Report meeting Commissie voor Onderwijs
Vraag om uitleg over de nietigverklaring van drie graduaatopleidingen van de Karel de Grote Hogeschool
Vraag om uitleg over de vernietiging van drie graduaatsopleidingen van de Karel de Grote Hogeschool
Report
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega's, ik heb een vraag over de nietigverklaring van de drie graduaatsopleidingen van de Karel de Grote Hogeschool (KdG) in Antwerpen. Voor de ingewijden in dit thema: het gaat over de zogenaamde ‘jetons’ die ooit zijn toegekend. Ik heb daar in het verleden ook al een paar keer een vraag over gesteld. Helaas is nu gebeurd waarvoor ik toen wat gewaarschuwd heb.
Het Grondwettelijk Hof heeft drie graduaatsopleidingen van de Karel de Grote Hogeschool in Antwerpen nietig verklaard. Het gaat om de opleidingen Maatschappelijk Werk, Internet of Things – in het Nederlands: 'internet van de dingen' – en Voertuigtechnieken. De beslissing werd medegedeeld een uur voor de lessen van start gingen. Hierdoor worden tweehonderd studenten getroffen.
De Vlaamse overheid keurde in 2018 een decreet goed waardoor hogescholen graduaten konden inrichten, en dat was een goede zaak. In het decreet werd een uitzondering gemaakt op de samenwerkingsregel voor de Karel de Grote Hogeschool. Zij mochten zelf vier opleidingen uitbouwen, zonder een samenwerking aan te gaan. Het gaat om opleidingen die vroeger werden aangeboden door centra voor volwassenenonderwijs (CVO’s) en tussen het middelbaar onderwijs en de bacheloropleidingen vallen. Ze vormen een heel belangrijk profiel in het Vlaamse onderwijslandschap. Veel studenten uit het beroepsonderwijs volgen deze richtingen. Op die manier krijgen we in Vlaanderen hoogopgeleide jongeren. Dat is belangrijk en dus legden we decretaal vast dat studenten dat konden volgen.
De Karel de Grote Hogeschool ging op zoek naar een partner om mee samen te werken maar vond er eigenlijk geen. Ze bleef achter zonder graduaatsopleidingen omdat ze niet konden samenwerken. Op basis daarvan kreeg de school een aantal jetons maar werd ze ook vrijgesteld van een aantal voorwaarden waar andere hogescholen wel aan moesten voldoen. Het ging onder meer over de financiële last die samenhangt met personeel dat werd overgenomen en alle garanties die daarvoor moesten worden gerealiseerd.
De AP Hogeschool Antwerpen stapte naar het Grondwettelijk Hof, omdat de overheid op het laatste moment veranderingen had aangebracht aan de procedure voor het overbrengen van de opleidingen van het CVO naar het hoger onderwijs. Ze vinden dit een teken van onbehoorlijk bestuur en een concurrentieel nadeel en vinden dat het gelijkheidsbeginsel is geschonden. Het Grondwettelijk Hof vindt de klacht terecht en heeft het artikel in de Vlaamse Codex Hoger Onderwijs geschrapt.
Op zich kunnen we misschien nog begrip opbrengen voor het juridisch standpunt van het Grondwettelijk Hof, daar valt iets voor te zeggen, los van de emotie die ik heb ten opzichte van de hogeschool die inderdaad geen graduaatsopleiding zou hebben. Ik heb nog eens gekeken of de graduaatsopleidingen dan zo uniek zijn in Vlaanderen dat men het halve land zou moeten doorkruisen, maar dat is niet zo. Men kan in de zeer grote nabijheid diezelfde opleiding volgen.
Onze hogescholen zeggen altijd dat ze goed overeenkomen, dat het één grote club vrienden is. Ze geven ons als decreetgever, als overheid, de boodschap dat ze het onder elkaar wel zullen regelen, dat we ons niet te veel moeten moeien. Ze runnen het wel, ze komen goed overeen. Ik heb vastgesteld dat het nu in ons hogeschoollandschap toch anders gelopen is.
