Report meeting Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Interpellatie over de rel tussen de regeringspartijen inzake de uitgekeerde bedragen van kinderbijslag aan asielzoekers
Interpellatie over de 'fake news'-uitspraken van Jan Jambon betreffende kinderbijslag en asielzoekers
Report
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, in De Tijd van 28 december konden we lezen wat u in een speech vertelde die u hebt gegeven in De Warande. In het artikel staat: “Heel expliciet wordt hij wel als het gaat over asielzoekers.” U zei toen namelijk: “Ik heb het verhaal gehoord van een familie asielzoekers die meteen een huis kon kopen van dat kindergeld. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?” Ook tijdens een toespraak in Hasselt zou u die uitspraak hebben herhaald.
Die uitspraak lijkt ons – om het zeer zacht uit te drukken – bijzonder problematisch, omdat ze op geen enkele manier wordt gestaafd door feiten. Er zijn volgens ons drie mogelijkheden. Ofwel kent u de huisvestingsprijzen in Vlaanderen niet, en dat lijkt mij toch wel wat vreemd voor een minister-president. Ofwel kent u de regelgeving en de toeslagen van de kinderbijslag niet, wat mij niet echt een karakteristiek lijkt van een gedegen bestuurder. Ofwel bent u bereid om met broodjeaapverhalen bewust het wantrouwen ten aanzien van erkende vluchtelingen te voeden en zo bij te dragen tot de polarisering in onze samenleving.
Ik vrees dat het een beetje van alle drie de mogelijkheden is. Want wij hebben u gevraagd naar het concrete verhaal, maar kregen daar tot dusver nog geen antwoord op. Uw woordvoerder gaf zelfs expliciet toe dat het geval eigenlijk niet was onderzocht, en dat het dus ook niet zeker is dat het echt is voorgekomen. Ook het Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag (FAMIFED) heeft intussen aangegeven geen weet te hebben van dergelijke gevallen.
Maar volgens uw fractieleider Wilfried Vandaele is het blijkbaar niet nodig om wetenschappelijk correct te zijn tegen uw eigen achterban. Ik citeer: “Iedereen weet dat, als je een lezing houdt voor de eigen achterban, je wel eens kort door de bocht gaat door een beeld te gebruiken. Dat beeld moet dan blijven plakken. Het moet niet wetenschappelijk correct zijn in dat soort toespraken, in dat soort lezingen. Iedereen weet wel wat er bedoeld wordt.”
Ik neem akte van het feit dat het bij de N-VA blijkbaar geen probleem is om de eigen achterban blaasjes wijs te maken. Nog los van de wenselijkheid om dergelijke ongefundeerde boutades te uiten, vraag ik me echt wel af waarom u, als minister-president, die uitspraak niet corrigeerde alvorens die werd gepubliceerd in De Tijd. Dit terwijl het regeerakkoord heel duidelijk stelt: “In onze snel evoluerende mediamaatschappij waar de impact van sociale en andere media op de samenleving enorm groot is, neemt het belang van mediawijsheid en digitale geletterdheid nog toe om zich te wapenen tegen fake news.” Minister-president, wij denken dat u zich hier zelf een verspreider van fake news hebt getoond.
Minister-president, mijn eerste vraag lijkt mij bijzonder voor de hand liggend: op welke informatie baseert u deze uitspraak? Hebt u een concreet voorbeeld van een uitbetaling van kindergeld waarmee een gezin een woning zou hebben kunnen kopen?
Het interesseert mij ook heel erg of u het eens bent met de uitspraken van de heer Vandaele?
Wat de essentie van de zaak betreft: bent u op de hoogte van de concrete regelgeving inzake retroactiviteit van uitbetaling, zowel binnen het oude kinderbijslagsysteem als in het nieuwe groeipakket? Kunt u de verschillen tussen beide systemen toelichten?
Erkent u dat u met uw uitspraak een loopje neemt met de waarheid?
Beseft u daarbij dat dit soort uitspraken bijdraagt tot polarisering en wantrouwen in onze samenleving?
