Report meeting Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer van der Reyde heeft het woord.
Voor wie dat nog niet kent, scale-ups zijn de grote broers van de start-ups. Een scale-up is een onderneming die al vijf jaar bestaat en een aantal miljoenen euro's omzet heeft gedraaid. Het is dus een bevestigde start-up. Die zijn heel interessant voor de economie. Je kunt het vergelijken met een voetbalploeg die jeugdspelers opleidt. Als die heel jong zijn, is het potentieel nog niet zichtbaar. Scale-ups zijn de spelers die op de deur van het eerste elftal bonken.
Uit een EWI-analyse (Economie, Wetenschap en Innovatie) van juli 2018 en een rapport van de Vlaamse Adviesraad voor Innoveren en Ondernemen (VARIO) van november 2018 bleek dat Vlaanderen inzake de aanwezigheid van zulke scale-ups minder goed scoorde dan andere innovatieve topregio’s.
Het is natuurlijk onze ambitie om het beter te doen. Een van de manieren om dat te doen is door Vlaamse scale-ups te stimuleren, maar anderzijds ook door buitenlandse groeibedrijven naar Vlaanderen te halen. Als je ook dit vergelijkt met een voetbalploeg, kun je talent zelf opleiden, maar ook af en toe eens naar het buitenland gaan om daar talenten aan te trekken.
Mijn vraag om uitleg gaat over het aantrekken van buitenlandse scale-ups. Er is ook een onderzoek geweest door KPMG in opdracht van de UHasselt, dat stelt dat het ontbreekt aan branding en imago om van Vlaanderen een aantrekkingspool te maken, zoals andere regio's dat ook zijn.
Ik heb daarover een vraag gesteld aan minister-president Jambon, die zegt dat ik gelijk heb, dat het onontgonnen potentieel is, maar dat we daarvoor geen uitgewerkte strategie hebben.
Minister, in uw beleidsnota staat wel degelijk dat we dat moeten versterken, dat we samen met Flanders Investment & Trade (FIT), het agentschap Ondernemen en het departement moeten samenwerken om een sterk acquisitiebeleid te installeren, gericht op het aantrekken van ambitieuze start-ups en scale-ups naar Vlaanderen.
Minister, is er al een aanzet om een dergelijk plan en strategie op te zetten om buitenlandse scale-ups aan te trekken? Hebben het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) en FIT daarover al iets op poten gezet? Welke concrete acties kunnen er worden genomen in de toekomst? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat die innovatieve regio, die werkgelegenheid versterkt, veelbelovende buitenlandse ondernemingen aantrekt?
Minister Crevits heeft het woord.
Op dit ogenblik bereiden we voor de Vlaamse Regering een visienota voor met de welluidende titel ‘Vlaanderen als aantrekkingspool voor start-ups en innovatief ondernemend talent’. Om meteen met de deur in huis te vallen, u hebt absoluut gelijk dat het belangrijk is om aantrekkelijk te zijn voor start-ups en scale-ups. Dat is hopelijk positief.
Het agentschap Ondernemen werkt samen met FIT aan een plan van aanpak. Er zijn al stappen ondernomen en ik geef u die mee.
Allereerst is er het contract ondernemerschap dat door de Vlaamse Regering is goedgekeurd op 26 juni. Er wordt binnen het perceel snelle groeiers expliciet gekozen om buitenlandse en binnenlandse start-ups en scale-ups samen te benaderen, dit in samenspraak met de organisatoren. De reden hiervoor is dubbel: wij willen onze start-ups en scale-ups actief in contact brengen met buitenlandse start-ups en scale-ups. Hiermee faciliteren we internationale contacten. Daarnaast willen we dat het ecosysteem kenbaar wordt gemaakt bij buitenlandse start-ups en scale-ups. Zo kunnen ze zien dat het hier een aantrekkelijk klimaat is om naartoe te komen.
We zullen ook het incubatorenbeleid vernieuwen. We maken daarvoor een conceptnota met een aantal nieuwe, inhoudelijke oriëntaties. Het agentschap Ondernemen maakt ook deel uit van een internationaal project. Daar worden best practices gedeeld rond het acquisitiebeleid van buitenlandse start-ups en scale-ups.
Het buitenlands netwerk van FIT speelt natuurlijk een belangrijke rol in het promoten van Vlaanderen als aantrekkelijke regio.
Recentelijk werd er een algemeen samenwerkingsverband tussen VLAIO en FIT getekend waarbij ook specifieke afspraken met focus op de start-ups en scale-ups zijn opgenomen. VLAIO en FIT werken dus goed samen om doorbraken te bereiken in uw belangrijkste bezorgdheid. Er komt dus ook nog een nota voor de Vlaamse Regering.
De heer Vande Reyde heeft het woord
Voorzitter, ik ben blij met uw reclame voor hoorapparaten. Ik zal ze stilaan nodig hebben.
Minister, bedankt voor uw antwoord. Ik kijk uit naar de visienota met de titel die ik ondertussen ben vergeten, maar die alleszins heel veelbelovend klonk.
Als we het over werkgelegenheid hebben en het ondersteunen van ondernemingen, dan wordt er in Vlaanderen vaak gekeken naar bestaande ondernemingen, traditionele, gevestigde, grote ondernemingen. Dat zijn meestal ondernemingen uit het verleden. Als we als regio echt willen groeien, moeten we als overheid onze middelen volop inzetten op ondernemingen die aan het groeien zijn, die misschien nog niet de grandeur en de tienduizenden jobs hebben zoals gevestigde ondernemingen, maar die potentieel hebben voor de toekomst.
In de Amerikaanse Nasdaq-index zijn de grootste bedrijven bedrijven die tien jaar geleden nog niet bestonden. Dat is waanzinnig. Nu zijn het de grootste van de technologiebeurs. Dat is ongezien in de geschiedenis en in de toekomst zal de innovatiedrang door nieuwe technologie alleen nog maar versterken.
Vlaanderen moet zijn stimuleringspolitiek daarop aanpassen, zodat we niet primair de gevestigde waarden ondersteunen, maar vooral kijken naar de groeisectoren.
Minister Crevits heeft het woord.
Snelle groeiers hebben een buitengewone impact op de werkgelegenheid en dat is belangrijk. Vandaar dat we een benadering op maat willen voor die bedrijven, zowel in begeleiding als in kapitaalverstrekking. We bekijken start-ups en scale-ups als een groep, maar specifiek voor de scale-ups moeten we zeker die begeleiding op maat hebben. Daar ben ik het mee eens.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
We kunnen overgaan naar de reclame, voorzitter.
De vraag om uitleg is afgehandeld.