Report meeting Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Vraag om uitleg over de inbreng van de Vlaamse Regering in de Interministeriële Conferentie Racismebestrijding
Vraag om uitleg over de Interministeriële Conferentie Racismebestrijding
Report
Mevrouw Goeman heeft het woord.
De gebeurtenissen van de afgelopen maanden in onder andere De Panne en Bilzen hebben veel haatreacties uitgelokt, op sociale media en daarbuiten. Gelukkig kwamen er ook verschillende tegenreacties, onder andere van u, voorzitter, maar ook vanuit diverse hoeken van het politieke spectrum.
Eerste minister Sophie Wilmès kondigde een paar weken geleden in de Kamer van volksvertegenwoordigers aan dat ze een nationaal actieplan wil uitwerken om haatspraak en racisme aan te pakken. België engageerde zich al in 2001 om een dergelijk nationaal actieplan uit te werken, maar deed dat tot op heden nog niet, ondanks het feit dat België in vergelijking met andere EU-landen de zwakste sancties heeft voor het tegengaan van hatespeech. Wij zijn natuurlijk heel tevreden dat de premier hierin concrete stappen wil ondernemen.
Daarnaast kondigde ze aan een interministeriële conferentie te willen oprichten rond de bestrijding van racisme en antisemitisme en dat voorstel op de agenda van de volgende vergadering van het Overlegcomité te willen plaatsen. Mijn vraag om uitleg is een beetje gedateerd en ook uitgesteld, want ondertussen heeft die vergadering plaatsgevonden, namelijk op 19 februari. Daar is het voorstel van de eerste minister goedgekeurd om zo'n conferentie op te richten en te werken aan een interfederaal actieplan.
De Vlaamse Regering van haar kant heeft minstens in haar regeerakkoord geschreven dat ze racisme verwerpt en haar medewerking zal verlenen aan interfederale actieplannen omtrent gelijke kansen. Ik neem aan dat dat wil zeggen dat de Vlaamse Regering graag meewerkt aan het initiatief van de eerste minister.
Minister, bent u al benaderd door federale collega’s over het opzetten van een interministeriële conferentie en een interfederaal actieplan rond haatspraak en racisme? Bent u de minister die namens de Vlaamse Regering zal zetelen in deze interministeriële conferentie? Wie anders? Hoe zal de afstemming gebeuren met andere ministers?
Als we de strijd tegen racisme en antisemitisme en hatespeech willen voeren, dan gaat dat over verschillende bevoegdheidsdomeinen. Hebt u al een idee van de timing? Bent u bereid om actief mee te werken aan die conferentie, maar ook aan het interfederaal actieplan tegen racisme? Hebt u een idee van de aanpak en de methodiek, en op welke termijn daarmee van start wordt gegaan?
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Op 19 februari 2020 heeft het Overlegcomité de oprichting goedgekeurd van de Interministeriële Conferentie Racismebestrijding, die tot taak zal hebben de samenwerking tussen de verschillende beleidsniveaus te versterken en een interfederaal beleid te ontwikkelen om racisme beter te kunnen bestrijden. Het zou ook de bedoeling zijn dat deze interministeriële conferentie een interfederaal actieplan tegen racisme zou voorbereiden.
Wij vinden dat als CD&V-fractie een heel positieve zaak. Een betere aanpak van racisme is nodig en moet inderdaad het werk zijn van velen. Het is niet alleen de verantwoordelijkheid van het federale beleidsniveau, maar ook van de deelstaten en de lokale besturen. Minister, we hoorden dat u ook de lokale besturen hierbij wilt betrekken en dat juichen wij toe.
Wat zijn de afspraken die tussen de Vlaamse ministers zijn gemaakt in verband met deelname en aanwezigheid op de vergaderingen van de nieuwe Interministeriële Conferentie Racismebestrijding? Ook de beleidsdomeinen Wonen, Werk, Onderwijs, Cultuur en Media zijn belangrijk in de strijd tegen racisme en discriminatie.
Hoe gebeurt de voorbereiding van de inbreng vanuit Vlaanderen in de nieuwe interministeriële conferentie? Wat zijn de afspraken daarover tussen de ministers en de betrokken administraties? Wat is de timing van de werkzaamheden in verband met het interfederaal actieplan tegen racisme? Wat zijn de krachtlijnen, de elementen die namens de Vlaamse Regering zullen worden ingebracht? Zijn daarvoor ook middelen voorzien?
De heer Van Rooy heeft het woord.