Mijn aandacht gaat in deze kwestie vooral uit naar de studenten en personeelsleden in die getroffen opleiding. Daar wil ik nu op focussen. De geschiedschrijving kunnen we gerust op een ander moment overlopen. De juridische analyse van het Grondwettelijk Hof kan best interessant zijn, maar wat gebeurt er met de studenten en het personeel die getroffen zijn? Het Grondwettelijk Hof is heel direct: ze kunnen de opleiding niet afmaken op de huidige plaats, dat zit er niet in.
Welke oplossingen komen er voor de huidige studenten? Wat is de impact voor de betreffende opleidingen, vooral voor de hogeschool in het algemeen? Op welke manier kan de mogelijkheid geboden worden dat alle hogescholen graduaatsopleidingen kunnen organiseren? Moeten we daarover nadenken? Hoe gaan we de boom in de graduaatsopleiding verder opvangen?
De heer Slagmulder heeft het woord.
Op 20 november vernamen we dat drie graduaatsopleidingen van de Karel de Grote Hogeschool in Antwerpen nietig zijn verklaard door het Grondwettelijk Hof. Nochtans had die hogeschool van de Vlaamse Regering groen licht gekregen voor deze opleidingen. Maar een andere hogeschool stapte naar het Grondwettelijk Hof wegens oneerlijke concurrentie; nog een andere hogeschool sloot zich bij deze klacht aan. Beide hogescholen zeggen dat ze bepaalde investeringen hebben moeten doen om dezelfde of gelijkaardige opleidingen aan te bieden die de Karel de Grote Hogeschool niet heeft moeten doen.
De Karel de Grote Hogeschool verliest hierdoor het recht om deze opleidingen nu aan te bieden. Door deze beslissing zijn in totaal tweehonderd studenten getroffen. De directie verzekerde in de media in elk geval dat deze studenten het academiejaar kunnen afmaken. Ook zullen ze ervoor zorgen dat alle vakken die de studenten opgenomen hebben en alle studiepunten die ze verworven hebben binnen deze opleidingen, mogen worden overgedragen naar een andere opleiding, bij Karel de Grote of bij een andere hogeschool.
Minister, hoe evalueert u deze beslissing van het Grondwettelijk Hof? De Karel de Grote Hogeschool heeft ondertussen toelichting gevraagd aan het Grondwettelijk Hof, er is misschien nog een kleine kans dat de studenten er hun opleiding kunnen afmaken.
De opleidingen werden door de Vlaamse Regering op drie verschillende momenten toegekend: het graduaat in het Internet of Things bij de ministerraad van 19 juli 2019, het graduaat in de voertuigtechnieken op 20 december 2019 en het graduaat in het maatschappelijk werk op 3 juli 2020. Was er toen al sprake van klachten? Indien ja, werd daar door de Vlaamse Regering voldoende op geanticipeerd?
De studenten staan met hun rug tegen de muur. Ze zijn een petitie gestart voor het behoud van de opleiding. Er zijn al zevenduizend handtekeningen. Hoe evalueert u de eis van de studenten om de opleidingen alsnog voort te zetten? Hoe schat u de situatie ter zake in? Is er een reële kans dat deze opleidingen alsnog kunnen worden voortgezet aan de desbetreffende hogeschool? Is er hierover al overleg gepleegd met de opleidingsverantwoordelijken en met de studentenvertegenwoordigers?
