Report meeting Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Report
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Minister, ik zal het heel kort houden. Deze vraag om uitleg sluit aan bij mijn vorige vraag om uitleg en ik zal alles niet opnieuw helemaal uitleggen. Wat de ‘City of Things’-oproep betreft, hebt u gelijk. Dat is echt een fantastisch project. U hebt er goed aan gedaan dat nog te versterken.
Mijn vraag is eenvoudig. De projectoproepen zijn afgesloten. Hoe zult u zorgen voor de kennisdeling en de matching tussen de gemeenten? Hoeveel projecten zijn ingediend? Hoe zult u ervoor zorgen dat de gemeenten van elkaar kunnen leren?
Minister Crevits heeft het woord.
Voorzitter, tegen de deadline van 30 juni 2020, zijn 41 vooraanmeldingen van projecten ingediend. We kunnen dus van een grote respons spreken. Van die 41 vooraanmeldingen zijn er 38 ingediend door lokale besturen en door intercommunales en provinciale overheden in opdracht van lokale besturen. Het is een voorwaarde van de oproep dat enkel lokale besturen projecten kunnen indienen. Pas als de definitieve projectvoorstellen zijn ingediend, zullen we zicht hebben op het totale bedrag aan aangevraagde steun. De maximale enveloppe bedraagt 2 miljoen euro uit de steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Dat is maximaal 40 procent van het totaalbudget.
Er is heel breed over de oproep gecommuniceerd. Op 8 juni 2020 is nog een online infosessie georganiseerd. De vooraanmeldingen vormen de eerste stap in de opmaak van een kwaliteitsvol project. Daarop volgt feedback, wat op 13 juni 2020 is gebeurd. Dan kan een definitief projectvoorstel worden ingediend. Er moeten heel wat stappen worden gezet. Voor de begeleiding bij de opmaak van het projectvoorstel kan de indiener gebruik maken van de dienstverlening door de zeven provinciale en stedelijke contactpunten van het EFRO. Om meer tijd te geven om kwalitatieve projecten uit te werken, is de datum voor de definitieve indiening van 14 augustus 2020 naar 30 september 2020 verschoven.
De voorstellen worden volgens een transparante en objectieve procedure beoordeeld. Eerst wordt de ontvankelijkheid nagegaan. Dan is er een kwalitatieve afweging van de ontvankelijke projectvoorstellen. Dan volgt een beslissing door de managementautoriteit op basis van alle ondersteunende documenten. Ik ben die managementautoriteit niet. Dat is extern.
Mijnheer Vande Reyde, de opgebouwde kennis is uw grote bezorgdheid en ik ben het daar eigenlijk mee eens. De disseminatie van de projectresultaten vormt een belangrijke criterium in de beoordeling van de projecten. Dit zit mee in die beoordeling ingebakken. Er wordt gevraagd om de resultaten van het project zeer actief te delen. De relatieverspreiders van de lokale overheden en van het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) zouden die resultaten moeten verspreiden. Dat die kennis zich over heel Vlaanderen zou verspreiden, zit hier mee in ingebakken.
Ik mag nog niet zeggen wie projecten heeft ingediend, maar het is uw bezorgdheid dat de kleintjes ook in aanmerking moeten komen. Tot de definitieve goedkeuring weten we het niet zeker, maar we zien aan wie de projecten indient dat onze inspanningen om breed reclame te maken, hebben geloond.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Minister, ik denk dat de complimenten hierover niet zullen stoppen. Het is echt een supergoed project om de kennis tussen de gemeenten te delen. Diest is een stad, maar het is wel een kleine stad. We hebben ook een project ingediend. Wat ik fantastisch vond, is dat we luttele dagen na de indiening direct uitgebreide feedback over de sterke punten en aanbevelingen voor de samenwerking met andere gemeenten en steden hebben gekregen. Eind augustus 2020 wordt zelfs een speciale online sessie georganiseerd om steden en gemeenten met elkaar te matchen. Ik vind dit fantastisch. In plaats van op de beoordeling te wachten, is ons verteld dat het een tof project is, maar dat er zo nog andere zijn en dat we zullen worden samengebracht. We zullen dan zien waar de gemeenschappelijke punten liggen. Zo wordt de koe bij de horens gevat nog voor de projecten inhoudelijk worden beoordeeld. Dat is echt de weg die we verder moeten volgen.
