Report meeting Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Zoals u weet, is er een financiële compensatie tijdens de coronaperiode geweest voor mensen met een beperking die hun kinderen of hun voogdkinderen thuis verzorgen. Die compensatie was eerst 8,5 procent van het persoonlijkeassistentiebudget (PAB) of van het persoonsvolgend budget (PVB) voor meerderjarigen dus. Dat is nadien verhoogd tot 17 procent op 3 augustus. Die 17 procent loopt 30 september 2020. Dan rijst de vraag, aangezien er nog steeds mensen zijn die thuiszitten, ook in het nieuwe normaal – daar zijn aantallen over genoemd tijdens de laatste coronacommissie – of die financiële steun wordt voortgezet. Dat zou dan procentueel neerkomen op 25 procent van het PAB of het PVB als dat zou lopen tot het einde van het jaar. Mijn vraag is duidelijk: zit zo’n verlenging erin?
Minister Beke heeft het woord.
Vanuit het kabinet hebben we bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) aangedrongen om de focusgroep samen te roepen om de compenserende maatregelen te evalueren. Dat overleg heeft plaatsgevonden op 4 september. Het voorstel om de maatregel te verlengen én de bijkomende mogelijkheden binnen cashbesteding te verhogen tot 25,5 procent, is daar ook besproken. Door die verhoging komen we tegemoet aan een deel van de gebruikers die nog niet in de mogelijkheid zijn om de doorstart naar het nieuwe normaal te maken. Ik heb aan het VAPH gevraagd om een nieuw ministerieel besluit op te maken. Ik verwacht dat eerstdaags.
Ondertussen is het grootste aandeel van de overeenkomsten opnieuw opgestart: 88 procent van de PVB’s, 91 procent van de ondersteuning in multifunctionele centra (MFC’s) en 82 procent van de ondersteuning binnen de rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH).
Aangezien ons signalen bereiken dat nog niet alle ondersteuning volledig weer opgestart kan worden en er nog enkele knelpunten blijven, zoals vervoer dat rekening houdt met de coronamaatregelen, gaan we inderdaad de budgetoverschrijding nog langer aanhouden.
Het al dan niet verlengen van de maatregel wordt niet gekoppeld aan de kleurcodes. Het betreft een globale maatregel die voor alle budgethouders PVB en PAB van toepassing is.
De communicatie zal net als voorheen gebeuren aan de hand van een infonota voor de professionele organisaties – aan wie dan gevraagd wordt hun gebruikers te informeren – en een mededeling aan de budgethouders. Die communicatie zal ook op de website van het VAPH verschijnen en via een nieuwsbrief actief gecommuniceerd worden. Ook betrekken we hierbij de gebruikersorganisaties, bijstandsorganisaties en de Federatie van Ouderverenigingen en Gebruikersraden in voorzieningen voor personen met handicap (FOVIG).
Het VAPH hanteert de normale procedure voor het vergoeden van kosten die gemaakt worden in het kader van een-op-eenovereenkomsten, namelijk cashbesteding. Die procedure blijkt bij personen die hun PVB in full voucher besteden inderdaad minder bekend en daardoor onwennig. Zowel het VAPH zelf als de bijstandsorganisaties bieden echter hands-on ondersteuning, zowel wat betreft de overeenkomsten zelf als wat betreft het indienen van de kosten.
Ook infoloketten kunnen daar mee in ondersteunen. Dat behoort ook tot hun takenpakket en daar krijgen zij dus ook subsidies voor.
Graag wijs ik erop dat bij de inzet van het PAB en het PVB in cash vooral ook moet worden voldaan aan de arbeidswetgeving en vrijwilligersregelgeving. Dat zorgt voor een bijkomende complexiteit.
Het aanbieden van een louter forfaitaire vergoeding zou een deel van de complexiteit kunnen wegnemen, maar dat belet niet dat ook aan andere wetgeving moet worden voldaan. Dat maakt het bovendien onmogelijk om de besteding van de middelen die de Vlaamse Regering daarvoor vrijmaakte, concreet te verantwoorden.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Ik vind het een heel goede zaak dat die verlenging er komt.
