Report meeting Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Er zijn heel wat federale bevoegdheden met een belangrijke weerslag op de Vlaamse cultuursector, dat moet ik hier niet meer zeggen. De Interministeriële Conferentie voor Cultuur (IMCC) is daarom in dit complexe land een goed overlegplatform om met alle ministers die een Cultuurbevoegdheid hebben, gezamenlijk een aantal dossiers te bespreken. Het spreekt ook voor zich dat de coronacrisis het voorbije jaar de agenda van de IMCC sterk gedomineerd zal hebben. Dat zal dit jaar vermoedelijk niet anders zijn.
Daarnaast gaf u ook al aan dat voor Vlaanderen volgende dossiers prioritair zijn: het kunstenaarsstatuut en de socio-economische positie van de kunstenaars, fiscaal aftrekbare giften in het kader van het geefbeleid en de taxshelter. Rond de socio-economische positie van de kunstenaars en cultuurwerkers werd op uw initiatief al een werkgroep opgestart. Ook de knelpunten inzake de uitgiften van fiscale attesten zouden op de eerstvolgende IMCC aangekaart worden. Sommige culturele organisaties kunnen immers geen fiscale attesten afleveren omdat de erkenningsvoorwaarden om te kunnen genieten van fiscale giften vooropstellen dat de aanvragende organisatie structurele werkingssubsidies moet ontvangen. Bij mijn weten kwam de laatste IMCC begin februari bijeen.
Minister-president, wat was de agenda van de IMCC en welke topics zijn namens Vlaanderen op die agenda gezet? Wat hebben de andere entiteiten naar voren gebracht om ook aan de agenda toe te voegen?
In verband met de coronacrisis – ik neem aan dat dat ook opnieuw op de agenda stond –: welke zaken zijn daarrond op de laatste IMCC specifiek besproken? Ik denk dan meer bepaald aan de veranderde exitstrategie, de verdere aanpak van de crisisbeheersing.
Werd het dossier van de fiscale attesten ook besproken? Welke verdere stappen zouden gezet kunnen worden met betrekking tot de versoepeling van de erkenningsvoorwaarden voor fiscale attesten?
Wat betreft de opgestarte werkgroep rond de sociaal-economische positie van de kunstenaar: kunt u mij toelichten hoe die werkgroep is samengesteld? Welke opdracht kreeg ze precies mee? Hoe periodiek komt ze samen? Is er daar al een plan van aanpak met een ruwe timing vooropgesteld?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Naast de vaste leden van de IMCC waren volgende federale ministers aanwezig: Pierre-Yves Dermagne, vice-eersteminister en minister van Werk en Economie, en David Clarinval, minister van Middenstand, Zelfstandigen, Kmo’s en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing. Vice-eersteminister Frank Vandenbroucke, van Sociale Zaken en Volksgezondheid, kon zelf niet aanwezig zijn, maar heeft zich door een medewerker laten vertegenwoordigen. De vaste leden van de IMCC zijn de ministers van Cultuur van de verschillende gemeenschappen en de federale ministers die ook federale culturele instellingen onder zich hebben – dat is voornamelijk mevrouw Wilmès die daarvoor verantwoordelijk is.
Het overleg verliep constructief, zoals dat hoort. Iedereen aan tafel wil perspectief bieden aan de cultuursector, die het in het afgelopen jaar hard te verduren heeft gehad. Zoals u weet is er sinds mei geregeld overleg tussen de drie gemeenschappen om de verschillende protocollen op elkaar af te stemmen en te harmoniseren. Dit overleg wordt nu verder geformaliseerd en deze en de komende weken zullen de drie gemeenschappen, samen met de virologen en de cultuursector, in een werkgroep verder de voorstellen rond de exitstrategie uitwerken. Het zal het Overlegcomité toelaten de beslissingen te nemen die goed overlegd en afgestemd zijn tussen de gemeenschappen. Ik kan u zeggen dat het normaal gezien formeel op het Overlegcomité van 26 februari staat om al die exitprotocollen en -strategieën te valideren. Let wel, het gaat om een validatie van de exitstrategie. Dat wil niet zeggen dat daar de exit start. Dat wil ik duidelijk stellen.
Wanneer die exit start, hangt nu natuurlijk af van twee componenten: hoe de epidemie verder onder controle is en, natuurlijk, de vaccinatie. Ik kan u zeggen dat er deze namiddag al een contact is tussen de drie ministers van Cultuur en de GEMS-expertengroep. Maar iets in mij zegt dat dat ook volgende week nog voortgezet moet worden. Maar dat is allemaal in aanloop naar het volgende Overlegcomité, van 26 februari.
U had ook een vraag over het topic geefbeleid. Ik heb inderdaad het voorstel voor meer afstemming tussen het federale niveau en de gemeenschappen over de erkenningsvoorwaarden voor fiscale attesten aangekaart op de IMCC. De Franse en de Duitstalige Gemeenschap reageerden hier positief op. Ze sluiten zich graag aan bij de brief die ik zal richten aan de federaal bevoegde minister, Van Peteghem. Ik hoop dat we hierover samen een constructief debat kunnen voeren.
