Report meeting Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Minister, het Fietsteam werd in 2010 opgericht onder toenmalig minister van Mobiliteit Hilde Crevits. Het team brengt de betrokken actoren uit verschillende overheden samen en stelde onder andere een meerjareninvesteringsprogramma op. Zij bepalen ook welke dienst of overheid instaat voor de realisatie van onderdelen van het Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk (BFF) met als doel de verschillende infrastructuurwerken op elkaar af te stemmen en missing links in het BFF snel op te lossen.
In 2017 was het Rekenhof in zijn verslag kritisch over de realisatie van de fietspaden en de werking van het Fietsteam. Ik herinner me nog de kritiek op de trage realisatie van het BFF. Volgens het Rekenhof zou het nog meer dan vijftig jaar duren voor het BFF klaar zou zijn. Het had echter eind 2012 al klaar moeten zijn. We moeten dan ook durven te zeggen dat het Fietsteam misschien niet altijd geweldig werkt.
Om die reden heeft mijn partij in haar verkiezingsprogramma gepleit voor een proactievere aanpak door de administratie en voor de oprichting van een FAST-team of een projectteam om de realisatiegraad te verhogen. Dit voorstel is in het Vlaams regeerakkoord opgenomen. Het projectteam zou in het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (Departement MOW) worden georganiseerd.
Tijdens de voorbije lockdown hebben we heel wat mensen op de fiets zien gaan. Meer dan ooit is fietsveiligheid een thema dat leeft. Een goed werkend Fietsteam is van cruciaal belang. Bovendien zit Vlaanderen met een sterk groeipad voor fietsinvesteringen. Om dit alles te kunnen realiseren, is een projectteam heel belangrijk.
Minister, hoe is het huidige Fietsteam georganiseerd? Hoe evalueert u de werking van het Fietsteam? Op welke vlakken is verbetering mogelijk? Hoe ziet u de invulling van het nieuw projectteam? Welke ambities schuift u in verband met dit nieuw projectteam naar voren? Wanneer zal het projectteam van start kunnen gaan?
Minister Peeters heeft het woord.
Voorzitter, we hebben het gisteren, tijdens de plenaire vergadering, al uitgebreid over het fietsen gehad. De fietsteams zijn in 2010 opgericht maar ze komen op dit ogenblik niet meer samen. Het laatste Fietsteamoverleg heeft op 27 juni 2018 plaatsgevonden. Een van de redenen waarom ze niet meer samenkomen, is dat die taken volledig in het Geïntegreerd Investeringsprogramma (GIP) zijn opgenomen. Daar worden alle fietsinvesteringen duidelijk geïdentificeerd en opgevolgd.
De samenwerking met de provincies inzake het fietsbeleid en de fietsinvesteringen verloopt sinds 2018 op basis van de vernieuwde mobiliteitscharters. In het kader van die mobiliteitscharters is er op regelmatige basis overleg tussen de provincies en het Departement MOW om de gemaakte afspraken op te volgen en bij te sturen.
Aangezien het Fietsteam sinds de zomer van 2018 niet meer heeft vergaderd, kan ik de werking niet evalueren. Zoals ik al eerder heb gezegd, zit dat nu in de werking van het GIP. Ik kan alleen maar vaststellen dat de gestructureerde samenwerking tussen alle entiteiten en het opstellen van de rapporteringen over de fietsinvesteringen daar op een positieve manier verlopen. In het managementcomité van het beleidsdomein van het Departement MOW wordt het hele project met betrekking tot fietsen in het GIP positief geëvalueerd.
Het fietsbeleid in Vlaanderen is nu nog sterk versnipperd. Er zijn heel wat betrokken partijen, waarvan de Vlaamse overheid en de steden en gemeenten de belangrijkste zijn. Wat de realisatie van het BFF en de fietssnelwegennetwerken betreft, nemen de provincies een belangrijke rol op. Een sterke samenwerking is in dit verband dan ook onontbeerlijk.
Om die reden focussen we voor het nieuw fietsbeleid op een overlegplatform waar de verschillende overheden op een gelijkwaardig niveau samenkomen en samenwerken om het fietsbeleid een ware sprong te laten maken en vooruitgang te laten boeken. We noemen dat de schaalsprong in het fietsbeleid. Zoals ik gisteren heb toegelicht, zetten we hier ten volle op in.
We willen komen tot een nieuwe netwerkorganisatie tussen steden en gemeenten, de provincie en de Vlaamse overheid waar ze op een gelijkwaardige manier samenwerken om het functioneel fietsen in Vlaanderen een boost te geven. De coronamaatregelen hebben al een eerste opstapje gevormd, maar nu is het zaak hier ten volle op in te zetten.
Zoals ik gisteren heb verklaard, is die nieuwe netwerkorganisatie momenteel in volle opmaak. We hebben de uitnodigingen verstuurd. Het is de bedoeling een coördinator aan te stellen die het dagelijks procesmanagement op zich zal nemen. Een externe professionele coördinator zal, onafhankelijk van alle betrokkenen, het proces aanjagen en zorgen voor een boost in het fietsbeleid.
