Report meeting Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Vraag om uitleg over de opvolging en ondersteuning van kmo's in het kader van de nakende brexit
Report
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Op 12 oktober 2020 was er een overleg met de Brexit Taskforce in Brugge. Vlaanderen voorziet 83 miljoen euro voor bedrijven die getroffen worden door de gevolgen van de brexit. Daarvan zal 33 miljoen euro gaan naar export en 50 miljoen euro naar het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO), dat zal voorzien in bedrijfssteun. Daarnaast staat er ook een uitgebreide ploeg van 45 mensen klaar om bedrijven individueel te begeleiden met uitleg over douaneformaliteiten, om mee op zoek te gaan naar eventuele andere afzetmarkten of om te helpen bij een interne reorganisatie.
Ik heb vorige week tijdens de plenaire vergadering een vraag gesteld aan minister Peeters over de naderende brexit. Ik legde daarbij de nadruk op het feit dat de middelen uit het brexitfonds en de Vlaamse middelen moeten gaan naar de zwaarst getroffen sectoren en zwaarst getroffen regio’s, zoals West-Vlaanderen en de haven van Zeebrugge.
Vandaag heb ik hierover voor u een aantal andere vragen, minister.
Kunt u extra toelichting geven bij het voorbije overleg van de Brexit Taskforce? Wie was er op het overleg aanwezig? Welke beslissingen werden er genomen?
Van de 83 miljoen euro gaat er 33 miljoen euro naar export en 50 miljoen euro naar VLAIO. Kunt u meer toelichting geven over deze verdeling? Worden er extra subverdeelsleutels gehanteerd. Zo ja, welke?
West-Vlaanderen wordt waarschijnlijk de hardst getroffen provincie. Zullen de middelen wel degelijk gaan naar de meest getroffen sectoren en de meest getroffen regio’s? In welke mate zullen die bedrijven extra worden ondersteund?
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Dat de Vlaamse Regering sterk bezig is met de naderende brexit en de gevolgen voor Vlaanderen, is heel duidelijk. Zo was het bijvoorbeeld fijn om te lezen dat er een document, een charter, is opgedoken, nog ondertekend door koning Karel II, dat vijftig Brugse vissersboten eeuwig het recht geeft te vissen op Britse wateren. Dat is het zogenaamde visserijprivilege.
We mogen echter naast de visserij, die uiteraard heel belangrijk is, onze kmo’s niet vergeten in dit verhaal. Minister-president Jan Jambon haalde het zelf al aan na de laatste Brexit Taskforce: “Onze kmo’s moeten zich goed voorbereiden op de naderende brexit.”
Na de Brexit Taskforce in Brugge werd duidelijk dat de Vlaamse Regering nieuwe middelen uittrekt om de gevolgen van de brexit zoveel mogelijk te kunnen dragen: 83 miljoen euro, waarvan 33 miljoen naar de begeleiding in export gaat en 50 miljoen naar VLAIO, met als doel bedrijven die zich intern zullen moeten reorganiseren te begeleiden en te ondersteunen.
Het is duidelijk dat er werk wordt gemaakt van de opvolging en de begeleiding van de kmo’s in deze problematiek, dat maakt onder andere het extra budget duidelijk. Daarnaast werd ook aangegeven dat de taskforce zich specifiek wil richten op ondersteuning van bedrijven. Ik citeer u, minister Crevits: “We willen geen schadevergoedingen uitbetalen in het kader van de brexit maar heel gerichte steun geven om extra jobs te creëren of bestaande jobs te beschermen.”
Minister, ik heb hierover de volgende vragen aan u.
Op welke ondersteuning kunnen kmo’s vandaag al een beroep doen in het kader van de brexit?
Op welke manier zorgen we ervoor dat alle ondernemingen, ook de allerkleinsten, zich bewust zijn van de effecten van de brexit op hun onderneming?