Oorspronkelijk was er in 10 miljoen euro voorzien voor die tijdelijke compensatie. Ik vraag me af of u weet hoeveel er van dat budget nog over is. Ik stel die vraag ook in het licht van de mensen die momenteel zonder PAB of PVB zitten. Dat zijn mensen die op de wachtlijst staan. Zij hebben tijdens de hele coronaperiode niet kunnen genieten van een extra zorgcompensatie. We hebben dat ook tijdens de coronacommissie gehoord. Dat zijn mensen die normaal al in de kou stonden, en die staan tijdens de vrieskou nog harder in de kou, als ik het plastisch mag uitdrukken. Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn. Mijn vraag is eigenlijk: als er van het budget van 10 miljoen euro nog iets overschiet, is er dan mogelijkheid om dat te heroriënteren naar mensen die zonder PAB of PVB zitten?
Mijn tweede vraag is eerder een opmerking. Ik hoop wel dat de verlenging snel in voege kan gaan. Het engagement is geuit, maar ik hoop dat het ook snel bezegeld kan worden. De vorige keer heeft dat misschien iets te lang aangesleept. Dat zorgt natuurlijk voor veel onduidelijkheid bij de mensen. Als die beslissing nu genomen is, laten we ze dan snel ondertekenen zodat dat snel naar iedereen gecommuniceerd kan worden.
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Ik denk dat dit een zegen is voor een bepaalde groep mensen, maar ik heb hier toch nog wel bepaalde vragen bij. Ik heb die ook geuit in de coronacommissie, want ik vraag me af … De focusgroep heeft het bekeken, maar wat is juist het probleem? Waarom hebben die mensen die 17 procent of, als u het gaat optrekken, 25,5 procent nodig? U haalt vervoer aan. Dan vraag ik me af of we het probleem rond vervoer niet kunnen aanpakken zoals bijvoorbeeld bij het onderwijs. In het onderwijs heeft men gezegd: ‘Die kinderen zitten te lang op de bus. Er moeten bussen bij komen. We gaan dat van bovenuit regelen. We zorgen dat er daar 2 miljoen euro voor vrijgemaakt wordt. We gaan ervoor zorgen dat de kinderen in de school geraken.’ Nu schuif je de verantwoordelijkheid eigenlijk af op de ouders. De ouders moeten iemand gaan zoeken die het kind naar het dagcentrum brengt. De ouders moeten een administratief contract opstellen. De ouders moeten zien dat het geen een-op-eencontact is, dus niemand die om de hoek woont en ook naar het dagcentrum moet. Neen, die moeten allemaal in een aparte wagen omdat het maar over een-op-eenovereenkomsten gaat. Waar vindt men die hulp? Gaat men die meteen vinden? Ze zijn het niet gewoon om met cash te werken.
We hebben dat allemaal gehoord in de coronacommissie. Administratief is het heel moeilijk. Men vindt geen hulp, want men is het niet gewoon om met cash te werken. Bent u ervan overtuigd dat men door de verhoging iedereen zal bereiken die het nodig heeft? Of zou het andersom ook werken, zoals bijvoorbeeld bij het onderwijs? Dat u zegt: ‘We trekken x-aantal miljoen euro uit en we gaan ervoor zorgen dat die voorzieningen bijvoorbeeld meer busjes hebben om het vervoer te regelen.’
Het probleem is ook aangehaald dat mensen zich onveilig voelen omdat de ruimte te klein is. Bijvoorbeeld een parochiezaal huren zou een mogelijke oplossing zijn. Het VAPH stelde dat bijvoorbeeld voor. Maar dan is de vraag: zou dat ook mogelijk zijn vanuit die 10 miljoen euro? Voor die mensen is het veel minder administratie. Ze moeten er zelf niets voor doen, maar ze kunnen wel bijvoorbeeld, omdat het dagcentrum uitbreidt, naar het dagcentrum gaan. Ik denk dat het ook heel belangrijk is, minister, om te kijken of het vanuit angst is dat mensen nog niet durven op te starten. Daar zit een grote brok. Mijn grote bekommernis is het uitbreiden van het budget. Halen we daarmee wel de juiste reden aan? Kunnen we daar wel genoeg mensen mee bereiken? Bereiken we daar op zich iedereen mee?
