Report meeting Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Crisistijden zijn een uitdaging op vele gebieden. Ze zijn ook een stresstest voor onze manier van besturen, beleid voeren en besluit vormen. Crisistijden vergen crisismanagement, en dan krijg je soms een andersoortige besluitvorming. Maandenlang leek ons land geregeerd te worden door de Nationale Veiligheidsraad. Eerder dan de regering bepaalde die binnen welke krijtlijnen ons dagelijks leven verliep. De Nationale Veiligheidsraad buigt zich in principe eigenlijk enkel over aangelegenheden die de staat dreigen te ontwrichten, zoals terrorisme. De link naar covid was misschien wat minder gemakkelijk, en dus besloot de regering-De Croo om inzake covid te werken met het institutioneel iets logischer Overlegcomité.
Ook op lokaal vlak heb je een platform voor extreme crisissituaties, namelijk de lokale veiligheidscellen. Die zorgden de voorbije maanden voor een snelle lokale vertaling van de op een hoger niveau genomen noodmaatregelen, een vertaling die misschien niet steeds letterlijk was. Wellicht gingen bepaalde lokale ingrepen verder dan de landelijke richtlijnen, net op basis van de plaatselijke context, die niemand beter kan snappen dan de burgemeester en het lokale beleidsniveau. Op dat moment zouden we dus kunnen spreken van echte beleidsbeslissingen die genomen worden door de lokale veiligheidscel.
Collega Janssens stelde u in juni een schriftelijke vraag rond de openbaarheid van deze besluitvorming. U antwoordde dat raadsleden geen inzagerecht hadden in de verslagen van de lokale veiligheidscel. Uw argument daarbij was dat het net niet om besluitvorming zou gaan, maar om de pure vertaalslag van de instructies van hogerhand.
Ik weet dat u een grenzeloos vertrouwen hebt in onze burgemeesters en u weet dat ook ik hen bestempel als de bestuurlijke helden in de aanpak van de eerste coronagolf. Dat geloof mag ons uiteraard niet verblinden. In het heetst van de strijd zullen er in bepaalde lokale veiligheidscellen misschien beslissingen genomen worden die in strijd zijn met de bevoegdheid van het orgaan. Nood breekt wet en het gaat hier niet over voorbeelden ten kwade, ik wil geen concrete wantoestand aangeven, maar ons werk moet vooruitziend zijn. Wellicht zijn er beslissingen geweest die met de kennis van het moment en op basis van de lokale context de best mogelijke waren.
Het lijkt ons toch onverstandig om dit allemaal met de mantel der liefde bedekt te houden. De democratie is in crisissituaties van fundamenteel belang en heeft haar rechten. Het controlerecht door raadsleden is voor mij een fundamenteel item. Uw oordeel ‘dat de verslagen van de lokale veiligheidscel niet onderworpen zijn aan het inzagerecht van de raadsleden, aangezien deze verslagen niet van gemeentelijk of gemengd belang zijn’ impliceert dat gemeenteraadsleden niet kunnen nagaan of de lokale veiligheidscel puur een vertaalslag maakte van beslissingen van hogere overheden of van specifieke lokale beslissingen. En als raadsleden er niet kunnen op toezien, wie ziet er dan wel op toe? Dat is een fundamentele vraag, ook in crisistijd.
Minister, erkent u dat het best denkbaar is dat de lokale veiligheidscellen in het heetst van de eerste coronagolf hun macht ietwat hebben uitgebreid om deze crisis het hoofd te bieden?
Wie ziet hierop toe wanneer raadsleden geen inzage hebben in de verslagen?
Acht u het wenselijk dat de lokale veiligheidscellen in gevallen waar snel en doortastend optreden noodzakelijk is, verder gaan dan het puur vertalen van federale maatregelen op lokaal niveau?
Moeten hier striktere contouren voor bepaald worden, wetende dat crisissen zelden strikt te vatten zijn binnen contouren? Of kunnen we vertrouwen op de goede intenties van de lokale bestuurders?
Hoe ziet u desgevallend de evaluatie van en de controle op de beslissingen?
Minister Somers heeft het woord.
Sinds juli voorziet het ministerieel besluit (MB) met betrekking tot de federale maatregelen tegen de coronapandemie, ook in de bevoegdheid van lokale besturen om aanvullende maatregelen te nemen. Deze mogelijkheid is behouden in het recente MB van 18 oktober 2020.
De lokale veiligheidscellen zijn een belangrijke actor in de strijd tegen het coronavirus. Ze werden door de federale overheid als crisisstructuur naar voren geschoven om lokale uitbraken te beheersen. Ze werden al naargelang het geval aangevuld met de coördinator of een ander lid van de zorgraad, verantwoordelijken uit de medische discipline en/of leden van de mobiele equipe die door het agentschap Zorg en gezondheid werden afgevaardigd. Ze monitoren en evalueren de lokale situatie.
