Report meeting Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Er is vorig jaar beslist om een hervorming door te voeren van organisatiegebonden kosten. Dat is een heel goede zaak, want dat is internationaal gebenchmarkt en daaruit hebben wij geleerd dat die organisatiegebonden kosten bij ons hoger liggen dan in andere landen. Het gaat om kosten die gemaakt moeten worden maar die niet naar rechtstreekse zorg gaan. De geplande hervorming was bedoeld om meer middelen naar mensen te laten gaan voor zorg en iets minder middelen naar alles wat daarboven is, zoals administratie enzovoort.
Die organisatiegebonden kosten zijn heel verscheiden. Er zijn beheerskosten en organisatiegebonden kosten. Als je zelf een zorg- en assistentiecash organiseert, dan krijg je daarop 11,94 percent bovenop je budget. Dat zijn dan beheerskosten. Het probleem met die beheerskosten is dat het heel onduidelijk af te bakenen is wat zorg is en wat administratie is. In de praktijk worden die beheerskosten immers ook ingezet voor zorg. Als je daarop gaat besparen, dan zit je niet alleen aan de organisatiegebonden middelen maar ook aan de zorg voor mensen. Verschillende organisaties hebben dat probleem aangekaart. Zij hebben ook een alternatief voorgesteld. Het komt erop neer dat bij de toelatingsprocedure efficiëntiewinsten geboekt kunnen worden.
Minister, hebt u kennisgenomen van die alternatieve voorstellen? Denkt u dat een hervorming van die vermindering van die beheerskosten opportuun is? Hoe ziet u die scheiding tussen administratie- en beheerskosten, waarvan een deel toch ook naar de zorg van mensen gaat?
Minister Beke heeft het woord.
Ter gelegenheid van de begrotingsbesprekingen voor het jaar 2020, in het najaar van 2019, werd aan de gebruikers en bijstandsorganisaties gevraagd om voor de voorziene besparing ten belope van 2 miljoen een voorstel te formuleren en dit tijdig kenbaar te maken zodat de Vlaamse Regering hiermee rekening zou kunnen houden. Concreet werd hun gevraagd om dit voorstel uiterlijk in de maand juni 2020 te formuleren. In eerste instantie hadden de organisaties te kennen gegeven hiervoor geen voorstel te willen formuleren.
Op 3 augustus werd alsnog een brief aan het kabinet en het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) verstuurd waarin door Absoluut, de Katholieke Vereniging Gehandicapten (KVG), Onafhankelijk Leven en de Vlaamse Federatie van Gehandicapten (VFG) een alternatief wordt voorgesteld voor de geplande besparing van 2 miljoen euro op de beheerskosten.
Vanuit het kabinet werd aan het VAPH gevraagd om het alternatieve voorstel te onderzoeken en te bespreken binnen de overlegorganen van het VAPH. Door het laattijdig formuleren van het voorstel is er nog geen mogelijkheid geweest om de voorstellen te bespreken binnen de schoot van het raadgevend comité binnen het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, dat een gedragen formeel advies hierover zou kunnen verstrekken. Daar de begrotingsbesprekingen binnen de Vlaamse Regering eerder zullen verlopen, heb ik zelf al kennisgenomen van dit voorstel.
De efficiëntiewinsten door de oprichting van de Vlaamse Toeleidingscommissie zijn marginaal en vallen binnen de werkingskosten van het agentschap. Op die manier is deze piste geen valabel alternatief.
Ik sta open voor het voorstel tot hervorming van de toeleidingsprocedure, met name het achteruitschuiven van het afnemen van een uitgebreid zorgzwaarte-instrument en het opstellen van een ondersteuningsplan pas op het ogenblik dat er zicht is op een terbeschikkingstelling van een budget binnen een redelijke termijn.
Ik mis de tweede bladzijde van het antwoord. Ik bezorg het u.
Dat is geen probleem voor de vraagsteller en voor mij ook niet.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Ik heb daar geen probleem mee, minister. Het was een vrij duidelijk antwoord. U mag de rest gerust schriftelijk bezorgen. Ik wil gewoon als semirepliek geven dat er opgepast moet worden met die beheerskosten omdat daar echt wel een zorggebonden component in zit. Daarop besparen kan niet de bedoeling zijn, integendeel. Het is de bedoeling de organisatiegebonden middelen daarvoor te heroriënteren.
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Ik neem aan dat dat antwoord dan aan de commissiesecretaris wordt bezorgd, zodat we het allemaal kunnen lezen.
Ik ben het eens met mijn collega: de beheerskosten worden heel vaak gebruikt voor de zorg. Dat is een groot verschil met de organisatie van de kosten. Ook in het regeerakkoord spreekt men over de organisatie van de kosten, niet over de beheerskosten. Ik heb dat al meerdere malen gezegd.
Minister, we moeten echt opletten dat men niet aan de zorg komt. Mensen met een persoonlijkeassistentiebudget (PAB) hebben maximaal 40.000 euro, dat is al veel minder dan andere budgetcategorieën. Ze hebben die beheerskosten vaak echt wel nodig om hun zorg te kunnen betalen.
Hebt u zicht op de kosten van de voorstellen die de verschillende groepen deden? Als men toch moet besparen op de beheerskosten, komt men met hun voorstellen toe aan 2 miljoen euro?
Minister Beke heeft het woord.
Ik heb pagina 2 teruggevonden. Ik zal het aflezen, het is maar één paragraafje. Het is ook een antwoord op de vraag van mevrouw van der Vloet.
We gaven ook al aan dat de hervorming van de toeleidingsprocedure een must is. Evenwel wordt de besparing door deze hervorming door het VAPH slechts geraamd – dat is uw antwoord, mevrouw van der Vloet – op een paar honderdduizend euro, 400.000 à 500.000. Op die manier kan het ook enkel aangereikt worden als een deeloplossing. Een bijkomend voorbehoud is dat de hervorming pas ten vroegste vanaf 2023 operationeel zal zijn omdat de juridische basis moet worden gecreëerd en het proces grondig moet worden uitgetekend en geïmplementeerd.
De conclusie is dan ook dat de voorstellen niet aanzien kunnen worden als een volwaardig alternatief besparingsvoorstel voor de begroting 2021.
De vraag om uitleg is afgehandeld.