Report meeting Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Report
De heer Keulen heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, dit is een vraag voor wakkere mensen.
In december vorig jaar liet de Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV) slaperigheidsmetingen uitvoeren. Daaruit blijkt dat een op de drie autobestuurders bij een late rit in zijn of haar biologische nacht zou rijden. Daardoor zijn ze minder alert en lopen ze tot 30 procent meer risico om in een ongeval betrokken te raken. Slechts 9 procent van deze bestuurders geeft echter aan zich minder alert te voelen. 2 procent blijkt zelfs neigingen te hebben gehad om in te dommelen achter het stuur. Voor wie veel kilometers aflegt, zijn dat fenomenen die herkenbaar zijn. Het is dus terecht dat de VSV in de maand februari slaperigheid achter het stuur in de spotlights zet in de Beloofd!-campagne. Iedereen die een beetje wakker is, ziet langs de wegen die campagneborden staan.
Artikel 8.3 van de wegcode stelt dat “elke bestuurder in staat moet zijn te sturen, en de vereiste lichaamsgeschiktheid en de nodige kennis en rijvaardigheid moet bezitten. Hij moet steeds in staat zijn alle nodige rijbewegingen uit te voeren en voortdurend zijn voertuig of zijn dieren goed in de hand hebben.” Ik ben dus niemand vergeten, van Limburg tot in West-Vlaanderen.
Wie vermoeid achter het stuur kruipt, voldoet bijgevolg niet aan deze verplichting en begaat een tweedegraadsovertreding. Deze overtreding is echter nauwelijks te controleren. Er zal dus in de eerste plaats ingezet moeten worden op voldoende sensibilisering van deze problematiek.
Minister, zijn er gegevens bekend van het aantal verkeersongevallen dat veroorzaakt werd door vermoeidheid achter het stuur?
Heeft de VSV ook onderzoek gedaan naar vermoeidheid bij professionele bestuurders die regelmatig ’s nachts rijden, zoals vrachtwagenchauffeurs, bestuurders van autocars, taxibestuurders enzovoort? Zijn de resultaten bij professionele bestuurders vergelijkbaar? Zo ja, dan zijn dat echt rijdende tijdbommen.
Op welke manier zal er verder aandacht worden besteed aan deze problematiek na afloop van de lopende campagne? Op welke wijze wordt hieraan aandacht besteed in de rijopleiding en tijdens verkeerseducatielessen?
Vindt u dat politiediensten momenteel voldoende aandacht schenken aan de problematiek van vermoeidheid achter het stuur? Zult u hierover in overleg treden met uw federale collega’s die bevoegd zijn voor mobiliteit en binnenlandse zaken?
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Keulen, dank u wel voor uw vragen. Het is niet evident om de bijdrage te bepalen van vermoeidheid als oorzaak of medeoorzaak van verkeersongevallen. Er zijn wel tal van wetenschappelijke schattingen. Zo blijkt uit bepaalde wetenschappelijke schattingen op basis van diepteonderzoek na verkeersongevallen dat zo’n 10 tot 15 procent van de verkeersongevallen vermoeidheidsgerelateerd zijn.
Er zijn ook internationale schattingen die zeggen dat tot ongeveer 20 procent van alle ernstige verkeersongevallen wordt toegeschreven aan slaperigheid achter het stuur. Bijkomend hebben we dan ook nog de studie van het Vias van 2017 die een analyse van de omvang en kenmerken van slaperigheid bij Belgische automobilisten betreft. Deze studie toont aan dat op het niveau van individuele verplaatsingen gemiddeld 5,1 procent van de Belgische automobilisten tekenen van slaperigheid vertoont. Omdat er alleszins een correlatie is tussen vermoeidheid en het aantal verkeersongevallen, toch wetenschappelijk aangetoond, denken we dat het belangrijk is om daarop te blijven focussen en daar ook campagnes voor te voeren.
Op de vraag of er reeds onderzoek werd gedaan naar vermoeidheid bij professionele bestuurders, moet ik negatief antwoorden. De testen die gebeurden ter voorbereiding van de campagne werden algemeen uitgevoerd bij automobilisten. Er werd niet echt een onderscheid gemaakt naar de soorten of de verschillende doelgroepen.
We vinden het heel belangrijk om blijvend aandacht te hebben voor de thematiek van vermoeidheid achter het stuur. De Vlaamse Stichting Verkeerskunde lanceerde hierover op 3 februari een nieuwe campagne. U hebt ze misschien gezien in de recente uitzending van ‘Kijk uit’ die het voorbije weekend in beeld werd gebracht.