Die Interministeriële Conferentie Racismebestrijding wordt opgericht in het kader van een nationaal actieplan, lezen wij. Ik lees, minister Somers, dat u zegt: “Gevoelens van racisme en antisemitisme nemen opnieuw toe in onze maatschappij.” Op welke cijfers, rapporten of wat dan ook, baseert u zich om dat te zeggen? Ik lees wel dat u expliciet zegt dat dit plan onder meer aandacht zal besteden aan antisemitisme. Waarom wilt u zo benadrukken dat het plan ook aandacht zal besteden aan antisemitisme? Ik vind dat, voor alle duidelijkheid, geen slechte zaak, maar waarom die nadruk daarop?
Concreet, hoe zal de oprichting van die interministeriële conferentie kaderen in het in oprichting zijnde nieuwe ‘Vlaamse Unia’, zoals ik het maar zal noemen. Welke rol zult u spelen in dit nationaal actieplan?
Op welke wijze kadert deze conferentie en het daaruit volgende actieplan binnen het regeerakkoord van de Vlaamse Regering in het algemeen en in uw beleidsnota in het bijzonder?
Ik wil voor de bezoekers even duiden: we hebben drie parlementsleden gehad die een vraag hebben gesteld aan de minister over eenzelfde onderwerp. Nu is het aan de minister om daarop te antwoorden. Vervolgens mogen die drie parlementsleden daar weer op antwoorden en andere parlementsleden mogen zich aansluiten. Dan mag de minister nog eens repliceren en dan mogen die drie andere, die de oorspronkelijke vraag hebben gesteld, een slotwoordje geven. Zo werkt de procedure. Kunt u volgen?
Minister Somers heeft het woord.
Straks zal de voorzitter u daarover ondervragen, dus noteer. (Gelach)
Collega’s, alle drie bedankt voor de vraagstelling. Twee van de drie vragen getuigen alleszins van een constructieve betrokkenheid bij dit thema, dat ook voor mij een belangrijk thema is, en trouwens ook voor de Vlaamse Regering. Ik wil alleen misschien toch beginnen met collega Van Rooy te bedanken dat hij in zijn vraagstelling de vraag juist heeft geformuleerd, en heel anders dan de vraag die ik gekregen heb, want ik heb een vraag om uitleg gekregen over de interministeriële conferentie voor radicalismebestrijding. (Opmerkingen van Sam Van Rooy)
Oké. Bedankt om dit hier nu juist naar voren te brengen. Dat zal dan een tikfout geweest zijn. Racisme en radicalisme door elkaar halen: bij de ene gebeurt dat gemakkelijker dan bij de andere.
Maar alle gekheid op een stokje: de vraag is gesteld – mevrouw Goeman heeft daarin gelijk – nog voor het Overlegcomité is samengekomen. Op de vergadering van het Overlegcomité van woensdag 19 maart werd inderdaad de oprichting van een interministeriële conferentie inzake racismebestrijding goedgekeurd door alle regeringen van ons land. Dat is toch wel belangrijk als principieel uitgangspunt: dat alle regeringen, dus ook de Vlaamse Regering, zich inschrijven in het meewerken aan de oprichting van een Interministeriële Conferentie Racismebestrijding. In de toelichting van het Overlegcomité kunt u ook vinden dat deze interministeriële conferentie moet toelaten: “een betere coördinatie te verzekeren van de initiatieven in de strijd tegen racisme om zo de doeltreffendheid van de acties te verzekeren. Meer bepaald betekent dit dat de interministeriële conferentie kan dienen als overlegorgaan voor de voorbereiding van een nationaal” – lees interfederaal – “actieplan tegen racisme.”
De samenstelling van deze conferentie zal voorwerp uitmaken van een overleg op de volgende vergadering van het Overlegcomité. Ik kan daar nu nog geen voorafname op doen. Daar zal afgesproken worden, hoogst waarschijnlijk op voorstel van de eerste minister, hoe die conferentie kan worden samengesteld. Op basis daarvan zal dan ook in de schoot van de Vlaamse Regering een standpunt worden ingenomen over hoe haar delegatie er zal uitzien en hoe men daar verantwoordelijkheden zal opnemen. Evident, als je dat op een efficiënte manier doet, zijn er heel veel beleidsdomeinen die daarbij in beeld komen en zal er een methode moeten worden ontwikkeld in de schoot van de Vlaamse Regering om alle ministers die ter zake een bijdrage kunnen leveren, daar bij te betrekken.
Ten tweede zullen we naar de lokale besturen toe ook moeten kijken op welke manier zij daarin een rol kunnen spelen. Zij zijn volgens mij cruciaal, omdat zij het dichtst bij de mensen staan.
