Report meeting Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over gemeentelijke verkeerssignalisatie
Report
De heer Laeremans heeft het woord.
Ik las in de regionale pers een artikel over Kampenhout en Steenokkerzeel, waar een heel lange steenweg ligt, de Haachtsesteenweg. Daar zouden de burgemeesters graag een aparte snelheidsbeperking willen invoeren voor fietsers, om hen op sommige plaatsen af te remmen tot maximaal 30 km per uur.
Dat is een lange, kaarsrechte baan waar snelfietsers makkelijk 40 tot 45 kilometer per uur kunnen halen. Maar helaas is daar geen fietssnelweg, enkel een smal fietspad, waar het onmogelijk is om een andere fietser voorbij te steken. Je vliegt dan tegen een boom of rijdt je vast in het grasperk. Bovendien zijn er ook enkele bushaltes vlak langs het fietspad, en zijn er veel zijwegen en opritten die op het fietspad en de steenweg uitkomen. Op die kruispunten gebeuren er geregeld ongevallen omdat automobilisten de snelheid van de speedpedelecs niet goed kunnen inschatten. Aangezien ik zelf geregeld met de snelfiets naar het parlement rijd, kan ik heel goed begrijpen dat 30 kilometer per uur daar aangewezen is. Ik moet ook niet aan 40 kilometer per uur door Schaarbeek vliegen, want dat zou me slecht bekomen.
Het probleem is nu dat er in de wegcode geen mogelijkheid voorzien is om een aparte snelheidsbeperking in te voeren voor fietsers. Er bestaat ook geen verkeersbord voor. De lokale politie wil proberen om met wegmarkeringen op de grond fietsers te sensibiliseren om trager te rijden.
In Antwerpen heeft het stadsbestuur langs enkele grote fietswegen en fietssnelwegen waarschuwingsborden geplaatst. Dat zijn kleine blauwe vierkante borden met daarop in witte letters de adviessnelheid. Die raden aan om niet sneller te rijden dan 30 kilometer per uur.
De speedpedelec is de laatste jaren aan een grote opmars bezig omdat hij een zeer goed alternatief biedt voor de wagen zolang de afstand niet te groot is. Maar de meeste weggebruikers zijn de snelfietsen niet gewoon en kennen vaak de verkeersreglementen niet genoeg om te weten waar de snelfiets wel of niet mag rijden. Het klopt ook dat een deel van de speedpedelecbestuurders zich weinig aantrekt van anderen. Het zal dus nodig zijn om wat orde te scheppen in de chaos en de verkeersregels desnoods aan te passen en iedereen goed te informeren en te sensibiliseren.
Minister, bent u voorstander of tegenstander van aparte snelheidsbeperkingen op fietspaden? Zult u ervoor zorgen dat de waarschuwingsborden zoals in Antwerpen snel gereglementeerd worden voor heel Vlaanderen? Gaat u ervoor zorgen dat er een evaluatie wordt uitgevoerd in verband met de impact van snelfietsen? Wilt u deze fietsers in een enquête betrekken, aangezien zij allemaal een nummerplaat hebben en dus bereikbaar zijn voor de overheid?
Dan nog een taalkundige vraag. Zouden we de term ‘speedpedelec’ niet beter vervangen door ‘snelfiets’? In Nederland wordt dat ook zo gedaan en spreekt men zelfs al over de ‘snef’. ‘Ik ga even met de snef.’
Ik weet niet of dat de beste manier is, maar speedpedelec vind ik een vreselijk woord. Ik vind het niet vreselijk om ermee te rijden, maar misschien moeten we de terminologie aanpassen.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Voorzitter, ik dank u voor de flexibiliteit. Het leek mij gezien het onderwerp interessant om beide vragen te koppelen.
De stad Antwerpen is sinds eind 2019 begonnen met het ophangen van verkeersborden om een maximumsnelheid op fietspaden aan te geven. Aanvankelijk was dit een snelheidsbegrenzing van 30 kilometer per uur, maar deze signalisatie is inmiddels aangepast naar 25 kilometer per uur.