Tot slot, vindt u dat het strookt met de waardigheid van het ambt van een minister-president van Vlaanderen om – en ik wik mijn woorden – te liegen in het geval dit verhaal niet klopt? Vindt u zelf dat u geloofwaardig kunt blijven functioneren als zou blijken dat u fake news verspreidt?
De heer Janssens heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, minister-president, we hebben de voorbije dagen en weken vastgesteld dat de linkse oppositie, aangevuurd ook door de linkerflank in uw regering, met name door Open Vld, hysterisch heeft gereageerd op de uitspraken die u hebt gedaan over kindergeld dat in één pakket wordt terugbetaald aan asielzoekers vanaf het moment dat zij als vluchteling in België worden erkend.
In eerste instantie dacht ik voor hun reactie begrip op te kunnen brengen want sp.a en Groen hadden de voorbije weken behoorlijk wat noten op hun zang – en soms zelfs terecht – als het ging over besparingen in de cultuursector, besparingen in de welzijnssector, enzovoort. Ik dacht dus dat zij, net als ik, zouden vinden dat het niet kan dat er met geld wordt gegooid in de richting van asielzoekers, dat zij zouden vinden dat dat geld inderdaad beter wordt besteed aan de vele noden in onze Vlaamse welzijnssector, zoals bijvoorbeeld het wegwerken van wachtlijsten.
Groot was mijn verbazing dat hun consternatie niet ging over het fout bestede geld – dat vonden ze blijkbaar geen enkel probleem –, maar wel of u, minister-president, geen foute informatie had gegeven en of u niet overdreven had met de cijfers die u noemde toen u ging spreken voor uw eigen achterban. Dat fout bestede geld is nochtans voor mij en voor het Vlaams Belang de essentie in heel deze situatie die voor veel Vlamingen onrechtvaardigheid uitschreeuwt.
Asielzoekers die van onze overheid gratis een dak boven hun hoofd krijgen, gratis eten krijgen, gratis toegang tot onderwijs krijgen, gratis toegang hebben tot medische zorgen indien nodig, die overigens nog nooit één euro in ons land hebben bijgedragen aan het sociaal systeem, krijgen dan ook nog eens met terugwerkende kracht kindergeld voor de tijd van de hele procedure die men in ons land heeft verbleven, tot aan de erkenning. In plaats van, net als wij, deze aanslag op ons sociaal systeem, deze aanslag op onze sociale zekerheid aan te klagen, vinden de socialisten en de Groenen het blijkbaar nodig om het te hebben over de communicatie, over het feit of de minister-president al dan niet heeft overdreven met zijn cijfers.
Collega's, mij, en vele Vlamingen met mij, is het niet te doen om het feit dat asielzoekers op het moment van hun erkenning op kosten van de belastingbetalers met terugwerkende kracht in één pakket geld krijgen waarmee ze een huis kunnen kopen, of een appartement, of een nieuwe BMW, of desnoods zelfs een nieuwe fiets. Mij, mijn partij en vele Vlamingen met gezond verstand, is het erom te doen dat hiermee een totaal onrechtvaardige situatie wordt gecreëerd voor onze eigen mensen, een situatie die Vlamingen benadeelt ten opzichte van nieuwkomers en vreemdelingen in dit land. Want voor Vlamingen die hier jarenlang hebben gewerkt en die hier jarenlang hebben bijgedragen aan het sociaal systeem, is er vaak geen geld voor een menswaardig pensioen, voor mindervaliden is er vaak geen geld om hen de nodige zorgen te geven, maar er is voor de Vlaamse Regering – daarin blijkbaar gesteund door de linkse oppositie – wel geld om asielzoekers extra te verwennen.
Ik vraag mij dan af – en ik heb vastgesteld dat veel Vlamingen zich dat de voorbije dagen ook hebben afgevraagd – hoe het mogelijk is dat asielzoekers die kost en inwoon krijgen en nog geen dag hebben bijgedragen aan onze sociale zekerheid, ook nog eens extra kindergeld krijgen. Hoe is het mogelijk dat zij materieel worden bevoordeeld tegenover gewone Vlamingen die wel hebben bijgedragen aan onze sociale zekerheid?
