Report meeting Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Report
De heer Steenwegen heeft het woord.
Voorzitter, minister, we weten allemaal dat er in Nederland een sterk stikstofdebat woedt. Dat heeft gevolgen, ook voor onze eigen regio. In de luchthaven van Schiphol is er een plafond met betrekking tot het aantal vliegbewegingen. Dat is daar vastgelegd op 500.000 bewegingen. Dat kan worden verhoogd als er milieuwinst wordt geboekt. Het is een soort beperking die men daar oplegt.
In Nederland zit men echter met dat stikstofprobleem. De discussie is daar volop aan de gang. In Nederland pleiten milieubewegingen ervoor om het aantal vliegbewegingen van Schiphol te beperken. Nu blijkt ook dat de lowcostcarriers vooral een heel belangrijk aandeel hebben in die hoge uitstoot van stikstof. Omdat men in Nederland op dat vlak vrij strikt redeneert en men geen verhoging van de stikstofuitstoot meer toestaat, en integendeel naar een verlaging gaat, zien we dat er mogelijk een verhuis plaatsvindt van die carriers naar onze regio, meer bepaald naar onze luchthaven in Zaventem.
Zo is er bijvoorbeeld Transavia, een Nederlandse luchtvaartmaatschappij die charter- en lijnvluchten uitvoert, die deel uitmaakt van de Air France-KLM-groep, die Schiphol, Eindhoven en Rotterdam als thuishaven gebruikt. Dat is een van de vliegmaatschappijen die verhuizen. En nog meer maatschappijen dreigen diezelfde beweging te maken. Op die manier dreigt Zaventem een beetje de vuilbak te worden, als onze regelgeving lakser is dan in Nederland. Men zoekt een uitweg, en die vindt men niet meer in Nederland, maar men denkt die te vinden in Vlaanderen, meer bepaald in Zaventem.
Op de Vlaamse overlegcommissie rond de luchthaven werd aan het management van Brussels Airport de vraag gesteld of men zich daarvan bewust is. Men heeft dat daar wat ontkend. Men ziet het probleem niet. Maar ik stel de vraag toch ook aan u, minister. Ziet u zo’n probleem op ons afkomen, een mogelijke verschuiving van lowcost- en chartervluchten vanuit Schiphol naar Brussels Airport, door de beperking van de stikstofuitstoot in Nederland? Welke maatregelen voorziet u om zo’n verschuiving te vermijden? Dat zou immers betekenen dat de druk op de vele tienduizenden omwonenden van Zaventem inzake luchtkwaliteit en uitstoot van stikstof zou verhogen, om nog niet te spreken over de natuurbedreigingen die ermee gepaard gaan.
Minister Demir heeft het woord.
Collega, luchtkwaliteitsonderzoek, uitgevoerd door de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) op vier meetplaatsen rond de luchthaven, bevestigt dat het wegverkeer, en niet de luchthaven, de voornaamste bron is van stikstofoxiden. Ik kom straks bij het probleem van het ultrafijne stof, want ik denk dat dat het echte probleem is.
Er zijn tevens vaste meetstations nabij de luchthaven van Zaventem, waarvan er een gesitueerd is op de luchthaven zelf en een vierhonderd meter verwijderd in oostelijke richting. Op die laatste meetplaats blijkt de pollutie ook niet eenduidig van de luchthaven te komen, maar veeleer van het wegverkeer rond de luchthaven. Op verder afgelegen plaatsen zal die invloed van de luchthaven nog minder zijn. Dat betekent dus dat ook de stikstofdeposities of de verzurende en vermestende deposities weinig worden beïnvloed door de luchthaven.
Zoals u wellicht weet uit andere vragen die ik over de luchthaven kreeg, veroorzaakt vliegverkeer in de omgeving van de luchthaven voornamelijk ultrafijn stof. De grootste impact van het vliegverkeer op dat ultrafijn stof in de regio is het gevolg van de landing en take-off enerzijds en het taxiën anderzijds. Om de emissies daarvan te reduceren, zijn er operationele maatregelen van kracht, zoals de verkorting van taxitijden, tijd voor inschepen en van take-off zelf. Daarnaast is er ook een aangepaste landingsprocedure waarbij vliegtuigen, wanneer mogelijk, dalen in één glijdende en energiezuinige beweging in plaats van trapsgewijs.