Zoals u hebt gezegd, kunnen de studenten dit academiejaar nog afronden, maar moeten ze voor komend academiejaar uitkijken naar een andere opleiding of dezelfde opleiding aan een andere hogeschool. Indien de beslissing tot schrapping vanwege het Grondwettelijk Hof behouden blijft, kan dan eventueel nog geschakeld worden richting een uitdovingsscenario in plaats van een schrapping? Op die manier komen er geen nieuwe inschrijvingen meer voor deze opleidingen, maar kunnen de nu ingeschreven studenten er nog hun diploma halen, ongeacht of dat dit academiejaar is of op een later moment.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Bij de inkanteling van de graduaatsopleidingen van het secundair onderwijs in het hoger onderwijs vielen enkele hogescholen uit de boot om graduaatsopleidingen te mogen inrichten. Ze waren er niet in geslaagd om een samenwerking op te zetten met de CVO’s of het secundair onderwijs. Daarom besliste toenmalig minister van Onderwijs Crevits in 2019 een uitzondering toe te staan aan twee specifieke hogescholen zodat deze alsnog extra graduaatsopleidingen zouden kunnen voorzien: de HoWest en de Karel de Grote Hogeschool.
Ik wil nog eens in de verf zetten dat de minister toen met deze beslissing inging tegen alle adviezen. Er was een vernietigend advies van de Raad van State. De Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA), inderdaad niet altijd een vriendenclub, had in deze kwestie zeer duidelijk geoordeeld dat de beslissing à la tête du client genomen werd en indruiste tegen de spelregels. Tijdens de bespreking van het ontwerp van decreet tot wijziging van de regelgeving betreffende het toezicht op en bepaalde organisatorische aspecten van het hoger onderwijs van 31 januari 2019 stelde collega Daniëls zelfs dat: “de Vlaamse Regering in al haar wijsheid geoordeeld heeft om initieel toch vijf jetons toe te wijzen aan de Karel de Grote Hogeschool.” Uw waarschuwing destijds heeft niet kunnen voorkomen dat de hele Vlaamse Regering met de beslissing akkoord ging. Uiteindelijk mocht de Karel de Grote Hogeschool van de Vlaamse Regering vier nieuwe graduaatsopleidingen inrichten.
Volgens de AP Hogeschool is deze toewijzing van graduaatsopleidingen aan de Karel de Grote Hogeschool niet rechtmatig, en ze stapte naar het Grondwettelijk Hof omdat de spelregels en cours de route gewijzigd werden. Het hof oordeelde dan dat de klacht terecht was en heeft nu artikel 36 uit het bovenvermelde decreet uit de Codex Hoger Onderwijs geschrapt. Dat betekent dat drie nieuwe opleidingen van de Karel de Grote Hogeschool nu midden in het academiejaar geschrapt worden. Het gaat over de opleidingen Maatschappelijk Werk, Internet of Things en Voertuigtechnieken. Het gaat mij ook het meest om de tweehonderd studenten die nu plots in de kou blijven staan en totaal onzeker zijn over hun academische toekomst.
Minister, welke oplossing voorziet u voor de tweehonderd studenten die zich hebben ingeschreven in een van deze drie geschrapte opleidingen?
Bent u het, in het licht van het arrest van het Grondwettelijk Hof en het toen reeds beschikbare advies van de Raad van State, ermee eens dat de Vlaamse Regering onzorgvuldig heeft gehandeld, waardoor de studenten nu een hoge prijs dreigen te betalen?
Hebt u al overleg gehad met de betrokken onderwijsverstrekkers, zowel met AP, Karel de Grote als Thomas More en de getroffen studenten?
Hebt u met de vorige minister van Onderwijs over dit dossier overleg gepleegd?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik geef een correctie op de diverse inleidingen. Het geding was aanvankelijk aanhangig gemaakt door de AP Hogeschool, Thomas More sloot zich daarbij aan maar trok zich ook weer terug en nam afstand van het geding in oktober. Er was finaal maar één verzoekende partij.
Het Grondwettelijk Hof heeft geoordeeld dat “de mogelijkheid om nieuwe graduaatsopleidingen aan te bieden, beperkt tot één welbepaalde hogeschool, niet pertinent is om het door de decreetgever beoogde doel, het opleidingsaanbod in de betrokken regio verhogen, te bereiken”. Bovendien is volgens het hof de omstandigheid dat de Karel de Grote Hogeschool slechts vier aanvragen mocht indienen, niet van die aard dat de bestreden regeling kan worden verantwoord. Andere hogescholen die slechts vier of minder hbo5-opleidingen (hoger beroepsonderwijs) aanbieden, blijven immers onderworpen aan de overnameverplichting.
