Report meeting Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Report
De heer Anaf heeft het woord.
Mijn vraag gaat over iets waar ik in oktober al een vraag over heb gesteld, meer bepaald lood in waterleidingen. Toen had ik het over negatieve adviezen voor het gebruik van drinkwater voor rechtstreekse consumptie in Vlaamse scholen en kinderdagverblijven. Minister, in het antwoord op mijn vragen stelde u dat er in 2018 aan veertien publieke gebouwen gericht op kinderen het advies werd gegeven dat het water niet geschikt is voor rechtstreekse consumptie. Voor 2019 waren er dat tot op dat moment vijf.
U hebt toen bevestigd dat u dat een belangrijk probleem vond. Om het belang van deze problematiek nog eens kracht bij te zetten en structureel aan te pakken, kondigde u aan dat er een nieuw loodactieplan zou worden opgemaakt. Een eerste schets hiervan zou in december 2019 met de relevante actoren en de commissie besproken worden om dan in het voorjaar 2020 in werking te kunnen treden. We zijn ondertussen 2020 en gezien het belang van gezond drinkwater voor kleine kinderen, zou ik volgende vragen willen stellen.
Is er over deze problematiek intussen nog verder overleg geweest tussen vertegenwoordigers van onderwijs, dossierbehandelaars gezondheidsbeleid en welzijn op het werk en toezichthouders drinkwater van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) en het agentschap Zorg en Gezondheid? Hoeveel publieke gebouwen gericht op kinderen hebben uiteindelijk in 2019 een negatief advies gekregen voor rechtstreekse consumptie? Ik hoop dat dat er minder waren dan in 2018 want dan zijn we op de goede weg. Wanneer kunnen we de beloofde aanzet voor het derde loodactieplan verwachten? Is er al een draft-versie? Wanneer wilt u landen met een nieuw definitief loodactieplan? Kunt u desgevallend al iets meer vertellen over de krachtlijnen die in dat nieuwe loodactieplan zullen zitten?
Minister Demir heeft het woord.
Goedemorgen collega's. Mijnheer Anaf, dank u voor de vraag. Ik ben zeer blij dat deze problematiek u na aan het hart ligt en dat u dat onder de aandacht brengt. Dat geeft me de gelegenheid om te antwoorden dat er tussen 23 oktober en nu heel wat overleg is geweest, eerst tussen de VMM en het agentschap ZG om de krijtlijnen van het nieuwe loodactieplan uit te werken. Die zijn teruggekoppeld naar het kabinet. Een eerste ontwerpversie van het plan werd reeds opgesteld door de VMM. Dat werd woensdag 15 januari voorgelegd aan de drinkwatermaatschappijen, gelet op hun belangrijke expertise op dit vlak en de rol die de sector wellicht ook zal opnemen in het derde loodactieplan. Daarnaast wordt er ook gezocht naar een datum op korte termijn voor een overleg met de vertegenwoordigers van onderwijs, de dossierbehandelaars gezondheidsbeleid en welzijn op het werk, Kind en Gezin en de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), omdat de vraag over de aanwezigheid van lood zeer belangrijk is.
Uit het voorlopige resultaat van 2019 blijkt dat twaalf publieke gebouwen gericht op kinderen een negatief advies hadden gekregen om drinkwater rechtstreeks te consumeren. In zeven gebouwen werden er effectief loden leidingen vastgesteld. Daarom is het overleg dat we op zeer korte termijn hebben gepland met de sector van groot belang.
Zoals ik al aangaf, hebben we zelf niet stilgezeten. Er is veel gebeurd. Het is echter nodig om nog een aantal stappen te zetten alvorens we een ontwerp van een derde loodactieplan kunnen voorleggen. Eerst en vooral moeten we in overleg gaan met belangrijke stakeholders. Ik verwijs hiervoor naar het geplande overleg dat door de VMM zal worden getrokken. In een tweede fase is het van belang om het ontwerp van het derde loodactieplan voor te leggen aan de ministers bevoegd voor onderwijs, gezondheidsbeleid, welzijn op het werk, Kind en Gezin en dergelijke meer.
Ik vind het belangrijk dat ik de bevoegde ministers daarbij betrek, om waar nodig de nodige engagementen te formaliseren. Het is in ieder geval mijn bedoeling om voor de zomer met een nieuw – derde – loodactieplan te komen. Zoals ik eerder heb gezegd, ben ik ook bereid om dit ontwerp in deze commissie met jullie te bespreken alvorens finaal af te kloppen. Dat is een mogelijkheid.
Wat zijn de krachtlijnen? Het grootste deel van de acties van het tweede loodactieplan blijft behouden, maar wordt uiteraard geactualiseerd, geüpdatet en ingepast in de structuur. De focus op gericht sensibiliseren, informeren en samenwerken met de partners blijft behouden. Hierbij wordt het ambitieniveau telkens verhoogd. Het derde Actieplan Loodpreventie in drinkwater 2020-2024 zal een zo sluitend mogelijk antwoord bieden op hoe we er zeker van kunnen zijn dat er in prioritaire gebouwen bij het drinken van kraantjeswater geen risico is op drinkwater met concentraties boven de loodnorm. Dat zal sowieso een van de krachtlijnen zijn van het nieuwe actieplan. Ook wordt er in het nieuwe actieplan uiteraard invulling gegeven aan de nieuwe Europese drinkwaterrichtlijn. In die richtlijn is lood, samen met legionella, aangeduid als kritische parameter, waarvoor ook een risicobeoordeling van het huishoudelijk distributiesysteem moet worden uitgevoerd. Een belangrijk spoor van het derde loodactieplan is ook onderzoek naar hoe we de verantwoordelijkheid van de gebouwbeheerders voor een proactieve aanpak van de loodproblematiek kunnen vergroten.
