Report meeting Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Vraag om uitleg over de loodvervuiling in Hoboken
Vraag om uitleg over het aanbod van Umicore om woningen op te kopen in de wijk Moretusburg in Hoboken
Report
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Het eerste agendapunt zijn drie gekoppelde vragen, waarvan twee van de heer Annouri. Collega Annouri, u mag uw twee vragen van mij gerust koppelen, zodat u wat meer spreektijd hebt. Nadien kan de heer D’Haese dan zijn vraag stellen.
De heer Annouri heeft het woord.
Ik zal mijn vragen inderdaad aan elkaar koppelen. Ik denk dat dat het gemakkelijkste werkt. Ik begin met mijn eerste reeks vragen.
Op 15 juli wisselden we in deze commissie reeds kort van gedachten, nadat bekend geraakt was dat heel wat kinderen een onaanvaardbaar hoog percentage lood in het bloed hadden. Meermaals per jaar gebeuren er metingen bij kinderen die in de buurt wonen van het loodverwerkingsbedrijf Umicore. We hebben toen een debat gehad en ik wilde nu een reeks opvolgingsvragen stellen.
Op 15 juli hebben we een aantal dingen aangehaald. Er was een technische werkgroep samengekomen die nog een aantal analyses zou uitvoeren. U zou ook onderzoeken of de huidige manier van werken, onder andere via die metingen, wel voldoende werkt. Tot slot zou u nagaan wie welke initiatieven zou kunnen nemen inzake het aanstellen van een gezondheidscommissaris – weet u nog, dat was een idee dat ik toen namens mijn fractie had gelanceerd en dat u wel genegen was.
Wat zijn de bevindingen van die technische werkgroep die toen is samengekomen?
Werd het systeem van de metingen geëvalueerd? En moet dit worden bijgestuurd? Je merkt vandaag immers – we hebben dat debat vorige maand nog gehad binnen de gemeenteraad van Antwerpen – dat er nog onduidelijkheid bestaat over de exacte redenen waarom kinderen die daar in de buurt wonen, net deze zulke hoge waarden optekenden. Bij vorige metingen leek alles nog goed. Zullen er bijkomende metingen en of maatregelen komen?
Zijn er reeds initiatieven genomen in verband met de aanstelling van een gezondheidscommissaris?
En dan maak ik de brug naar mijn volgende vraag, want ondertussen is er natuurlijk wel van alles gebeurd.
Het bedrijf Umicore heeft ondertussen gecommuniceerd dat het woningen wil opkopen om een groene buffer aan te leggen. Het heeft aan een aantal buurtbewoners aangeboden om hun huis op te kopen tegen een correcte marktwaarde en hen zo in de mogelijkheid te stellen om te verhuizen. Umicore wil een bufferzone aanleggen, maar niet op hun eigen bedrijfsterrein, wat wij als Groen nochtans al lang vragen, maar binnen de wijk Moretusburg zelf.
Daarbij gingen ze echter selectief te werk. Sommige bewoners kregen een aanbod, andere niet, bijvoorbeeld de mensen die in Hertogvelden wonen, de aanpalende wijk, waar kinderen nochtans ook hoge loodwaarden in hun bloed hebben. De stad Antwerpen en het district Hoboken hebben allebei al aangegeven deze gang van zaken te steunen. Volgens schepen Fons Duchateau van de stad Antwerpen zouden dertig gezinnen willen ingaan op dit aanbod. Maar dat betekent dat heel wat gezinnen hier op dit moment niet op in willen gaan. En het feit blijft dat niet iedereen in de risicozone op een dergelijk aanbod kon rekenen. Een open overleg met alle buurtbewoners, met kans op wederwoord van de bewoners, werd ontweken.
Er zijn ook mensen die wel in de wijk willen blijven wonen. Onlangs verscheen er in Knack nog een artikel van een oude vrouw die daar eigenlijk heel emotioneel over zei dat ze niet zou vertrekken, wat er ook moge gebeuren. Ze had daar haar leven opgebouwd en daar altijd gewoond, ze had er goede contacten opgebouwd met de buren en wilde daar niet vertrekken. Ik snap die emotionele reactie ook voor een stuk.
Maar mensen die er dus willen blijven wonen, vrezen voor de leefbaarheid. Ook het bedrijf zelf is intussen tot het inzicht gekomen dat er zich een probleem van leefbaarheid zou kunnen stellen. In een laatste brief aan de buurt stelt het bedrijf nu dat het een advies van het district en de stad zal vragen om de mogelijkheden van een herbestemming te bekijken en na te gaan hoe er garanties kunnen worden geboden voor de leefbaarheid van de buurt.
Het lijkt mij dan ook niet meer dan logisch dat u als minister van Omgeving hierin ook zou worden geraadpleegd en gekend.
Minister, dit alles om te zeggen dat de huidige gang van zaken voor ons eigenlijk echt niet kan. Het is niet aan Umicore om een dergelijke procedure eenzijdig op te starten en dan nog zelf te bepalen wie het wil vergoeden en wie niet. Het is ook niet aan Umicore om te trachten mensen uit te kopen, in een soort Doelscenario. Dat is een scenario waarvoor ik vrees: een deel van de mensen zal weggaan, een deel niet, en men zal zo een soort spookzone creëren in Hoboken. Trouwens, Doel was paars ingekleurd, als industriegebied. Voor alle duidelijkheid, Moretusburg, de buurt waarover we het nu hebben, is rood ingekleurd, en is dus een woonzone. Het is aan het bestuur – het district, de stad, Vlaanderen – om de bewoners te beschermen tegen de willekeur van een bedrijf.
Het bedrijf overtreedt met name de voorwaarden opgenomen in zijn eigen omgevingsvergunning. Bijzondere voorwaarde 17 van de milieuvergunning uit 2014 stelt dat de gemiddelde loodconcentratie in het bloed van de kinderen lager moet zijn dan 5 microgram. Het bedrijf moet dus eigenlijk die vervuiling aanpakken in plaats van nu te zeggen dat het mensen daar wil doen verhuizen, en de Vlaamse milieu-inspectie en de minister moeten daar mee garant voor staan.
Ik denk dat ik hiermee de situatie heb geschetst. Minister, zult u de milieu-inspectie vragen om nauwlettend toe te zien op het naleven van de milieuvergunningsvoorwaarden en om, indien nodig, het bedrijf eventueel in gebreke te stellen en te eisen dat de vervuiling wordt geremedieerd? Hoe reageert u op het initiatief van Umicore om mensen in de buurt aan te bieden hun huis op te kopen? Steunt u het stadsbestuur en het districtscollege van Hoboken in hun pogingen om dat mee faciliteren? Welke initiatieven zult u nemen om de leefbaarheid van de wijk blijvend te garanderen, zeker als zou blijken dat bepaalde bewoners wel degelijk hun huis willen verkopen, maar andere daar absoluut willen blijven wonen?
Het zijn heel wat vragen. Ik begrijp dat wel. Het is ook een debat dat echt moet worden gevoerd. Het is een belangrijk debat.
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister, in het voorjaar waren er heel onverwachts die heel hoge loodwaarden in het bloed bij kinderen in de wijk Moretusburg in Hoboken. Op 15 juli hebben we daarover gesproken in deze commissie. Minister u zei toen dat uit de metingen van de jongste maanden “geen alarmerende signalen” bleken. Dat waren uw woorden in die commissievergadering. U hebt toen beloofd om die cijfers waarover het toen ging, op te sturen. Ik heb nog moeten aandringen om die uiteindelijk te krijgen. Ik heb ze uiteindelijk in september gekregen.
Toen ik die tabellen las, kon ik mijn ogen niet geloven. In februari 2020, dus twee à drie maanden voor die hoge bloedwaarden werden geprikt, was er een enorme piek van neervallend loodstof in Moretusburg. Op het punt het dichtst bij de fabriek was dat bijna 12.000 microgram loodstof per vierkante meter per dag. Minister, de norm is 3000 microgram. Dat is dus meer dan vier keer de jaarnorm die daar is gevallen, en bijna vijftig keer de streefwaarde van 250 microgram. Dat is de hoogste waarde die we kunnen terugvinden in de metingen van de jongste tien jaar. Volgens uw eigen kabinet is dat extreem hoog, maar volgens u was dat blijkbaar niet alarmerend. Bovendien bleek verder uit de cijfers dat er in de periode van half juni tot half juli opnieuw een piek was, van lood, arseen en cadmium. U kon dat toen nog niet weten. Die metingen werden toen nog uitgevoerd. Dat was de hoogste waarde in vijf jaar tijd.
