Report meeting Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Report
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
In de 3 mijlszone langs de Belgische kust mogen sinds 2003 enkel vaartuigen vissen met een tonnenmaat die beperkt is tot 70 brutoton. Dankzij deze maatregel is deze zone exclusief voorbehouden voor kustvisserij. De kleinere kustvissers zijn anders benadeeld ten opzichte van de grotere en krachtige kotters, die ook langer op zee blijven en verder in zee kunnen gaan vissen. Wanneer de kleinere vaartuigen van de kustvissers niet kunnen uitvaren kunnen de grotere kotters dat meestal wel.
Er is dus een permanente maatregel die een algemeen visverbod oplegt binnen de 3 mijlszone voor vaartuigen met een tonnenmaat groter dan 70 brutoton. Dit lijkt een goede maatregel in onzekere tijden. Minister, u bent deze week ook nog bij de vissers geweest om daar te luisteren naar hun bekommernissen.
Wij verkregen informatie dat de vraag bestaat om die 70 ton bruto uit te breiden tot 80 ton. Dit zou betekenen dat grotere schepen zouden worden toegelaten in de zone aan de kust.
Minister, waarop werd indertijd de beslissing gebaseerd om voor 70 ton te kiezen? Waarom geen 60 of 80 ton? Waarop werd die grens bepaald?
Klopt het dat er overwogen wordt om de 70 tonnenmaat uit te breiden, zodat er eventueel grotere vaartuigen binnen de 3 mijlszone zouden mogen komen?
Gezien de onzekere tijden lijkt het ons belangrijk de 70 tonnenmaat binnen de 3 mijlszone te garanderen. Is dit eveneens uw visie?
Is er reeds nagedacht over een eventuele uitbreiding van de 3 mijlszone naar bijvoorbeeld een 4,5 mijlszone, om die kustvissers daar een zekere voorrang te geven?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega, er zijn zo van die vragen waarbij ik denk: ja, waarom is dat vroeger zo gegaan? Dit geeft mij dus de gelegenheid om het antwoord daarop te zoeken.
De grens van 70 brutoton bestaat eigenlijk al heel lang en is vastgelegd op basis van de oude categorieën van scheepsklassen. 70 brutoton was daarin de meest duidelijke scheiding tussen de kleinere kustvaartuigen en de grotere vissersvaartuigen van het klein vlootsegment. Het klein vlootsegment bestaat uit alle vissersvaartuigen tot en met 221 kilowatt motorvermogen. Die grens werd destijds vastgesteld in samenspraak met de diverse actoren binnen de Vlaamse visserijsector. Dit past in de bevoegdheden van de kuststaten binnen het Europees gemeenschappelijk visserijbeleid.
De vrijwaring van de 3 mijlszone voor vissersvaartuigen tot en met 70 brutoton is opgenomen in het besluit van de Vlaamse Regering (BVR) van 9 september 2016 tot vaststelling van aanvullende nationale maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden en voor controle op de visserijactiviteiten. In de volksmond heet dat het BVR Nationale Maatregelen. Ook in vroegere besluiten was deze vrijwaring opgenomen.
De grens van 70 brutoton voor het kustvisserssegment is opgenomen in het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 tot de instelling van een visvergunning: het BVR Visvergunning.
De Vlaamse Regering heeft op 21 februari 2020 het BVR Visvergunning gewijzigd, waarbij een verhoging van de brutotonnenmaat voor vervangende vaartuigen werd goedgekeurd. De verhoging van de brutotonnenmaat is gevraagd door de visserijsector en is gemotiveerd doordat allerlei normen en richtlijnen zorgen voor een toename in de brutotonnenmaat voor eenzelfde type vissersvaartuig. Ik geef een voorbeeld. Er is de verplichting tot aanlanding van bijvangsten, de maatregel ‘Fishing for Litter’, het verbod op slaapplaatsen onder de waterlijn. Al die extra eisen zorgden ervoor dat er nood was aan wat zuurstof. Om die reden is die verhoogde brutotonnenmaat er gekomen.
Die verhoogde brutotonnenmaat zal van toepassing zijn bij het aanschaffen van vervangende vissersvaartuigen. Het zal gaan om vissersvaartuigen zowel behorend tot het grote als tot het kleine vlootsegment en het kustvisserssegment.
De 3 mijlszone moet in principe voorbehouden blijven voor de kleinste klasse van vissersvaartuigen, aangezien zij niet flexibel kunnen uitwijken naar de andere visserijzones. Ook de impact van de visserijdruk in deze zone moet zorgvuldig worden afgewogen. Daarom was de bestaande limiet van 70 brutoton ook ingesteld.