Minister, ik dank u voor uw uitgebreid antwoord. Ik begrijp dat de timing een beetje wordt uitgesteld. Maar laat ons eerlijk zijn: dat is niet het belangrijkste. Het belangrijkste is dat er ernstig werk wordt gemaakt van dat loodactieplan. En dat begrijp ik uit uw antwoord en apprecieer ik ook sterk.
Ik vind het ook goed dat u zegt dat prioritaire gebouwen – en ik neem dan aan dat u vooral prioritaire gebouwen bedoelt waar kleine kinderen aanwezig zijn – ook echt prioriteit zullen krijgen in het plan. Want ik merk dat er vorig jaar twaalf in plaats van vijftien gebouwen een verbod hebben gekregen op de consumptie van drinkwater. Laat ons hopen dat we dat de komende jaren stelselmatig kunnen afbouwen naar nul, want dat moet het uiteindelijke target zijn. Drinkwater is zo’n essentiële basisbehoefte, zeker voor kleine kinderen. Dat moet dus gezond zijn. En daarvan moeten we voor 100 procent zeker kunnen zijn, als we onze kinderen naar school of naar een kinderdagverblijf sturen.
Ik ben heel erg benieuwd naar het ontwerp-loodactieplan. Weet u al wanneer we dit in de commissie kunnen verwachten? Eerst was dat eind 2019 en het definitieve plan in het voorjaar. Nu hoor ik dat het definitieve plan er net voor de zomer zou zijn. Spreken we dan over maart-april, of zal het er pas in juni zijn? Ik wil het gewoon op een goede manier kunnen opvolgen, want we moeten hier allen constructief aan meewerken.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, het thema is loodvervuiling van drinkwater ten gevolge van loden buizen. De prioritaire gebouwen zijn inderdaad schoolgebouwen.
Mijn vraag is vooral of we zicht hebben op de problematiek in zijn geheel. Welke niet-prioritaire gebouwen komen ook in beeld? Hoe zal in dat loodactieplan ook aan de bewustwording van díé eigenaars en uitbaters worden gewerkt? In eerste instantie moet die problematiek worden aangepakt bij jonge kinderen. Maar – ik spreek een beetje uit ervaring – er zijn ook andere gebouwen waar mensen drinkwater gebruiken, die in aanmerking komen. Daar moet de bewustwording echt wel worden ingezet. Hoe zult u dat aanpakken? Wordt er daarrond in initiatieven voorzien?
Minister Demir heeft het woord.
Ik ben het eens met de collega’s. De aandacht moet uiteraard in eerste instantie gaan naar gebouwen waar er heel wat kinderen aanwezig zijn, maar ik ben het eens met mevrouw Schauvliege dat we daarnaast ook voor de andere gebouwen ons op de verantwoordelijkheid van gebouwbeheerders moeten richten. Het derde actieplan zal sowieso een spoor hebben van prioritaire gebouwen en het risico op drinkwater met concentraties boven de loodnorm. Daarnaast zullen we in dat derde loodactieplan onderzoeken hoe we de proactieve aanpak van de loodproblematiek kunnen vergroten, uiteraard ook voor de niet-prioritaire gebouwen. Die twee thematieken zullen zeer aanwezig zijn in dat derde actieplan.
Als er vandaag te veel lood in het water wordt vastgesteld, is het de gebouwbeheerder die verantwoordelijk is om ervoor te zorgen dat mensen niet meer blootgesteld worden aan lood via het drinkwater in zijn gebouw. De betrokken gebouwbeheerders ondertekenen een verklaring op eer dat ze dan de nodige herstelmaatregelen zullen uitvoeren. Als de gebouwbeheerders die verklaring niet bezorgen, contacteert het Agentschap Zorg en Gezondheid hen actief, maar we gaan bekijken hoe we dat in de toekomst nog beter kunnen doen. Daarom heb ik ook een overleg met de departementen. Het is belangrijk dat de bevoegde ministers mee aan dit dossier trekken en de nodige engagementen nemen. De drinkwaterbedrijven moeten uiteraard ook op hun verantwoordelijkheden gewezen worden, want zij zijn ook een van de spelers in het verhaal.
Wat de timing betreft: ik wil de raadgevers geen burn-out bezorgen. We hebben heel veel werk, er zijn heel veel dossiers, wat op zich goed is. Het zal sowieso wel voor het reces naar de regering gaan. Het is een thematiek die iedereen nauw aan het hart ligt en de collega’s hebben daar ook hard aan getrokken, en dus wil ik het ontwerp van decreet eerst nog naar hier brengen. Ik mik daarvoor op mei-juni.
De heer Anaf heeft het woord.
Het zou inderdaad fijn dat u, voordat u naar de regering gaat, er eerst mee naar de commissie komt, zodat we daar mee over kunnen nadenken. We willen dat op een constructieve manier doen. Ik denk dat daar weinig politieke gevoeligheden in zitten. We willen daar gewoon allemaal samen aan werken. Dat zou dus fijn zijn.
De vraag om uitleg is afgehandeld.