Report meeting Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, het voordeel van een Limburgs minister te hebben is dat ik inzake deze problematiek eigenlijk de hele inleiding van dit dossier achterwege kan laten. Het is een dossier dat al bijna even oud is als het Vlaams Parlement zelf. Ik zie ook collega Keulen zeer aandachtig kijken. Toen hij de titel van de vraag las, over de vertraging van de Limburgse Noord-Zuidverbinding, heeft hij zich ongetwijfeld afgevraagd voor de hoeveelste keer in zijn carrière die vraag op de agenda van de commissie Mobiliteit staat. Maar goed, ter zake.
Minister, we hebben begrepen uit mediaberichten van vorige week dat het er eens te meer naar uit ziet dat het nog wat langer zal duren vooraleer er daadwerkelijk aan de slag kan worden gegaan met de werken voor die Limburgse Noord-Zuidverbinding. Normaal gezien zou dit voorjaar worden beslist welk voorkeurtracé de Noord-Zuidverbinding zou hebben, maar naar verluidt door corona en die nieuwe tussenstap in de procedure wordt de timing voor die beslissing verschoven naar het einde van dit jaar.
De tussenstap die ik vernoemde, waarbij de zeven oorspronkelijke tracés werden herleid tot slechts drie, was eigenlijk bedoeld om de procedure te vereenvoudigen en te verkorten. Maar goed, dat blijkt duidelijk niet te zijn gelukt.
Minister, u hebt aan de pers verklaard dat u niet tevreden bent met de verlenging van de huidige onderzoeksfase en dat u uw administratie zou vragen de timing te heroverwegen en deze fase van het onderzoek vroeger af te sluiten. Ik heb begrepen dat het gemeentebestuur van Houthalen-Helchteren daar anders over denkt en meent dat een grondiger onderzoek nodig is, zodat de werken zelf efficiënter en sneller kunnen worden uitgevoerd wanneer ze uiteindelijk effectief van start gaan.
Als gevolg van het een en ander zal dat voorkeursbesluit pas in december 2021 klaar zijn en niet in de lente van 2021, zoals het oorspronkelijk was gepland. Dat is de zoveelste vertraging in dit al enkele decennia aanslepende dossier. Uw eigen ambitie, die u bij het begin van uw ambtstermijn als minister van Mobiliteit en Openbare Werken hebt verwoord, om nog deze legislatuur in Houthalen de figuurlijke spade in de grond te steken, wordt daarmee steeds moeilijker te realiseren.
Kunt u toelichting geven bij de stand van zaken? Hoe zult u het project verder aanpakken? Wat is de huidige tijdlijn voor de onderzoeksfase, voor de fases die nadien nog volgen en voor de toekomstige werken? In welke mate verschilt de huidige tijdlijn van de oorspronkelijke tijdlijn? Welke maatregelen zult u nemen om ervoor te zorgen dat de werken na zo veel decennia zo snel mogelijk alsnog van start kunnen gaan?
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Janssens, ik denk dat het de bekommernis van iedereen in deze commissie is dat de timing van de dossiers goed wordt opgevolgd. Niemand heeft er een boodschap aan dat we alles jaren laten aanslepen. Het dossier van het complex project van de Limburgse Noord-Zuidverbinding sleept al jaren en volgens u al decennia aan. Als ik kijk naar de fase waarin we nu zitten, gaan we terug naar 2017. In dat jaar is beslist werk te maken van de Limburgse Noord-Zuidverbinding, waar Limburg al jaren naar snakt. Zeker de mensen die in de nabijheid van de Limburgse Noord-Zuidverbinding wonen, vragen om vooruitgang te boeken. Ten gevolge van de lijdensweg in het verleden, waarin de planprocessen telkens werden vernietigd en dergelijke, hebben we in 2017 voor de procedure voor een complex project gekozen. De Vlaamse overheid heeft die procedure in 2015 gelanceerd om investeringsprojecten versneld te kunnen uitvoeren door middel van een participatief proces met inspraak en dergelijke. Het is ook een geïntegreerd proces.