Hoe is het mogelijk dat zowel Gwendolyn Rutten als de linkse oppositie dat blijkbaar geen enkel probleem vinden, maar dat zij wel op hun achterste poten staan als de minister-president deze onrechtvaardigheid benoemt?
Hoe is het mogelijk? Minister-president, waar haalt de voorzitter van uw coalitiepartner Open Vld het lef om, ondanks deze discriminatie van Vlamingen ten opzichte van vluchtelingen, die Vlamingen dan ook nog eens xenofoob en racistisch te noemen?
Minister-president, u hebt in het regeerakkoord nochtans met uw coalitiepartners afgesproken om deze dubbele financiering van kinderen van asielzoekers af te schaffen. Maar we hebben de voorbije dagen en maanden vastgesteld dat hier nog geen enkel initiatief rond werd genomen. Erger nog: toen ik hierover een schriftelijke vraag stelde aan bevoegd minister Wouter Beke, antwoordde hij mij dat het criterium asielzoeker niet relevant is, en als dusdanig dus niet wordt geregistreerd.
Als ik de minister goed begrijp, vindt hij het niet opportuun om te weten waaraan het belastinggeld dat onder zijn bevoegdheid valt, wordt besteed. Collega’s, ik denk dat het debat van de voorbije weken, en het bredere debat in de samenleving, wel degelijk heeft aangetoond dat Vlamingen dit wel relevant vinden, en dat Vlamingen wel willen weten aan wie en waaraan hun belastinggeld wordt uitgegeven. Vlamingen hebben wel degelijk ook het recht om te weten hoeveel kinderbijslag er retroactief aan vluchtelingen is gegeven. Die Vlamingen stellen zich terecht vragen over de cijfers, die zelfs door de Gezinsbond als voorbeeld werden gegeven. Daarbij zou een vluchtelingengezin met vijf kinderen in een keer een bedrag tot 80.000 à 90.000 euro kunnen krijgen.
Minister-president, toen u zei dat u de boosheid van de kiezer op 26 mei ernstig zou nemen, en dat u daar iets aan wilde doen, dan gaat u een pertinent antwoord moeten geven op mijn volgende vragen. Hoeveel is er, sinds de invoering van het nieuwe systeem van het groeipakket op 1 januari 2019, retroactief betaald aan vluchtelingen? Wanneer gaat de Vlaamse Regering eindelijk eens een einde maken aan deze voor Vlamingen totaal onrechtvaardige situatie? Zit iedereen in de Vlaamse Regering, gezien die erg betreurenswaardige uitspraken van de Open Vld-voorzitter, uw liberale coalitiepartner, hierover nog op dezelfde lijn? Zo ja, wanneer zult u dat bewijzen door deze onrechtvaardige regelgeving te veranderen?
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, ministers, en vooral minister-president Jambon, mijn collega’s hebben het al aangehaald. We verwijzen naar een portret van u dat op het einde van het jaar in De Tijd verscheen, op 28 december. Daar deed u, in mijn ogen, een wel zeer gratuite uitspraak. Het ging over vluchtelingen die na erkenning met terugwerkende kracht kindergeld ontvangen. Het is overigens een systeem dat werd ingevoerd door de vorige Vlaamse Regering-Bourgeois, toen het systeem na de zesde staatshervorming door de regio’s werd hervormd.
Op twee publieke momenten stelde u het volgende, en het citaat is al eerder gevallen: “Ik heb het verhaal gehoord van een familie die meteen een huis kon kopen van dat kindergeld. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?” Dit is in mijn ogen een minister-president, die toch een verbindende rol moet spelen tussen alle Vlamingen, onwaardig. En aanvankelijk verdedigde u nog het onverdedigbare, met ontelbare bochten. Ik citeer: “Deze case is zelfs ter sprake gekomen tijdens de Vlaamse regeringsonderhandelingen.” Uw kabinet – minister en kabinet zijn immers één – liet weten dat deze case “niet uitgevlooid” is. “Het gaat niet om de cijfers, maar om het principe.”