De uitbreiding tot 80 brutoton kan enkel indien dat noodzakelijk is volgens de nieuwe, strengere veiligheidsnormen voor het huidige kustvisserssegment. Het is dus niet de bedoeling om zomaar een bestaand vissersvaartuig te vergroten en op die manier de visserijdruk te laten toenemen.
Die uitbreiding tot de 4,5 mijlszone is vroeger al besproken bij de instelling van de visserijmaatregelen in het kader van de maritieme ruimtelijke planning. Hierin speelt ook het internationale kader een belangrijke rol. Onze buurlanden beschikken namelijk over bepaalde visserijrechten in de Belgische 3, 6 en 12 mijlszones, net zoals de Belgische vissers dat hebben in hun wateren. Het parcours hierrond is niet evident gebleken, de buurlanden gingen niet akkoord met deze uitbreiding. Het voorstel werd daardoor niet weerhouden in het voorstel van visserijmaatregelen en uiteindelijk werd ook de finale goedkeuring door de EU niet verkregen. Tot mijn grote spijt moeten we die laatste oefening dus hernemen.
Minister, ik neem aan dat er in de toekomst een aanpassing zou kunnen komen van 70 naar 80 door de door u beschreven regeling. Wordt er dan een extra monitoring geplaatst op de visbestanden in de kustzone om op te volgen in welke mate een verhoging van de tonnenmaat desgevallend een effect kan hebben op de visbestanden en geen nadelige effecten zou teweegbrengen?
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Voorzitter, deze vraag is zeer relevant. Het zal jullie niet verbazen dat ook onze fractie mee bezorgd is over de impact hiervan. Er zijn inderdaad legitieme redenen waarom een aantal technische aanpassingen misschien nodig zijn om de veiligheid op de schepen en het beantwoorden aan de hedendaagse voorwaarden te kunnen respecteren. Er is waarschijnlijk extra brutotonnenmaat nodig om daarop in te gaan.
Ik begrijp dat de decreetsaanpassing voorligt, dat de Vlaamse Regering dat principieel heeft beslist, en dat die in de komende maanden zal worden goedgekeurd. Mijn eerste vraag was of die interpretatie klopt.
Minister, we moeten inderdaad vermijden dat deze aanpassingen ertoe kunnen leiden dat we de kleinschalige visserij, die we allemaal een warm hart toedragen en die een van de sterktes is van onze visserijsector en ook een van de charmes, onder druk zouden laten komen.
U beklemtoont dat het enkel gaat over de vervanging van bestaande schepen. Klopt dat? Op welke manier zal dit worden opgevolgd, geëvalueerd en eventueel gecontroleerd om te zorgen dat er geen onwenselijke effecten zijn of extra spelers die instappen in de kustvisserij om op die manier onze sector onwenselijke en onmogelijke concurrentie aan te doen in tijden dat het al niet evident is voor de sector?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Dochy, de opvolging van de 3 mijlszone gebeurt nu al door het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO). Ook in de kustzone zijn er absoluut controles, daar kun je van op aan.
Ik wil nog een algemene bedenking maken. De vissers waren ongelooflijk blij met de extra tonnenmaat. Je kunt niet steeds meer verplichtingen opleggen over onder andere het afval dat ze meenemen, en dan tegelijk niet een beetje zuurstof geven over de omvang als ze een schip vervangen.
De maatregel is zeer goed onthaald bij de vissers, maar ook zij vinden het van belang dat het gaat over nieuwe schepen. De Vlaamse Regering heeft de uitbreiding van de brutotonnenmaat ondertussen definitief goedgekeurd. In de tekst kunt u nalezen dat het echt gaat over de vervanging van bestaande vaartuigen en dat er absoluut een controle zal zijn door de eigen diensten.
Het is een maatregel die niet zomaar is genomen, maar echt in het belang van onze vissers, om tegemoet te komen aan de haalbaarheid van alle extra maatregelen die ze in het verleden opgelegd hebben gekregen.
Minister, dit is een duidelijk kader voor de voorliggende wijziging aan de regelgeving. Als het inderdaad de bedoeling is om in te spelen op de evolutie en andere vragen en voorwaarden die aan de schepen gebonden zijn, is dat natuurlijk een positieve evolutie. Het blijft wel zeer belangrijk om te monitoren, zowel op het visbestand als op degenen die zich eventueel bijkomend zouden aanmelden om in de kustzone te vissen.
Minister, ik heb duidelijk begrepen dat er een strikte controle zal gebeuren door uw eigen diensten. Dank daarvoor.
De vraag om uitleg is afgehandeld.