Over deze signalisatie wordt door fietsers druk gediscussieerd. Zij ervaren de infrastructuur vooral als ontoereikend en zien de nieuwe signalisatie als bewijs van een gebrek aan oplossingen die comfort en veiligheid ten goede komen. Los daarvan zijn de borden niet wettelijk, niet afdwingbaar en kunnen fietsers hun snelheid ook niet objectief meten, tenzij er een fietscomputer aanwezig is op de fiets, wat niet verplicht is.
Verkeersborden dienen om de verkeerscode te handhaven en af te dwingen. Bestuurders moeten zich te allen tijde gewaar zijn van de actieve verkeerssituatie waarin ze zich bevinden. Het plaatsen van dergelijke eigen en niet-conforme signalisatie leent zich, naar mijn mening, enkel tot minder aandacht en minder respect voor de verplichte signalisatie.
Uit het antwoord van de minister op een schriftelijke vraag eerder dit jaar leid ik af dat ze mijn mening deelt. Ik citeer: “Ik ben mij bewust van de mogelijke negatieve effecten van een teveel aan verkeersborden, zoals verzwaring van de rijtaak, te veel informatie waardoor sommige (belangrijke) boodschappen niet langer worden waargenomen, minder aandacht voor de algemene verkeersregels, gebrek aan afstemming tussen maatregel en omgeving (…) Ik wil dan ook inzetten op minder borden waar mogelijk.”
Minister, hoe staat u tegenover het aanbrengen van eigen snelheidsbeperkingen en snelheidssignalisatie zoals in Antwerpen gebeurt? Bent u de mening toegedaan dat het bijplaatsen van dergelijke borden een gunstige impact kan hebben op de verkeersveiligheid? Vindt u het een goed idee dat lokale besturen zelf beginnen met niet-conforme en niet-afdwingbare verkeerssignalisatie? Deelt u mijn mening dat het toelaten van een lokale wildgroei aan niet-afdwingbare eigen verkeerssignalisatie de wettelijke verkeerssignalisatie minder duidelijk en minder dwingend maakt?
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Laeremans, ik moet eerst opmerken dat er op dit ogenblik al snelheidsbeperkingen op fietspaden tout court zijn. Ik denk bijvoorbeeld aan de jaagpaden, waar een snelheidsbeperking geldt van 30 kilometer per uur. Ook op de fietspaden die specifiek het verkeersbord F99 hebben, is er een snelheidsbeperking van 30 kilometer per uur. Dat is onder meer op een aantal fietssnelwegen geplaatst.
U weet natuurlijk ook dat als er een vermenging is van het verkeer binnen de bebouwde kom of daarbuiten, de snelheden die gelden op de wegen, uiteraard ook gelden voor de fietsers. Overal waar een zone 30 is, geldt voor de fietsers een snelheidsbeperking. Zij moeten die dan ook respecteren.
Ben ik geneigd om nog extra snelheidsbeperkingen op te leggen? Ik heb in het verleden al gezegd dat we wachten op het advies van Fietsberaad. Dat is inmiddels binnengekomen. Zij hebben een lange- en een kortetermijnvisie. Ik had de indruk dat de meeste mensen die gisteren zijn tussengekomen in de plenaire vergadering, van oordeel zijn dat het aan de lokale besturen is en dat zij het beste geplaatst zijn om te kijken waar al dan niet een zone 30 wordt doorgevoerd. Opnieuw, als er een zone 30 wordt doorgevoerd, dan heeft iedereen zich daaraan te houden, ook de speedpedelecs of hoe u ze ook wilt noemen. De Nederlandse benaming had ik nog niet gehoord.
Het verhaal van handhaving is gisteren ook aan bod gekomen. Dat is niet zo gemakkelijk, maar het is aan elke weggebruiker, op welke manier hij of zij zich ook verplaatst, om zijn of haar snelheid aan te passen aan de situatie en de omstandigheden en zich uiteraard veilig te verplaatsen.