En dat terwijl iedereen die kinderen heeft toch die Vlaamse boutade, dat Vlaamse gezegde kent: ‘Een kind kost een huis’. En dat terwijl iedereen weet dat niemand in Vlaanderen ooit met kindergeld een huis heeft gekocht.
Als klap op de vuurpijl verscheen in een andere krant nog een interview waarin u nogmaals herhaalde – niet voor de eerste keer – dat wat u betreft de onderhandelingen met het Vlaams Belang voor een regeerakkoord perfect hadden kunnen worden opgestart.
Beide uitspraken joegen alvast een van uw coalitiepartners de kast op. Het gebeurt niet vaak – ik heb het zelden gezien – dat een partijvoorzitter van een meerderheidspartij openlijk een zetelende minister-president de mantel uitveegt. Wat mij betreft had ze gelijk.
Gwendolyn Rutten noemde uw verhaal over het kindergeld waarmee vluchtelingen een huis zouden kunnen kopen – ik citeer haar letterlijk: “een extreemrechts broodjeaapverhaal” en ze verweet u “het papegaaien van extreemrechts”. Ze gooide er zelfs achteraan dat als de N-VA graag een minderheidsregering met extreemrechts wil, dat ze die dan maakt.
Minister-president, zonder afstand te nemen van uw uitspraken, trachtte u de gemoederen te bedaren in de hoop toch nog wat te redden van een Vlaamse Regering die haar start de afgelopen maanden feestelijk heeft gemist. Dat op dit moment op kabinetten koortsachtig wordt gezocht naar een slagzin om uw ploeg toch nog achter één vlag te lijnen, is illustratief. U hebt de Vlaamse Regering in een positie gebracht waarin ik alleen maar verliezers zie zitten.
Minister-president, hebt u intussen de case uitgevlooid? Kunt u hier straks met concrete gevallen voor de dag komen? Ofwel waren uw uitspraken gebaseerd op een concrete case – hoewel heel wat specialisten in de dagen daarna het hadden over theoretische mogelijkheden, zeer extreem en ze komen eigenlijk niet voor in de praktijk –, ofwel moet u – wat u niet hebt gedaan – afstand nemen van wat ik fake news noem. Voor iemand die pretendeert de eerste burger van Vlaanderen en van deze Vlaamse Regering te zijn, is dat wat mij betreft onvergeeflijk.
Is het uw overtuiging dat het beter zou zijn geweest om met het Vlaams Belang in een Vlaamse Regering te zitten? Zo ja, waarom? Zo neen, waarom niet? Ik heb de indruk, zeker na de afgelopen maanden, dat het niet de eerste keer is dat uw hart bij een andere coalitie ligt, en niet bij deze coalitie met CD&V en Open Vld.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Vooreerst wil ik iedereen mijn beste wensen overbrengen voor een stralend 2020, waarin we wat meer gaan stralen en wat minder gaan balen.
Dan wat het onderwerp van vandaag betreft. Mevrouw Goeman, eerst wil ik u zeggen wat het systeem vroeger was, voor de overheveling, en wat het systeem vandaag is. Dat is ingevoerd door de vorige regering op het moment dat die de kinderbijslag heeft overgenomen.
In het vroegere systeem – het Belgische systeem – bestond de retroactiviteit voor asielzoekers voor de maanden die ze hadden gewerkt. Als men tijdens de procedure van het asiel zoeken een aantal maanden had gewerkt, kreeg men evenveel maanden kinderbijslag uitgekeerd, met een maximum van twaalf maanden. Als een procedure langer dan een jaar duurde – laten we zeggen twee jaar –, en men had bijvoorbeeld dertien maanden gewerkt. Asielzoekers die tijdens hun procedure een job vinden: dat is tamelijk uitzonderlijk. Dit even vooraf. Dat is trouwens afgekapt op twaalf maanden. Dat was het oude systeem.