We hebben hier dus drie bijzonder verontrustende gegevens bij elkaar: een enorm hoge piek van neervallend loodstof en andere zware metalen in februari, de verontrustende bloedprik in april-mei en dan opnieuw een piek qua zware metalen in juni en juli. Minister, in de commissievergadering in juli beloofde u dat allemaal snel te zullen onderzoeken. Vandaag staan we nergens. Nergens.
De mensen in die wijk, de arbeiders van die fabriek, hebben vandaag nog geen enkele verklaring voor hoe het komt dat er zoveel lood de wijk in waait. En het gaat soms verder dan dat. Er komt zelfs geen communicatie. Als wij die cijfers van de piek van februari en die van juni en juli niet zelf in de pers hadden gebracht, minister, dan waren de mensen in de wijk vandaag nog steeds niet op de hoogte. Op 17 september, nadat we de cijfers in de pers hebben gecommuniceerd, reageert u voor ATV: ‘Wat is hier eigenlijk aan de hand? Het is hoog tijd dat we dat weten.’ Maar dat was communicatie over cijfers die toen al maanden op uw bureau lagen, of ergens in een schuif. Ik weet niet waar, maar er is alleszins niets mee gebeurd. Maanden, minister! Dat zijn cijfers van februari. Een of twee maanden later lagen die op uw bureau. En er is niets mee gebeurd.
Ondertussen is men in Hoboken wel bezig, met uw partijgenoot Fons Duchateau, om die wijk uit elkaar te trekken. Men heeft geen flauw idee waar de vervuiling vandaan komt, maar men is wel de wijk uit elkaar aan het trekken en hier en daar huizen aan het opkopen of proberen te laten opkopen. Dan vraag ik mij af: hoe is dat mogelijk?
Op 15 juli stelde u dat uit de metingen die werden uitgevoerd, geen alarmerende signalen bleken. Op dat moment waren die zeer hoge cijfers van februari al bekend bij de VMM. Blijft u bij het standpunt dat, in de woorden van het kabinet, die “extreem hoge waarden” geen aanleiding geven tot ongerustheid en dat dat geen alarmerende cijfers zijn? En waarop baseert u zich daarvoor?
Uit de cijfers blijkt dat er in februari een enorme stijging was van onder meer lood, maar ook andere zware metalen, in neervallend stof in de wijk. Waarom is er niet onmiddellijk gereageerd zodra die cijfers binnenliepen, om de gezondheid van de mensen in de buurt te garanderen? Waar zijn de maatregelen gebleven?
Is er ondertussen onderzoek ingesteld naar de verhoogde looddepositie van februari? Zo ja, wat zijn daar de resultaten van? Wat zijn de resultaten van het onderzoek naar de bloedwaarden? Is de verhoogde depositie van februari daar mee de oorzaak van?
Op welke datum was duidelijk dat in de periode van half juni tot half juli opnieuw zeer hoge deposities van zware metalen werden gemeten? Welke acties werden er ondernomen na die vaststelling? Werd er een onderzoek ingesteld? Werd de buurt op de hoogte gebracht? Werd Umicore om een verklaring gevraagd? Werden er maatregelen genomen om de wijk rond het bedrijf schoon te maken, onmiddellijk nadat men die cijfers had? Welke maatregelen zult u nemen om de depositie van hoge hoeveelheden zware metalen, vooral afkomstig van niet-geleide emissies, te reduceren?
Minister Demir heeft het woord.
Collega’s, ik neem het niet dat men mij hier woorden in de mond legt. Ik heb wel degelijk aangegeven dat het ernstige cijfers betreft. Collega D’Haese, ik probeer heel open te zijn. Ik heb de cijfers ook overgemaakt zodra we ze hadden. Ik kan er ook niets aan doen dat dat heel complexe becijferingen zijn en dat het lang duurt voordat daar een volledig beeld van is, zodat ik jullie ook op een fatsoenlijke manier kan informeren. Ik probeer heel transparant te zijn in dit dossier. Ik probeer jullie alles te geven wat ik heb. Maar hier verwijten maken, dat aanvaard ik gewoon niet. Ik pik dat niet. Ik vind dat u echt een dikke populist bent. Ik zou het appreciëren, mocht u, met cijfers in de hand, mij niet komen verwijten van: ‘Waarom heb ik dat zo lang niet gehad?’ en ‘Waarom is dat zo lang op uw kabinet blijven hangen?’ Ik kan ook alleen maar de cijfers aan u overmaken die ik ook krijg. En ik kan er ook niets aan doen als er bepaalde metingen zijn die complex zijn en dat het lang duurt voordat je daar een algemeen geheel van gegevens van hebt.
Alle informatie die ik van mijn administratie heb, geef ik door, ook vandaag. Er zijn heel veel vragen gesteld. Het is een zeer omstandig antwoord, voorzitter: tien pagina’s die ik van mijn administratie heb gekregen. Het is helaas heel complex. Het zijn de antwoorden die al die ambtenaren hebben neergepend. Want ik ben geen specialist die alle technische waarden van het loodgehalte in het bloed tot in de puntjes kent. Ik heb dus een heel omstandig antwoord, dat ik nu aan de parlementsleden ga geven. En zoals altijd ben ik daar heel transparant in.
Maar om dan achteraf tegen mij te komen zeggen dat ik dat allemaal niet au sérieux neem, dat vind ik niet oké. Ik houd daar niet van. Dat is niet mijn stijl. Als dat de stijl is van de parlementsleden, in dit geval van mijnheer D’Haese, dan moet hij daarmee maar doen wat hij denkt dat hij daarmee moet doen.
Tijdens de vorige commissievergadering heb ik mijn ongerustheid geuit over de hoge bloedwaarden. Ik heb de technische werkgroep de opdracht gegeven om in spoed bij elkaar te komen en een diepgaand onderzoek naar deze problematiek te starten. Hierbij zijn ondertussen ook reeds diverse experten betrokken. Er is nog geen uitsluitsel over de oorzaak van de plotse verhoging van de lood-in-bloedwaarden van de kinderen in de buurt. Alle pistes blijven open, onder meer de invloed van het weer – zowel droogte als wind –, mogelijk ook de verhoogde uitstoot op de site zelf, de invloed van de continue aanwezigheid van de kinderen in de omgeving door corona, de mogelijke contaminatie via de bodem.
De conclusies van de medische werkgroep geven volgende factoren aan die mogelijk hebben bijgedragen aan de verhoogde lood-in-bloedwaarde.
De emissies in de fabriek werden versterkt door de extreme meteocondities in het begin van het jaar, met zeer veel wind richting Moretusburg, in combinatie met stormweer in februari. De maatregelen van toepassing ter voorkoming van stofverspreiding zoals het nathouden van materialen, de toepassing van korstvormers en de kuisprogramma’s waren mogelijk niet opgewassen tegen de kracht van deze storm. Dit werd gevolgd door langere droge periodes, waardoor aanwezig stof in de wijk ook mogelijk langer aanwezig is gebleven.
De hoeveelheid lood die door kinderen wordt opgenomen, wordt bepaald door de hoeveelheid lood in de omgeving, in de lucht via fijn stof en uitvallend stof, via bodemstof, binnenhuisstof, voeding enzovoort. En er is ook het gedrag van de kinderen.
Uit een blootstellingsonderzoek dat in 2008 werd uitgevoerd door de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO), bleek dat de belangrijkste route voor opname via de mond gebeurt, en via het hand-mondgedrag van jonge kinderen. De verblijftijd van kinderen is dan ook een belangrijke factor. Dat bleek ook uit het onderzoek dat VITO en de Universiteit Antwerpen in 2001 reeds uitvoerden. Het samenspel van verhoogde depositie in combinatie met de continue aanwezigheid van kinderen in de maanden tijdens de lockdown zorgde waarschijnlijk voor een hogere opname van lood.
Met statistische analyse wordt momenteel getracht om na te gaan waar de hoofdoorzaak ligt, doch door het samenspel van verschillende factoren is dit geen evidente oefening. De versnelde nieuwe bloedafnamecampagne kan helpen om de verbanden beter in kaart te brengen.
Op de technische werkgroep is afgesproken dat zowel alle betrokken overheidsinstanties als Umicore de mogelijke pistes op basis van alle beschikbare informatie, waaronder meteo en meetresultaten, verder zullen analyseren.