Ik kom tot uw vraag over de waarschuwingsborden. Wij zijn bevoegd voor het instellen van snelheidslimieten op de gewestwegen. Het instellen van een snelheidslimiet voor een deel van de openbare weg is niet zo eenvoudig. Aparte snelheidslimieten voor fietspaden, los van de wegen, is op zich niet zo evident. Als het specifiek gaat over de waarschuwingsborden of boodschappen die op het fietspad worden aangebracht, moeten we voorkomen dat er een overkill aan borden is. Op den duur ziet men door het bos de bomen niet meer, en dat komt zeker de veiligheid niet ten goede.
Dit voorjaar wordt een fietsveiligheidscampagne gelanceerd waarbij het onder andere de bedoeling is om op locaties waar fietsers te snel op het fietspad rijden, specifieke acties op te zetten in samenspraak met de lokale overheden. De lokale overheden worden dan gevraagd om specifieke veiligheidscampagnes te doen op de wegen waarvan ze denken dat fietsers er veel te snel rijden. De campagne is voorzien voor de maand mei en draait rond de wederzijdse verstandhouding tussen fietsers en automobilisten. Het is een campagne met een positieve ‘tone of voice’, waarbij fietsers automobilisten danken voor veilig gedrag en vice versa. De focus zal liggen op het correcte, veilige gedrag in specifieke omstandigheden. In die zin werken we aan extra waarschuwing, maar we willen niet overal borden gaan plaatsen.
U vraagt naar een evaluatie in verband met de impact van de snelfietsen. Het is al gezegd in deze commissie dat in het kader van de aanpassing van het Vademecum Fietsvoorzieningen die we dit jaar voorzien, onder andere zal worden bekeken of de richtlijnen voor onze fietsinfrastructuur al dan niet moeten worden herzien, rekening houdend met de enorme toename van het fietsverkeer, wat we moeten toejuichen, want dat is de modal shift die we allemaal willen realiseren en waar we al voor een groot stuk in zitten. Daarnaast moeten we ook rekening houden met de diversiteit van de gebruikers en de snelheidsverschillen tussen de verschillende gebruikers van het fietspad.
U vroeg ook of wij de fietsers bij de enquête willen betrekken, aangezien zij ook allemaal een nummerplaat hebben. In het kader van het project 365SNEL is er een onderzoek gebeurd door het Departement Omgeving, waarvan recentelijk, op 21 februari, de resultaten kenbaar werden gemaakt. Personeelsleden van diverse ondernemingen en overheden konden telkens gedurende een maand een speedpedelec gebruiken voor hun woon-werkverplaatsing. Achteraf gaven ze dan feedback, zodat daar een grondig en uitgebreid onderzoek over kon worden gedaan. Er zijn in dit kader 520 deelnemers bevraagd. Zij hebben hun bevindingen over dat gebruik in het kader van het woon-werkverkeer kunnen meegeven. Die studie vindt u inmiddels op de website van het departement, en ook bij Fietsberaad. Die heet dus ‘365SNEL – Speedpedelecs in woon-werkverkeer’.
Dan was er uw vraag of we de term niet beter zouden vervangen door ‘snelfiets’. Men kan de term ‘speedpedelec’ mooi of niet mooi vinden, dat laat ik in het midden, maar het is wel alleszins een term die heel goed is ingeburgerd, die inmiddels ook is opgenomen in het verkeersreglement. Alleen omdat we een woord misschien niet zo mooi vinden het verkeersreglement aanpassen, lijkt me wat vergezocht. Het is ook een woord dat in diverse landen wordt gehanteerd en voor iedereen ook wel heel duidelijk te gebruiken is. In die zin denk ik dat ‘speedpedelec’ voor velen alleszins duidelijker zal zijn dan ‘snelfiets’, of wat was het Nederlandse woord nu weer? (Opmerkingen)
Dat kende ik nog niet, maar ik weet ook niet of ze dat in andere talen dan goed zullen begrijpen. Ik denk dat ‘speedpedelec’ al erg goed is ingeburgerd. Alleszins heb ik niet de intentie om die naam te wijzigen.