Ik geloof dat het een sterk signaal zou zijn in de relanceaanpak voor de cultuursector om geefcultuur te stimuleren. Wat is concreet onze vraag? Dat onze erkenningscriteria ook de erkenningscriteria zijn om voor fiscale attesten in aanmerking te komen. Zo zijn dat geen twee parallelle of verschillende circuits. De drie gemeenschappen zijn het daarover eens, en die brief vertrekt eerstdaags naar minister Van Peteghem. Ik ga ervan uit dat we daar dan constructief mee aan tafel kunnen gaan.
Werden er nog andere topics ter sprake gebracht namens Vlaanderen? Ik heb ook de problematiek van het leenrecht bij amateurkunstenorganisaties aangehaald, maar daar komen we straks nog op terug, bij de vraag van de heer Meremans. Daarnaast heb ik gepolst naar een stand van zaken wat betreft de ratificatie van twee internationale verdragen: het Verdrag inzake cinematografische coproductie en de Faroconventie. Onze Vlaamse filmsector zit alleszins te wachten op een zo spoedig mogelijke ratificatie van het coproductieverdrag. Daar heb ik vernomen dat alle gemeenschappen daar hun job hebben gedaan, net als de Brusselse Gemeenschapscommissies. Het federale niveau moet dat nu aan Europa overmaken, dus dat zit echt in de laatste fase.
Wat de culturele hoofdstad betreft, heb ik ten slotte ook nog gevraagd om dat op een van de volgende IMCC’s te agenderen. Ik heb dat in de varia aangebracht. Dat is dan een gedachtewisseling onder elkaar, en het ligt bij de voorzitter om dat te agenderen. Maar het is toegezegd: men zal dat agenderen bij de volgende IMCC of de IMCC daarna.
U vroeg welke punten er door de andere entiteiten naar voren werden gebracht. Enkel Brussels minister-president Vervoort heeft nog een stand van zaken meegegeven over de werkgroep Office culture/Cultuurbureau. Dit was meer een formeel punt, om te laten weten dat de werkgroep een onderzoek zal uitschrijven dat zal peilen naar de begeleidingsbehoeften van kunstenaars, cultuurwerkers en organisaties en hoe zo’n cultuurbureau daaraan tegemoet moet komen.
U vroeg naar de werkgroep in de schoot van de IMCC over de sociaal-economische positie van de kunstenaar. Er is een politiek-strategische werkgroep opgericht die het thema van de sociaal-economische positie van de kunstenaar en cultuurwerker van naderbij zal bekijken en informatie zal uitwisselen. De werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van de verschillende kabinetten, zowel van de gemeenschappen als van de federale overheid. De voorzitter van de werkgroep is minister Linard, die ook voorzitter is van de IMCC, en de groep kent drie vicevoorzitters: twee federale kabinetten – minister Vandenbroucke en minister Dermagne – en ikzelf. Als de IMCC een Franstalige voorzitter heeft, wordt de Vlaamse Gemeenschap ondervoorzitter. Als het voorzitterschap wisselt, wisselt ook de ondervoorzitter.
Zoals u weet is de federale overheid nu ook erg aan de slag met de hervorming van het kunstenaarsstatuut. Het is voor mij nu zaak dat hierin ook voldoende afgestemd wordt met de gemeenschappen. Maar die sociaal-economische werkgroep is daar een garantie voor. Hij zal in principe om de zes weken samenkomen. Indien nodig kan de werkgroep beslissen om in zijn slipstream ook nog technische groepen op te richten met vertegenwoordigers van de verschillende administraties, koepelorganisaties, sociale partners en experts. De werkgroep zal een dezer dagen van start gaan. Ik ben alvast benieuwd naar de verdere evolutie.
En slotte wil ik meegeven dat de IMCC dit jaar vier maal samenkomt. Er komen dus nog een voorjaarsvergadering en twee vergaderingen in het najaar. Een aantal dossiers die ik verder wens te bespreken worden op een van de volgende IMC-vergaderingen geagendeerd, bijvoorbeeld het dossier van de Culturele Hoofdstad.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Minister-president, dank u voor het uitgebreide antwoord. Wat het onderwerp corona betreft, denk ik dat het goed is dat de drie gemeenschappen onder elkaar en samen met de GEMS, de virologen en de mensen uit het veld overleggen over de exitstrategie en de protocollen. Zo kunnen ze vanuit de drie gemeenschappen met een gedragen voorstel naar het Overlegcomité gaan. Ik begrijp dat dit op 26 februari op de agenda staat. De exitstrategie betekent uiteraard niet dat ’s anderendaags de hele sector open kan. Maar ze biedt wel perspectief en een duidelijk plan van aanpak. We blijven uiteraard afhankelijk van het aantal besmettingen en het verdere verloop van de vaccinatiestrategie.