De technische werkgroep onderzoekt momenteel niet alleen in welke mate er verband is met de hoge bloedwaarden, maar ook of een wijziging van de opvolgingsstrategie noodzakelijk is om zulke hoge bloedwaarden in de toekomst te voorkomen, aangezien de huidige meet- en rapporteringsmethodiek deze episode onvoldoende kon voorspellen en dit pas na bloedanalyse werd opgemerkt. Als blijkt dat hiervoor een technisch haalbare oplossing is, dan zullen we uiteraard ook de methodiek herbekijken.
Op 25 augustus kwam hiervoor een aparte werkgroep samen die onder andere tot volgende bevindingen kwam.
Uit een eerste evaluatie van Umicore bleek dat de hoogste concentraties gemeten worden bij wind uit het zuidzuidoosten tot westzuidwesten en bij hogere windsnelheden.
De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) maakte een eerste evaluatie van de metingen, waarbij er geen eenvoudig verband te vinden was tussen luchtmetingen en lood-in-bloedwaarden.
VITO heeft vroeger reeds studies uitgevoerd waarbij gezocht werd naar verbanden tussen enerzijds de concentratie van lood en cadmium in bodem en grondwater, en anderzijds de opname van lood en cadmium.
Er zal samen met VITO nagegaan worden wat de mogelijkheden van verdere opvolging zijn.
De werkgroep is ook in overleg met de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) om na te gaan of bijkomend bodemonderzoek nuttig is om de oorzaak van de voorbije periode van verhoogde blootstelling op te sporen en betere opvolging mogelijk te maken.
Er is ook beslist om zo snel mogelijk een nieuwe bloedafname te starten bij de kinderen in de wijk. Om voldoende respons te hebben, was het wel belangrijk om te wachten op de opening van de scholen. Deze campagne loopt tot midden oktober. Ook ongeruste bewoners die verder van de site wonen, worden, op hun vraag, getest. De resultaten worden in de loop van november, ten laatste in december, verwacht.
Algemeen geldt dat in gebieden met verhoogde loodconcentraties in de omgevingslucht ook de loodconcentraties in het bloed hoger zijn. Er is echter geen directe correlatie tussen de individuele metingen van lood in depositie en de metingen van lood in bloed. Zo werd er in mei 2015 op de meetplaats HB23 een depositiewaarde van lood gemeten van dezelfde grootteorde als deze in februari van dit jaar. De gemiddelde concentraties van lood in bloed in 2015 voor en na deze verhoogde depositiewaarde waren echter van dezelfde grootteorde. Niet alleen verhoogde concentraties in de omgevingslucht, maar veel andere factoren, zoals de weersomstandigheden en de verblijftijd, hebben dus een invloed op de concentraties van lood in bloed.
Er werd opgemerkt dat het bedrijf de voorwaarden opgenomen in zijn omgevingsvergunning zou overtreden. De milieuvergunning uit 2014 neemt als bijzondere voorwaarde 17 op dat de gemiddelde lood-in-bloedconcentratie van de kinderen lager zou moeten zijn dan 5 microgram per deciliter. Het bedrijf moet de vervuiling aanpakken. De Vlaamse milieu-inspectie en de minister moeten hier mede garant voor staan. Deze bijzondere voorwaarde in de milieuvergunning is echter als volgt verwoord: “De gemiddelde lood-in-bloed-concentratie van de kinderen uit de omgeving (Moretusburg, Hertogvelden, Vinkevelden) dient lager te zijn dan 10 µg/dl. Indien de WHO-richtlijn verandert voor deze parameter, wordt de norm aangepast aan de WHO-richtlijn.”
De WHO beschouwt een waarde van 10 microgram per deciliter of lager als niet schadelijk voor de gezondheid. Het Amerikaans centrum voor ziektecontrole en preventie (CDC) heeft deze referentiewaarde verlaagd naar 5 microgram per deciliter, omdat er ook onder 10 microgram per deciliter lood in bloed effecten zijn op de gezondheid, meer specifiek op de ontwikkeling van kinderen. De WHO-richtlijn is tot op heden nog niet aangepast.
Umicore is een hoogrisicobedrijf waarvan de afdeling Handhaving jaarlijks een aantal inspecties uitvoert. In 2019 werden zeventien inspecties en in 2020 reeds zestien inspecties uitgevoerd. Tijdens de inspecties van de afdeling Handhaving bezorgde de exploitant gegevens die voor de toetsing van de vergunningsvoorwaarden noodzakelijk zijn, waaronder resultaten van de monitoring van wateremissies, luchtemissies en het afvalstoffenregister. Er werden geen overschrijdingen vastgesteld inzake de milieunormen. Umicore heeft de voorbije jaren al heel wat investeringen gedaan in verbeteringsprojecten naar het milieu toe en die bleken hun vruchten af te werpen in de resultaten van de metingen. De recente evoluties wijzen erop dat dit werk absoluut voortgezet moet worden.
De tweede bundel gaat over de depositie van lood. De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) voert momenteel metingen uit op zes meetplaatsen in de omgeving van Hoboken. De meetplaatsen liggen in de woonzones ten noorden en ten noordoosten van Umicore. Dit is onder invloed van de meest voorkomende windrichting. Op drie plaatsen worden zware metalen in fijn stof gemeten. Daarnaast voert de VMM metingen uit van zware metalen in totale depositie op vijf meetplaatsen. De VMM evalueerde haar metingen en komt tot de conclusie dat het huidige meetnet voldoende uitgebreid is en er geen bijkomende metingen opgestart hoeven te worden.
De depositieresultaten op de meetplaats HB23, het dichtst gelegen bij Umicore, waren inderdaad extreem hoog in februari 2020. Op de vier andere locaties waren de deposities verhoogd in vergelijking met andere meetperioden, maar wel aanzienlijk lager dan op de meetplaats met de hoogste waarden, dus op HB23. Het gebied met de extreem hoge resultaten was dus eerder beperkt tot de directe omgeving van de meetplaats. Daarnaast was het weer in februari uitzonderlijk stormachtig. Tijdens de meetperiode kwam gedurende 80 procent van de tijd de wind uit zuidwestelijke richting. 52 procent van de tijd was de windsnelheid meer dan 6 meter per seconde. Dit zijn extreme weersomstandigheden waarbij stof aanwezig op het bedrijfsterrein of in de omgeving gemakkelijk heropwaait. De VMM stelde ondertussen vast dat er in februari ook verhoogde deposities gemeten werden op andere Vlaamse meetplaatsen. Hieruit blijkt duidelijk dat de uitzonderlijke meteo-omstandigheden in februari een belangrijke invloed hadden op de gemeten concentraties.
Toetsing aan de wettelijke grenswaarde van lood in depositie gebeurt op basis van een glijdend jaargemiddelde – dat is het gemiddelde van de resultaten van de voorbije twaalf maanden. Zeker voor de metingen van het uitvallend stof zit er een aanzienlijke variatie op deze individuele metingen. Alhoewel de waarde van februari sterk verhoogd was, bleef het glijdend jaargemiddelde van de looddepositie binnen deze grenswaarde.
Sinds de brand in maart lag ook de loodraffinaderij stil en er werd door Umicore reeds een onderzoek uitgevoerd naar een mogelijke hoge depositiebron. Hiervoor werden inmiddels ook een aantal maatregelen geïmplementeerd tijdens de stilstand van de smelter, waarvan de resultaten nu verder zullen kunnen worden geëvalueerd.
Ik kom tot de vragen over de emissie van lood. In 2015 was er een incident aan de loodraffinaderij waardoor de Europese normen voor lood in de lucht werden overschreden. Hiervoor werd een actieplan uitgewerkt met een pakket aan maatregelen dat ervoor zorgde dat de normen snel weer werden gerespecteerd. Zo werd in de loop van 2018 het volledige gebouw van de loodraffinaderij onder afzuiging geplaatst en ook de gaszuivering werd geoptimaliseerd. Deze en ook andere maatregelen hebben een positief effect gehad op de lood-in-bloedwaarden. Sinds 2016 werd hier een dalende trend vastgesteld, in 2019 werden de laagste resultaten ooit vastgesteld.
