Report meeting Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, ik zal mijn vraag beperkt proberen te stellen.
Met de hervorming van het Tutti Frutti-programma naar ‘Oog voor Lekkers’ in 2017 probeerde Vlaanderen zoveel mogelijk scholen te laten intekenen op de bedeling van fruit en melk via de bestaande Europese toelagen hiervoor. Dat had succes. Het schooljaar 2019-2020 begon dus met een recordaantal deelnemers, maar halverwege de rit kwam het coronavirus. Op 13 maart sloten alle scholen en er is dus een gat van twee maanden ontstaan, ofwel 20 procent van het effectieve schooljaar zonder leerlingen in de klas.
Uiteraard was ik benieuwd naar de impact van deze situatie op de afname van de Oog voor Lekkers-producten. In mijn vraag van 3 augustus peilde ik hiernaar, maar u kon begrijpelijkerwijs nog geen cijfers geven. Wel gaf u aan dat we niet hoefden te vrezen voor veel producten die verloren zouden zijn gegaan door het flexibele bestelsysteem dat scholen had toegestaan bij een calamiteit de levering te stoppen.
Ik informeerde in oktober opnieuw naar het omgezette volume. Het antwoord was toch opmerkelijk: “Op basis van de al ingediende en uitbetaalde steunaanvragen schat het Departement Landbouw en Visserij dat er in het schooljaar 2019-2020 zo’n 448.000 kilo groenten en fruit en 132.000 liter melk in het kader van Oog voor Lekkers werd verdeeld onder de leerlingen. Door de toename van het aantal deelnemende scholen is deze hoeveelheid hoger dan het schooljaar daarvoor.”
Ik was toch enigszins verbaasd dat er meer verdeeld was, hoewel alle scholen twee maanden gesloten waren. U verwijst naar het hoger aantal deelnemers, maar die stijging lijkt me niet in verhouding tot het corona-effect.
Minister, is er sprake van een effect van de schoolsluitingen wegens corona op de afname van de producten? Tonen de steunaanvragen van de scholen effectief een stopzetting van de leveringen tijdens de sluitingsperiode? Zo ja, op welke manier is de stijging van de afname over het volledige schooljaar dan te verklaren?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Joosen, ik dank u voor de vraag. U hebt gelijk dat het op het eerste gezicht contra-intuïtief lijkt dat er het voorbije schooljaar een groei was in de aantallen fruit, groenten en melk dat via deelnemende scholen verdeeld is over de leerlingen, terwijl de scholen een hele tijd gesloten werden door corona. Maar de cijfers zijn juist en er zit een logische verklaring achter.
Alle deelnemende scholen komen in aanmerking voor een eerste periode van tien weken gesubsidieerde productverdeling aan leerlingen. Die verdeling kan gebeuren tussen 1 september en 31 januari. Op het ogenblik dat de scholen dicht gingen, midden maart, waren deze hoeveelheden dus reeds geconsumeerd door de leerlingen. COVID-19 kwam later en heeft daar dus geen impact op gehad.
De scholen met een hoger aandeel kwetsbare leerlingen, kunnen – bovenop de basisperiode – nog tien extra weken producten verdelen, dus twintig gesubsidieerde weken in totaal. Uit de dossiers valt op te maken dat de meeste van deze scholen erin slaagden om achttien of negentien weken producten uit te delen. Toen het onderwijs voor bepaalde leeftijden hervatte in de maand mei of juni, kon bovendien nog achterstand worden ingehaald, waardoor de impact van corona vrij beperkt is gebleven.
In alle geval was de impact van het fruit of de melk die niet meer kon worden verdeeld tijdens de eerste golf kleiner dan de impact van het gestegen succes van onze steunmaatregel. Het aantal deelnemende scholen steeg immers met 10 procent, van 1124 in het schooljaar 2018-2019 naar 1275 in het schooljaar 2019-2020.
Collega Joosen, ik hoop u hiermee voldoende gerust te hebben gesteld.
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Minister, ik ben zeer tevreden dat er een logische verklaring is, dat de hoeveelheden al waren verdeeld in de basisperiode en dat er ook nog een mogelijkheid was om in mei en juni de achterstand in te halen.
Voedselverspilling is een thema dat hier al wel eens aan bod komt. Onnodige voedselverliezen zijn absoluut zonde. We hebben er de vorige legislatuur ook een resolutie over goedgekeurd. Het is een zeer gevoelig thema. Initiatieven hierrond en sensibilisering blijven absoluut nodig. Ik zou kunnen begrijpen dat bij zo'n crisis de stopzetting van zulke contracten niet de eerste zorg is. Ik ben wel tevreden dat de mogelijkheid tot stopzetting van die contracten een laagdrempelige en toegankelijke mogelijkheid is, want dat is wel belangrijk.
We kunnen dan toch zeggen dat Oog voor Lekkers een succes is, als men in een coronajaar zulke cijfers kan presenteren. Ik kijk dan ook hoopvol uit naar een volledig schooljaar, want dan zullen die hoeveelheden nog stijgen, en dat is de uiteindelijke bedoeling van het project.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega, ik heb uw opmerkingen gehoord, maar ik heb geen verdere vragen gehoord. Ik kan uw opmerkingen volgen.
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Het is voldoende. Dank u wel.
De vraag om uitleg is afgehandeld.