Door dit arrest wordt het artikel waarop de erkenning van de drie graduaatsopleidingen is gebaseerd, vernietigd.
Het is belangrijk om mee te geven dat zowel de Vlaamse Regering als de Karel de Grote Hogeschool in de procedure hadden gevraagd om in een overgangsbepaling te voorzien voor de getroffen studenten. De studenten die zich hebben ingeschreven, hebben namelijk de verwachting om hun opleiding af te ronden en hun diploma te behalen. Maar het Grondwettelijk Hof is daar maar gedeeltelijk aan tegemoetgekomen en stelt dat voor het academiejaar 2019-2020 en het academiejaar 2020-2021 de gevolgen van de erkenning van de opleiding behouden kunnen blijven. Het Grondwettelijk Hof is dus niet tegemoetgekomen aan de studenten die dit academiejaar zijn gestart of studenten die de opleiding over een langere periode dan twee jaar spreiden.
De Karel de Grote Hogeschool heeft aan het Grondwettelijk Hof gevraagd om meer uitleg te geven bij het arrest, specifiek voor deze gevallen. Een antwoord hierop is nog niet gekomen.
Ik ben onmiddellijk in gesprek gegaan met de betrokken hogescholen om na te gaan hoe we de gevolgen van dit arrest kunnen oplossen, in eerste instantie in het belang van de studenten. De studenten die gestart zijn in een van de drie betrokken opleidingen, moeten die kunnen afronden en hun diploma kunnen behalen. Zij mogen echt niet het slachtoffer zijn van de hogeschoolstrijd uit het verleden. Daarvoor zullen we alle mogelijke pistes bekijken.
Aan de betrokken studenten heb ik gevraagd om hun vragen en bezorgdheden op te lijsten, zodat we het studentperspectief meenemen. We willen van in het begin al hun bezorgdheden opnemen bij het onderzoeken van de mogelijke pistes.
Dat is de huidige stand van zaken. De gesprekken lopen. Ik kan u daarover verder niets meegeven. Het is wel de uitdrukkelijke bedoeling om te verhinderen dat de studenten het slachtoffer zijn en ervoor te zorgen dat ze wel degelijk hun opleiding kunnen afmaken en hun diploma behalen.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, het laatste dat u hebt gezegd, is het voornaamste. Studenten moeten de opleiding kunnen vervolmaken en hun diploma halen. Dat is de kern van de zaak en als parlement moeten we u daarin steunen.
Mevrouw Goeman, ik ben daar op 20 februari expliciet op tussengekomen. Ik heb toen gezegd en blijf nu ook zeggen dat het een oplossing is voor Karel de Grote Hogeschool, maar een gevaarlijk precedent in het hoger onderwijs. Dat precedent krijgt nu een staartje. We moeten erover waken dat we zulke zaken niet opnieuw doen. Waarom? De bikkelharde concurrentiestrijd tussen onze hogescholen is nog meer op de spits gedreven. Als hogescholen naar het Grondwettelijk Hof stappen, dan winnen daar enkel advocaten bij. Daarnaast worden ook nog eens de studenten en het personeel aan de start van de examens daarmee geconfronteerd.
Minister, ik vind het goed dat u bij de betrokken studenten probeert zoveel mogelijk rechtstreeks informatie te verzamelen over welke vragen er zijn en dat ze heel goed op de hoogte zijn. Ik denk ook dat dat vrij goed loopt, omdat ik dat signaal ook krijg van studenten. Langs de kant van de ouders is er ook heel veel ongerustheid of dit nog wel goed zal komen.
De Karel de Grote Hogeschool had een specifiek profiel. Ze hadden namelijk gekozen voor een opleiding waarin er geen examens zouden zijn, maar waarin gewerkt werd met een vorm van presentaties, taken en dergelijke meer. In andere hogescholen die hetzelfde aanbieden, is de opleiding anders georganiseerd en geprogrammeerd. Ik doe de oproep om rekening te houden met dat specifieke studentenprofiel. Neemt u dit mee in de gesprekken die u voert?