Het behalen van de normen is evenwel geen eindpunt. Er wordt gestreefd naar het behalen van streefwaarden die ver onder de Europese normen liggen. Deze streefwaarden worden nog niet voor alle zware metalen gehaald, vandaar dat Umicore moet blijven investeren in bijkomende maatregelen die de uitstoot van geleid en diffuus stof moeten beperken. De uitvoering van dat maatregelenpakket en de formulering in nieuwe maatregelen worden op de voet gevolgd door de technische werkgroep die hier jaarlijks ook over rapporteert. Een nieuw rapport kan in de periode december-januari verwacht worden.
De recente evoluties wijzen erop dat dit werk onverminderd moet worden voortgezet. We wachten hierbij niet op de resultaten van het lopende onderzoek naar de oorzaken van de verhoogde bloedwaarden: hoe minder stof wordt uitgestoten, hoe beter voor de buurt.
Wat betreft de meting van de geleide emissiepunten op de site zelf werd in opdracht van de afdeling Handhaving in augustus op verschillende emissiepunten gemeten, maar de meetrapporten zijn nog niet beschikbaar. De afdeling Handhaving heeft ook recent nog de resultaten van de eigen metingen van het bedrijf in het kader van de in het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (VLAREM) opgelegde zelfcontroleverplichtingen opgevraagd, maar deze meetrapporten zijn nog in opmaak.
In tegenstelling tot de geleide emissiebronnen, die nauwkeurig kunnen worden opgemeten en ook van de nodige zuiveringsapparatuur kunnen worden voorzien, is de aanpak van de uitstoot van niet-geleide stof geen evidentie. Er wordt continu ingezet op het zo goed mogelijk in kaart brengen en vermijden van deze emissies.
Umicore kondigde een reeks nieuwe maatregelen aan: niet alleen de verdere aanpak van mogelijke bronnen van diffuse emissies door verder inkapselen en afzuigen, maar ook investeringen in meettechnieken die voor een frequentere opvolging van looddepositie zullen zorgen, waardoor sneller mogelijke problemen kunnen worden gedetecteerd. Het bestaande stratenveegprogramma in Moretusburg werd voor augustus en september uitgebreid: ook de voetpaden werden gereinigd, en de frequentie van het veegprogramma werd verhoogd. Verder heeft het bedrijf een schoonmaakprogramma opgestart van de platte daken van de bedrijfsgebouwen om stofemissies naar de omgeving via die weg uit te sluiten. Dat proces loopt nog, omdat alle kiezel wordt verwijderd om zo alle eventueel opgestapelde stof te verwijderen.
In het verleden heeft Umicore in samenwerking met de OVAM de bodem van de hele wijk gesaneerd. De risicolocaties werden toen in kaart gebracht en onderzocht, en indien noodzakelijk werden er maatregelen genomen. De OVAM werkt momenteel ook een strategie uit om het toenmalige onderzoek en genomen maatregelen te evalueren, door plaatsbezoeken, bodemstaalnames en andere onderzoeken op deze en eventuele nieuwe risicolocaties, waarbij de focus ligt op de kwetsbare doelgroepen. De reeds door het bedrijf genomen maatregelen na vaststelling van de verhoogde loodwaarden in het bloed bij kinderen worden opgevolgd door de afdeling Handhaving. Omdat er door onderzoek aanwijzingen waren dat een hoge bron ter hoogte van de smelter de oorzaak was van de verhoogde waarden qua lood en arseen in het fijn stof in twee meetposten, werden er tijdens de stilstand van deze installatie van 1 juli tot 10 augustus diverse aanpassingen doorgevoerd. Zo werd de afzuiging van de installatie verder geoptimaliseerd en werden een reeks aanpassingen doorgevoerd die een betere opvang en een betere opvolging van emissies mogelijk maakt. Die meegedeelde bijkomende maatregelen zullen verder worden opgevolgd door onze afdeling Handhaving.
Daarnaast wordt ook het actieprogramma voortgezet dat werd opgestart naar aanleiding van de verhoogde uitstoot aan de loodraffinaderij in 2015. Dat actieplan had niet alleen tot doel om de Europese grenswaarden te doen respecteren, maar ook om alle richtwaarden en advieswaarden zo snel mogelijk te halen. Jaarlijks wordt de voortgang van de uitvoering van die acties ook gerapporteerd aan en geëvalueerd door de technische werkgroep. Deze rapporten zijn ook publiek toegankelijk op de website van het Departement Omgeving. Elk jaar worden ook nieuwe acties geformuleerd om de uitstoot verder te beperken. Technisch eenvoudige technieken zoals besproeien, overdekken, inkapselen of afzuigen van alle mogelijke bronnen van stof, gebeuren vandaag uiteraard al en worden voortdurend gemonitord en waar nodig verbeterd.
Dan waren er de vragen over de bufferzone. Bijkomend heeft het bedrijf de intentie om een groene bufferzone te creëren om de afstand tussen de industriële activiteiten en de woonbuurt te vergroten. Een deel van de bufferzone omvat een deel van de woonzone van Moretusburg en is de meest gevoelige zone voor blootstelling aan emissies van de fabriek. Iedereen in deze meest gevoelige zone kán zijn huis aanbieden voor verkoop. Uit de metingen van het loodgehalte in het bloed is vastgesteld dat het gehalte onder meer afhankelijk is van de afstand van de woonst van de onderzochte personen tot het bedrijf.
In de brief van Umicore van 31 augustus 2020 gericht aan de inwoners van Moretusburg, die jullie waarschijnlijk ook allemaal hebben gezien, geeft het bedrijf aan dat het bereid is om alle woningen in woonzone MO1 aan te kopen, alsook de woningen in woonzone MO2, waar vooral gezinnen met kinderen wonen, met de bedoeling een bufferzone te creëren tussen het bedrijf en de bewoonde buurt.
De opname van lood in bloed door kinderen is anders dan voor volwassenen. Kinderen nemen door hun grotere stofwisselingssnelheid meer lood op – 25 à 50 procent – dan volwassenen, bij wie dat tussen 5 en 10 procent ligt. Daarom ligt de focus op de vrijwillige aankoop van woningen vooral in het gebied waar gezinnen met jonge kinderen wonen. Als gezinnen met jonge kinderen tot 12 jaar uit de andere straten van Moretusburg willen verhuizen, is Umicore daarenboven bereid om hun huizen of appartementen te kopen. Er zullen geen onteigeningen zijn, voor alle duidelijkheid. Alles gebeurt op vrijwillige basis. Ik ben als minister zelf niet direct betrokken bij de gesprekken die Umicore voert met de stad en het districtscollege van Hoboken.
Onze focus op Vlaams niveau ligt nog altijd op de directe aanpak van de bronnen op het bedrijf zelf die verantwoordelijk zijn voor de loodemissie. Na de vaststelling van de verhoogde lood-in-bloedwaarden kondigde Umicore een reeks nieuwe maatregelen aan. Niet alleen de verdere aanpak van mogelijke bronnen van diffuse emissies door verder inkapselen en afzuigen valt daaronder, maar ook investeren in andere meettechnieken.
Ik heb het in de commissie al gehad over initiatieven die specifiek met gezondheid te maken hebben. Collega Annouri heeft al verwezen naar de gezondheidscommissaris. Ik vind dat nog altijd een goed idee. Ik heb dat ook overgemaakt aan het kabinet van minister Beke. Hij zal daar een initiatief in moeten nemen.
Zoals gezegd, zijn we niet betrokken bij de gesprekken die Umicore voert met de stad en het districtscollege van Hoboken. De vraag was of ik het stadsbestuur en het districtscollege van Hoboken steun in hun pogingen om dit mee te faciliteren. Uiteraard staan wij zoveel mogelijk achter de lokale besturen, maar op het eerste gezicht zijn wij dus niet direct betrokken.
De heer Annouri heeft het woord.
Bedankt voor uw uitgebreide antwoord, minister. En ik meen dat ook. Dit is een heel belangrijk dossier en ik denk dat hier ook serieus over gedebatteerd moet worden.
Ik ben niet het soort politicus dat graag ruziemaakt. Ik wil oplossingen. Ik wil stappen vooruit zetten, en zeker in dit dossier. Umicore is voor mij niet de vijand. Umicore is op dit moment een bron van vervuiling. Ik heb al laten vallen dat mijn vader 42 jaar in dat bedrijf heeft gewerkt. Ik kom van Hoboken. Ik ken veel mensen die daar hebben gewerkt. Er is een fierheid in de buurt in Hoboken rond het bedrijf. Maar als politiek hebben wij de absolute verantwoordelijkheid om de gezondheid van de buurtbewoners prioritair te maken. Dat moet onze eerste prioriteit zijn. En daarom heb ik toch nog wel een paar bijkomende vragen.
