Report meeting Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Smeyers heeft het woord.
Minister, in uw beleidsnota staat met betrekking tot de ‘skaeve huse’ te lezen dat u wilt onderzoeken “op welke manier zware woonoverlast kan worden aangepakt, als een dialoog met de huurder of begeleidende maatregelen geen uitkomst meer bieden”. U ent dat op het Deense model, en u wilt nagaan of gelijkaardige initiatieven in Nederland om de leefbaarheid binnen sociale woonwijken te versterken, inspirerend kunnen werken.
In Nederland experimenteert de overheid sinds 2005 met wat zij met een raar woord ‘hufterwoningen’ noemen. Het concept, dat uit Denemarken kwam overgewaaid, heet in Nederland officieel ‘skaeve huse’ omdat men wou loskomen van de negatieve connotatie die het begrip ‘hufterwoningen’ inderdaad onmiddellijk oproept.
De ‘skaeve huse’ of 'hufterwoningen' zijn kleinschalige projecten van een tiental woongelegenheden die op een geschikte locatie gevestigd worden. Meestal gaat het om prefabwoningen of wooncontainers. Het zijn sobere, vrijstaande eenpersoonswooneenheden, buiten een woonwijk. De woonunits zijn zelfstandige eenheden, voorzien van een keukenblok en douche. Ze zijn heel klein.
Het speciale eraan is dat er dagelijks een sociaal beheerder langskomt om de leefbaarheid te waarborgen. Het gaat meestal om bewoners die de reguliere hulpverleners omschrijven als ‘vastgelopen’ en waarmee het lastig samenleven is in de sociale woonwijk. De doelgroep bestaat hoofdzakelijk uit ex-psychiatrischepatiënten, ex-gedetineerden en ex-drugsverslaafden die niet of nog niet kunnen aarden in een reguliere of een andere aangepaste woonomgeving. Die omkadering is cruciaal. De bewoners worden intensief begeleid, opgevolgd en bijgestuurd. De omwonenden moeten ook goed worden geïnformeerd over de aard van de bewoning en de buren, eventueel met plaatsbezoeken.
In het begin is er weerstand, wat begrijpelijk is. Dat is altijd zo, zeker met zulke projecten. Uit de Nederlandse projecten blijkt echter dat die weerstand wel snel wegebt en dat het aantal klachten uit de buurt erg beperkt blijft. Een vaste stek vinden om ‘skaeve huse’ op te richten is natuurlijk ook vaak een probleem. Alleen al door de benaming en het ad-hockarakter zijn locaties moeilijk te vinden en moet men na tien jaar vaak op zoek naar een nieuwe stek. Een maatschappelijke verankering van het project is echter wel nodig, zoals in Denemarken. Daar zijn de locaties blijvend gemaakt.
Daarenboven speelt nog het ideologisch steekspel. De ene bekijkt dit als een verbanning uit de samenleving en vindt dat dat niet mag, maar kampt dan wel met de vraag wat je doet met mensen die zich helemaal niet willen schikken en zich niet willen re-integreren in de samenleving. Vaak gaat het dan over ex-gedetineerden. Soms hoor je dan weer zeggen dat zo’n vrijstaande woning geen beloning mag zijn voor zo’n hufterig gedrag.
Minister, hebt u intussen al, geïnspireerd door de Deense ‘skaeve huse’ of hun Nederlandse evenknie, laten onderzoeken op welke wijze zware woonoverlast bij ons kan worden aangepakt? Zo ja, door welke instellingen en instanties gebeurde dat, en hebt u al enig resultaat van dat onderzoek?
Minister Diependaele heeft het woord.
Mevrouw Smeyers, dank u wel voor uw vraag, al denk ik dat mijn antwoord veeleer kort zal zijn. We hebben een heel ambitieuze beleidsnota, maar we kunnen niet alles tegelijkertijd uitvoeren. Daarom wordt er in het overzicht van de beleids- en regelgevingsinitiatieven achteraan in de beleidsnota een onderscheid gemaakt tussen de decreetswijzigingen met betrekking tot de Vlaamse Codex Wonen van een eerste fase in 2021 en die van een tweede fase in 2023. U zult zien dat het onderzoek naar initiatieven die geïnspireerd zijn door de Deense ‘skaeve huse’ of gelijkaardige initiatieven in Nederland, met de 'hufterwoningen', in een tweede fase is ondergebracht. Het is dus in de tweede helft van de legislatuur dat we dat zouden doen.