De ambitie die ik naar voren schuif, is dat we echt een schaalsprong moeten maken. We moeten echt ten volle op het functioneel fietsen kunnen inzetten. Ik heb gisteren al gesteld dat we weten dat 75 procent van de verplaatsingen minder dan 10 kilometer bedraagt. Indien we de modal shift met verdelingen van 60/40 en 50/50 willen halen, moeten we echt een schaalsprong maken. Dat betekent opnieuw dat we de fietsreflex enorm moeten aanmoedigen en dat we ten volle op de noodzakelijke fietsinfrastructuur moeten inzetten. We hebben al meer dan eens aangekondigd dat we het fietsonveiligheidsgevoel ten volle moeten wegnemen. Het gaat dan om meer verlichting of om conflictvrije kruispunten. We moeten natuurlijk ook ten volle inzetten op de multimodale knooppunten om fietsen aan te moedigen en om al het mogelijke te doen.
Het nieuw platform zal van start gaan en zal eind augustus 2020 een eerste keer samenkomen. We hopen met de externe procesmanager en met de diverse participanten snel vooruitgang te kunnen boeken. Om snel werk te maken van het ambitieus fietsbeleidsplan, moeten we effectief op die schaalsprong inzetten.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Indien ik het goed heb begrepen, zal een nieuw platform worden opgericht. In die netwerkorganisatie zullen de verschillende overheden, de Vlaamse overheid, de provincies en de lokale besturen, aanwezig zijn. Kan die netwerkorganisatie eventueel per provincie worden georganiseerd, zodat de provincie hier een grote zeggenschap in krijgt?
U weet dat ik in juni 2020 een vraag om uitleg heb gesteld over de fietsinvesteringen in West-Vlaanderen en, bij uitbreiding, in de andere provincies. De duidelijke vraag van de provincie West-Vlaanderen is om hiervoor per provincie de nodige budgetten uit te trekken. U bent er geen voorstander van die budgetten per provincie te betonneren, maar misschien is het een goed idee de netwerkorganisatie per provincie te organiseren. De provincie krijgt zo een leidinggevende en vooral coördinerende rol om de fietsinfrastructuur per provincie maximaal uit te werken. Ik denk dat het ons enige doel is het fietsnetwerk overal in Vlaanderen te optimaliseren. Misschien is het een idee de netwerkorganisatie per provincie te organiseren.
Minister Peeters heeft het woord.
Mevrouw Fournier, we hebben er bewust voor gekozen een nieuwe netwerkorganisatie te maken waarin de lokale besturen, de provincies en de Vlaamse overheid zijn vertegenwoordigd. De externe procescoördinator zal alles aansturen om een boost te geven en om inzake het fietsbeleid en het fietsgebruik een schaalsprong te maken. Dat is effectief de bedoeling.
Nu, wat hebben wij intussen gedaan? We hebben een schrijven gericht naar zowel de Vereniging van de Vlaamse Provincies (VVP) als naar de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG). Wij hebben aan beide gevraagd een afgevaardigde aan te stellen om binnen dat nieuw netwerk, dat platform, te zetelen en om daar het woord te voeren namens de provincies en de lokale besturen. Wij hebben op onze uitnodiging al antwoord gekregen. Ze gaan erop in en ze hebben hun afgevaardigden benoemd.
Het is niet de bedoeling om dat netwerk, zoals in het verleden wel het geval was, per provincie op te delen. Die fietsduo’s moeten de schaalsprong doen over heel Vlaanderen. Onze fietssnelwegen stoppen trouwens niet aan de provinciegrenzen. Het wordt echt één netwerkorganisatie waarin de vertegenwoordigers van de verschillende entiteiten aanwezig zijn en waarmee we snel vooruitgang kunnen boeken.
In het regeerakkoord en mijn beleidsnota staat ook dat wij hopen dat de organisatie van de wereldkampioenschappen wielrennen in 2021 een extra boost geeft aan het fietsgebruik. Vandaar die convenantstructuur voor heel Vlaanderen, die niet meer op provinciale basis is gestructureerd en waarin wij met de genoemde entiteiten op evenwaardige basis samenzitten.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Dat ‘netwerkorganisatieplatform’, of hoe het ook zal heten, is eigenlijk het projectteam zoals het beschreven staat in het regeerakkoord. Ik ben hoopvol. Ik hoor dat de eerste bijeenkomsten al voor eind augustus staan geagendeerd. Ik zal u zeker in het najaar nog bijkomende vragen stellen over de werking, met dat ene doel maximaal fietspaden aan te leggen. Ik hoop dat met deze nieuwe organisatie echt wel een boost gegeven wordt aan het fietsbeleid.
De vraag om uitleg is afgehandeld.