Report meeting Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Vorige legislatuur werd op mijn initiatief een voorstel van resolutie betreffende de vroegtijdige detectie en behandeling van postnatale depressie goedgekeurd. De essentie ervan was te komen tot een vroegtijdige detectie van de postnatale depressie om in een vroeg stadium de behandeling te kunnen opstarten.
Daarnaast is het essentieel de kennis over de behandeling van deze vrouwen die is opgebouwd in de moeder-babyeenheden in Zoersel en Sint-Denijs-Westrem, te verspreiden over heel Vlaanderen. De uitbouw van een perinataal centrum moest de kennis inzake fysisch en psychisch welzijn van moeder en kind delen met regionale ziekenhuizen.
In het regeerakkoord wordt benadrukt dat een kwalitatieve geestelijke gezondheidszorg toegankelijk, proactief, betaalbaar en nabij moet zijn. In dat kader werd bepaald dat het aanbod in de geestelijke gezondheidszorg verhoogd zou worden om zo sneller tegemoet te kunnen komen aan de zorgvraag. Daarbij lag de prioriteit, naast kinderen en jongeren, bij de perinatale geestelijke gezondheidszorg. Vanuit de moeder-babyeenheden wijst men dan ook vooral op het belang van grotere toegankelijkheid, eerder dan een grotere capaciteit van bedden.
Nabijheid van zorg is cruciaal. Een antennewerking zou hierbij de efficiëntie kunnen verhogen. Het zou dan concreet gaan over verschillende antenneposten verspreid over heel Vlaanderen waarbij men qua personeelsomkadering wil inzetten op multi- en transdisciplinariteit. De verspreiding van deze antenneposten zou bepaald worden door verschillende relevante indicatoren, zoals het bevolkingscijfer, de kansarmoede-index van Kind en Gezin en het percentage bevallen vrouwen met verhoogde tegemoetkoming. De antennewerking beantwoordt zo ook aan de exponentiële groei aan zorgnoden, in het bijzonder aan vragen naar thuisbehandeling en consult. Een antennewerking zou bovendien een minder grote investering zijn dan de oprichting van een totaal nieuwe moeder-babyeenheid en zorgt voor een betere spreiding en bereik.
Wat is de stand van zaken inzake het gebruik van het ontwikkelde getrapte screenings- en assessmentprotocol voor detectie van psychische problemen bij zwangere vrouwen in Vlaanderen? Wordt bij elke zwangere vrouw vandaag aan de hand van het screenings- en assessmentprotocol nagegaan of ze psychische problemen heeft? Zo niet, vanaf welke datum wil men dit wel als standaard invoeren?
In het regeerakkoord staat duidelijk dat men wil investeren in perinatale geestelijke gezondheidszorg. U hebt in de commissie van 18 februari verklaard dat de eerstelijnszone het ideale niveau is om een perinataal zorgpad uit te tekenen. Wanneer denkt u dat de perinatale zorgpaden op dat niveau ontwikkeld zullen zijn? Welk plan ligt er op tafel voor de perinatale geestelijke gezondheidszorg? Hoe zal worden omgegaan met de inzet van middelen?
Hoe staat u tegenover de oprichting van zo’n antennewerking en ziet u dit inpasbaar in het plan om het perinataal zorgpad te ontwikkelen op het niveau van de eerstelijnszone? In welk tijdspad voorziet u voor investeringen in de perinatale geestelijke gezondheidszorg?
Belangrijk is ook dat een huisarts bij vermoeden van postnatale depressie gericht kan doorverwijzen. De resolutie vroeg daarom een doorverwijzingsregister ter beschikking te stellen. Wat is daar de stand van zaken?
Minister Beke heeft het woord.
De regionale uitrol van het protocol en de implementatie van het ontwikkelde regionale zorgpad perinatale mentale gezondheid (PMG) in heel Vlaanderen is lopende. De verdere uitrol verloopt per provincie en wordt opgenomen door een duo: een regionale PMG-projectcoördinator en een regionale begeleider van het Vlaams Overlegplatform Geestelijke Gezondheid (VLOGG).
Bij de uitrol bleek dat er grote regionale en lokale verschillen zijn, onder andere op het vlak van zorgorganisatie. Interdisciplinaire samenwerking tussen perinatale zorgpartners en verbindingen met ggz-actoren (geestelijke gezondheidszorg) zijn nog niet overal vanzelfsprekend en vormen een blijvend aandachtspunt. In het voorbije projectjaar werd nagegaan welke partners noodzakelijk zijn om vanuit samenwerking op casusniveau in te spelen op de zorgnoden in een bepaalde regio.
Vanuit deze samenwerkingsvraag wordt de zorg zowel op inhoudelijk als organisatorisch vlak uitgebouwd. De coördinaten van de belangrijke verwijzers werden hierbij in kaart gebracht en er werden in heel Vlaanderen trajecten opgestart of reeds verder geïmplementeerd. De uitrol verloopt met andere woorden stapsgewijs. Het is een verhaal van vele partners waaraan er verder gebouwd wordt.
Door het uitbreken van de coronacrisis en de daaraan verbonden maatregelen die van kracht waren, werd de uitrol van het protocol ook sterk gehinderd. Voorzieningen gaven prioriteit aan andere taken, waardoor de uitrol van het protocol en de zorgpaden tijdelijk naar de achtergrond verschoof. Als gevolg hiervan hebben de projecthouders zich de voorbije maanden gefocust op het realiseren van de organisatie van acute perinatale psychische zorg over heel Vlaanderen in samenwerking met de Vlaamse Expertisecentra Kraamzorg. Dit najaar gaat men volop verder aan de slag met de implementatie van het protocol en de verdere uitbouw van de regionale zorgpaden.