Ik wil nog een laatste compliment geven. Ik heb deze week de communicatie over de scale-ups, de start-ups en het aantrekken van buitenlandse investeringen gezien. Dat is een heel ander onderwerp, maar ik vind dat fantastisch. Ik heb hierover vorige week een vraag om uitleg gesteld. Dat is de weg die we op dit vlak verder moeten volgen.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik wil me aansluiten bij de vorige vraag en wil nogmaals het concept van het vuurtorenmodel benadrukken. Verder zullen we de ingebouwde garanties uiteraard moeten evalueren. Na de uitvoering van deze projecten zullen we moeten bekijken of deze kennisdeling voldoende is, maar ik denk dat het daarvoor nu nog te vroeg is.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Het belang van de integratie van digitale technologie door bedrijven, in het bijzonder door onze Vlaamse kmo’s, werd inderdaad de voorbije maanden overvloedig aangetoond en zal een rol blijven spelen. Mijn fractie ondersteunt dan ook volmondig de initiatieven die u hiervoor neemt, minister. We onderschrijven ook de vragen van de heer Vande Reyde. We hebben in dit parlement vaak de mond vol van het ‘versterken van’, ‘inzetten op’, ‘een prioriteit maken van’... Het is echter niet altijd even evident om ons daar iets concreets bij voor te stellen. Ik wil de recentste Digital Economy & Society Index (DESI) aangrijpen om ons beleid en zeker onze ondernemers in de bloemetjes te zetten. Ik doe vandaag dus mee aan het geven van complimentjes.
We hebben het in dit parlement voortdurend over wat beter moet. Dat is ook terecht. Laat dat echter geen beletsel zijn om te benoemen wat we goed doen. Bij de factor ‘integratie van digitale technologie door bedrijven’ lezen we in dat rapport het volgende: de topperformers zijn Ierland, Finland, België en Nederland. We staan daar inderdaad op de derde plaats, collega’s. Jawel, voor de Nederlanders. Dat doet soms deugd.
In deze editie van de index is overigens een inleiding toegevoegd met de factoren die het belangrijkst zijn voor het economisch herstelbeleid, waarbij de integratie van digitale technologieën expliciet genoemd wordt als een van de vier belangrijkste. Bij dezen ga ik dus akkoord met collega Vande Reyde – niet voor de eerste keer – om hier volop op in te zetten.
Minister Crevits heeft het woord.
Bedankt voor de aanvullende opmerkingen. Mijnheer Vande Reyde, ik zal u nog een beetje gelukkiger maken: naast de conceptnota die vorige vrijdag goedgekeurd werd door de regering, hebben we ook beslist om een kapitaalsverhoging door te voeren voor imec.istart, onder andere om start-ups die evolueren naar scale-ups duurzame ontwikkelingskansen te bieden. We maken daar een ‘evergreen’-fonds van. Dat is ook echt wel van belang. Ik vind die investeringen in alles wat te maken heeft met smart-toepassingen echt wel de toekomst. We zitten in Vlaanderen in een ideale omgeving, met al onze kennisinstellingen en met ons programma rond artificiële intelligentie. Het is nu dus het moment om daarin doorbraken te realiseren.
Er zijn natuurlijk ook een aantal punten waaraan we nog moeten werken, zoals de infrastructuur – 5G – en de competenties. Een sterk punt is alvast de integratie van ICT in de bedrijven. Ik hoor van mensen die het kunnen weten dat Diest ook zeer geïnteresseerd blijft in de projecten die we lanceren.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Dat komt waarschijnlijk doordat Diest een goede schepen voor Smart Cities heeft.
De vraag om uitleg is afgehandeld.