Wat betreft het dossier van de fiscale attesten, stel ik opnieuw vast dat het goed is dat de Franse en de Duitstalige Gemeenschap zich daarbij aansluiten. Die brief vertrekt eerstdaags. Ik ga ervan uit dat het overleg met minister Van Peteghem vlot verloopt. De ideale oplossing is inderdaad dat de erkenningscriteria, zoals we ze hier kennen, ook gelden om die fiscale attesten te kunnen aanvragen.
Ook met betrekking tot de ratificatieverdragen voor de film zetten we stappen vooruit. De Faroconventie is aangekaart. Wat dienaangaande verder is afgesproken, zal wellicht in volgende vergaderingen verder aan bod komen. En wat de Culturele Hoofdstad betreft: het was een suggestie van collega D’Hose om dat op een volgende IMCC aan bod te laten komen en die suggestie wordt onmiddellijk opgepikt. Ik begrijp dat de werkgroep sociaal-economische positie van start gaat en dat er mogelijkheden zijn om dat uit te breiden richting experts, enzovoort. Dat kan een zeer goede werkgroep zijn, die de basis daarvoor legt. Het federale niveau is daar inderdaad volop mee bezig. Het zal dus inderdaad zaak zijn om daarover goed te overleggen met de gemeenschappen. Zo kunnen we daar ook stappen vooruit zetten. Aangezien het van start gaat, laat ik hen in alle rust voortwerken en zal ik daar op tijd vragen over stellen.
De heer Pelckmans heeft het woord.
Mevrouw Coudyser, dank u om deze vraag te stellen, want ik vind het heel goed dat we dit punt op de agenda krijgen. Toen ik hier binnenkwam, was ik toch verrast hoeveel zaken er enerzijds Vlaams zijn geregeld, maar ook voor hoeveel kwesties wij anderzijds toch nog naar het federale niveau moeten. Dan zet ik helemaal mijn partijpet af. Voor het belang van de sector is het toch goed dat dit overleg wat structuur krijgt en gecontinueerd wordt. Ik roep daar echt toe op en ik zal er straks een heel concrete vraag over stellen. Als we dan toch iets positiefs van covid kunnen aanhouden, dan wel dat we verplicht zijn geweest om goed met elkaar te overleggen en daar standpunten in in te nemen en conclusies te trekken richting de bevolking.
Minister-president, is het niet mogelijk om ons de agenda van de IMCC, die regelmatig bijeenkomt, te bezorgen, zodat wij dat niet telkens met een vraag om uitleg moeten te weten komen? Zo kan er een mooie interactie ontstaan tussen de punten die inderdaad Vlaams geregeld zijn maar die toch uitlopers kennen in kwesties die ook op het federale niveau en in de andere gemeenschappen gelden.
Dus een zeer uitdrukkelijke en constructieve vraag. Ik dank u voor uw eerlijk antwoord daarop.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mevrouw Coudyser, wat de Faroconventie betreft, konden de mensen rond de tafel niet precies zeggen wat de situatie is in hun gemeenschap. Ik heb gevraagd om die informatie te bezorgen aan het secretariaat, zodat die mee in het verslag kan worden opgenomen. Het is dus niet meegedeeld tijdens de vergadering maar we hebben gevraagd om dat aan het verslag toe te voegen. Bij mijn weten is het verslag nog niet rondgestuurd.
Mijnheer Pelckmans, er is geen enkel probleem om u de agenda van de IMCC te bezorgen. Ik heb er ook geen enkel probleem mee om dat hier te bespreken. Maar ik wil wel nog een noodzakelijk of logisch voorbehoud maken. Het is voor mij niet aangenaam met een dwingend mandaat vanuit deze commissie naar dat Overlegcomité te trekken. In dat Overlegcomité – het woord zegt het zelf – moet ik enige vrijheidsgraad hebben om een vergelijk te kunnen maken, natuurlijk binnen het kader dat wij hier samen overeenkomen. Dat is mijn enige voorbehoud, ik denk dat dat wel logisch is. Maar ik heb er geen enkel probleem mee om de agenda van de IMCC met u te delen. Ik heb daarnet in mijn eerste antwoord gezegd dat de IMCC minstens viermaal per jaar samenkomt. Wanneer een tussentijdse vergadering noodzakelijk blijkt, zal dat ook gebeuren. Geen probleem dus om die agenda te delen, met dat kleine voorbehoud om niet in een te stringent carcan terecht te komen waarbij ons standpunt te nemen of te laten is. Dat is niet opbouwend voor een overleg.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor de aanvulling in verband met de Faroconventie. Wat de agenda betreft, is het voor ons interessant om te weten wat er zal worden besproken maar niet om u in een carcan te duwen. Het verslag lijkt me eigenlijk nog belangrijker, om te weten wat daar precies is besproken en wat de evolutie is van de verschillende dossiers op verschillende vlakken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.