U bent heel eerlijk. Dat is heel goed en terecht, maar ik blijf het ongelooflijk problematisch vinden dat we in Vlaanderen nu nog altijd niet exact onze vinger kunnen leggen op de oorzaken van het feit dat die kinderen nu plots een verhoogde loodwaarde hebben in hun bloed. U haalt aan dat het te maken kan hebben met de droogte, met stormweer, met het feit dat die kinderen tijdens de eerste lockdown meer thuis zaten. Dat zijn dingen die we in het begin meteen hebben meegekregen als mogelijke verklarende factoren. Dat weet ik. Maar dat we nu, zoveel maanden later en na een paar extra metingen, nog altijd niet weten waarom, is eigenlijk onaanvaardbaar. Dat is gewoon een vaststelling. Het kan niet dat wij in een regio als Vlaanderen daar nu nog altijd niet onze vinger op kunnen leggen.
U hebt aangehaald dat er nu extra metingen aan het gebeuren zijn. Ik denk dat we in oktober resultaten verwachten, als ik u goed heb begrepen. Ik hoop ook dat als die resultaten positiever zullen zijn en we weer aansluiten bij 2019 – en ik hoop ook echt dat die resultaten positiever zijn –, dat niet gezien zal worden als dat we weer op de goede weg zijn, want de stijging die daar is gebeurd, is onaanvaardbaar. Er is geen enkele garantie dat dat niet opnieuw zal gebeuren. Het is onaanvaardbaar dat het opnieuw zou gebeuren. Dus ik wil dat we zo snel mogelijk onze vinger kunnen leggen op wat daar is gebeurd, zodat dat gewoon vermeden kan worden en dat daar extra stappen in vooruit kunnen worden gezet.
U hebt zelf aangehaald dat op dit moment de technische werkgroep nog volop dingen aan het onderzoeken is in verband met die voorspellingen, en aan het bekijken is of er nieuwe methodes moeten worden aangereikt. U hebt de hele opsomming gedaan. Het is heel goed dat die technische werkgroep dat nu zal doen. Maar wanneer zal dat afgerond zijn? Wanneer mogen we daar resultaat verwachten, witte rook, een nieuw plan, bepaalde conclusies?
Umicore heeft de afgelopen jaren en decennia heel wat investeringen gedaan om te proberen milieuvriendelijker te worden. Dat is zo. Maar tegelijkertijd kunnen we niet anders dan constateren dat er heel wat branden zijn geweest de afgelopen jaren, waar de buurtbewoners zich ook nog eens zorgen over maken. Dan is er ook nog eens de gebrekkige communicatie, al dan niet. Wat is er gebeurd? Wordt er rondgegaan? Wordt er gecommuniceerd? Wat zijn de oorzaken? Ook daar is men niet altijd even duidelijk over.
U zegt dat Umicore nu meer en frequenter kuist. Ze zijn bezig met het schoonmaken van alle daken, om ervoor te zorgen dat er minder stof vrijkomt. Dat zijn goede kleine stapjes, maar dat zijn echt end-of-pipeoplossingen. Letterlijk ‘end-of-pipe’. Men probeert dingen die fout zijn gegaan, op te kuisen. Maar eigenlijk moet je ervoor zorgen dat de dingen die uit die pijpleidingen komen, worden aangepakt. Dat blijft nu achterwege.
U haalt de bufferzone aan. Ik vind het echt problematisch dat een woonwijk een bufferzone is. Dat moet toch op het bedrijventerrein zelf gebeuren? Dat is een woonzone! Dat is een rode zone. De mensen willen daar niet weg. Umicore gaat dan vrijblijvend zeggen – en ik heb daar echt mijn vragen bij – dat het wat huizen gaat opkopen voor wie dat wil. Laat ons nu eens zeggen dat 50 procent van de mensen daarop zou ingaan en 50 procent niet. Wat doet dat met die wijk? Dat is absurd. Dan heb je in Hoboken een wijk die is ingekleurd als woonzone, en dan ga je, in plaats van ervoor te zorgen dat er oplossingen komen voor de vervuiling, die mensen straffen door hun een half leefbare wijk te geven waar de helft is weggetrokken omdat het bedrijf heeft beslist om woningen op te kopen. Ik verwijt de mensen die hun huis zouden verkopen niets. Maar ik vind dit geen manier van werken. Als er zo’n bufferzone moet komen, doe het dan op het bedrijventerrein zelf. Zorg ervoor dat als er installaties lood uitstoten, die ergens anders op de site komen, of verplaats ze ergens anders in Antwerpen, waar Umicore die nijverheid kan voortzetten. Maar zorg ervoor dat de gezondheid van die mensen daar in de buurt en de leefbaarheid in die wijk maximaal behouden blijven.
Minister, daarom stel ik deze vraag aan u. Dit is mijn persoonlijke politieke mening, en de discussie moet er zijn, we kunnen daarover van mening verschillen. Ik vind dat de stad Antwerpen en het district Hoboken de verkeerde keuze maken om de redenen die ik net heb aangehaald. Ik denk dat het goed is dat Vlaanderen daarover een standpunt inneemt. Vlaanderen moet zeggen dat het idealiter, zoals ik heb gezegd, vindt dat daar een woonzone moet blijven en dat de bufferzone op het terrein van Umicore moet komen en dat de prioriteit moet zijn om ervoor te zorgen dat de leefbaarheid en de levenskwaliteit van de mensen daar in de buurt behouden blijven.
Ik vind het idee van een gezondheidscommissaris heel interessant. Ik ben blij dat u dat ook een goed idee vindt. Zo kunnen we voorkomen wat er nu gebeurt. Het bedrijf zet stappen vooruit, ongetwijfeld vanuit goede intenties, maar veroorzaakt veel meer kwaad, zeker op de lange termijn, dan het dingen gaat oplossen, onder andere door die woningen op te kopen. Je hebt mensen in de buurt die gefrustreerd worden. Je hebt mensen in de buurt die kwaad worden. Je hebt het politieke niveau dat eigenlijk niet goed weet wat te doen. Zorg ervoor dat zo’n gezondheidscommissaris dat naar boven kan trekken en daar tot een totaalvisie kan komen met een totaalplan, en ervoor kan zorgen dat kan worden afgedwongen dat die metingen zo snel mogelijk duidelijk worden.
Minister, u zegt dat u het hebt doorgespeeld naar het kabinet van collega Beke. Maar ik heb die vraag op 15 juli, de week zelf, gesteld aan minister Beke. Hij zei mij letterlijk: ‘Dat gaan we niet doen, dat is niet interessant.’ Ik vind dat problematisch. Hij heeft dat toen gezegd in de commissie. Ik weet niet wat hij u heeft gezegd. Misschien is hij nu wel geïnteresseerd omdat u dat vraagt. Misschien neemt hij veel meer aan van u dan van mij. Dat kan ik wel begrijpen. Maar ik zou wel willen weten wat daar de stand van zaken is. Dat is nodig. De minister van Leefmilieu geeft mij gelijk, en de minister van Welzijn heeft gezegd dat het geen goed idee is. Gaat u samen met hem aan tafel zitten? Wat gaan we daarmee doen?
De prioriteit is ervoor te zorgen dat dat bedrijf in Hoboken, dat heel veel mensen een warm hart toedragen, kan blijven bestaan, maar het mag op geen enkele manier de leefomgeving en de gezondheid van de bewoners in het gedrang brengen. Dat is vandaag wel het geval. In dat conflict moeten wij de kant kiezen van de volksgezondheid en ervoor zorgen dat het bedrijf zich kan voortzetten met respect voor iedereen die daar in de buurt woont.
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister, ik zou zeggen: ‘Calm down.’ Ik ben opgegroeid in Hoboken. Mijn moeder heeft dertig jaar strijd gevoerd tegen de loodvervuiling, en de laatste tijd veel gebabbeld met mensen uit de wijk, Moretusburg en Hertogvelden. Die mensen zijn ongerust. Als ik die cijfers zie, minister, dan ben ik ook ongerust. Dat u mij hier dan wilt wegzetten als een dikke populist vind ik er ver over. Dat vind ik er echt heel ver over. Ja, het duurt eventjes voor die cijfers verwerkt zijn. Maar de cijfers van februari, die zijn in maart al besproken op de medische werkgroep. In maart had de VMM die cijfers al. U hebt gewacht tot ik er opnieuw naar heb gevraagd in september om ze te geven. Dat is de realiteit. De cijfers van juni en juli, daar verwijt ik u niets over. Maar als we het eventjes over het bedrijf mogen hebben: eind augustus had Umicore becijferd dat er opnieuw een piek was in het neervallend stof in juni en juli. Geen communicatie. Radiostilte. De mensen zijn er pas achter gekomen op het moment dat wij dat half september hebben bekendgemaakt in de media.