Om de Limburgse Noord-Zuidverbinding door middel van deze procedure te laten verlopen, is in 2017 eerst de verkenningsfase gestart. Die fase heeft in maart 2018 tot een startnota geleid. Sinds 2018 bevinden we ons in de onderzoeksfase, waarin diverse alternatieven op tafel moeten worden gelegd en verder moeten worden onderzocht. Dat geïntegreerd onderzoek moet finaal tot een voorkeursbesluit leiden. Dat is opnieuw een belangrijke fase in de procedure voor complexe projecten. De Vlaamse Regering moet een voorkeursbesluit nemen en dat is tegelijkertijd het signaal om met de uitwerkingsfase te starten. Die derde fase moet in een projectbesluit resulteren. Vervolgens komen we, na dat projectbesluit, in de uitvoeringsfase, waarin de schop effectief in de grond gaat en tot uitvoering wordt overgegaan. Dat zijn de gekende vier fases in de procedure voor complexe projecten.
We zitten nu in de onderzoeksfase, die al sinds 2018 lopende is. In het laatste kwartaal van 2019 is de boodschap gecommuniceerd dat het voorkeursbesluit met betrekking tot de Limburgse Noord-Zuidverbinding in het voorjaar van 2021 zou worden genomen. Het voorjaar is voor mij nog steeds het eerste kwartaal of minstens de eerste helft van het jaar. Dat is altijd gecommuniceerd.
Mijnheer Janssens, u hebt zelf verwezen naar het moment van de alternatieve onderzoeksnota, waarbij zeven alternatieven op tafel zijn gelegd. Als we voor al die zeven alternatieven een MER en een maatschappelijke kostenbatenanalyse (MKBA) moeten opstellen, zal dat van de studiebureaus veel tijd en energie vragen. De vraag is dan waarom we niet aan een 'vertrechtering' werken en niet nu al naar minder dan zeven en finaal naar drie alternatieven gaan. Zo kunnen we de workload in verband met een vertrechtering naar een voorkeursbesluit verminderen.
Ik ben destijds akkoord gegaan met die vertrechtering, onder de voorwaarde dat er niet te veel vertraging zou zijn, want zoals u her en der kunt vaststellen, hoort men op sommige plaatsen al procesmoeheid in het verhaal van de Noord-Zuidverbinding. U zegt zelf meerdere keren dat het al decennia aansleept. We horen her en der: ‘Komt het er nog wel van?’ Ik denk dat iedereen aan de tafel wel degelijk wil dat ze er effectief komt. Daarom is het bewaken van de termijnen heel belangrijk.
Op het einde van 2019 werd gecommuniceerd dat het voorkeursbesluit er komt in het voorjaar 2021. Wel, eind 2020 werd gecommuniceerd dat het definitieve ontwerp van voorkeursbesluit er eerder midden 2021 zal zijn, om dat dan na de adviesrondes en de openbare onderzoeken tegen het einde van het jaar 2021 voor te leggen aan de Vlaamse Regering. Dat betekent inderdaad een vertraging. Wegens de coronamaatregelen en het feit dat de infomomenten en dergelijke niet konden doorgaan, heeft men de timing van het openbaar onderzoek, dat van start ging in het voorjaar 2020, verlengd. Maar ook het verhaal van de tussennota en de vertrechtering heeft ervoor gezorgd dat er opnieuw een openbaar onderzoek en een adviesronde plaatsvond. Dat heeft finaal tot wel wat vertraging geleid. Maar ik heb wel degelijk aan de administratie gevraagd om die vertraging tot een absoluut minimum te herleiden. De vertrechteringsprocedure is er om een versnelling te krijgen, namelijk om niet zeven alternatieven te moeten onderzoeken maar finaal maar drie, de drie alternatieven die nu op tafel liggen.
Ik heb hierover een gesprek gehad met administratie. Ik heb haar gevraagd om, waar mogelijk, sowieso tijdswinsten te genereren. Ik moet samen met minister Demir bekijken of we het ontwerp en het voorontwerp van voorkeursbesluit in één tracé kunnen laten verlopen en zodoende de adviesraden en het openbaar onderzoek gelijktijdig te laten verlopen. Dat is de piste die we nu onderzoeken om geen kostbare tijd verloren te laten gaan en zo snel mogelijk een voorkeursbesluit te hebben, dat het startsignaal is voor de uitwerkingsfase, die finaal moet leiden tot een projectbesluit, of alleszins een definitief afgebakend besluit. Daarmee gaan we dan over tot uitvoering, van aanbesteding tot effectief de spade in de grond.