Wat hebben wij ondertussen gedaan? Wij hebben ter voorbereiding al een vergadering met de administratie gehouden om nodige elementen voor zo’n actieplan op administratief vlak – laat ik het zo zeggen – te bespreken. De Cel Gelijke Kansen binnen ABB heeft hieraan deelgenomen. Er werden een aantal vragen overlopen die eerst uitgeklaard moeten worden, vooraleer men kan beginnen met de opmaak van een dergelijk actieplan. Eind maart zal er dan opnieuw overleg plaatsvinden. Ik ben blij dat deze commissie heel enthousiast is en kort op de bal wil spelen, maar ook hier is het dus nog wat prematuur om al concrete antwoorden te geven op de vragen.
Ik wil wel nog meegeven dat minister-president Jambon in het regeerakkoord en in de Septemberverklaring en ikzelf in mijn beleidsnota heel duidelijk stellen dat racismebestrijding voor ons een belangrijk gegeven is en dat zoiets het best gecoördineerd gebeurt, afgestemd op de verschillende bevoegdheden. Dat lijkt me de logica zelve.
Wat de stijging van racisme betreft, denk ik dat de huidige feeds op sociale media, mijnheer Van Rooy, maar ook de internationale context – zie bijvoorbeeld de positie die de federale regering in Duitsland heeft ingenomen – aantonen dat er behoefte is aan zo’n actieplan. Alle regeringen in dit land onderkennen dat. Ook wat het antisemitisme betreft zijn er voldoende rapporten en signalen die erop wijzen dat we daar toch grote aandacht voor moeten blijven hebben. Aangezien antisemitisme een bijzondere vorm van racisme is, gericht op mensen met een Joodse achtergrond, vind ik het niet meer dan logisch dat dat deel uitmaakt van zo’n actieplan.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Minister, u weet dat wij de bezorgdheid over toenemend racisme en antisemitisme in de samenleving delen, en in die zin ben ik heel erg blij dat er eindelijk werk gemaakt wordt van zo’n actieplan en dat er zo’n overlegconferentie wordt opgericht. We zijn het erover eens dat de strijd tegen racisme, antisemitisme en hatespeech over de beleidsdomeinen en -niveaus heen moet worden gevoerd, van het federale tot het lokale niveau. Ik ben dus blij met uw antwoord en met de duidelijke boodschap dat de Vlaamse Regering zich constructief wil opstellen en constructief wil meewerken. Het is goed om te horen dat er op administratief niveau al een eerste vergadering is geweest om de nodige voorbereidingen te treffen. Als het plan er dan uiteindelijk ligt, zal het natuurlijk aan ons zijn om te zien of al die beloftes uitgevoerd worden. U kunt in elk geval op mij rekenen om daar werk van te maken.
Ik heb nog een bijkomende vraag. Ik begrijp dat u nog geen antwoord kunt geven op de vraag wat de samenstelling betreft, omdat dat pas tijdens de volgende vergadering van het Overlegcomité besproken wordt. Mijn vraag is heel simpel: wanneer vindt die volgende vergadering plaats?
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. CD&V was altijd al vragende partij voor zo’n interfederaal actieplan tegen racisme. Er zijn nu leden binnen deze commissie die zich vragen stellen bij de nood daaraan, maar ik denk dat het heel duidelijk is waarom dat nodig is. We zijn dus heel blij dat er initiatieven genomen worden. Ik ben ook blij te vernemen dat u zelf al het initiatief hebt genomen om samen met de administratie de volgende bijeenkomst van het Overlegcomité heel goed voor te bereiden en om heel degelijk te werk te gaan binnen de Vlaamse Regering door afspraken te maken en door te kijken hoe de verschillende beleidsdomeinen betrokken kunnen worden. Zoals ik in mijn vraag al stelde, gaat het immers over heel wat verschillende domeinen. Ik zou hier eventueel nog kunnen informeren naar uw persoonlijke ambities, naar uw verwachtingen en naar uw prioriteiten, maar op zich is de strijd tegen racisme al heel duidelijk opgenomen in het regeerakkoord en in uw beleidsnota. Dank u wel dus voor uw duidelijke antwoord.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Ik heb niet echt een antwoord gehoord op de vraag hoe dit past in de oprichting van de Vlaamse Unia – voor alle duidelijkheid: ik noem het zo. Ik herhaal dus mijn vraag.
Minister, scrollen op sociale media als antwoord op de vraag hoe u weet dat het racisme en het antisemitisme toeneemt, lijkt me niet echt een goed antwoord. U hebt het ook over rapporten. Het klopt dat er veel rapporten zijn, maar scrollen op sociale media: het hangt er maar vanaf waar je scrolt en wat je wilt zien.
Tot slot wil ik vragen of er een kostprijs is verbonden aan het nationaal actieplan. Hoe is die kostprijs verdeeld over het federale en het Vlaamse niveau? Wat is het einddoel van het nationaal actieplan? Is dat er al of moet het nog worden vastgesteld?