Over wat ik u in de mond leg: ik leg u niets in de mond. Ik lees gewoon het verslag voor van de commissie van 15 juli waarin u zegt: ‘Het verbaast mij wel dat er, hoewel dat met verschillende overheidsinstanties van zeer nabij wordt opgevolgd, onder andere via die metingen, de laatste maanden geen alarmerende signalen waren.’ ‘Geen alarmerende signalen’ – terwijl op dat moment die piek in februari bekend was, sinds maart, een piek die 600 procent hoger ligt dan het gemiddelde van 2019, een piek die haar gelijke niet kent in de afgelopen tien jaar. U moet mij niet wegzetten als een dikke populist als ik mij daar ongerust over maak en als ik u daar op uw politieke verantwoordelijkheid over aanspreek. Dat pik ik niet.
Over de fond van de zaak moet ik zeggen dat ik er schoon genoeg van heb. In juli is er een onderzoek beloofd en er gebeuren allerlei dingen: werkgroepen komen samen en cijfers worden nagekeken. We zijn twee maanden verder en we staan geen stap verder. We staan gewoon geen stap verder. Het heeft gewaaid en er was storm. Tot daar zijn wij! Het heeft gewaaid en er was storm. Alsof het de afgelopen tien jaar niet nog gewaaid heeft en alsof het de afgelopen tien jaar niet nog gestormd heeft. Dat kan toch niet de verklaring zijn voor een piek die 600 procent hoger ligt dan het gemiddelde van vorig jaar? Trouwens, het weerbericht kondigt dat toch aan, storm of wind? Hoe komt het dat zo’n bedrijf dan geen voorzorgsmaatregelen neemt wanneer dat eraan komt? Dat is toch een fundamenteel probleem.
Minister, Umicore maakt een half miljard euro winst per jaar. Driekwart van die winst wordt geboekt in Hoboken: driekwart van de winst van een half miljard. Umicore is in staat om zonnecellen op satellieten te leggen en goud uit telefoons te halen. U moet mij niet vertellen dat zo’n hoogtechnologisch bedrijf er niet in kan slagen om godbetert opwaaiend stof tegen te houden. Opwaaiend stof, dat is toch geen ‘rocket science’. Het kan toch niet dat men daar zo weinig vooruitgang in maakt.
Afgelopen jaar heeft dat bedrijf ook getoond dat het dat wél kan. De afgelopen jaren heeft dat bedrijf getoond dat het perfect mogelijk is om proper naast die wijk te produceren. Ik heb die lange tijdreeks opgevraagd. Je ziet heel duidelijk dat die uitstoot van zowel fijn als grof stof, waarover het hier gaat, daalt, dat dat de afgelopen jaren in orde was. Dan hebben we die twee onbegrijpelijke pieken, in februari en opnieuw in juni en juli.
Er zijn grote inspanningen geleverd om die geleide emissies terug te brengen, en dat heeft gewerkt. Dat was met succes, dat is fantastisch. Maar vandaag overtreedt, zoals u het terecht zegt, Umicore de voorwaarden voor haar milieuvergunning. Daarom heb ik nog één bijkomende vraag. Hoe gaat u, als minister, garanderen dat dat niet opnieuw gebeurt? Hoe gaat u zorgen dat Umicore kan garanderen dat die kinderen en die mensen die in die wijk wonen, dat veilig kunnen doen? Want u bent misschien niet betrokken bij wat er in Antwerpen, in Hoboken gebeurt, het is wel iemand van uw partij die het uitvoert. Ik neem aan dat jullie af en toe toch ook wel eens met elkaar babbelen.
Fons Duchateau – hoewel hij geen flauw idee heeft van waar die loodvervuiling vandaan komt, geen flauw idee heeft van hoe het komt dat die kinderen zo veel lood in hun bloed hebben, net als u daar geen flauw idee van heeft en Umicore daar geen flauw idee van heeft – is ondertussen wel die wijk uit elkaar aan het trekken. Zonder te kijken wat we kunnen doen aan de oorzaken, begint hij aan symptoombestrijding te doen, en zijn we inderdaad een wijk met gaten aan het creëren: hier een gezin weg, daar een gezin weg, daar een huis gesloopt, daar eentje dat nog leegstaat.
Toffe wijk om in te wonen. Terwijl het net een wijk is waar mensen heel graag wonen. Zoals ik zei, ik heb met heel wat mensen gesproken. Als we dat probleem opgelost krijgen – en dat is mogelijk, want het gaat verdorie over opwaaiend stof en hallo, we zijn in de 21e eeuw –, dan kunnen die mensen veilig in die mooie wijk blijven wonen.
Mijn vraag is dus: welke garanties komen er dat dit wordt aangepakt?
De heer Van Rooy heeft het woord.
Voorzitter, ik heb met veel interesse gevolgd hoe het debat tot nu toe is verlopen. Ik wil eerst en vooral het volgende richting de heer D’Haese zeggen: doe zoals wij, neem die titel van populist als een eretitel. Dat betekent, in mijn ogen althans toch, dat u aan de kant van het volk staat, en dat is volgens mij dus alleen maar een compliment. Anderzijds vind ik dat u, en in mindere mate de heer Annouri, toch een beetje te fel kritiek hebt op minister Demir en het stadsbestuur, met name op het vlak van die onderzoeken. Het is immers nu eenmaal zo dat dat niet alleen tijd kost, maar ook dat het niet evident is, ook al staat de wetenschap heel ver, staat de manier waarop metingen gebeuren heel ver, om een oorzaak van iets te achterhalen. Dat lukt niet altijd, laat staan dat dat op een snelle manier lukt. Kijk naar de discussie over het klimaat, kijk naar de discussie over het coronavirus. We moeten een beetje af van de idee dat de wetenschap zomaar meteen op alles een antwoord heeft. Dat is hier ook niet het geval. Er zijn heel veel onzekerheden. Er zijn onnoemelijk veel factoren die in rekening kunnen en moeten worden gebracht. Wat dat betreft, zou ik dus toch zeggen: wees een beetje geduldig, en ga niet uit van de perfectie van de wetenschap en van de technologie, want, nogmaals, die kunnen niet zomaar op alles meteen een antwoord vinden. Dat kost tijd, dat kost ook veel onderzoek enzovoort.
Dan ten gronde. Minister, ik heb zelf ook al een aantal schriftelijke vragen hierover bij u ingediend. Ik weet dat het praktische, met de onderhandelingen, in grote mate bij het stadsbestuur ligt, maar wat die groene buffer betreft, stel ik u toch nogmaals de vraag in hoeverre er al een resultaat is dat uitwijst dat die daadwerkelijk een oplossing zou kunnen zijn. Ik geef de heer Annouri natuurlijk wel gelijk wat zijn bezorgdheid betreft. Mensen kunnen uiteraard alleen vrijwillig vertrekken, ze kunnen niet worden verplicht. Daarover zijn we het allemaal eens, denk ik. Dat betekent echter inderdaad dat we met een soort gatenkaas dreigen achter te blijven omdat sommige mensen vertrekken en anderen niet. Daar heeft de heer D’Haese ook terecht op gewezen. Dan is het inderdaad de vraag in hoeverre zo’n groene buffer dan nog wel zin heeft. Dat komt dus puur neer op de praktische uitwerking: hoe groot moet die zijn, welke oppervlakte zou die moeten hebben, en hoe groot is de bereidheid van x-aantal gezinnen om daadwerkelijk te verhuizen? Is er daar al meer duidelijkheid over? Bent u bereid om een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) op stellen waarmee, voor de toekomst dan, een deel van het woongebied daadwerkelijk kan worden herbestemd tot groene bufferzone?
Mijn laatste vraag sluit aan bij wat de heer Annouri heeft gezegd: in hoeverre kan er inderdaad ook een deel van die bufferzone op de terreinen van Umicore worden gelegd? Die hebben ook niet oneindig veel ruimte, maar hetzelfde geldt natuurlijk ook voor die wijk. Alles hangt dus af van de vraag hoe breed die bufferzone moet zijn. Is het eventueel mogelijk om daar een combinatie van te maken? Als we het geluk hebben dat voldoende gezinnen op de juiste plekken willen verhuizen, en dat wordt gecombineerd met een deel van het terrein van Umicore, dan komen we misschien aan voldoende groene bufferzone om dit probleem op te lossen.