In juni 2020 werd het protocol voor advies voorgelegd op de werkgroep Bevolkingsonderzoek. In dat advies staan een aantal werkpunten vermeld. Zorg en Gezondheid, Kind en Gezin en het Vlaams Expertise Netwerk Perinatale Mentale Gezondheid gaan met dit advies nu verder aan de slag om de zorgpaden te optimaliseren.
In lijn met het decreet betreffende de organisatie en ondersteuning van het geestelijke gezondheidsaanbod wordt er specifiek voor de perinatale geestelijke gezondheidszorg uitgegaan van een generalistische basiszorg, die zo dicht mogelijk in de natuurlijke omgeving van de gebruiker aangeboden wordt en van waaruit vlot geschakeld kan worden naar meer gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg die regionaal en/of supraregionaal georganiseerd wordt. Daarbij wordt ingezet op het realiseren van intersectorale verbindingen tussen perinatale partners en ggz-partners uit de regio.
In lijn met het regeerakkoord is er de volgende jaren binnen het uitbreidingsbeleid voor de geestelijke gezondheidszorg ook ruimte om te investeren in perinatale geestelijke gezondheidszorg.
Ik heb mijn administraties de opdracht gegeven om in samenwerking met het Vlaams Expertise Netwerk Perinatale Mentale Gezondheid tegen begin 2022 een Vlaamse visie te ontwikkelen waar alle perinatale partners achter staan en binnen deze visie de prioriteiten te bepalen met betrekking tot perinatale mentale gezondheid.
Momenteel zien we teveel individuele aanvragen om het bestaande aanbod te optimaliseren of deeltjes van het aanbod te versterken. Daarom is het van belang dat alle betrokken partners samen een visie uitwerken en dat er gedeelde prioriteiten bepaald worden. Aan de hand van deze Vlaamse visie zal er een traject uitgewerkt worden. Extra middelen zullen op basis van dit traject toegekend kunnen worden. De partners vanuit de eerste lijn worden meegenomen in deze oefening.
Zorgcontinuïteit garanderen betekent ook nabijheid van zorg. Daarbij moet worden afgewogen welke ondersteuning er vanuit generalistische basiszorg aangeboden kan worden en wanneer de inzet vanuit gespecialiseerde zorg noodzakelijk is. Het gaat erom dat de juiste expertise op het juiste moment ingezet moet worden en beschikbaar moet zijn.
Momenteel bedienen de twee moeder-baby-eenheden het hele Vlaams landschap vanuit twee locaties en pleiten ze voor de oprichting van antennes verspreid over Vlaanderen. De vraag is of dit de meest adequate investering is om de perinatale zorgpaden regionaal te versterken en signalen van psychische problemen effectief te kunnen toeleiden naar de gepaste zorg.
Zoals ik reeds heb aangegeven, zal ik, in afwachting van de Vlaamse visie met betrekking tot perinatale mentale gezondheid, geen individuele aanvragen financieren. Dit voorstel zal meegenomen worden in de denkoefening die nu gestart wordt door het Vlaams Expertise Netwerk Perinatale Mentale Gezondheid.
Wat uw vraag over het tijdspad betreft: de toekenning van het uitbreidingsbeleid is voorzien vanaf 2022.
Het voorstel uit de resolutie over een doorverwijzingsregister werd nog niet uitgewerkt. Ik zal aan de agentschappen vragen om dit voorstel verder te onderzoeken in het kader van die visieontwikkeling.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoord. Ik denk dat het heel belangrijk is dat we hier volop werk van maken. Ik ben ook heel blij dat u zegt hier de nodige middelen voor te zullen uittrekken. De moeder-baby-eenheid van Sint-Denijs-Westrem moet heel West-Vlaanderen en Oost-Vlaanderen bedienen. U kunt zich indenken dat men al een halve dag kwijt is voor het afleggen van een thuisbezoek in West-Vlaanderen. Dat is niet efficiënt. Daarom denk ik dat zo’n antennewerking een goed idee is.
In de hoorzittingen rond kraamzorg hebben we gehoord dat er veel meer zwangere en pas bevallen vrouwen zijn met angsten en depressieve klachten, ook omdat die ondersteuning thuis grotendeels is weggevallen. Dat is dus ook een belangrijk aandachtspunt in deze coronacrisis. We moeten ervoor zorgen dat die ondersteuning, net tijdens een zeer bijzondere periode in het leven, waarin er heel veel verandert, niet wegvalt.
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord en voor de vele stappen die gezet worden. We kijken zeker uit naar de ontwikkeling van die visie door het netwerk voor perinatale gezondheid en het traject dat ontwikkeld wordt. Daarvoor krijgt u mijn volle steun, minister.
Ik heb nog een bijkomende vraag. In de resolutie wordt ook gesproken over de samenwerking met het federale niveau voor de screening en behandeling van postnatale depressies. Bent u, na de lange afwezigheid van de Federale Regering, op de hoogte van enige evolutie daaromtrent? Is er al overleg geweest of wordt dat gepland? Kunt u wat meer duiding geven bij het overleg met de Federale Regering?
Minister Beke heeft het woord.
Uw vraag is niet of de afwezigheid van een volwaardige Federale Regering geleid heeft tot een toename van het aantal postnatale depressies? (Lacht)
Dat zal ik eens moeten navragen. Daar kan ieder het zijne over denken. Ik moet eens navragen of dat overleg verder opgenomen is. Ik denk dat dat nog niet erg actief geweest is, collega.
De vraag om uitleg is afgehandeld.