De timing zoals die nu op tafel ligt, is perfect consulteerbaar op de website van het complex project Noord-Zuid Limburg. U ziet dat het nog altijd de bedoeling is om de onderzoeksfase af te ronden in 2021, om de uitwerkingsfase te laten verlopen in de periode 2021-2024 en de uitvoeringsfase in 2024 tot 2029, de definitieve oplevering. Dat is nu de timing. Ik zal die timing ten zeerste blijven bewaken en daar waar tijdswinst gebracht kan worden, zal ik erover waken dat die gerealiseerd wordt.
Tot zover mijn antwoord. Ik hoop dat ik daarmee voldoende licht op dit dossier heb geworpen. Maar als er bijkomende vragen of bedenkingen zijn, dan hoor ik het wel.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, licht op het dossier is er wel, maar dat was mij al bekend, maar licht aan het einde van de tunnel zie ik nog altijd niet. Nadat wij in 2017-2018 met die procedure van complexe projecten zijn beginnen werken om uit de impasse te geraken waarin dat dossier toch al zo vele jaren zit, moeten we nu, 3 jaar later, vaststellen dat we nog niet veel gevorderd zijn. Dat is heel moeilijk uit te leggen, zeker aan de mensen ter plaatse en de mensen die vanuit het centrum van Limburg naar het noorden van Limburg willen rijden.
U hebt dan inderdaad die vier fases opgelijst, wat meteen weergeeft in welke prille eerste fase we nog altijd zitten. Dan volgen nog de tweede en derde fase, de vierde fase zal pas voor het einde eind van de legislatuur zijn. En dan moet u inderdaad ook nog beginnen met het aanbestedingsdossier.
Toen enkele collega's in dit parlement – en ik zie er hier enkele zitten, collega Keulen, collega Ceyssens – met deze procedure complexe projecten begonnen, was het toch nooit de bedoeling daar zo lang over te doen. Het was de bedoeling om tijdswinst te boeken, om sneller en efficiënter te gaan, want we hebben ook nog altijd niet de garantie dat er nadien niet nog eens vertraging komt door een eventuele procedure bij de Raad van State.
Ik vind het een goede zaak dat we nu uiteindelijk nog maar drie trajecten hebben na die vertrechtering. Uiteraard heeft elk scenario zijn voor- en nadelen en moet dat grondig worden onderzocht, maar het wordt nu toch echt wel tijd om eindelijk te beslissen om te starten met die werkzaamheden.
Ik heb van u nog niet begrepen welke timing u nu hanteert: eind 2021 of lente 2021. Ik begrijp dat u uw uiterste best wilt doen, samen met minister Demir, om dat zo snel mogelijk te doen, maar ik zou toch graag de definitieve timing kennen die u voor ogen hebt. Ik weet niet of collega Keulen na 2024 nog een nieuwe termijn ambieert, maar ik zou het ook voor hem toch bijzonder jammer vinden dat hij het begin van de werkzaamheden aan de Noord-Zuidverbinding niet meer zou kunnen meemaken als actief parlementslid. Dus minister, graag toch nog iets meer concrete engagementen over die timing.
De heer Keulen heeft het woord.
Ik onthoud uit deze vraag dat ik na 2024 moet terugkomen.
Alle gekheid op een stokje, goede collega Janssens maar ook andere collega's van deze commissie, de minister heeft een cri de coeur laten klinken in een belangrijke krant, Het Belang van Limburg, en gezegd dat het op die manier niet opschiet. Alle bezorgdheden die zijn uitgesproken zaten eigenlijk als ondertoon in die boodschap. In Limburg zullen onze goede vrienden, onze provinciegenoten dus ook moeten beseffen dat na inspraak ook uitspraak moet volgen. Het doel van het decreet Complexe Projecten is ook te zorgen voor een maximaal draagvlak, maar op een bepaald moment moeten er keuzes worden gemaakt. En met die keuzes zullen sommige mensen gelukkig zijn en anderen minder tevreden. Maar op een bepaald moment moeten dus knopen worden doorgehakt.