De heer Slagmulder heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik vind het positief dat u de nodige inspanningen levert zodat deze studenten hun opleiding op een of andere manier zullen kunnen afwerken. Maar ik kan mij toch niet van de indruk ontdoen dat er inschattingsfouten werden gemaakt door deze en de vorige Vlaamse Regering.
U zult begrijpen, minister, dat heel wat van deze studenten enorm geschrokken zijn. Niemand verwacht dat zijn of haar opleiding plots ophoudt te bestaan. Dit lijkt dan ook een verloren jaar voor deze studenten. Daarbovenop komt dan ook nog eens de coronacrisis, waardoor heel wat studenten het nu al heel moeilijk hebben. Deze studenten hebben bij de Karel de Grote Hogeschool voor een bepaalde richting gekozen en willen die kunnen afmaken zoals gepland, en terecht. Ik heb begrepen dat u daar de nodige inspanningen voor zult leveren.
De AP Hogeschool spreekt van onbehoorlijk bestuur omdat de Vlaamse overheid op het einde van de rit de spelregels gewijzigd heeft. In hoeverre gaat het hier om een principekwestie? Of is het toch eerder allemaal een geldkwestie? De hogescholen die een klacht hadden ingediend, zeggen dat zij meer kosten hebben gehad bij het invoeren van hun graduaatsopleidingen omdat ze die hebben moeten overnemen van de CVO's. Dat zou blijkbaar meer geld kosten dan de graduaatsopleidingen van nul te starten omdat men daar toelating voor krijgt van de regering. Hoe ziet u dat? Hebt u nog weet van andere gevallen waarbij bepaalde opleidingen ook in gevaar dreigen te komen?
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het woord ‘jetons’, zoals in een casino, is in dit dossier goed gekozen. Mevrouw Crevits heeft gegokt en dacht dat het wel zou passeren, maar het zijn uiteindelijk de studenten die aan het verliezen zijn. Ik blijf dit een ongelooflijk pijnlijk verhaal vinden. Het is een schoolvoorbeeld van een behandeling ‘à la tête du client’ en favoritisme van de minister. Iedereen weet dat er linken lagen tussen het kabinet van mevrouw Crevits en de Karel de Grote Hogeschool.
Laat het bovendien een waarschuwing zijn voor alle beleidsmakers: dit zou een gevaarlijk precedent kunnen zijn. Het advies van de Raad van State was zeer duidelijk. Er was een gebrek aan een stevige juridische rechtsgrond om die uitzondering te rechtvaardigen, maar Crevits heeft gezegd dat ze dit op het einde van de legislatuur wel kon doorduwen en dat het ging passeren, maar dat is niet gebeurd. AP Hogeschool is naar het Grondwettelijk Hof gegaan. Mijnheer Daniëls, ik geef u gelijk. Dit heeft er alleen maar voor gezorgd dat de concurrentiestrijd in het hoger onderwijs verder is opgeklopt. Dat is iets dat we te allen prijze moeten vermijden en het is vooral een drama voor veel studenten.
Ik ben blij dat u naar een oplossing zoekt met als insteek dat studenten hun opleiding zouden moeten kunnen vervolmaken. Ik heb zelf ook het arrest van het Grondwettelijk Hof bekeken. Ik hoor u zeggen dat er een handhaving zou zijn van de bestaande bepaling voor de academiejaren 2019-2020 en 2020-2021. Ik neem aan dat u geen garantie hebt dat het ook mogelijk zal zijn om daarna de opleidingen te blijven voortzetten voor studenten die zich pas dit academiejaar hebben ingeschreven of die sowieso een langer traject afleggen.