De lokale veiligheidscellen nemen echter zelf geen beleidsbeslissingen. Ze verstrekken samen met de experten advies, op basis waarvan de burgemeester, in overleg met de gouverneur en de minister van Binnenlandse Zaken, maatregelen kan nemen om de coronapandemie te bestrijden. Ik ben van mening dat de lokale veiligheidscellen hun rol correct en goed invullen. De concrete werking verschilt van gemeente tot gemeente. Ik heb een principieel vertrouwen in de intenties van de lokale bestuurders. Zij handelen in het algemeen belang en ter bescherming van de volksgezondheid.
U vraagt naar de evaluatie en controle van de beslissingen. Zoals eerder vermeld, neemt de lokale veiligheidscel zelf geen beslissingen. De beslissingen worden genomen door de gemeenteraad, het college van burgemeester en schepenen of de burgemeester. Op deze beslissingen is het algemeen bestuurlijk toezicht van toepassing. De evaluatie van de werking van de lokale veiligheidscel behoort tot de lokale besturen zelf. Ik kan daar geen uitspraken over doen.
In mijn antwoord op schriftelijke vraag nummer 265 van uw collega Chris Janssens heb ik aangegeven van mening te zijn dat het inzagerecht voor gemeenteraadsleden niet van toepassing is op de verslagen van de lokale veiligheidscel. Ik hoop dat ik daarmee een antwoord heb gegeven.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Dat is inderdaad een zeer duidelijk antwoord. Ik denk dat het daarom ook goed was dat deze vraag is gesteld. Ik denk dat er wel voor een stukje een misverstand speelt, omdat op heel wat plaatsen toch wordt aangekondigd dat de lokale veiligheidscel een bepaalde beslissing heeft genomen. Ook als het gaat om de situatie in het onderwijs en de lokale nuances die daarin worden gemaakt, of de vrijheid om lokaal af te wijken op basis van crisissituaties, dan lijkt in perceptie de bevoegdheid bij de lokale veiligheidscel te zijn gelegd om daar beslissingen over te nemen. Dan zie je zeer rare politieke debatten ontstaan, waarbij schepenen van Onderwijs niet aanwezig zijn op de veiligheidscel, maar het idee lijken te opperen dat de veiligheidscel een bepaalde beslissing heeft genomen. En dan is uw antwoord vandaag wel heel duidelijk. Het is ofwel de burgemeester die de beslissing neemt, het college van burgemeester en schepenen of de gemeenteraad.
Dan denk ik dat we daar in perceptie misschien een en ander aan moeten bijstellen. We moeten vooral zeer actief duidelijk maken dat die rol van de lokale veiligheidscel – en die is uiteraard zeer belangrijk – eerder een adviserende rol is. Het zijn die drie organen die verantwoording moeten afleggen. Misschien is het toch interessant dat de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) dat ook heel duidelijk aangeeft bij de raadsleden. Want ik krijg nu regelmatig uit verschillende hoeken en van verschillende partijen heel kritische vragen over de zwarte doos die de lokale veiligheidscel zou zijn. Ik denk dat die kritiek of die bezorgdheid misschien onnodig is. Zij moeten vooral het signaal krijgen dat het controlerecht van de gemeenteraad ten volle kan spelen richting burgemeester en richting het college van burgemeester en schepenen. Dat moet de grote opdracht zijn. Ik zal die alvast intern en via mijn contacten doorgeven, maar misschien kan de VVSG daar ook wel een actieve rol in spelen. Dat is dan misschien een kleine aanvullende vraag. Ik merk dat heel wat raadsleden in het begin van de crisis zeer mild en voluntaristisch waren, en met zeer veel vertrouwen hun rol hebben opgenomen, maar dat die nu ook gerustgesteld willen worden dat zij hun controlefunctie, die zij van de kiezer hebben gekregen, ten volle kunnen spelen.
Het staat iedereen vrij om de VVSG te bevragen, mijnheer Vaneeckhout.
Minister Somers heeft het woord.
Collega Vaneeckhout, ik ben het volkomen met u eens. We gaan inderdaad zoeken hoe we de VVSG kunnen inschakelen om de juiste informatie te geven over de manier waarop men controle kan uitoefenen op de beslissing van de burgemeester of van het college van burgemeester en schepenen. Het kan inderdaad niet volstaan dat de veiligheidscel het heeft beslist. De burgemeester kan ter verantwoording worden geroepen voor een beslissing van het college van burgemeester en schepenen, en die moet zich daar ook verantwoorden. Dat is volgens mij de logica zelve.
We gaan op uw suggestie dus eens kijken, samen met de VVSG, hoe we hier kunnen verduidelijken wat de mogelijkheden zijn van een gemeenteraadslid om die controle uit te oefenen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.