Ik heb de indruk dat het in Limburg niet altijd doordringt dat ze in Brasschaat, in Torhout, in Mechelen en in Beersel – dat zijn de respectieve woonplaatsen van de minister-president en de drie viceminister-presidenten – zeggen dat Limburg ervoor moet zorgen dat die weg er ligt, want heel Vlaanderen kent intussen de Noord-Zuidverbinding in Limburg. We durven nogal gemakkelijk eens te zeggen dat de anderen, de niet-Limburgers, ons dat niet gunnen, maar daar heeft het allang niets meer mee te maken. Ofwel was er een Guus Feijen van de Limburgse Milieukoepel die de voet dwars zette, ofwel werden beschermde planten-en diersoorten, die mij ook dierbaar zijn, ingeroepen om terug naar af te gaan. Er zullen nu knopen moeten worden doorgehakt. En in die zin, minister, is het goed dat u in die belangrijke krant van uw hart geen moordkuil hebt gemaakt en aan Limburg de boodschap hebt gegeven dat er moet worden voortgemaakt, dat er keuzes moeten worden gemaakt en dat er knopen moeten worden doorgehakt. En dan zullen er inderdaad gelukkigen een minder gelukkigen zijn, maar het algemeen belang is dat de Noord-Zuidverbinding er komt.
Mevrouw Moors heeft het woord.
Ik heb een stukje antwoord gekregen op mijn bezorgdheid. Ik heb inderdaad begrepen dat er een vertrechtering is van zeven naar drie tracés en dat als gevolg daarvan een nieuw openbaar onderzoek heeft plaatsgevonden, dat door de coronacrisis is uitgesteld. In de belangrijkste krant van het land, Het Belang van Limburg, heb ik ook gelezen dat de minister het voorkeursbesluit en het ontwerpbesluit wil laten samenvallen. … (onverstaanbaar) … decretaal onmogelijk zou zijn, maar ik heb uit de uitleg van de minister begrepen dat daarover overleg bezig is met het kabinet van minister Demir.
Een versnelling is goed en ik ben de eerste om de uiteenzetting van collega Keulen bij te treden dat er inderdaad keuzes moeten worden gemaakt, maar we mogen ons ook niet laten vangen door een versnelling van de procedure waardoor eventueel onvermijdbare juridische effecten zouden worden gecreëerd, met bijkomende procedures als gevolg. Minister, ik wil u dan ook vragen om goed te overleggen met minister Demir om die valkuil te vermijden.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Collega Janssens, mijn ongeduld is even groot als het uwe. U hebt mij samen met collega Keulen genoemd als diegenen die het project mee gestart hebben. Ik weet niet wat ik ervan moet denken dat u mijnheer Keulen noemt als de enige die er na 2024 nog bij zal zijn. Dat kan u mij eens persoonlijk toevertrouwen. Ik heb altijd gezegd in dit dossier dat de snelste weg de meest rechtszekere weg zal zijn. Wij moeten zeer voorzichtig zijn. Het decreet complexe projecten is ontstaan uit de commissie Sauwens die van 2009 tot 2014 heeft gewerkt. Ik herinner mij nog hoe wij ons drie maanden opgesloten hebben in dit parlement en dat wij over de partijgrenzen heen het eens waren over deze methodiek. Het is een getrapte methodiek en hij eindigt met één besluit en niet met een hele hoop besluiten na elkaar, die elk afzonderlijk zouden kunnen aangevochten worden. Ja, inderdaad, wij stellen vast dat dit tijd vergt.