Men heeft het heel vaak over de hoge snelheden van de speedpedelecs. Die 45 kilometer per uur, dat is de maximumsnelheid. We hebben zelf ook nog samengezeten met de vereniging van de speedpedelecs, en zij zeggen zelf dat de doorsneesnelheid veeleer 25 kilometer per uur is. U fietst zelf in het woon-werkverkeer. Op bepaalde locaties zal men die hogere snelheden kunnen bereiken, maar de doorsnee zal niet continu 45 kilometer per uur rijden. Dat lijkt me ook wel duidelijk.
Mijnheer Van de Wauwer, ik kom tot uw vragen, onder andere over de snelheidssignalisatie zoals die in Antwerpen gebeurt. Ik heb daarop eigenlijk al een schriftelijk antwoord gegeven, namelijk dat een teveel aan verkeersborden veeleer negatieve effecten met zich kan meebrengen en dat we dat zeker niet willen. Ik heb daarmee dus eigenlijk al aangegeven niet gewonnen te zijn voor het idee om op de fietsinfrastructuur nog extra informatieborden aan te brengen met snelheidsbeperkingen en dergelijke meer. We moeten veeleer streven naar vereenvoudiging. Dat geeft veel meer duidelijkheid dan heel veel diversificatie aanbrengen, qua aantal borden, maar ook qua aantal regels. Hoe duidelijker het voor iedereen is, hoe beter het is voor iedereen om een en ander te kunnen respecteren.
Een aantal dingen heb ik misschien al gezegd. Opnieuw, Fietsberaad heeft omtrent een snelheidsbeperking voor speedpedelecs heel recent een advies gegeven. Ik denk dat u ons allemaal nog eventjes de tijd moet gunnen om dat in detail te bekijken. Fietsberaad zegt ook dat het op langere termijn misschien niet slecht zou zijn om naar die uniformiteit van 30 kilometer per uur te gaan, maar opnieuw, ik denk dat niet iedereen daarvoor te vinden is, zeker niet voor die 30 kilometer per uur in de bebouwde kom zonder meer. Het lijkt me nog het beste dat lokale besturen zelf zones afbakenen waarover ze van oordeel zijn dat 30 kilometer per uur er een goede zaak zou kunnen zijn. Dan geldt dat daar ook voor iedereen. Ik denk echter niet dat het een goed idee zou zijn om dat van hogerhand op te leggen.
We willen de adviezen van Fietsberaad zo veel mogelijk ter harte nemen en zullen dit verder onderzoeken. Het blijft voor ons zaak om in te zetten op een verbetering van de fietsinfrastructuur. We willen onze fietsers immers maximaal faciliteren in het kader van die modal shift die we toch allemaal willen realiseren. We willen ook dat de algemene verkeersregels door alle weggebruikers worden nageleefd. Ook daar moet men zijn verantwoordelijkheid nemen en de snelheidsbeperkingen naleven, maar tegelijkertijd moet men zijn gedrag aanpassen aan alle mogelijke omstandigheden zoals weersomstandigheden, wegenwerken, kruispunten enzovoort. Verder blijven we inzetten op educatie en sensibilisering, want naast onze infrastructuur blijft gedragssturing nog altijd een heel belangrijk gegeven.
Ik vind het niet zo’n goed idee dat lokale besturen zelf beginnen met te voorzien in niet-conforme en niet-afdwingbare verkeerssignalisatie. Op de duur staat er zo veel dat men het niet meer allemaal gezien krijgt, en dat is geen goede zaak.
Op uw vraag over het toelaten van de lokale wildgroei, heb ik intussen ook al geantwoord.
De heer Laeremans heeft het woord.
Ik dank u voor het antwoord. Ik begrijp dat dit een complexe zaak is. Ik zal met belangstelling bekijken wat er online te vinden is over die adviezen en dat project 365SNEL.
