Report meeting Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, veilig fietsen is meer fietsen. Onlangs heb ik nog gezegd dat ik blij was om u op de fiets te zien en dat u inzet op de campagne ‘Blijven fietsen allemaal’. Dat is een belangrijke modal shift en daar willen we deze legislatuur op inzetten, wat ook heel duidelijk is gemaakt door in het regeerakkoord een historisch hoog budget in te schrijven om te investeren in fietspaden.
Als we mensen op de fiets willen, dan moeten we die uiteraard veilig kunnen laten fietsen, en dat doen we door aandacht te schenken aan fietspaden en door die zeer kwaliteitsvol en veilig te maken. En daar komt vooral in de wintermaanden toch wel een zeer belangrijk aspect bij: de verlichting van een fietspad. Op winterdagen, waarop het vanaf 17 uur al donker is, tot rond 8.30 uur ’s morgens, zijn er een aantal uren waarop het fietspad gebruikt wordt en goed verlicht moet worden. Ik hoor sommige mensen al zeggen dat je op moderne fietsen vaak goede verlichting hebt, wat klopt, maar die verlichting is meer gericht op het zichtbaar maken van de fietser zelf. Vaak gaat het echter om een veiligheidsgevoel.
Vorige legislatuur hebben jullie me vaak horen fulmineren over de lichtvisie van het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV), die heel uitdrukkelijk stelde dat fietspaden die niet naar kleinstedelijke gebieden of belangrijke knooppunten leiden, niet verlicht kunnen worden. Dat was en blijft voor mij een absolute kaakslag als het gaat over veilig fietsen, beste collega’s, want laat uw 15-jarige dochter maar eens tot aan de bushalte rijden – toch een toonvoorbeeld van combimobiliteit – op een onverlicht fietspad. Laat ons eerlijk zijn, dat wil niemand van ons. Dat kan tot gevolg hebben dat mensen zich weer tot de auto wenden en misschien zelfs helemaal niet meer tot aan de bushalte rijden, maar onmiddellijk naar de finale bestemming. Kortom, we schieten ons doel voorbij.
Ik vind het dan ook heel belangrijk, minister, dat we in datzelfde regeerakkoord waar we heel veel middelen in hebben gestoken voor fietspaden, ook hebben ingeschreven dat we dat lichtplan van AWV gaan aanpassen, met de nodige aandacht voor duurzaamheid. Want er is inderdaad ook het probleem van lichtpollutie, maar in de huidige tijden zijn er ook mogelijkheden om lichten te laten aanschieten als er een fietser passeert, om ze daarna weer te laten uitgaan.
In februari 2020 stelde ik u de vraag wanneer de nieuwe lichtvisie klaar zou zijn. U antwoordde hierop dat AWV voor de aanpassing van het lichtplan een studieopdracht in de markt zou zetten tijdens het voorjaar. De bedoeling was om die opdracht voor het zomerreces te starten en voor het einde van het jaar af te ronden. Is die opdracht reeds gestart? Indien ja, wat mogen we hier verder van verwachten en binnen welke termijn? Indien neen, waarom niet?
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Ceyssens, ik kan uw standpunt alleen maar bijtreden: duurzaamheid is belangrijk, maar we willen ook dat onze kinderen en eigenlijk iedereen zich op een veilige manier kan verplaatsen op onze fietspaden. Als die verlicht zijn, dan is dat uiteraard veiliger.
In februari hebt u hieromtrent inderdaad al een vraag gesteld en ik kan u meegeven dat de studie deze zomer zal opstarten. Een eerste vergadering is vastgelegd op 27 juli 2020 en de uitvoeringstermijn is zes kalendermaanden. Tegen het einde van het jaar 2020 zal er een first draft beschikbaar zijn. Het echte afronden van de studie en communicatie zal voor eind januari of begin februari 2021 zijn.
We zijn het dus blijven opvolgen en we hopen tegen het eind van het jaar die eerste versie van de studie in handen te hebben. Ik neem aan dat u dat al genoteerd hebt in uw agenda, zodat we er dan bijkomende vragen over zullen kunnen behandelen in deze commissie.
Collega Ceyssens, hebt u nu al bijkomende vragen?
Ik bedank u alvast voor het antwoord, minister. Het stemt me hoopvol dat we op schema zitten. Mijn bijkomende vraag is dat wij op de hoogte gesteld worden van eventuele voorlopige conclusies. Vooraleer er een definitief lichtplan komt, zou ik daar graag over van gedachten wisselen in deze commissie.
Minister Peeters heeft het woord.
Ik zal zeker vragen aan de administratie om ons te gepasten tijde te verwittigen. Het is uiteraard geen probleem dat we dat hier ook in de commissie gaan bespreken en behandelen.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Dank u wel. Ik kijk met veel interesse uit naar de eerste conclusies.
De vraag om uitleg is afgehandeld.