Als ik het goed heb begrepen, maar daar kan ik fout in zijn, geldt de handhaving van de gevolgen van de bepaling voor de academiejaren 2019-2020 en 2020-2021 alleen voor de opleiding Internet of Things. Of geldt die voor de drie opleidingen? Als er toch geen verlenging mogelijk zou zijn voor een of de drie opleidingen na 2021, wordt er dan al met de andere hogescholen gekeken in de regio die soortgelijke opleidingen aanbieden of er een gemakkelijke overstap voor de betrokken studenten mogelijk zou worden gemaakt?
De heer Danen heeft het woord.
Het is een vreemde kwestie, maar het stond misschien een klein beetje in de sterren geschreven. Wat ons betreft, is het studentenperspectief het allerbelangrijkste. Ik ben het er niet mee eens dat het sowieso een verloren jaar was voor de studenten. Dat hoeft zeker niet zo te zijn. Ik hoop dat de minister kan bevestigen dat dit niet zo hoeft te zijn.
Minister, u hebt gezegd dat u met de studenten in contact bent en met een aantal andere hogescholen om te kijken hoe de studenten verder kunnen. Kunt u hun een bepaalde timing geven zodat ze weten waar ze eventueel terechtkunnen? … (Onverstaanbaar) …
Ik ben het ermee eens dat de evaluatie van wat gebeurd is, niet hier en nu moet gebeuren, maar zeker wel later. Bent u bereid om dit te evalueren en te kijken hoe het zover is kunnen komen? Er worden her en der heel zware uitspraken gedaan. Ik zal die niet herhalen, want ik ben nog maar recent lid van deze commissie. Trekt u hier lessen uit en welke zijn dat dan?
De heer Warnez heeft het woord.
Mevrouw Goeman, het is niet mijn stijl, ook niet in deze periode van het jaar, om een spelletje zwartepieten te spelen. Ik wil het juridisch wel goed kaderen. Bij mijn weten kun je niet naar het Grondwettelijk Hof stappen tegen een beslissing van een regering, noch van een minister. Het gaat hier niet om de vernietiging van de toekenning van de opleiding op de ministerraden van 19 juli 2019, 20 december 2019 of 3 juli 2020. Het gaat dus wel degelijk om wat goedgekeurd is in het parlement. Dus als het over schuld en boete gaat, dan moeten we zeker ook in eigen boezem kijken. U en ik waren hier nog niet, maar het is toch een vernietiging van een parlementaire beslissing. We zullen dat spelletje niet spelen, want dat is weinig relevant op dit ogenblik.
Wat wel pertinent is, is hoe we ervoor kunnen zorgen dat de studenten hun opleiding kunnen afmaken. Noch de studenten, noch de docenten treft hier schuld. Ze mogen dus zeker en vast geen slachtoffer zijn. Het is ook belangrijk om nog eens aan te stippen dat het wel degelijk gaat om relevante opleidingen. Het zijn opleidingen die door de arbeidsmarkt gevraagd worden. Internet of Things, Voertuigtechnieken en Maatschappelijk Werk zijn net drie opleidingen waarbij het goed is dat studenten erin worden opgeleid.
Ik ben tevreden met het antwoord van de minister, vooral dat hij in gesprek is met de hogescholen om ervoor te zorgen dat de studenten hun opleiding succesvol kunnen afmaken.
Minister Weyts heeft het woord.
Wat leren we hieruit? Wat hebben we geleerd vandaag? Dat dit de resultante is van een concurrentiestrijd tussen hogescholen. Er is een hele grote groep van hogescholen met dikwijls een concurrentieel aanbod waarbij ze op hetzelfde territorium gelijkaardige opleidingen aanbieden. We moeten gaan naar een beter gerationaliseerd en gemoderniseerd aanbod dat meer is afgestemd op de nieuwe noden en vragen van de arbeidsmarkt en de werkgevers.
