Report meeting Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Vraag om uitleg over winteropvang voor dak- en thuislozen
Report
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Verheyen heeft het woord.
Tijdens de koudste maanden van het jaar organiseren heel wat Centra Algemeen Welzijnswerk (CAW's) in samenwerking met gemeenten en steden winteropvang voor daklozen. Daklozen die in de winteropvang komen, krijgen niet enkel een bed, maar ook de mogelijkheid om zich te douchen en te eten. Ze kunnen er tot rust komen, tv kijken, de krant lezen, een gezelschapsspel spelen, wat bijpraten. Die winteropvang start gewoonlijk half oktober, begin november, en blijft lopen tot maart, half april. Tegen die achtergrond had ik graag volgende vragen gesteld, minister.
Hoe evalueert u de algemene opstart van de winteropvang voor daklozen? Hebt u een zicht op de noden aan winteropvang? Is dat verschillend van andere jaren? Hebt u daarbij weet van opvanginitiatieven die daklozen de vorige jaren hebben moeten weigeren wegens volledige bezetting? Op welke manier zal hier dit jaar aan tegemoet worden gekomen? Welke bijzondere voorzorgsmaatregelen worden er in het kader van de gezondheidscrisis in de noodopvang getroffen? Hoe wordt er in Vlaanderen opgetreden bij het handhaven van de avondklok bij daklozen die noodgedwongen op straat verblijven?
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Minister, het algemene probleem is al geschetst en vrij voor de hand liggend. De winter staat voor de deur. Het regent hier vandaag pijpenstelen. Er zijn bijkomende maatregelen nodig voor mensen die dak- of thuisloos zijn. Vandaar mijn vraag: hoeveel plaatsen en bijkomende middelen trekt u op dit moment uit voor de opvang van dak- en thuislozen? Kunnen er bijkomende middelen worden vrijgemaakt zo nodig, wanneer de situatie erger wordt of wanneer er acuut nood aan is?
Tijdens de vorige lockdown zijn er hotels in verschillende steden en gemeenten geweest die kamers hebben aangeboden. Is dat op dit moment weer het geval? Vanaf wanneer gaat dat in en tot wanneer zou dat duren?
Wordt er in Vlaanderen in voldoende extra plaatsen voorzien, niet alleen voor mensen die dak- en thuisloos zijn en die positief getest werden, maar ook omdat de ruimte die momenteel beschikbaar is, wordt beperkt tot een minimum omdat de social distancing moet worden gehanteerd. Zo ja, om hoeveel plaatsen gaat het?
U hebt twee weken geleden gezegd dat u naar een initiatief aan het kijken was om ervoor te zorgen dat ook kwetsbare mensen de quarantaine op een veilige manier zouden kunnen doorbrengen. Dat is intussen twee weken geleden, een eeuwigheid in deze crisis. Zou u ook daarop eens kunnen ingaan?
Minister Beke heeft het woord.
Voor alle duidelijkheid wil ik vooraf toch opmerken dat de lokale overheden en niet de CAW’s bevoegd en verantwoordelijk zijn voor opvang bij extreme weersomstandigheden. Daarnaast is er bijkomende steun voor de grootsteden en de organisatie van de tweedelijnsopvang in Brussel door de federale overheid in het kader van de winteropvang.
Zoals u stelt, kunnen de CAW’s die opvang wel uitbaten of eraan meewerken natuurlijk. Uit een bevraging bij de CAW’s blijkt dat dat op veel plaatsen – maar dus niet overal – het geval is.
Er is op dit ogenblik nog geen algemene opstart van de winteropvang. De reguliere opvanginitiatieven zijn en blijven wel beschikbaar. Door de coronacrisis zijn ook enkele winteropvangplaatsen het hele jaar door open gebleven. Op een aantal locaties worden voorbereidingen getroffen om op 16 november de winteropvang opnieuw op te starten.
De noden op zich zijn wellicht vergelijkbaar met vorige jaren, maar de omstandigheden zijn natuurlijk wel anders. Er is meer ruimte nodig om mensen te spreiden en coronaproof op te vangen, wat op zich al noopt tot het zoeken van extra locaties om eenzelfde aantal bedden ter beschikking te hebben. Sommige lokale besturen gaan al een stap verder en creëren extra plaatsen ten opzichte van vorig jaar. Daarnaast is er ook meer personeel nodig vanwege ziekte of quarantaine van medewerkers.
Er zijn vorig jaar ongetwijfeld opvanginitiatieven geweest die volzet zijn geraakt. Ik heb echter geen zicht op het aantal daklozen die daardoor op een andere locatie zijn opgevangen, dan wel de nacht op straat hebben moeten doorbrengen.
Hoe de lokale besturen met deze noden omgaan, zal ongetwijfeld verschillen van bestuur tot bestuur.