Uw antwoord maakt nog niet helemaal duidelijk wat bijvoorbeeld Steenokkerzeel en Kampenhout moeten doen. U zegt dat het best zou zijn dat dezelfde snelheid wordt gehandhaafd op de baan als op het fietspad wanneer dat mogelijk is. In zone 30 is dat automatisch zo, maar dit is een specifiek geval, en zo zijn er wel meer in Vlaanderen, waar men lange rechte banen heeft met daarnaast een fietspad dat aangelegd is omdat er maar één snelheid van fietsers was, maar intussen zijn er drie en is dat fietspad niet breed genoeg. Die snelle fietsers vlammen dan graag door want zij willen op tijd op hun werk zijn. Ik denk dat daar toch iets voor geregeld moet worden. U zegt dat u het niet zo hebt voor extra bordjes, en ik begrijp dat, maar misschien kan het toch nuttig om op het fietspad zelf een grote ’30 alstublieft’ te schilderen. Dit zou dan als streefsnelheid kunnen worden gehanteerd. Uiteraard moeten fietsers zelf weten hoe snel zij moeten rijden, maar we kunnen niet elke situatie even goed inschatten. Vandaar mijn vraag om dat door de gemeenten op de grond te laten aanbrengen: zij zijn het best geplaatst om te weten waar er gevaarlijke punten zijn.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw uitgebreide antwoord. Ik had op de meeste van mijn vragen inderdaad al een antwoord gekregen door uw antwoord op de vragen van de collega.
Ik wil nog even terugkomen op de situatie in Antwerpen. Ik heb voor alle duidelijkheid geen twijfels over de goede bedoelingen van het stadsbestuur, wij willen allemaal werken aan verkeersveiligheid en een goede fietsinfrastructuur. Dat is nodig wanneer we die modal shift willen bereiken en wanneer de fiets echt een alternatief moet worden voor de wagen. Maar we moeten er zeker over waken dat die wildgroei van verkeersborden niet het tegenovergestelde, namelijk minder veiligheid en duidelijkheid, tot gevolg heeft.
Minister, bent u van plan om het Antwerpse stadsbestuur aan te spreken over de initiatieven die het neemt en over de extra borden die het op eigen initiatief zal plaatsen?
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister, u hebt deels al geantwoord op een vraag die ik had over het nieuwe advies van Fietsberaad dat pas recent is gepubliceerd. U zei dat u dat verder zult bestuderen. Mijn vraag is wanneer we de oefening over het fietsvademecum zullen maken. Op eerdere vragen antwoordde u dat u dat advies afwachtte voor u zou werken aan dat vademecum. Wanneer kunnen we aan de slag gaan met dat fietsvademecum dat de spelregels over de verschillende snelheden van fietsers zou moeten kunnen ondervangen?
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Voorzitter, speedpedelecs komen hier heel veel aan bod, en dat is een goede zaak, want eigenlijk is de speedpedelec voor alle afstanden van ongeveer 20 kilometer het ideaal alternatief voor het woon-werkverkeer. We moeten erop letten de speedpedelec niet te veel beperkingen op te leggen, want we mogen het doel, de modal shift in het woon-werkverkeer, zeker niet naast ons neerleggen. Om het doel van de speedpedelec te behouden, moeten we hier onze volle aandacht aan schenken.
Minister, u hebt er al naar verwezen dat het heel belangrijk is de veiligheid van alle weggebruikers te garanderen en respect voor elkaar te hebben. In mei 2020 zult u een campagne lanceren om de snelheid aan te passen en dergelijke. Een sensibiliseringscampagne is hier echt op zijn plaats. Dit kan effectief de veiligheid verhogen.
Het advies van Fietsberaad Vlaanderen stelt ook dat een snelheidsverhoging tot 45 kilometer per uur op landbouwwegen en jaagpaden buiten de bebouwde kom zou kunnen. Bent u voorstander van de verhoging van de snelheid tot 45 kilometer per uur op die jaagpaden en landbouwwegen? Zult u dat bekijken en eventueel invoeren?