De heer Anaf heeft het woord.
Ik dank de collega’s Annouri en D’Haese om deze vraag te stellen, want het gaat effectief over een zeer ernstige problematiek. De loodvervuiling in Hoboken door Umicore is al jaren een bezorgdheid. De heer D’Haese zegt dat terecht. Maar de cijfers van februari en juni en juli waren effectief wel zeer dramatisch. Daarom wil ik de vraag van de collega's ook ondersteunen. Het kan echt niet zijn dat het in deze tijden zo lang moet duren voor we effectief weten waar die heel grote concentraties nu vandaan komen. U hebt daar een heel omstandig antwoord aan gegeven, minister, maar het is toch echt wel cruciaal om dat als eerste snel te weten.
Wij steunen in elk geval een verdere doorgedreven monitoring, bloedanalyses, depositiemetingen. Ik denk dat dat heel belangrijk is in de komende periode. Maar we staan echt nergens als we voor die onverklaarbare piek, vooral tussen half juni en half juli, niet echt de vinger kunnen leggen op wat daar nu juist aan de hand is geweest.
De vrijwillige aankoop van woningen door Umicore in Moretusburg is op zich een goede zaak en een goed initiatief, maar ik volg uiteraard ook de bezorgdheid van de collega's. We hebben gezien wat er in Doel gebeurd is. Het kan niet de bedoeling zijn dat dat ook daar gebeurt. Daar ben ik toch wel bezorgd om, maar ik merk dat heel veel collega's die bezorgdheid delen.
Mijn belangrijkste vraag is, minister: probeer nog sneller resultaten te hebben van waar die heel grote waarden in juni en juli van afkomstig zijn. Ik denk dat dat cruciaal is.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Toen we dit debat hadden voor de start van het zomerreces, heb ik de collega’s nog bejubeld voor de sereniteit waarmee dit debat kon worden gevoerd. Ik vond dat toen heel erg belangrijk. Ik denk dat dat voor de families ook ontzettend belangrijk was. Ik vind het een beetje spijtig dat dat vandaag met momenten verloren ging. Maar ik begrijp het, want het is een heel erg emotionele aangelegenheid en het zijn veel families die erdoor getroffen zijn.
Tijdens de vorige bespreking in de commissie heb ik ook gevraagd naar extra maatregelen en metingen. Ik geloof dat dat ook een gedeeld sentiment was van de collega’s binnen de commissie. Ik ben heel erg blij dat er ook op beide wordt ingezet. Ik begrijp dat de metingen die afgenomen worden, nog lopen en dat de resultaten niet allemaal beschikbaar zijn en dat dus zeker ook nog niet bekend is welke oplossingen er allemaal zijn. Als zaken heel simpel zouden zijn, was er voor vele al een oplossing geweest. Maar soms is het gewoon effectief ‘rocket science’.
Minister, u gaf aan dat er ter hoogte van de smelter verhoogde waarden waren vastgesteld en dat er aan die installatie, die stillag van 1 juli tot 10 augustus, verschillende aanpassingen zijn doorgevoerd. De afzuiginstallatie werd geoptimaliseerd en dergelijke meer. Zijn de gegevens van die evolutie ondertussen beschikbaar? Want dat is ondertussen toch al eventjes geleden. Is het nog niet geweten of die ingrepen effectief ook een impact hadden op de metingen daaromheen?
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Ik wil me ook graag even aansluiten bij deze vraagstelling. Ik denk dat iedereen het ermee eens is dat dit een heel complexe materie is en dat we allemaal aan hetzelfde zeel moeten trekken om te proberen de volksgezondheid op een maximale manier te garanderen voor de mensen die daar in de buurt wonen. Dat is ook de reden waarom al jaren de nodige metingen gebeuren. Minister, het feit dat u een heel uitgebreid antwoord hebt gegeven, geeft de complexiteit ervan aan, maar het geeft ook aan dat het nog niet altijd gemakkelijk is om de aantoonbare reden van bepaalde cijfers weer te geven. En dat maakt de zaak natuurlijk wel complexer en het maakt het begrip er zeker niet beter om. We hebben er dus allemaal baat bij om zo snel mogelijk alles op alles te zetten om te achterhalen wat die meetresultaten beïnvloed heeft.
Minister, wij moeten de extra metingen heel kort opvolgen, zodat we daar verklaarbare redenen uit kunnen halen, om dat in de toekomst te vermijden.
Ik heb heel fel het gevoel dat daarover niet altijd even snel wordt gecommuniceerd. Daar kunnen afspraken over worden gemaakt, ongeacht wie dat dan moet doen. Umicore zelf heeft in het verleden altijd een heel nauwe band gehad met de omgeving. Zij kunnen daar ook een rol in spelen. Als er in bepaalde meetresultaten uitschieters zijn, zouden zij heel snel een communicatie op touw moeten kunnen zetten om aan te geven dat er iets is gebeurd, maar ook hoe ze het gaan aanpakken en opvolgen. Zo is men in overleg. Ik heb het gevoel dat dit de laatste maanden en het laatste jaar een beetje ontbreekt. Minister, welke afspraken zijn daarover gemaakt? Kunnen ze worden aangescherpt, om toch die communicatie sterk te houden?
We horen dat er op het terrein aankopen gebeuren met het oog op het creëren van bufferstroken of woningen. Ook daar vraag ik mij af of het niet beter zou zijn om daarover een goede communicatie op te zetten, over wat de reden en de visie daarachter zijn. Ik begrijp zelfs dat u zegt dat u daar niet bij betrokken bent en dat u niet weet wie daarvoor in eerste instantie het initiatief heeft genomen. Is dat puur een initiatief vanuit Umicore zelf? Of is het er op vraag van het lokale bestuur? Is dat in overleg gebeurd? Met de goedkeuring van het lokale bestuur?
Minister, dit is een klasse 1-bedrijf. Ik ga ervan uit dat u verantwoordelijk bent voor de vergunning. Als daar wordt gesproken over een bufferstrook, dan lijkt mij dat vergunningstechnisch een belangrijke voorwaarde. Dat lijkt mij toch een zaak die met u zou moeten worden besproken. Neemt u het initiatief om die zaak tot bij u te brengen, zodat u daarvan op de hoogte bent, om te bekijken wat de noodzaak is van een buffer en wat de verklaring is waarom die buffer daar op die plaats en op die manier wordt aangelegd? Het lijkt mij belangrijk dat u, als minister bevoegd voor het vergunningenbeleid op dat vlak, daarbij betrokken bent. Welk initiatief neemt u daarin?
Het is inderdaad een heel gevoelig dossier. Mijn fractie vindt het heel belangrijk dat het grondig wordt aangepakt. We gaan niet vooruit door met de vinger naar elkaar te wijzen. Collega Perdaens heeft het daarnet ook al gezegd: het gaat hier om de gezondheid van kinderen. Dat is natuurlijk primordiaal. Daar moet dringend een oplossing voor komen. Het is dan ook belangrijk dat het debat op een eerlijke manier gebeurt en dat er eerlijke oplossingen komen. Minister, wij rekenen op u, dat u zich, waar nodig, in deze discussie mengt zodat er voor iedereen daar in de omgeving een oplossing kan worden gevonden.
Minister, ik geef u heel graag het woord in dit gevoelige dossier, om de vele vragen te beantwoorden.
Minister Demir heeft het woord.
Ik zal erop aandringen dat de communicatie naar de buurt sneller zal gebeuren. Normaal gezien moet dat gebeuren via de lokale gezondheidsmedewerker. Ik zal bekijken of we daar niet een regelmaat op kunnen zetten en of het ook sneller kan gebeuren.
Collega Annouri, ik zal de vraag om een gezondheidscommissaris nog eens voorleggen. Op zich ben ik dat voorstel wel genegen, gelet op het feit dat het hier gaat over een grote woonwijk. Het zou niet slecht zijn indien de gezondheidscommissaris verslag zou uitbrengen bij de bevoegde minister over alle aspecten inzake gezondheid. Ik zal dit nog eens voorleggen.
Ik heb in een eerder antwoord gezet dat de bufferzone iets is wat zich afspeelt tussen de stad en het bedrijf en het district. Ik zal zelf een initiatief nemen.
