Report meeting Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Vorige week, op dinsdag 6 oktober, zijn er naar aanleiding van een online enquête van Knack over het vaccin tegen corona, afgenomen bij 1016 Belgen van 25 jaar en ouder, een aantal vaststellingen naar boven gekomen, met name dat 20 procent van de Belgen zich niet wil laten inenten met een vaccin tegen corona. Pierre Van Damme, de vaccinoloog, waarschuwt dat een goede campagne voeren heel belangrijk zal zijn. 12 procent van de Belgen zal zich ‘zeker niet’ laten inenten met een goedwerkend vaccin en 8 procent ‘waarschijnlijk niet’.
Dit is natuurlijk te vergelijken met de vaccinatiegraad voor het griepvaccin, dat slechts op 50 procent ligt voor de 65-plussers, ondanks steeds weerkerende campagnes.
In het voorstel van resolutie van de aanbevelingen door de coronacommissie is ook specifieke aandacht gegeven aan een duidelijk plan voor de uitrol van covidvaccinaties met de nadruk op een populatiebrede vaccinatie tegen de seizoensgriep en pneumokokken.
Sommige mensen zijn natuurlijk bang voor bijwerkingen van het vaccin en sommige mensen zijn gewoon tegen vaccinaties. Het zijn deze groepen mensen die we moeten sensibiliseren. Professor Van Damme zegt ook duidelijk dat het heel belangrijk is dat heel veel mensen zich laten vaccineren. Er zijn twee belangrijke voorwaarden om tot een goede groepsimmuniteit te komen. Ten eerste moet het vaccin bij 80 procent van de mensen werken, en dat weten we uiteraard nog niet. Ten tweede moet 70 procent van de bevolking zich laten inenten. Het wordt dus belangrijk om daarrond een goede campagne te voeren.
Daarom heb ik de volgende vragen aan u, minister.
Is er al zicht op hoe de prioritering, zoals voorzien in de aanbevelingen, tot stand zal komen?
Wordt er een speciale werkgroep opgericht waarbij experts advies zullen geven over de prioriteitengroepen die opgesteld zullen worden?
Hoe gaat men de communicatie voorbereiden en wanneer starten de eerste campagnes ?
Minister Beke heeft het woord.
Collega, er is op dit ogenblik nog geen ander concreet voorstel qua prioritering dan het advies van de Hoge Gezondheidsraad (HGR) waarover we in deze commissie al enkele keren gesproken hebben. De prioriteit gaat daar naar al wie in de gezondheidssector werkt, personen vanaf 65 jaar en patiënten tussen 45 en 65 jaar met bepaalde aandoeningen waardoor ze een verhoogd risico hebben om een ernstige COVID-19-infectie te ontwikkelen. Veel zal ook afhangen van welk type vaccin wanneer ter beschikking zal zijn en voor welke doelgroepen mogelijk een ander vaccin te verkiezen is dan het op dat moment beschikbare.
In België zijn nationaal verschillende groepen aan de slag om deze vaccinatie voor te bereiden. Naast de Hoge Gezondheidsraad gaat het enerzijds om een raad die specifiek voor deze vaccinatie adviezen voorbereidt.
Op beleidsvlak werkt anderzijds, in het kader van de interministeriële conferentie (IMC) ook de interkabinettenwerkgroep preventie aan de voorbereiding van de vaccinatie. Dat wil zeggen de prioritering, de communicatiecampagne, de aankoop van het vaccin, de aankoop van vaccinatiemateriaal enzovoort. Deze interkabinettenwerkgroep wordt ondersteund door een taskforce voor de praktische vertaling. In al die groepen zijn de verschillende overheden vertegenwoordigd. De interkabinettenwerkgroep laat haar voorstellen valideren door de IMC.
In Vlaanderen treft de Vaccinatiekoepel voorbereidingen om te zien hoe de nationale prioriteiten het best vertaald kunnen worden in concrete actie, rekening houdend met de Vlaamse vaccinatiestructuren. Er was reeds een eerste discussie in dat verband, en concreet start een werkgroep binnen de Vaccinatiekoepel op 14 oktober met de voorbereiding van de implementatie van deze vaccinaties. Hierbij zal rekening worden gehouden met de ervaring die opgedaan werd bij de vaccinatie tegen de pandemische griep elf jaar geleden, alsook met bruikbare ervaringen uit landen waar meer dan bij ons met campagnematige groepsvaccinatie gewerkt wordt.
Wat de communicatie betreft: ook hiervoor doet de Vaccinatiekoepel voor Vlaanderen, en in connectie met de eerder genoemde taskforce en interkabinettenwerkgroep, de nodige voorbereidingen. De werkgroep start op 14 oktober. Beide werkgroepen zullen hun activiteiten op elkaar afstemmen.
Er zal naar alle waarschijnlijkheid een gedifferentieerde campagne via verschillende media nodig zijn. Enerzijds zullen de artsen, andere vaccinatoren en de apothekers hiervoor de nodige informatie moeten verkrijgen. Anderzijds zal naar verschillende doelgroepen voor vaccinatie mogelijk op verschillende manieren gecommuniceerd moeten worden. Voor gezondheidspersoneel zal dit met name anders moeten dan voor het bredere publiek. Voor de eerste groep kan dan zeker inspiratie gehaald worden uit de campagnes en het draaiboek rond seizoensgriep dat de voorbije jaren ontwikkeld werd voor wie werkt in woonzorgcentra en ziekenhuizen, namelijk ‘Hou griep uit je team’.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor het uitgebreide antwoord. Ik onthoud twee zaken: dat er een brede communicatie gevoerd zal worden en dat we uiteraard aandacht zullen hebben voor de prioriteitengroepen.
Voorzitter, op uw vraag houd ik het heel kort. Ik heb ook geen slotwoord meer. Ik zal dit verder opvolgen en hierover nog schriftelijke vragen stellen.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Ik denk dat we inderdaad zo snel mogelijk een plan op tafel moeten hebben zodat we zeker en vast op tijd zijn. De vraag zal natuurlijk zijn: wie gaat wie vaccineren? Hebben we daar de nodige mankracht voor? Zal dat enkel gebeuren door artsen? Het best gebeurt dit inderdaad ook door andere profielen. Ten tijde van de Mexicaanse griep werd er bij ons in het cultureel centrum gevaccineerd door alle huisartsen samen. Dat is toen eigenlijk heel vlot verlopen. Dat zijn misschien denksporen die op tafel gelegd moeten worden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.