Een bijkomend punt is de benaming die hier net is voorgesteld. Ik denk dat de naam ‘speedpedelec’ enorm goed is ingeburgerd en dat we die naam dus kunnen behouden. Ik zou geen tijd steken in het kiezen van een andere naam.
De heer Meremans heeft het woord.
Voorzitter, ik kan me bij de meeste sprekers aansluiten. Als we naar een overregulering gaan, bestaat het gevaar dat mensen opnieuw met de wagen naar het werk gaan omdat ze de regelgeving kotsbeu zijn. Ik denk dat we zo min mogelijk met regels moeten werken. Er zijn regels, maar we moeten niet naar een overregulering gaan.
Voor de rest heb ik gelezen wat de Fietsersbond in Nederland heeft geschreven. Maatwerk is nodig. Als een gemeente een fietssnelweg heeft waarvan we weten dat er tussen half acht en half negen drommen scholieren over rijden, weten we dat zij anders dan speedpedelecs rijden. Zij moeten een hele uitleg doen. Dat hoort erbij en dat moet kunnen. Ik heb dat ook nog gedaan. Zij zwalpen ook een beetje, wat ook moet kunnen. Het gezond verstand moet dan regeren. Dat kan eventueel met een aanmaning, maar dat is dan geen verplichting. Het gemeentebestuur moet dan bekijken op welke manier het kan. Daar is maatwerk voor nodig.
Mevrouw Fournier, ik sluit me aan bij uw vraag. Van sommige stukken weten we dat het een lange baan is waar buiten de schooluren weinig verkeer op zit of waar sowieso weinig ander fietsverkeer is. Daar kan de snelheid eventueel worden verhoogd. Ik weet niet of dat mogelijk is, maar dat zijn elementen die we allemaal moeten bekijken. Ik sluit me dan ook bij u aan.
De heer Keulen heeft het woord.
Voorzitter, het is eigenlijk heel simpel. We moeten geen regels maken die er al zijn. De wegcode is op dit ogenblik heel duidelijk en expliciet. Men moet de snelheid aanpassen aan de omstandigheden, inzonderheid als er zwakke weggebruikers in de omgeving vertoeven. De wegcode is op dat vlak helder, klaar en duidelijk. Alles wat men hieraan nuanceert of toevoegt, ondergraaft die duidelijkheid. De wegcode is er en moet gewoon in de praktijk worden gebracht door diegenen waarop ze van toepassing is.
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Laeremans, met betrekking tot uw specifieke vraag over de Haachtsesteenweg en over het traject dat u zelf aflegt, moet ik zeggen dat ik het niet van buiten ken en dus ook niet in detail ken, maar ik heb begrepen dat de Haachtsesteenweg daar weliswaar buiten de bebouwde kom ligt, maar dat het toch een vrij smalle weg met veel lintbebouwing is. Hoewel het een gewestweg is, denk ik dat het best is dat de lokale besturen input kunnen geven over wat eventueel voor meer veiligheid kan zorgen.
Als het dan toch zou aangewezen zijn om op die fietspaden bepaalde snelheidsregimes toe te passen, dan neem ik aan dat de lokale besturen ons wel zullen briefen. Ik denk dat dat nog altijd het meest is aangewezen. Overal extra regeltjes gaan opleggen, gaat alleen maar meer onduidelijkheid creëren, en dat willen we dit niet. We willen dat voor iedereen eenzelfde uniforme regeling geldt die heel duidelijk is en die door iedereen eenvoudig kan worden gerespecteerd. Ik denk dat we daarvan moeten uitgaan.
De heer Van de Wauwer vroeg of ik Antwerpen wou aanspreken over de bijkomende waarschuwingsborden die zij plaatsen. Ik wil de lokale autonomie respecteren, maar ik denk dat zij op termijn ook wel zullen inzien dat uniformiteit en duidelijkheid voor iedereen het beste is. Het is hier ook al door een aantal collega's gezegd dat de verantwoordelijkheid bij de weggebruikers zelf ligt. Iedereen moet die ter harte nemen en moet respect hebben voor de andere weggebruikers.