Zoals ik al heb aangegeven, worden in eerste instantie maatregelen genomen met betrekking tot de huidige opvanglocaties om die coronaproof te maken. Soms wordt daarvoor uitgeweken naar andere locaties of worden bijkomende locaties gezocht en in gebruik genomen. Ik heb ook weet van een aantal locaties waar dakloze mensen die in quarantaine moeten blijven, apart worden opgevangen. Daarnaast wordt soms voorzien in bijkomende sanitaire blokken. Overal zijn de poetsproducten aangepast en is er extra aandacht voor handhygiëne. Gemeenschappelijke momenten zijn dan weer vaak opgeschort en mensen blijven dan zo veel mogelijk op hun kamer. Van bij de start van deze pandemie zijn er richtlijnen uitgewerkt met betrekking tot de residentiële opvang en zijn er ook uitbraakplannen gemaakt voor de voorzieningen die door de CAW’s worden uitgebaat. De richtlijnen zijn te vinden op de website van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.
Ik stel vast dat zeker in steden er afspraken gemaakt zijn tussen de hulpverlening en het lokale bestuur en lokale politiediensten, waarbij daklozen een papier of attest krijgen waarop staat dat hij of zij zich noodgedwongen op straat moet begeven, of waarbij de politie een sociale aanpak voor daklozen hanteert.
Het is op dit ogenblik moeilijk te zeggen hoeveel plaatsen en bijkomende middelen vanuit de lokale besturen worden ingezet voor de opvang van dak- en thuislozen. Dat is overigens ook een dynamisch gegeven. Een aantal lokale besturen wachten nu de opening van de winteropvang af, om dan te kijken of extra opvangcapaciteit nodig is en waar die kan worden gevonden. In hoeverre hotels hierin een rol zullen willen en kunnen spelen deze winter, kan ik op dit ogenblik nog niet inschatten.
Wij hebben geen concreet zicht op het aantal plaatsen dat hiervoor voorzien is. We weten wel dat lokale besturen hiermee rekening houden bij de organisatie van het aanbod.
Mevrouw Verheyen heeft het woord.
Ik weet inderdaad dat de organisatie van de nacht- en winteropvang een bevoegdheid is van de lokale besturen. Op zich zijn zij ook niet verplicht om daarover te rapporteren. Ik vraag dan ook niet zozeer om meer rapportering maar of Vlaanderen die kwestie niet meer kan gaan monitoren. Het is niet zo dat ik niet vertrouw dat de lokale besturen geen goed werk leveren. Dat doen zij wel degelijk. Ik zie heel mooie initiatieven. Maar Vlaanderen moet een goed beeld krijgen van de noden op het terrein, zodat het daarop kan inspelen en eventuele lacunes die door de lokale besturen niet of te weinig ingevuld worden, kan aanpakken. Ik denk dan in het bijzonder aan het zo nodig opzetten van eventuele bovenlokale extra capaciteit. Daar had ik graag uw mening over gehoord. Onlangs hoorde ik van het koudeplan van Waals minister Morreale. Heeft Vlaanderen een gelijksoortig plan? Als dat niet zo is, ziet u daar zelf een meerwaarde in?
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Minister, ik hoor u graag zeggen dat er meer maatregelen worden genomen voor deze mensen, maar voor die mensen is dat net heel moeilijk. Velen kampen met psychische en soms meervoudige psychische problematieken. Alleen al een mondmaskerplicht is voor hen niet evident en niet gemakkelijk af te dwingen. Social distancing is voor hen niet vanzelfsprekend. Dat brengt niet alleen de mensen in de opvang in gevaar maar ook de vrijwilligers die daar werken. Als er in plaatsen moet worden voorzien, dan is het wel op dit moment. De eerste vorst is deze week al genoteerd. Plant u enig overleg met de lokale besturen om hen daarin te begeleiden?
Ik heb ook nog een vraag over sneltests. U hebt er blijkbaar al aangekocht. Als ik het goed begrijp, zouden die onder andere in de daklozenopvang worden gebruikt. Maar de laatste berichten daarover melden toch dat dergelijke sneltests heel vaak vals-negatieve resultaten geven. Bij daklozen kan dat een groot probleem zijn. Wat is uw reactie hierop?
Mijn laatste vraag: welke initiatieven van Housing First plant u op dit moment? Ik zou graag concrete cijfers horen.
Over sneltesten zijn er straks acht gekoppelde vragen, collega.
De heer Veys heeft het woord.
Ik vind deze vragen heel nuttig. We moeten zeker zorg dragen voor de meest kwetsbaren in onze maatschappij. Het is dan ook het standpunt van mijn fractie dat we er in 2020 alles aan moeten doen opdat mensen die niet buiten willen slapen, dat ook niet hoeven.