Maar wat wij niet van de minister kunnen verwachten, is dat zij vandaag beslist. Dan zouden wij zeggen dat wij die hele procedure, waarover wij zo lang hebben nagedacht en waarover wij een zo kamerbreed draagvlak hebben, overboord gooien en dat wij opnieuw zonder meer de politiek zouden laten beslissen. Het gaat om een proces waarover wij lang hebben nagedacht in het parlement, dat wij samen uitgedokterd hebben, en dat wij ook volledig zullen moeten doorlopen. Als wij dat op de goede manier doen, zal dat ook de meest rechtszekere manier zijn. Ik zeg bewust niet: 100 procent rechtszeker; ik zeg: het meest rechtszeker. Je kunt je altijd verwachten aan procedures op het laatste moment als de finale knopen worden doorgehakt. Ik heb ook liever vandaag dan morgen een beslissing, maar als er mensen zijn die denken dat bepaalde stappen in dit proces kunnen overgeslagen worden, noem die stappen dan zodat wij ze kunnen bekijken. Maar ik ben ervan overtuigd dat wij een heel bijzondere denkoefening hebben gemaakt en dat het proces zoals het vandaag voorligt, sluitend is. Ik heb er schrik voor om nog ergens een schakel tussenuit te laten, met alle juridische gevolgen vandien waardoor wij misschien jaren teruggezet worden in de tijd bij een poging om enkele maanden te winnen.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Ik behoor niet tot de founding fathers van het dossier complexe projecten, maar ik treed wel de absolute bezorgdheid van collega Ceyssens bij. Zoals ik het altijd begrepen heb, is de procedure van complexe projecten uiteraard bedoeld om dossiers uit hun impasse te helpen. Dat is om zaken vooruit te laten gaan, maar vooral om een draagvlak en rechtszekerheid te creëren. Daarom denk ik dat wij beter iets langer nadenken en beter gepaste antwoorden vinden dan snel te gaan. Als ik hoor dat wij van zeven tracés naar drie gaan, dan is dat juist om te versnellen, want als wij zeven tracés moeten onderzoeken, zou dat veel meer tijd vergen. Uiteraard moeten er uiteindelijk keuzes worden gemaakt. Ik krijg een beetje het gevoel dat het traject van complexe projecten in vraag gesteld wordt. Dat zou ik bijzonder jammer vinden. Laat ons nog even geduld hebben. Er zijn wel degelijk stappen vooruit gezet in de onderzoeksfase, collega Janssens. Misschien dat wij de output nog niet zien, maar binnen redelijke termijn moet die er absoluut komen.
Minister Peeters heeft het woord.
Ik ga beginnen met dat waarmee collega Robeyns geëindigd is. Mijnheer Janssens, ik ben het er niet mee eens dat wij nog niet ver gevorderd zijn. Enerzijds zijn er al veel stappen gezet sinds de keuze voor de procedure van complexe projecten. Er is al een groot draagvlak gecreëerd. Ik hoor her en der dat iedereen tevreden is over de werkwijze van de werkvennootschap in dit dossier. Wij zijn al heel wat gevorderd. Wij hadden die alternatieve onderzoeksnota. Wij hadden zeven alternatieven, waarvan wij weten dat er bepaalde voor sommige instanties totaal onaanvaardbaar zijn. Wij hebben die getrechterd. Wij zitten nu op drie alternatieven. Daar gaan wij nu mee verder in de richting van een voorkeursbesluit.
Anderzijds wil ik ook meegeven dat de timing die vooropstaat, altijd een indicatieve timing is geweest. Je kunt je daar niet op vastprikken. Sommigen denken misschien dat we nu snel snel willen gaan en een aantal stappen willen overslaan. Neen, maar ik wil wel alle transparantie in dat dossier. De indicatieve timing die vooropgesteld was in december 2019, verschilt van de indicatieve timing die vooropgesteld is in december 2020. Daar moet iedereen zich heel goed bewust van zijn. Waarom verschilt die timing? Enerzijds is dat vanwege de coronamaatregelen in het kader van het openbaar onderzoek. Anderzijds verschilt die ook door het feit dat wij geen stap hebben overgeslagen, maar dat we integendeel een extra stap hebben gecreëerd. We hebben een tussenstap gecreëerd, die moet resulteren in een tussennota, een tussennota die dan ook weer in openbaar onderzoek en in adviesronde ging, namelijk de tussennota die vertrechterd heeft van zeven naar drie alternatieven. En over die tussennota zijn dan adviezen binnengekomen, want alle lokale besturen en alle adviesinstanties hebben daar ook hun licht op laten schijnen. Het is uiteraard correct en goed dat dat allemaal nog mee gebeurt, om zodoende geen enkele stap over te slaan. Maar dat betekent natuurlijk dat er ook weer extra aandacht aan geschonken werd en er extra energie op werd ingezet. En dat betekent finaal dat de timing, zoals hij in 2019 voorlag, is veranderd naar de timing zoals die nu voorligt.
We willen daar alle transparantie in. U vindt die timing ook perfect op de website als dusdanig. Ik wil alleen waarschuwen voor procesmoeheid. En iedereen moet er zich ook van bewust zijn dat de stappen, die we nu als tussenstappen genomen hebben, uiteindelijk meer tijd gevraagd hebben dan initieel vooropgesteld was. En opnieuw: ik wil daar alle transparantie over aan de dag leggen.