Ik heb die discussie ondertussen ook achter de rug als het gaat over de onderwijsbelastingseenheden, waarbij we ook tot een vergelijk zijn moeten komen. Dat heeft heel wat voeten in de aarde gehad en het was een proces van geven en nemen. We hebben toen een ander gewicht gegeven aan sommige opleidingen. In dezen was natuurlijk het voordeel dat het om additionele middelen ging. In eerste instantie kwam er 4 miljoen euro bij. We moesten wel een keuze maken omdat niet alle hogescholen in dezelfde mate werden bevoordeeld en niet in dezelfde mate konden genieten van de extra middelen die werden toegekend. De lucht is ondertussen wat opgeklaard en er is een basis voor een verdere samenwerking ontstaan.
Het heeft inderdaad geen zin om te zwartepieten. Het decreet van maart 2019 was een beslissing van het parlement. Bij mijn weten heeft ook nagenoeg niemand tegengestemd. Er was dus wel de hoop dat de constructie zou standhouden.
Het klopt dat de KdG-opleiding specifiek is, zoals de heer Daniëls zei. Zo is er sprake van permanente evaluatie in plaats van te werken met eindexamens. Daardoor heeft de opleiding misschien een ander profiel.
De timing kan ik niet geven. We wachten nog op antwoord van het Grondwettelijk Hof. Ik heb u gezegd dat de Karel de Grote Hogeschool een additionele vraag heeft gesteld over de impact en vooral welke ruimte dat zou kunnen laten. Laat het Grondwettelijk Hof het toe om praktische oplossingen uit te werken? Ik zeg maar wat: de bestaande infrastructuur en leerkrachten kunnen blijven worden ingezet, onder organisatie van een andere hogeschool. Het zou misschien een mogelijkheid kunnen zijn. We moeten natuurlijk opletten dat we nu niets fabriceren of een compromis sluiten op een regeling die vervolgens nog eens zal worden gevat door een annulatie van het Grondwettelijk Hof. We kijken dus uit naar het antwoord van het Grondwettelijk Hof op die additionele vragen.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, ik kan kort zijn. Ik betreur dat het Grondwettelijk Hof niet is meegegaan om deze studenten hun opleiding te laten afmaken. De manier waarop u probeert om een praktische oplossing voor de betrokken studenten te vinden, zou voor iedereen het beste zijn. We moeten de betrokken hogescholen in die stad eens even rond tafel zetten om na te gaan hoe ze het samen kunnen oplossen in het belang van de studenten en de betrokken docenten.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Ik hoop dat er heel snel duidelijkheid en een goede oplossing zal komen voor deze studenten.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Ik heb nog drie korte puntjes.
Minister, ik ben het absoluut met u eens dat we naar een rationalisering van het hogeronderwijslandschap moeten gaan, maar ik ben het niet met u eens dat dit de resultante is van een concurrentiestrijd op het niveau van het hoger onderwijs. Voor mij roept dit soort constructies de concurrentie in het hoger onderwijs net op. Hoe ver is het gekomen als men hogescholen bijna geen andere keus laat dan naar het Grondwettelijk Hof te gaan omdat ze vinden dat hun rechten zijn geschonden. Dat zijn toch situaties die we te allen prijze moeten vermijden.
Mijnheer Warnez, ik heb het net nog even nagekeken: wij hebben ons destijds onthouden voor dat decreet omdat wij toen al bij monde van collega Soens dezelfde opmerkingen hebben gemaakt die ik hier vandaag heb herhaald en grote twijfels hebben geuit bij de manier van werken om een uitzondering toe te staan voor de Karel de Grote Hogeschool. We hadden het zelf ook zien aankomen.
Minister, ik vind het natuurlijk spijtig – maar ik begrijp dat het niet in uw handen ligt – dat er nog geen garanties zijn voor wat er met de studenten gaat gebeuren na 2020-2021. Ik apprecieer uw wil om tot een pragmatische oplossing te komen, maar we kijken allemaal uit naar het antwoord van het Grondwettelijk Hof op de bijkomende vragen om te weten wat de ‘room for maneuver’ is. Ik hoop dat het er snel komt en dat u de zaak blijft opvolgen, want ik denk dat alle studenten – en daar gaat het hier vandaag in de eerste plaats om – recht hebben om zo snel mogelijk duidelijkheid te krijgen over hun situatie.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.