Op welke nieuwe opvolging en begeleiding zullen de kmo’s precies kunnen rekenen? Met andere woorden: hoe zal die 33 miljoen euro precies gebruikt worden? In welke begeleiding en ondersteuning zal VLAIO voorzien door middel van die 50 miljoen euro?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, dank u wel voor de interessante vragen. Die taskforce was eigenlijk een rondetafeldiscussie waarin veel mensen hun bezorgdheden hebben meegegeven. Het was de tweede bijeenkomst. De eerste vond plaats in oktober 2019. De samenstelling van de groep is identiek gebleven. Op politiek niveau namen de minister-president, collega Peeters en ikzelf deel. Vanuit de administratie waren er deelnemers van het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie en het Departement Landbouw en Visserij, VLAIO en natuurlijk ook Flanders Investment and Trade (FIT). Vanuit de koepelorganisaties waren er vertegenwoordigers van het Vlaams netwerk van ondernemingen (Voka) en de Unie van Zelfstandige Ondernemers (UNIZO). Ook de Vlaamse sectorfederaties Fevia, Agoria, Essenscia, Fedustria, Transport en Logistiek Vlaanderen (TLV) en Boerenbond namen deel. Tot slot waren ook de Vlaamse havens en de visserijsector – de Rederscentrale – aanwezig.
Het VLAIO-brexitplan moet antwoord geven op veel bezorgdheden die er zijn.
Collega’s, er is dus voorzien in 33 miljoen euro voor exportondersteuning na brexit, heel belangrijk ook voor onze West-Vlaamse bedrijven. 3 miljoen daarvan gaat naar het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM), om specifiek de export in de landbouwsector en aanverwante sectoren te begeleiden. 30 miljoen zal door FIT ingezet worden.
Het grootste deel van het budget, 50 miljoen euro, gaat naar VLAIO voor ondersteuning aan bedrijven. Het gaat om middelen die bedrijven helpen in de eerste weken en maanden na de brexit. Het gaat ook om middelen die bedrijven op middellange termijn helpen om te schakelen na de brexit.
Binnenkort agenderen we op de Vlaamse Regering een brexitplan, met een aantal werven. Welke werven moeten daar volgens mij in zitten? Het opzetten van een uniek contactpunt voor bedrijven dat operationele bijstand biedt bij alle mogelijke problemen. Het aankondigen van twee specifieke brexitcalls binnen de kmo-groeisubsidie. Het organiseren van brexitopleidingen in samenwerking met SYNTRA. Het contract ondernemerschap uitbreiden in het kader van de brexit met specifieke aandacht voor DYZO-ondersteuning – dat is een vzw die zelfstandigen in moeilijkheden ondersteunt en begeleidt naar een doorstart.
We willen ook nieuwe buitenlandse investeringen aantrekken via de versterking van het programma strategische steun. We willen ook de mogelijkheid onderzoeken om in Vlaanderen een voorpost te voorzien voor het afwikkelen van douanedocumenten van transporteurs op weg naar Calais. Dat is dus een nieuwe invulling van het woord.
Er wordt ook een dossier ‘ontwrichte zones’ voorbereid voor de provincie West-Vlaanderen, natuurlijk binnen de mogelijkheden die federale wetgeving biedt.
Dat zijn de grote lijnen van het plan in opmaak.
West-Vlaanderen wordt volgens professor Vandenbussche van de KU Leuven in relatieve termen het hardst getroffen. Meer dan 6500 jobs staan bij een no-deal potentieel op de tocht. Dat is 1,28 procent van de totale tewerkstelling. De grote impact heeft te maken met de ligging van de provincie maar ook met de sectorale specialisatie: voeding, textiel en visserij. Ik raad u aan om die studie eens te bekijken. In absolute termen wordt Antwerpen het zwaarst getroffen.
Alle bedrijven zullen een beroep kunnen doen op de steun die we bieden. Ook in de lijst met VLAIO-brexitacties is specifieke aandacht nodig voor West-Vlaanderen.
De brexit leeft heel hard in de provincie. Daarom hebben we niet stilgezeten. In samenwerking met plaatselijke West-Vlaamse partners lanceerde de provinciale ontwikkelingsmaatschappij (POM) West-Vlaanderen het EFRO-project (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling), met als doel de specifieke impact van de brexit op te vangen en te counteren. Dit project loopt vandaag. De totale kost is 2,5 miljoen euro. Naast de POM West-Vlaanderen zijn ook de werkgeversorganisaties vertegenwoordigd en ook VLAIO en FIT. Dat is dus een belangrijk project voor de provincie.
