Report meeting Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Meremans heeft het woord.
Naast de professionele kunsten vraag ik vandaag aandacht voor de amateurkunsten. Op het einde van 2020 presenteerde u, minister-president, ons uw nieuwe beleids- en begrotingstoelichting (BBT) – ik vind beleidsbrief een zoveel mooier woord – voor dit jaar. Tijdens de bespreking van de beleidsbrief Cultuur hebt u het volgende gezegd:
“De regelgeving over de amateurkunsten zal geactualiseerd worden. De administratie werkt momenteel aan een evaluatienota over de visitaties. Die nota zal de aanzet geven tot verdere gesprekken met de sector over een grondige wijziging van het decreet. Het Amateurkunstendecreet is het oudste in de cultuursector en dus dringend aan modernisering toe. Het onderzoek over de amateurkunsten dat recent werd opgeleverd, zal daarvoor de basis vormen. Uiteraard zal dat gebeuren in nauw overleg met de sector.”
De wijziging van het Amateurkunstendecreet staat op de agenda. Uw administratie zou dan ook in 2021, waar we nu zijn aanbeland, het traject opstarten om deze wijziging tot stand te brengen.
Minister-president, daarom heb ik de volgende vragen aan u: is de evaluatienota waarvan sprake klaar, en hebt u die al ontvangen? Wat zijn de belangrijkste conclusies van die nota? Wat neemt u mee in het kader van de decreetwijziging die we willen doorvoeren?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Het syntheserapport over de visitaties van de amateurkunstenorganisaties in 2019 is opgemaakt door mijn administratie en intussen ook afgerond. Vooraleer de resultaten worden bekendgemaakt, gaan we in overleg met de sector over de resultaten van het rapport. Het rapport zal binnenkort worden gepubliceerd op de website van het Departement Cultuur, Jeugd en Media (CJM), waar u het dan ook zult kunnen raadplegen.
U vroeg naar de belangrijkste conclusies. Ik wil hier nog niet te veel in detail gaan, omdat ik het rapport nog eerst wil bespreken met de negen amateurkunstenorganisaties, maar geef toch al enkele hoofdlijnen. Als we de vergelijking maken tussen de visitaties van 2015 en die van 2019 en ik ter zake afga op het aantal aanbevelingen, verbetersuggesties en sterktes, dan durf ik vast te stellen dat de kwaliteit van de werking van de amateurkunstenorganisaties fel is gestegen. Er werden in 2019 globaal gezien minder aanbevelingen en verbetersuggesties en meer sterktes geformuleerd door de visitatiecommissie. Een kanttekening is echter wel dat het gaat om twee verschillende visitatiecommissies, die dus niet noodzakelijk op dezelfde manier gebruikmaakten van de mogelijkheid om aanbevelingen, verbetersuggesties en sterktes te formuleren. Toch geeft deze analyse een belangrijke trend weer, en dat doet me plezier, ook gezien de resultaten van het grootschalig bevolkingsonderzoek dat recent nog werd gepubliceerd. We kunnen besluiten dat de negen amateurkunstenorganisaties zijn uitgegroeid tot sterke organisaties, met een innovatieve werking, waarin de kunstbeoefenaar centraal staat. In de brede amateurkunstensector spelen zij een belangrijke rol inzake de ondersteuning en de talentontwikkeling van amateurkunstenaars, de stimulans tot doorgroei naar het professionele veld, maar evenzeer inzake promotie van de disciplines en het in de kijker zetten van de maatschappelijke meerwaarde die kunstzinnige vrijetijdsbeoefening teweegbrengt. Elke organisatie blinkt uit op een aantal vlakken en heeft haar eigen aandachtspunten om aan te werken, die door middel van de visitatie werden onderzocht.
Wat nemen we mee in het kader van de decreetwijziging? Het rapport zal een belangrijk document zijn in de aanloop naar de actualisering van de regelgeving, samen met andere belangrijke rapporten, zoals het bevolkingsonderzoek en de richtingaanwijzers van de sector en De Federatie. Ik kan nog geen uitspraken doen over de elementen die zullen worden meegenomen. Daarvoor wacht ik graag het verdere overleg met de sector af, zoals ik eerder al heb aangegeven.