Ik vind het bewonderenswaardig dat de leden van de meerderheid hiernaar vragen. Dat getuigt ervan dat ze ermee begaan zijn. Maar als we dan kijken naar wat die meerderheid doet, dan merken we dat er wat minder wordt gedaan aan de preventieve kant. We bevinden ons in een … (onverstaanbaar) … zonder een verbod op uithuiszettingen, in tegenstelling tot Brussel. Ik had dan ook gehoopt dat de mensen die hier opkomen voor de meest kwetsbaren, voor de dak- en thuislozen, intern zouden oproepen tot dat verbod op uithuiszettingen. Er komt daarvoor binnenkort een voorstel van resolutie van de drie linkse oppositiepartijen.
Minister Beke, ik heb een bijkomende vraag voor u. Het actieplan dak- en thuisloosheid komt normaal gezien dit najaar. Is het al klaar? Wanneer komt het? Op welke ministerraad wordt dit geagendeerd?
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Voorzitter, ik heb twee bijkomende vragen.
Minister, gaat u in dialoog met de federale minister Lalieux, die bevoegd is in kader van het Winterplan, samen met de lokale besturen? Dat kan positief zijn.
De inloopcentra voor dak- en thuislozen blijven open. Blijft ook de mogelijkheid tot catering bestaan? Want takeaway is natuurlijk niet mogelijk. Maar blijft de mogelijkheid tot catering wel bestaan? Dat is zeker belangrijk voor die mensen.
Minister Beke heeft het woord.
Collega's, in Wallonië is het Winterplan in handen van de regio, in Vlaanderen is dat toevertrouwd aan de lokale besturen. Er is dus een verschil in aanpak.
Het monitoren van de lokale besturen betekent dat de lokale besturen ook moeten rapporteren. In het verleden hebben we de omgekeerde redenering gemaakt, namelijk weg van de papieren rapportering en de lokale besturen het vertrouwen geven dat ze effectief doen wat ze moeten doen.
Wat het opvolgen van de maatregelen betreft, zien we dat we in de eerste golf en tot nu toe in de tweede golf, slechts met een heel beperkt aantal besmettingen te maken hebben gekregen.
Wij voeren daar ook testen uit.
Ik ken de cijfers over de begeleiding voor de projecten Housing First niet uit het hoofd. Er zijn daarover al een paar schriftelijke vragen gesteld. Ik zal die opdiepen en we zullen u die dan bezorgen, mevrouw Groothedde.
Uithuiszettingen vallen onder de bevoegdheid van mijn collega Diependaele.
Het is de bedoeling om het actieplan dit jaar nog rond te krijgen. Een precieze datum heb ik niet voorhanden.
De restauraties in de dak- en thuislozencentra en de inloopcentra blijven inderdaad open. Dat is een specifieke uitzondering in de federale regels, die op onze vraag werd opgenomen door de federale minister van Binnenlandse Zaken.
Mevrouw Verheyen heeft het woord.
Ik wil even benadrukken dat ik die vraag heb gesteld omdat de koude dagen voor de deur staan en er een gezondheidscrisis is. Dat is niet evident, zoals ook collega Groothedde aanhaalt. Ik heb de vraag gesteld zodat er prioriteit aan wordt gegeven. Dit wil niet zeggen dat we het debat rond een langetermijnoplossing voor dak- en thuisloosheid en de psychosociale problematiek uit de weg moeten gaan.
Wat betreft de uithuiszettingen: daar zullen we het in de commissie Wonen in de komende weken uitgebreid over hebben.
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Minister, ik wil aandringen op twee punten. Ten eerste, Nederland wordt vaak als gidsland gezien door een aantal mensen in deze commissie. Daar zijn gelijkaardige initiatieven genomen als op sommige plaatsen hier, namelijk dat mensen die dak- en thuisloos zijn een hotelkamer aangeboden krijgen. In Trouw is daarover een lang artikel verschenen met bevindingen waaruit blijkt dat al die mensen een dak boven hun hoofd hebben waar ze elke dag naartoe kunnen zodat ze niet elke dag op zoek moeten gaan naar een opvangplaats. Dat verbetert hun situatie enorm. Het is de eerste stap op weg naar een geregeld leven, op weg naar een job zoeken, naar economisch productief zijn, wat door de Vlaamse Regering zo belangrijk wordt gevonden. Er moeten echt structurele maatregelen worden genomen en het is belangrijk dat de Vlaamse Regering daar een grote rol in speelt.
Ten tweede, u hebt terecht gezegd dat het een bevoegdheid is van minister Diependaele. Het verbod op uithuiszettingen in Brussel betreft ook ‘squats’. Dat zijn vaak plekken waar jonge dak- en thuisloze mensen hun toevlucht zoeken, zeker in de koudere maanden. Ik dring er dan ook bij u op aan om dat met minister Diependaele te bespreken. Op dit moment belanden families op straat, en dat is geen doen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.