen die ik hier op het scherm zie – is dat we de ongekwalificeerde uitstroom zo beperkt mogelijk houden en dat we voor elk kind een onderwijsaanbod kunnen brengen.
Minister, ik ben in elk geval benieuwd naar het onderzoek waarover u sprak en hoop in elk geval – maar ik geloof u op uw woord – dat het niet de bedoeling is om dat op de lange baan te schuiven. Integendeel, u maakt er werk van, u pakt het vast, samen met uw collega.
Collega's, we hebben het gisteren nog over de eindtermen gehad. We hebben het erover gehad om de lat voor iedereen hoog te leggen. We hebben het over de kwaliteit van ons onderwijs, dat ons zo dierbaar is. Dan denk ik dat we ook allen de mening kunnen delen dat het wel erg is dat we voor sommige leerlingen geen lat leggen. Laten we daar werk van maken. Maar ik hoor heel positieve geluiden, dus ik ben heel blij. Dank u.
De vraag om uitleg is afgehandeld.