Minister Somers heeft het woord.
Ik dank jullie voor de verschillende reacties. Ik zal een aantal zo concreet mogelijke antwoorden geven.
Er is vandaag nog geen vergadering van het Overlegcomité gepland. Het kent normaal een ritme van een per maand of om de zes weken. Het initiatief ligt natuurlijk bij de eerste minister. Wij wachten, niet vol ongeduld, maar vol vertrouwen dat er in de loop van de volgende weken een vergadering van het Overlegcomité zal plaatsvinden en dat het punt opnieuw zal worden geagendeerd.
Er werd ook gevraagd naar de band met Unia. Ik denk dat het twee verschillende dingen zijn. Een nationaal of een interfederaal actieplan is een plan dat de verschillende regeringen samen maken, ieder binnen zijn bevoegdheden, om na te gaan wat men concreet gaat doen op het terrein in de strijd tegen racisme, en voor mij bij uitbreiding antisemitisme. De toekomstige Vlaamse Unia – het zal een andere naam hebben – is een instelling die gaat waken over gelijke kansen en over het feit of mensen al dan niet worden gediscrimineerd.
We moeten dit nog uitwerken, ook in het kader van onze internationale verantwoordelijkheden. We hebben een aantal internationale verplichtingen om zo'n instelling te maken. Het gaat breder dan racisme, het gaat ook over mensen met een handicap of bijvoorbeeld over oudere werknemers die zouden kunnen worden gediscrimineerd. Het gaat over discriminatie op basis van seksuele geaardheid of gender. Er zijn heel veel vormen van discriminatie denkbaar. Die instelling heeft een verantwoordelijkheid om erover te waken dat er geen discriminatie is of om mensen die worden gediscrimineerd, bij te staan. Er is natuurlijk een raakpunt. Zo'n actieplan zal misschien wel een plaats geven aan zulke instituten, maar ze vallen absoluut niet samen.
Op dit moment is er helemaal nog geen sprake van een kostprijs. Ik weet ook niet of het moet leiden tot een kostprijs omdat iedere regering vandaag al initiatieven en acties ontwikkelt. Het is vooral de bedoeling van zo'n interministerieel actieplan om die zaken beter op elkaar af te stemmen, uit te diepen, te verfijnen, geen dubbel werk te doen. Op dit moment kan ik absoluut niet zeggen of er een kostprijs aan verbonden is of niet.
Voor mij is de finaliteit glashelder: de bescherming van onze grondwaarden waar de westerse samenleving op is gebouwd, namelijk het respect voor elke persoon, ervoor zorgen dat mensen niet worden gediscrimineerd op basis van hun afkomst, het beschermen van de humane samenleving, van de verlichtingswaarden. Dat is de kern van de strijd die wij voeren. We beschermen die waarden tegen al diegenen die proberen ze te vernietigen en af te breken door mensen niet als gelijkwaardig te beschouwen, door sommige mensen superieur te achten aan anderen, door mensen in de hoek te duwen omdat ze een verkeerde afkomst hebben. Ik vind dat belangrijk omdat ons beschavingsmodel, onze westerse samenleving, het hoogste goed is dat we te verdedigen hebben. De humaniteit die daarin zit, is voor mij cruciaal. Die strijd is een kernstrijd voor wat we de westerse samenleving noemen. Ik vind het heel belangrijk dat we die voeren. Ik ben dus heel enthousiast dat er zo'n interministeriële conferentie komt.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Minister, CD&V zal hier in de toekomst volop vragen over blijven stellen in opvolging van de vergaderingen van het Overlegcomité, niet alleen vanuit onze controletaak als parlement of vanuit een wantrouwen tegenover u, maar wel vanuit een positieve betrokkenheid tegenover het Overlegcomité en dat toekomstig interfederaal actieplan. Ik kijk er alvast naar uit.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Sp.a is blij en is het volmondig eens met de minister. Dat moet mevrouw Sminate maar goed in haar oren knopen. Wij zijn het daar uiteraard niet mee eens.
Minister Somers, u hebt niet geantwoord op mijn vraag wat de output of finaliteit is. Wat u dan doet, is uw riedel afsteken over het doel, de bescherming van enzovoort. Als u zo’n actieplan opstelt, neem ik aan dat daar toch wel kosten aan verbonden zullen zijn. Dat zullen we dan moeten zien. Ik zal die vraag opnieuw stellen wat die dan zijn. Meten is weten. Er moet toch een output zijn. Als u dat actieplan uitrolt en dat voltrekt zich enkele jaren, welk gevolg moet het dan hebben? Dan is het onvoldoende om heel vaag te zeggen: de bescherming van. U moet meten of het effect heeft of niet.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.