Dan was er een vraag over de ondersteuning. De voorbije vier jaar kwam de brexit dikwijls in het nieuws. De website www.brexitready.be van FIT is al door 55.000 bezoekers aangeklikt. De brexit-impactscan is al 23.000 keer ingevuld in Vlaanderen. We moeten die inspanningen nog opdrijven.
Vanuit de Europese Commissie kregen we de voorbije dagen positieve signalen over onze mate van voorbereiding. Tegelijk sprak de vertegenwoordiger van UNIZO op de taskforce over een enquête bij de UNIZO-leden, waarin een zeer grote meerderheid – meer dan 80 procent – van de respondenten aangaf nog geen specifieke brexitinitiatieven te hebben genomen. Dat baart mij echt grote zorgen.
Uiteraard zal een groot deel van hen wellicht nooit of weinig uitvoeren naar Groot-Brittannië, maar het zit soms in kleine dingen. Het is echt van belang dat iedereen voldoende voorbereid is.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Bedankt voor het uitgebreide antwoord, minister. Inderdaad, als je hoort dat meer dan 80 procent nog geen specifieke brexitvoorzorgsmaatregelen genomen heeft, dan denk ik dat het terecht is dat we daar de nodige focus op leggen. We moeten alle bedrijven, zowel kleine, middelgrote als grote, extra sensibiliseren dat er wel degelijk iets op ons afkomt waarvoor de nodige maatregelen getroffen moeten worden.
Ik vind het zeer positief dat er specifieke en zeer gerichte projecten opgezet worden, zoals het EFRO-project van de POM.
In het algemeen moeten we ervoor zorgen dat we zeer goed voorbereid zijn op het brexitscenario.
We moeten voorbereid zijn om de lange files te kunnen vermijden. We moeten vermijden dat de bedrijven hun export verleggen naar de buurlanden.
De Vlaamse Regering toont wel degelijk daadkracht met die 83 miljoen euro steun. Die steun zal gebruikt worden om bedrijven en hun deelname aan internationale handelsmissies te ondersteunen. Voor mij is het zeer belangrijk dat die middelen ter ondersteuning en andere die de Vlaamse Regering inzet in het kader van het relanceplan zeer gericht worden ingezet. Achteraf moeten we gaan kijken wat er precies is gebeurd met die middelen. We moeten dat evalueren en bekijken of ze inderdaad resultaat hebben opgebracht en of dat voldoende is gebeurd. Zal worden bekeken wat er met die 83 miljoen euro gebeurd is, en of ze hun meerwaarde en doel bereikt hebben?
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Minister, dank u voor de mooie en hoopgevende initiatieven die u genomen hebt en zult nemen.
Ik sluit me aan bij mevrouw De Vreese. Het zal nog hard nodig zijn om onze kmo’s en bedrijven te sensibiliseren. Ik heb zo de indruk dat door het covidvirus de brexitproblematiek volledig op de achtergrond is geraakt bij sommige kmo’s. Daar is een heel belangrijke taak voor Vlaanderen weggelegd om ze opnieuw wakker te schudden rond de nakende brexit.
Ik herhaal nog eens mijn voorstel om in de komende weken eens een hoorzitting te organiseren specifiek over de brexit, met deelname van VLAIO, FIT, UNIZO, Voka en andere stakeholders.
Minister Crevits heeft het woord.
Ik sluit me aan bij de bezorgdheden van de collega’s. We hebben twee grote opdrachten. We moeten iedereen bereiken bij de communicatiecampagnes, en de sectorfederaties hebben daar een specifieke rol in. We zullen achteraf moeten kijken of de middelen goed gebruikt zijn. We moeten dat eigenlijk op voorhand doen, daarom is VLAIO heel consciëntieus dat plan aan het opmaken om de juiste klemtonen te kunnen leggen.
Mijnheer Vanryckeghem, als er duidelijkheid is over het eindresultaat van de onderhandelingen, dan gaan we zwaar moeten inzetten op een grote informatiecampagne.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Dank u.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
We zullen dat nauw blijven opvolgen. We zien inderdaad in de media zoals de heer Vanryckeghem zegt, dat de brexit naar de achtergrond wordt geduwd. Dat is normaal door het COVID-19-virus, maar laten we er hier in de commissie en binnen de Vlaamse Regering zeker en vast voldoende aandacht aan geven. Daar rekenen onze ondernemers en de werknemers die daarvan afhankelijk zijn, op.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.