In het systeem dat is ingevoerd bij de overname van de kinderbijslag door de Vlaamse Gemeenschap, is ingeslopen dat de retroactiviteit onvoorwaardelijk is, met een maximum van vijf jaar. Wanneer een asielprocedure langer dan vijf jaar duurt – in uitzonderlijke gevallen gebeurt dat soms –, kreeg men op het moment van erkenning retroactief kindergeld uitbetaald voor vijf jaar.
Tijdens de regeringsonderhandelingen is dat besef naar voren gekomen, en toen waren alle drie de partijen het er onmiddellijk over eens dat dit geen goed systeem was, en dat het moest worden afgeschaft omdat tijdens de asielprocedure de asielzoeker geniet van bed, bad, brood, gratis onderwijs, en in voorkomend geval ook vervoer naar de onderwijsinstelling. Retroactief kindergeld uitkeren zou dan een beetje dubbelop zijn. Daarover was en daarover is er een absolute consensus in onze regering, om afstand te nemen van dat systeem.
Dan wat de lezing en de citaten betreft. Ik heb tijdens mijn lezing verwezen naar een voorbeeld dat werd gegeven aan de onderhandelingstafel. Neen, ik heb dat niet gecheckt of uitgevlooid. Ik heb gewoon gezegd dat tijdens de onderhandelingen iemand dit heeft gezegd.
Ik besef dat ik als regeringsleider moet verbinden: niet alleen de ploeg, maar ook ruimer – daarover ben ik het met u eens, mijnheer Rzoska. Misschien heb ik verkeerd ingeschat dat dit tot zoveel commotie zou leiden. Ik heb hier dan ook uit geleerd. Ik heb ook geleerd dat dit bij een aantal coalitiepartners gevoelig lag. Ter verduidelijking: niet de afschaffing van het systeem lag gevoelig, wel de verwijzing naar het voorbeeld dat iemand tijdens de onderhandelingen heeft aangehaald. Als regeringsleider moet ik kunnen verbinden en dat heb ik hier ook uit geleerd.
Ik herhaal wel dat de commotie niet over de essentie van het systeem ging. Ik ben benieuwd te horen wat de interpellanten over de essentie van het systeem zelf te zeggen hebben. Is er een consensus binnen dit parlement dat we hier een punt achter moeten zetten? Dat is de essentie van dit debat. Binnen de regering zijn we in ieder geval de mening toegedaan dat het geen goed systeem is en dat we er afstand van moeten nemen.
Mijnheer Rzoska, u verwees naar de geest van het Vlaams Belang binnen deze regering, maar ik sta 500 procent achter deze coalitie. Dit is de coalitie waarmee wij een schitterend en ambitieus regeerakkoord hebben afgesloten. We werken met een krachtige ploeg en ik wil die ploeg met heel veel overtuiging leiden. Het enige wat ik ooit over het Vlaams Belang gezegd heb, is dat we het hen toch wel heel eenvoudig maken door hen nooit voor hun verantwoordelijkheid te stellen en door hen nooit uit te nodigen aan een onderhandelingstafel om na te gaan wat er van hun – in mijn ogen – vaak irreële voorstellen zou overblijven. Ik heb niet gezegd dat we een regering moeten vormen met het Vlaams Belang, absoluut niet. Ik sta 500 procent achter deze regeringsploeg, ik leid die met veel overtuiging en we gaan dat schitterende regeerakkoord tot een goed einde brengen.
De vragen over de concrete cijfers zal minister Beke wat meer toelichten.
Minister Beke heeft het woord.
Er zijn verschillende vragen gesteld over de cijfers. Laat me toe om te zeggen dat er geen systematische registratie gevoerd wordt, eenvoudigweg omdat dit geen criterium is in de berekening van het vroegere federale kinderbijslagsysteem of het huidige Vlaamse groeipakket. Wij moeten ons dus baseren op een manuele controle van deze cijfers. Ik heb voor de periode 2014-2019, die zowel het federale systeem als een jaar groeipakket omhelst, nagevraagd hoeveel dossiers er zijn waarin er sprake is van retroactiviteit. Ik zal u vertellen om hoeveel dossiers het gaat, maar ik wil u nu al vragen om daar met een juiste en genuanceerde blik naar te kijken, omdat retroactiviteit veel verschillende oorzaken kan hebben. Ik zal bij de toelichting van de cijfers ook telkens vermelden om welke reden er sprake is van retroactiviteit. Voor alle duidelijkheid, het gaat in de meeste gevallen niet om asielzoekers.