Een zeer belangrijke maatregel om de uitstoot van specifiek ultrafijn stof aan te pakken, is de normering van de vliegtuigmotoren. Die maatregel moet ook internationaal genomen worden. Binnen de International Civil Aviation Organization (ICAO) is een eerste internationale emissiestandaard goedgekeurd voor het niet-vluchtig fijn stof, dat een onderdeel is van het ultrafijn stof. Die nieuwe norm geldt voor motoren van passagiersvliegtuigen die in productie zijn vanaf 1 januari 2020. De norm zal mogelijk in de toekomst nog verder worden aangescherpt. De luchthavenuitbater kondigde daarnaast aan dat men vanaf 2021 rekening zal houden met de uitstoot van CO2 en NOx in de taksen voor vliegtuigen. Zo wil de luchthavenuitbater modernere vliegtuigen, die minder uitstoten, naar Zaventem brengen.
De heer Steenwegen heeft het woord.
Dank u voor uw antwoord, minister.
Stikstof is hier de aanleiding. Dat is de reden waarom we een verplaatsing zien van Nederland naar Vlaanderen, naar Zaventem. De problematiek is inderdaad breder. Het gaat over mogelijke luchtverontreiniging in het algemeen.
Het antwoord dat u geeft, is een beetje het antwoord van de luchthaven. Er doet zich waarschijnlijk een zeer interessante gelegenheid voor om wat meer te weten te komen over de impact van de luchthaven op de luchtkwaliteit ten opzichte van de impact van andere – want er is daar natuurlijk een concentratie van transport, met ook heel veel transport in Brussel. De overlegcommissie heeft u daaromtrent via brief een vraag gesteld.
Er zijn werken gepland in de zomerperiode. De luchthavenuitbater zal onderhouds- en renovatiewerken uitvoeren aan baan 07L/25R, wat betekent dat de meest gebruikte start- en landingsbaan van de luchthaven een tijdlang niet meer gebruikt zal worden. Dat is een unieke gelegenheid om eens na te gaan wat de verschillen zijn in uitstoot.
In de overlegcommissie, waar zowel de luchthaven zelf als de omliggende gemeenten en een aantal andere actoren in vertegenwoordigd zijn, is men het ermee eens om daar onderzoek naar te voeren, al moeten we er wel rekening mee houden dat we dan in een verlofperiode zitten en dat er dus ook veranderingen zullen zijn in het transport rond Brussel. De vraag aan u is dus om uw diensten te vragen specifiek in die periode een meetcampagne op te zetten. Het gebeurt immers niet vaak dat een landingsbaan uit gebruik wordt genomen. Het zou toch bijkomende informatie kunnen geven over de precieze impact van de luchthaven op de totale verontreiniging, mits gecorrigeerd voor bepaalde factoren.
Dat is dus mijn bijkomende vraag: bent u bereid bijkomend onderzoek te organiseren tijdens die uitzonderlijke periode?
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Ik ben ook wel geïnteresseerd in het antwoord op die laatste vraag, want ik heb diezelfde vraag hier ook gesteld op 4 december 2019. Toen liet u nog in het midden dat de VMM een aantal mogelijkheden zou bekijken om metingen te doen rond de luchthaven. Dankzij de werken is het mogelijk om een nulmeting te bekomen, al zal er dan ook op andere plaatsen gemeten moeten worden. U hebt dan gesproken over een vaste meting, maar het zou goed zijn om zowel tijdens als na de werken te meten, om zo te zien wat de verschillen zijn en wat de impact van vliegtuigen op de luchtverontreiniging exact is.
Nu is alles gemengd, zoals u ook terecht stelt: het verkeer rond Brussel brengt ook veel luchtverontreiniging met zich mee. Wij dringen er dus op aan die nulmeting uit te voeren, maar misschien hebt u ondertussen al wat meer info gekregen van de VMM.
Ik was van plan hier schriftelijk een opvolgingsvraag over te stellen, want als u dit wilt doen, dan wordt het wel tijd om daar een beslissing in te nemen. Misschien overvallen we u hier nu mee, maar ik denk dat het zeer interessant is om dit te doen en ik hoop dat de VMM daar de nodige middelen toe krijgt.
Minister Demir heeft het woord.
Ik deel jullie mening. Ik denk dat het een zeer terechte vraag is, dus ik ga ze aan de diensten voorleggen en onderzoeken of het mogelijk is de meting uit te voeren.
De heer Steenwegen heeft het woord.
Ik denk dat iedereen het ermee eens is dat het interessant zou zijn om van de gelegenheid gebruik te maken en bijkomende inzichten te verwerven. Ik hoop dat uw positief antwoord ook opvolging krijgt, minister, en dat de meting effectief uitgevoerd zullen worden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.