Normaal gezien is de vergunningverlenende overheid in dezen wel de provincie, dus Vlaanderen wordt normaal niet gevat, maar ik zal een initiatief nemen om te kijken wat men nu eigenlijk wil, wie wat wil, en wat de stand van zaken is.
Hoe komt het dat we nog altijd niet weten wat de oorzaken nu zijn? Ik heb een aantal factoren meegegeven, maar de technische werkgroep zal begin volgend jaar opnieuw een rapport maken. Blootstellingsroutes detecteren is zeer complex. Ik kan alleen maar zeggen dat men heel hard werkt om naar die oorzaken te kijken. Ik blijf erbij: ik zal zoeken tot we weten wat de oorzaak is. Ik denk dat van iedereen die betrokken is bij de technische werkgroep, die experten, … niemand er baat bij heeft om niet te weten wat nu exact de trigger was in dit dossier. Ik heb een aantal factoren gegeven die mogelijk zouden kunnen leiden tot, maar we moeten echt wel weten wat de oorzaak is, zodat we dan ook veel beter kunnen ingrijpen. Ik heb al verwezen naar diverse maatregelen die de bron van het stof moeten aanpakken. Ik heb ook verwezen naar de OVAM, die nog eens gericht bodemonderzoek plant. Dat zullen we dus doen.
Wat de cijfers betreft, die zijn volgens de VMM bezorgd telkens er een validatie was en de gegevens afgewerkt werden. Cijfers verwerken vergt veel tijd. Ik kan alleen maar zeggen, collega D’Haese, dat het niet met de bedoeling was ze niet te geven. Dat heeft ook geen zin. Waarom zou ik ze niet geven? Er wordt mij meegedeeld dat de cijfers volgens de VMM telkens bezorgd worden als ze gevalideerd zijn en dat de gegevens ook afgewerkt werden. In dit dossier, maar ook in andere dossiers, probeer ik toch zoveel mogelijk transparantie te geven.
Qua handhaving was er een vraag, ook van collega D’Haese, over de overtreding van de milieuvergunning, namelijk wat ik ga doen opdat dat niet meer gebeurt. Ik ga sowieso vragen om de handhaving op te voeren in dit dossier, om wat meer controles te doen, en er op die manier voor zorgen dat de milieuvergunning wordt gehandhaafd.
Voor het overige: het rapport is te verwachten begin volgend jaar. Ik weet niet of daarin gaat staan: dit was de oorzaak. Dat weet ik niet. Het enige dat ik kan zeggen, is dat we wel, met al die experten en iedereen die in die werkgroep zit, gaan blijven zoeken. De communicatie moet sneller en beter, dat zal ik ook vragen. Wat de bufferzone betreft, zullen wij ons ook uitnodigen aan tafel.
De heer Annouri heeft het woord.
Ter conclusie een paar opmerkingen. Ten eerste, wat betreft de lokale gezondheidsmedewerker: de vrouw waarnaar u daarnet verwezen hebt, heeft uitstekend werk gedaan. Dat horen we ook van de buurtbewoners daar. Die communiceert goed, die is gekend, die heeft een vertrouwensband met de mensen. Het is natuurlijk één iemand die heel veel werk moet doen voor een buurt die toch heel veel vragen heeft.
Ten tweede, ik vind het heel goed – ik kijk uit naar het antwoord – dat u de vraag van de gezondheidscommissaris opnieuw gaat voorleggen aan minister Beke. Ik hoop dat hij nu een ander antwoord zal laten horen dan vorige keer en dat er effectief mee aan de slag zal worden gegaan. Dit is een belangrijk dossier.
Ten derde vind ik het ook heel goed dat u zelf initiatief neemt en dat u naar de stad en het district gaat stappen om te horen wat daar juist is. Alleen wil ik wel dat u ook echt absoluut meeneemt dat, wat mij betreft, en wat ons betreft, die buurt niet het slachtoffer kan worden van een bedrijf dat effectief al iets probeert te doen aan vervuiling door de buurt weg te nemen in plaats van naar zichzelf te kijken wat het kan doen om dat voor een stuk op te lossen.
In begin 2021 verwacht u resultaten. U zegt er meteen bij niet te kunnen beloven dat er dan al een verklaring wordt gevonden. Ik hoop echt van wel. Zet er een paar mensen bij – ik weet het niet, het maakt me niet uit – maar zorg er echt voor dat er zo snel mogelijk duidelijkheid komt. Dit moet prioritair zijn. De mensen die daar in de buurt wonen, verwachten snel uitsluitsel. Zij wonen daar immers nog altijd, met hun kinderen, en maken zich daar nog altijd zorgen over.
Om af te sluiten wil ik nog één ding zeggen. Dit is een emotioneel debat, zeker voor mensen als collega D’Haese en ikzelf, die in Hoboken zijn opgegroeid, die heel veel banden hebben met die buurten. Voor mij is dat echter niet het belangrijkste. Ik wil niet in de buurt waar ik nog wekelijks kom, gaan zeggen dat wij van Groen het meest voor hen strijden of samen met de collega’s van de PVDA het strafst zijn. Neen, ik wil zeggen dat de politici gezamenlijk een oplossing hebben gevonden voor de mensen die daar in de buurt wonen, met alle partijen, om ervoor te zorgen dat die buurt leefbaar blijft, dat die niet uiteen wordt getrokken, dat er een oplossing komt voor de problemen die er nu zijn. Dat is de verantwoordelijkheid die wij nu hebben, en dat moet zo snel mogelijk gebeuren.
De heer D’Haese heeft het woord.
Als collega’s opmerkingen maken over de toon van het debat, dan hoop ik dat dat dan over de toon van de minister gaat, en niet over die van mij. Ik heb niemand uitgescholden of zo.
Minister, ik heb niet gezegd dat u de bedoeling had om me die cijfers niet te geven of zo. De realiteit is alleen dat ze in maart bekend waren en dat we ze pas in september, na twee vragen, hebben gekregen. Dat is gewoon een vaststelling. Daar moet men dus niet flauw over doen. U beloofde in juli ze onmiddellijk te zullen geven. Dat is niet gebeurd. We hebben u daar in september aan herinnerd. Pas dan hebben we die cijfers gekregen die al sinds maart beschikbaar waren, en tot dan is er met die cijfers niks gebeurd. We zijn de eersten die daarover hebben gecommuniceerd. Ik ga daar heel eerlijk over zijn: ik vind dat een probleem. Het maakt niet uit of dat probleem bij u, bij de VMM of bij Umicore zat. Ik vind dat een probleem. U bent daar als minister verantwoordelijk voor.
Die werkgroep zal tegen begin volgend jaar een rapport hebben. Dat is toch veel te laat. Ik ben het volledig eens met de heer Annouri: dat kan toch niet. Ondertussen leven mensen in die wijk, ondertussen worden er huizen opgekocht in die wijk, ondertussen worden er geen maatregelen genomen, want men weet niet waar het probleem ligt, maar men laat dat onderzoek nog een aantal maanden aanslepen. Dat moet worden versneld.
Wat de verklaringen betreft, en waar we nu zijn, ik was daarnet iets vergeten te zeggen. Men verwijst naar het weer, naar de wind, naar een storm enzovoort. Dat kan allemaal wel zijn, maar in de periode van half juni tot half juli is er een tweede piek geweest. Op die van februari na was dat de hoogste in vijf jaar. Ik heb het eventjes nagekeken: juni en juli waren relatief normale maanden qua weer. Er was geen uitzonderlijk sterke wind, geen uitzonderlijke droogte, geen uitzonderlijke storm. Dat alleen kan dus niet de oorzaak zijn, want in een maand zonder storm zien we hetzelfde probleem. Als men zegt dat dit komt omdat het hard heeft gewaaid, is dat volgens mij een gemakkelijkheidsoplossing.
Mijnheer Van Rooy, ik ga geen enkele raad van u aannemen. Ik zal u er zelf een geven. Klimaat en corona, dat zijn nu eens bij uitstek twee zaken waarvan we perfect weten wat de oorzaak is. Dat zijn dus zeer slechte voorbeelden om aan te geven dat het soms moeilijk is om een oorzaak van iets te vinden. Mijnheer Van Rooy, we weten perfect wat het probleem is: wat het klimaatprobleem betreft, zijn dat de broeikasgassen, en wat corona betreft, is dat een virus. Misschien was dat echter nog niet tot bij u doorgedrongen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.