De heer Keulen heeft terecht gezegd dat de andere, niet-Limburgse collega’s inderdaad misschien veeleer de boodschap geven: zorg dat uw weg er ligt, liever vandaag dan morgen. Uiteraard is rechtszekerheid een heel belangrijk gegeven – rechtszekerheid én inspraak én participatie. We blijven dat ook hoog in het vaandel dragen. Maar dat neemt niet weg dat we ook de procestiming en de procesperiode zeer goed moeten bewaken. We hebben geen garantie dat als er straks een voorkeursbesluit wordt afgeklopt door de Vlaamse Regering, dat niet wordt aangevochten.
De twee andere procedures complexe projecten, voor de nieuwe zeesluis in Zeebrugge en voor de containeruitbreiding in de haven van Antwerpen, zijn verder gevorderd dan het complexe project Noord-Zuid. Maar in beide procedures moet ik vaststellen dat, ondanks alle inspraak en ondanks alle participatie, er toch een aantal instanties naar de Raad van State gaan. We leven in een rechtsstaat. Dat is iedereen zijn goed recht. Als iemand van oordeel is dat men een beslissing moet aanvechten, is het zijn goed recht om die aan te vechten. Dat kan hier natuurlijk ook nog altijd gebeuren. Wat dat betreft, blijf ik aan de administratie vragen om de timing en de procesdoorlooptijd heel goed te bewaken. Want de procesmoeheid is ook een factor die speelt. Sommige mensen geloven er niet meer in dat die weg er ooit gaat komen. Wij hebben allemaal het engagement dat die weg er wel komt. Het is nu, zoals de heer Keulen gezegd heeft, de verantwoordelijkheid van de Limburgers zelf. De Limburgers moeten er zelf voor zorgen dat die weg er komt, liever vandaag dan morgen, maar uiteraard met respect voor de procedures. Ik zal me alleszins blijven engageren om de timing zeer goed te blijven bewaken. En natuurlijk moet ook het aspect rechtszekerheid te allen tijde bewaakt worden.
We blijven werken aan het dossier. Waar er tijdswinst gegarandeerd kan worden, zullen we die meenemen.
Ten slotte verwijs ik ook naar wat er in ons regeerakkoord staat. We moeten alle procedures onder de loep durven te nemen, ook het decreet Complexe Projecten. Als er ergens een bijsturing moet komen na een evaluatie, moeten we dat ook durven te doen. Dat staat uiteindelijk ook in ons plan Vlaamse Veerkracht: hervormingen, en kijken waar we procedures versneld kunnen doen. Want mensen kunnen er geen begrip voor opbrengen, en vaak terecht, als ze moeten horen dat een project als dit bijvoorbeeld pas zal worden gefinaliseerd in de jaren 2026 tot 2028. Dat is voor heel veel mensen moeilijk te begrijpen. Dus opnieuw: rechtszekerheid, participatie en inspraak zijn heel belangrijk, maar ook de procestiming. En ook voorkomen dat er procesmoeheid optreedt vind ik zeker belangrijk in dit dossier.
De heer Janssens heeft het woord.
Dank aan mijn provinciegenoten voor hun bemerkingen. Dank voor het bijkomende antwoord, minister.
Ik deel de bekommernis, zeker na het debat van gisteren over de zonnepanelen, dat rechtszekerheid uitermate belangrijk is – niet alleen in dit dossier, maar zeker in dit dossier dat een complex project betreft.
Mevrouw Robeyns, snel-snel gaan vind ik in dit dossier een beetje cynisch klinken. Het is in elk geval niet mijn oproep vandaag aan de minister dat zij nu al moet beslissen over via welk tracé die noord-zuidverbinding zal gaan, wél om erover te waken dat de procedure haar gang gaat zoals voorzien, en zonder bijkomende vertragingen, die we helaas ook weeral in deze legislatuur moeten vaststellen.
Minister, Limburg is uw kieskring. Ik vrees dat u voor een deel zult worden afgerekend op uw ambitie om nog deze legislatuur de spade in de grond te steken. Ik hoop vooral, niet zozeer voor u maar voor de Limburgers, dat dat inderdaad gaat lukken, want laten we wel wezen, het zou toch een blamage zijn indien dat zelfs deze legislatuur niet zou gebeuren. Wordt eens te meer vervolgd.
De vraag om uitleg is afgehandeld.