Ik kan u wel meegegeven dat in de proefomgeving nieuwe woonvormen een pilootproject Skaeve Huse is opgenomen van OCMW Antwerpen en Woonhaven Antwerpen. Dat project is evenwel nog niet opgestart omdat de eerste zoektocht naar een locatie die aan alle projectcriteria voldoet, niets opleverde. U verwees zelf al naar die zoektocht. Er zal nu een nieuwe poging worden ondernomen om een geschikte locatie te vinden.
Bij de verdere uitwerking van initiatieven in verband met ‘skaeve huse’ zal uiteraard verder worden afgegaan op de ervaringen uit Denemarken en Nederland, en zal er ook worden overlegd met de initiatiefnemers van het Antwerpse pilootproject. De verdere uitwerking daarvan is echter voor de tweede helft van de legislatuur.
Mevrouw Smeyers heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord, dat kort was, en ik heb daar alle begrip voor. Het staat in uw beleidsnota, en het staat ook in het regeerakkoord. We kunnen er dus van overtuigd zijn dat u dat wel ter harte neemt. Ik denk dat, in tegenstelling tot de nieuwe Belgische regering, de Vlaamse Regering de rit wél zal uitrijden. U hebt dus nog tijd om dat te realiseren. Wij willen er u gewoon op wijzen dat wij ter beschikking staan als parlement. Als wij iets kunnen betekenen bij het uitwerken of voorbereiden daarvan, dan horen we het graag. We zien uw onderzoek en uw initiatieven ter zake graag tegemoet.
De heer De Gucht heeft het woord.
Ik wil een kleine opmerking maken. U zegt dat er in Antwerpen een eventuele opstart is om te onderzoeken waar er locaties zijn. Aangezien zo'n project voor de buurt – en collega Smeyers heeft ernaar verwezen – altijd een ervaring is of toch een nieuwe ervaring is, is het misschien interessant om een oproep te doen, zelfs al gaat het over de tweede legislatuur wat investeringen betreft. Men zou een oproep kunnen doen naar de andere steden en gemeenten die eventueel in zo'n proefproject zouden willen stappen om mee te onderzoeken of zulke initiatieven/woonvormen mogelijk zijn in Vlaanderen. Dat betekent niet noodzakelijk dat men de financiële impact gaat voelen maar wel dat men de voorbereiding of het aftasten wat mogelijk is of niet, zou kunnen doen in de aanloopfase.
Minister Diependaele heeft het woord.
Voor alle duidelijkheid: het gaat hier over een initiatief van het lokaal bestuur zelf. Ze zijn er zelf mee op de proppen gekomen en zijn zelf op zoek gegaan naar de locatie. Daar verwijs ik naar. Ze hebben in Antwerpen er zelf het initiatief toe genomen.
Mevrouw Smeyers heeft het woord.
De heer De Gucht en ik zijn collega's in Aalst en in het parlement.
Minister, misschien heeft Antwerpen meer middelen om het zelf te realiseren, maar zoals ik al zei is het parlement een bondgenoot, maar ook de lokale overheden kunnen bondgenoot zijn in een eventueel experiment voor onderzoek naar het welslagen van zulke projecten als ‘hufterwoning’ en ‘skaeve huse’. Ik zeg niet dat Vlaanderen dit volledig moet financieren maar het is misschien wel een mogelijkheid om te onderzoeken waar in een voorbereiding of in een fase voorafgaand aan uw wetgevende initiatieven, lokale overheden en steden en gemeenten u kunnen ondersteunen.
Ik ondersteun de opmerking van Jean-Jacques De Gucht.
Minister Diependaele heeft het woord.
Ik wil het Aalsters onderonsje niet onderbreken, maar er is op een bepaald moment vanuit de Vlaamse overheid een oproep geweest naar projecten rond alternatieve woonvormen. Collega De Gucht, we hebben het er in het verleden ook al over gehad toen het over ‘tiny houses’ ging. Er is één projectoproep geweest. Alle lokale besturen hebben toen de kans gehad om mee te gaan en om een voorstel in te dienen. Het kon eender wat zijn, zoals ‘tiny houses’, maar die zaten er niet in, als ik het mij goed herinner. Elk lokaal bestuur heeft er de kans toe gehad. En Antwerpen heeft op eigen initiatief een voorstel gedaan rond die gastenwoning ‘skaeve huse’. Elk lokaal bestuur heeft dus de kans gehad. Wij rekenen natuurlijk op de inbreng van lokale besturen. In het Woonbeleid zijn zij cruciaal om dat uit te werken. Het is ook zo geweest: ze hebben er de kans toe gehad. Ze worden sowieso betrokken bij de nieuwe regelgeving, maar als er natuurlijk nieuwe initiatieven worden genomen door één lokaal bestuur... Elk lokaal bestuur heeft de kans gehad.
De vraag om uitleg is afgehandeld.