Report meeting Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Parys heeft het woord.
Voorzitter, minister, we hebben in deze commissie al vaker gediscussieerd over mondmaskers. We hadden er in de eerste golf een tekort aan en de bestellingen verliepen heel moeilijk. Heel het land is toen aan het naaien geslagen en heel veel lokale besturen hebben zelf stoffen mondmaskers aangekocht om onder hun inwoners te verdelen. Ook het federale niveau heeft uiteindelijk stoffen mondmaskers voorzien die je kon afhalen in de apotheek.
Nu blijkt uit een studie die in The Lancet is verschenen, dat stoffen mondmaskers pas efficiënt zouden zijn vanaf twaalf tot zestien lagen stof. De meeste stoffen mondmaskers die vandaag op de markt zijn, voldoen daar in het geheel niet aan. Het zou kunnen helpen indien er een filter in het masker zou zitten. Maar dat gebeurt in de meeste gevallen niet, omdat het nogal moeilijk is om te ademen met zo’n filter in het masker.
Zo'n stoffen mondmasker biedt eigenlijk geen bescherming tegen het coronavirus, omdat de mazen van de katoenen stof die wordt gebruikt, veel te wijd zijn. Een partikel van het coronavirus is ongeveer 0,1 micrometer groot, terwijl een stoffen mondmasker in het beste geval partikels tegenhoudt van 2,5 micrometer. Hetzelfde verhaal geldt voor de comfortmaskers die in vele supermarkten worden verkocht. Zij zouden een vals gevoel van veiligheid geven.
Minister, als dat allemaal klopt, wat is dan uw reactie op de studie die is verschenen in The Lancet?
Welk gevolg koppelt u hieraan op het vlak van communicatie? Is het dan eigenlijk wel nog verstandig om die stoffen mondmaskers vrij te laten verkopen, zonder duidelijke waarschuwing op? Zouden we niet beter allemaal overschakelen op chirurgische mondmaskers?
Minister Beke heeft het woord.
Collega Parys, ik heb inderdaad kennisgenomen van dat artikel. Het is niet het eerste wetenschappelijke artikel over de effectiviteit van mondmaskers, en iets in mij zegt dat het ook niet het laatste zal zijn. Ik vertrouw de experten binnen de Risk Assessment Group (RAG) om de wetenschappelijke literatuur permanent op te volgen en indien nodig de adviezen aan te passen. Die adviezen zijn gepubliceerd op de website van Sciensano. Daarop baseren wij ons.
De centrale communicatiekanalen voor het publiek zijn te vinden op de website www.info-coronavirus.be en het centraal informatienummer 0800 14 689. De richtlijnen en adviezen voor het algemene publiek worden hier toegelicht. Er is hier een aparte pagina voor mond-neusmaskers. Daarvoor verwijs ik naar onze eigen informatiekanalen.
De heer Parys heeft het woord.
Minister, dat was een zeer kort antwoord. De vraag is eigenlijk of u de vraag wilt initiëren bij de RAG om dan vervolgens op Sciensano een beroep te doen om na te gaan hoe serieus die informatie moet worden genomen. De implicaties hiervan lijken toch belangrijk te zijn. Ik ben ervan overtuigd dat een heel groot deel van de bevolking daar niet van op de hoogte is.
Minister, u zult het met me eens zijn dat The Lancet de standaard zet in wetenschappelijke publicaties. Wat daarin staat, zal niet zomaar geschreven zijn. Wat ik mis, is onze beleidsmatige reactie daarop. Ik heb begrepen dat u voortgaat op de bestaande adviezen, maar als u zelf natuurlijk elementen aandraagt om te onderzoeken, dan kunt u natuurlijk meehelpen om ervoor te zorgen dat we de jongste wetenschappelijke informatie zo snel mogelijk in ons beleid integreren. De bevolking is vandaag niet op de hoogte van het feit dat stoffen mondmaskers absoluut niet zo efficiënt zijn als ze worden geacht.
Minister Beke heeft het woord.
Er zijn natuurlijk gradaties van efficiëntie, dat is zonneklaar. De evaluatie gebeurt voortdurend door de RAG, en die neemt ook telkens nieuwe elementen mee in overweging om een advies te maken en desgevallend aan te passen.
Het agentschap Zorg en Gezondheid maakt deel uit van de RAG. Ik doe er niet alleen een beroep op, onze experten zitten ook mee in de RAG en ze maken voortdurend samen evaluaties.
De heer Parys heeft het woord.
Dat wil zeggen dat we wat er in The Lancet staat, voorlopig naast ons neerleggen, want we blijven aan de bevolking wel vertellen dat stoffen mondmaskers kunnen worden gedragen. Ik begrijp wel dat als je de afstands- en hygiëneregels in acht neemt, natuurlijk al een heel deel van de weg is afgelegd. Maar ik blijf toch aandringen om dit onderwerp nader te bekijken en daar dan ook het beleid op af te stemmen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.