Meneer Rzoska, we hebben gisteren nog maar pas het advies van Fietsberaad gekregen. Het staat al online. Ik kan u vandaag geen exacte timing geven voor de aanpassing van het Vademecum Fietsvoorzieningen, het fietsvademecum. Een aantal maanden geleden heb ik gezegd dat we zullen nagaan waar het vademecum moet worden aangepast. We wachtten daarvoor onder meer op het advies van Fietsberaad. Het advies is er nu, maar ik heb nog geen exacte timing om te zeggen wanneer het vademecum er zal zijn. We willen er wel zo snel mogelijk werk van maken. Ik ga nu niet beloven of het nog voor of na de zomer zou zijn, maar we zullen er alleszins werk van maken en hopelijk zullen we er zo spoedig mogelijk iets over kunnen zeggen.
Ik heb er nog even de cijfers bij gehaald. Eind 2019 waren er 30.000 speedpedelecs. Dat is een goede tendens. We zijn in Vlaanderen blijkbaar de snelst groeiende markt. Op zich is dat een goede zaak, want het zorgt voor de modal shift. Uit de ongevalstatistieken die we via de politieregistratie hebben, blijkt dat in 2018 1 procent van de slachtoffers te maken had met een speedpedelec. Het aandeel is dus laag, en dat is ook goed. Vijf jaar geleden sprak niemand over een speedpedelec en dacht niemand eraan om een deel van het woon-werktraject te doen met een fiets die iets sneller kan rijden. Vandaag de dag is dat wel zo en gaan we naar een duurzame verplaatsing. We moeten het aandeel zeker zijn kans geven en we willen zeker niet gaan naar een overdreven regelgeving of een overregulering. Het moet de kans krijgen om te blijven groeien, maar veiligheid blijft uiteraard een heel belangrijk gegeven. Daar zullen we over blijven waken.
Er was ook de vraag om op bepaalde landbouwwegen of jaagpaden de snelheid te verhogen. Op jaagpaden en landbouwwegen geldt de algemene regeling van 30 kilometer per uur. Als men afwijkingen wil toestaan, zijn volgens mij ook weer de lokale besturen het best geplaatst om te oordelen op welke trajecten men een ander snelheidsregime kan toelaten. Ik sta er zeker voor open, maar ik denk dat uniformiteit toch nog altijd het meest duidelijk is voor iedereen. In bepaalde omstandigheden kunnen we overwegen om het toe te laten.
De heer Laeremans heeft het woord.
Ik denk dat er genoeg antwoorden gekomen zijn. Er is nog wel wat uit te klaren in samenspraak met de lokale besturen, zeker wanneer het gaat over specifieke situaties. De fietsers moeten natuurlijk ook zelf hun verstand gebruiken, maar in de realiteit is het allemaal niet zo makkelijk. Men let niet op alles, het is allemaal vrij complex, er gebeuren te veel ongevallen. Ik begrijp dat een lokaal bestuur dan graag een regelgeving wil krijgen die de mogelijkheid biedt om eventueel iets te doen, met een bord, met een aanduiding op de grond.
Fietsers die snel doorrijden, moeten toch ook kijken naar wat er op het fietspad staat. Dat zou misschien een oplossing kunnen zijn. Ik hoop dat er nog een mogelijkheid is om daarover na te denken.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Minister, ik vraag u of u het Antwerps stadsbestuur eventueel wilt aanspreken over de lokale autonomie, maar u spreekt over de eigen verantwoordelijkheid van de weggebruiker. Dat klopt natuurlijk, maar ik denk dat het het doel is om een zo veilig mogelijke fietsinfrastructuur te hebben met niet te veel onduidelijkheid als gevolg van een wildgroei aan borden. Het was in dat opzicht misschien toch interessant geweest om een signaal te geven aan het stadsbestuur in het belang van de veiligheid van de fietsers. Verder was ik heel tevreden met uw uitgebreide antwoord.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.