Slaperigheid of vermoeidheid zal ook in de toekomst een thema blijven in de verkeersveiligheidscampagnes die de Vlaamse overheid zal organiseren.
De invloed van vermoeidheid achter het stuur maakt trouwens ook deel uit van de te kennen leerstof voor het theorie-examen. Tijdens hun rijopleiding worden kandidaten dus wel degelijk gewezen op de gevaren van vermoeid achter het stuur kruipen.
U zult begrijpen dat handhaving op vermoeidheid achter het stuur niet evident is. Wat betreft voertuigen uitgerust met een tachograaf, kan er wel nagegaan worden in welke mate de wettelijke bepalingen inzake rij- en rusttijden worden nageleefd.
Rij- en rusttijden zeggen nog niets over de vermoeidheid of de fysieke toestand van de bestuurder, maar de politiediensten zijn zich zeker bewust van de problematiek. Ze beschikken vandaag niet altijd over de technologische hulpmiddelen om op vermoeidheid te testen en zodoende te handhaven.
Artikel 8.3 van het verkeersreglement, “Elke bestuurder moet in staat zijn te sturen, en de vereiste lichaamsgeschiktheid en de nodige kennis en rijvaardigheid bezitten. Hij moet steeds in staat zijn alle nodige rijbewegingen uit te voeren en voortdurend zijn voertuig of zijn dieren goed in de hand hebben”, is geen artikel dat als basis gebruikt kan worden om zonder meer over te gaan tot handhaving. We weten dat er sowieso nog een en ander moet worden aangepast aan onze verkeersreglementen, maar dat is voor later.
Voor de handhaving zijn de federale en de lokale overheid bevoegd. Bovendien heb ik daarstraks al gezegd dat het op dit ogenblik nog niet heel duidelijk is in welke mate wetenschappelijk correct vermoeidheid kan worden vastgesteld door de politiediensten.
Het lijkt mij in eerste instantie vooral belangrijk om werk te maken van een preventief beleid. Daarom zetten wij zoveel mogelijk in op campagnes zodat zoveel mogelijk weggebruikers zich bewust kunnen zijn van de gevaren die vermoeidheid en achter het stuur kruipen met zich mee kan brengen.
De heer Keulen heeft het woord.
Dit zijn zo van die onderzoeken waar je van schrikt. U zegt dat cijfers van internationaal onderzoek kunnen oplopen tot een op de vijf. Dat verbaast niemand die veel rijdt. Aan jezelf ken je soms de wereld.
Minister, we moeten inzetten op de groepen van professionele chauffeurs, in het kader van sensibilisering en van overleg met de beroepsfederaties. Iemand die een autocar, een bus of een taxi bestuurt, heeft meestal andere mensen mee aan boord. Vrachtwagens of trucks zijn tanks op de weg. Als de bestuurders ervan door vermoeidheid de controle verliezen en op een ander rijvak of in een andere rijrichting terechtkomen, dan is de ramp niet te overzien en moet daar verder geen tekening bij worden gemaakt.
Dit is moeilijk om te handhaven. We kennen ondertussen de hulpmiddelen wat betreft onder invloed rijden maar ook wat betreft de intoxicatie door drugs en andere narcotica. Dit is verborgener en sluimerender maar misschien nog veel frequenter. We moeten de beroepschauffeurs niet viseren en meteen stigmatiseren. Maar in het kader van de algemene verkeersveiligheid lijkt me dat inderdaad een aandachtspunt te zijn, om winst te boeken op het vlak van het verder terugdringen van verkeersongevallen en verkeersslachtoffers.
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Keulen, ik kan alleen maar beamen wat u zegt. Het blijft een gevaar. Daarom blijven wij inzetten op de sensibilisering. Ik verwees daarnet naar de ‘Kijk uit’-aflevering die u op tv hebt kunnen zien. U hebt waarschijnlijk ook al de borden langs de weg gezien waarop we zeggen: 'Late rit? Enkel koffie en powernap houden je wakker.' We zullen volop blijven inzetten op de sensibilisering. Hoe meer mensen bewust zijn van de gevaren van vermoeid achter het stuur kruipen, des te beter. Zo zullen ze zelf meer voorkomen dat dat gebeurt en zullen ze bijdragen tot een vermindering van het aantal verkeersongevallen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.