De heer Meremans heeft het woord.
Minister-president, dank u wel voor uw antwoord, want dat is wel belangrijk. We zullen dat rapport dus binnenkort kunnen inkijken, zodra dat op de site van het departement verschijnt. Ik ben blij te horen dat er inderdaad vooruitgang is, dat die amateurkunstenorganisaties eigenlijk sterker, professioneler worden. Dat is ook belangrijk voor die talentontwikkeling. Dat is toch enorm belangrijk op het terrein. Eventueel is er bij sommigen dan de doorgroei naar de professionele kunsten. Ik kijk dus uit naar het verdere overleg en ook naar de verdere totstandkoming van de wijziging van het decreet. Voorzitter, ik denk ook dat deze commissie daarin een taak heeft. Ik hoop dan ook dat de nodige tijd en aandacht zal worden besteed aan die amateurkunsten.
In elk geval, het is belangrijk dat de sector ondersteund blijft, maar die moet ook voldoende vrijheid hebben om zijn ding te kunnen doen, dus niet iemand die meekijkt over de schouder. We moeten voldoende vrijheid geven aan die organisaties, maar ik ben blij dat het in de goede richting gaat, en we kijken uit naar de verdere evolutie in dit dossier om te komen tot een decreetwijziging, maar natuurlijk in nauw overleg met de sector.
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Minister, ik denk dat we de definitieve bespreking moeten houden als het rapport voorhanden is. Ik hoop dat daarmee rekening is gehouden. In de vorige legislatuur hebben we heel veel gepraat over de provinciale verantwoordelijkheid en bevoegdheid binnen de amateurkunsten. Dat is voor een groot deel overgeheveld naar het Vlaamse niveau. De negen amateurorganisaties zijn hiervoor financieel versterkt. Ik hoop dat het rapport inzicht zal geven in hoeverre die nood gelenigd is. Ik kijk ernaar uit om dat te bespreken als het rapport klaar is.
De heer Pelckmans heeft het woord.
Collega's, ik weet niet wat jullie gisteravond hebben gedaan. Waarschijnlijk hebben jullie allemaal naar de documentaire BDW gekeken. Ik heb gekeken naar de fantastische film over Will Tura. Hij vertelt daarin dat hij Will Tura is geworden dankzij lessen aan de lokale muziekacademie, het deeltijd kunstonderwijs (dko). Een van de voorwaarden die daar gold, was dat hij gratis lessen kreeg, maar dan moest hij wel meespelen met de plaatselijke fanfare.
Ik wil de ontkokering bepleiten. Voor de amateursector is het heel belangrijk dat er een aansluiting wordt gevonden met het dko, dat dat een partner wordt. Die visitatiecommissies zijn van zeer groot belang geweest. Daar hebben ze zeer veel aan gehad, en dat moeten we behouden. Het nieuwe decreet moet opnieuw open genoeg zijn zodat daar andere sectoren bij kunnen worden betrokken. Dit is een uitnodiging om dat decreet zeer ter harte te nemen.
Ik wil nog een opmerking maken. Ik zou de amateurs niet graag naast de professionelen zetten. Die twee hebben veel meer met elkaar te maken dan we soms denken. Dat nieuwe decreet moeten we in die geest beschouwen.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Er zijn geen bijkomende vragen gesteld, en dus hoef ik hier ook niets aan toe te voegen. Ik onderschrijf het belang van de amateurkunstenorganisaties natuurlijk ten volle en ik ben blij vast te stellen dat er een kwalitatieve verbetering in zit. Dat is dus een heel goede evolutie.
De heer Meremans heeft het woord.
Mijnheer Pelckmans, ik ben blij dat u naar Willl Tura hebt gekeken. Hij heeft natuurlijk prachtige nummers gemaakt, zoals Vlaanderen mijn land of Omdat ik Vlaming ben. Hij is zo verworteld met onze Vlaamse identiteit en cultuur. Ik ben blij dat u eindelijk het licht hebt gezien. De amateurkunsten zijn inderdaad verweven met onze identiteit en onze cultuur. Daar gaan we samen aan werken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.