Mevrouw Jans heeft het woord.
Ik vind het bijzonder positief dat die budgetoverschrijding voor die doelgroep die aangaf dat nodig te hebben, aangehouden kan worden. We hebben daarover vorige week ook van gedachten gewisseld in de coronacommissie. Ik heb daar toen ook de vraag gesteld: wat kunnen we doen? Welke organisaties moeten we betrekken om de mensen bij te staan in de beslissing die ze moeten nemen: de bijstandsorganisaties, de gebruikers, FOVIG? We hebben ze gehoord. U hebt ze genoemd. Het is heel belangrijk dat we onze bijstandsorganisaties goed equiperen want het is inderdaad hun taak om die ouders bij te staan en daarin te helpen.
Ik wil nog vaststellen dat dit maatregelen met extra budgetten zijn die wij nemen naar aanleiding van de coronacrisis. Maar ondanks corona maken wij toch ook werk van het nodige uitbreidingsbeleid. Ik vind het heel positief om die twee sporen te bewandelen.
Nog één korte opmerking, voorzitter. Wij hebben in deze commissie jarenlang gepleit voor een persoonsvolgende financiering. Die is er, en ik draag die een warm hart toe. Een van de gevaren waarvoor ik vaak waarschuwde, was dat de solidariteit binnen de voorzieningen onder druk zou komen te staan. Persoonsvolgend betekent een-op-een. In de voorzieningen was er vroeger dikwijls een collectief waarbij men dingen samen kon doen, samen voor een hele afdeling, samen voor een hele leefgroep. We moeten een evenwicht zoeken tussen het pure persoonsvolgende en dingen die wij misschien toch beter samen doen, zoekend naar wat het beste is voor mensen met een handicap.
Minister Beke heeft het woord.
Ik vind dit een boeiend debat, zeker ook de tussenkomst van collega Jans, die inspeelt op wat mevrouw van der Vloet heeft gezegd. Dat toont aan dat, zoals ik daarstraks al heb gezegd, het moedige midden meestal wel de juiste en de beste antwoorden geeft.
Heel concreet, collega Vande Reyde, denk ik dat er half september ongeveer 2,5 miljoen euro was ingezet. Het ministerieel besluit is al gemaakt, het zit ook al bij de Inspectie van Financiën. Ik hoop dat wij daar snel mee kunnen gaan. Zoals daarjuist gezegd door collega Jans, worden ouders ondersteund door bijstandsorganisaties, die daartoe ook in deze omstandigheden de opdracht hebben. Als wij cashgebruikers willen ondersteunen op een snelle manier, dan moeten wij van de huidige procedures gebruikmaken. Dat betekent niet dat wij niet moeten nadenken om in de toekomst andere manieren te zoeken om het bij een volgende golf anders aan te pakken. Maar nu waren wij wel genoodzaakt het op deze manier te doen.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Uit uw laatste zin, minister, leid ik af dat er geen steun kan komen voor personen zonder budget. Ik ga daar niet helemaal mee akkoord, ook omdat wij die mensen wel degelijk weten te vinden als wij dat zouden willen. Maar ik verneem dat dit bij de uitbreiding wel het geval zal zijn.
Ik ga ook niet helemaal akkoord met de opmerking van mevrouw Jans dat de collectieven niets meer gezamenlijks kunnen doen. Persoonsvolgend budget staat niet in de weg dat mensen gezamenlijke activiteiten doen. Persoonsvolgend budget stopt de mensen niet in aparte silo’s, verre van. Persoonsvolgende financiering maakt zorg op maat mogelijk.
De vraag om uitleg is afgehandeld.