Hoeveel mensen hebben nu na een bepaalde periode via een procedure gevraagd om gebruik te kunnen maken van hun recht op kindergeld? Het gaat in totaal om 2524 aanvragen. Bij 2038 aanvragen is er sprake van een retroactieve uitbetaling tussen 10.000 en 20.000 euro. In 369 aanvragen gaat het om uitbetalingen tussen 20.000 en 30.000 euro, in 76 aanvragen om uitbetalingen tussen 30.000 en 40.000 euro, in 29 aanvragen om uitbetalingen tussen 40.000 en 50.000 euro, in 7 aanvragen om uitbetalingen tussen 50.000 en 60.000 euro, in 1 aanvraag was er een uitbetaling tussen 60.000 en 70.000 euro, in 3 aanvragen een uitbetaling tussen 70.000 en 80.000 euro en in 1 aanvraag was er een uitbetaling tussen 80.000 en 90.000 euro. Dat zijn de aanvragen en uitbetalingen.
In de categorie tussen 30.000 en 90.000 euro gaat het in totaal om 117 uitbetalingen. Sommigen hebben meerdere uitbetalingen ontvangen. Mijn volgende vraag aan de diensten was dan ook om hoeveel dossiers, mensen en gezinnen het gaat. Voor de categorie tussen 30.000 en 90.000 euro gaat het om 111 rechthebbenden. Volgens het systeem van de wettelijke kinderbijslag en het nieuw groeipakket hebben zij daar recht op. Die mensen hebben niets onwettigs gedaan. Ze hebben dat recht.
Het gaat om dossiers die met de nodige nuance en juistheid moeten worden bekeken. Het gaat om mensen die dit hebben gevraagd in de context van het Europees recht. Die mensen zijn uit het buitenland gekomen. Tussen de kinderbijslagdiensten is de vraag gesteld of ze in het nieuw systeem konden terechtkomen. Daar kan soms een kortere of langere periode overheen gaan.
Het kan gaan om de zogenaamde gemiste kinderen. Dit zijn kinderen die recht op het groeipakket hebben, maar in het verleden niet in het systeem zaten. Het kan gaan om betalingen op basis van een vonnis. Een rechter kan oordelen dat iemand waarvan eerst was gezegd dat hij hier geen recht op had, hier toch recht op heeft. Het kan gaan om Belgische kinderen met een handicap. Het kan gaan om kinderen die hier recht op hebben omdat ze een handicap hebben. Indien nadien is vastgesteld dat hun ouders hier vanwege hun sociaal-economische status geen recht op hadden, kunnen ze hier vanwege hun handicap toch recht op hebben. Het kan gaan om kinderen met een zorgtoeslag voor specifieke ondersteuningsbehoeften. Het kan gaan om regularisaties. Ik heb het dan over de regularisaties tussen het werknemersstatuut en het ambtenaren- of zelfstandigenstatuut. Het kan gaan om de dossiers waarin de gewaarborgde kinderbijslag vanwege de complexiteit van het dossier wat op zich heeft laten wachten. Dat zijn allemaal redenen waarom de retroactiviteit kan worden gevraagd.
Er is geen systematische controle. Ik heb hierover een schriftelijke vraag gekregen. Dit wordt niet systematisch gecontroleerd, wat op zich geen criterium is, maar ik heb de diensten gevraagd een manuele controle van de dossiers met de belangrijkste bedragen uit te voeren.
Uit die manuele controle is gebleken dat er gedurende de voorbije vijf jaar minstens één geval is geweest waarbij retroactief een groot bedrag is uitbetaald. Het gaat om een gezin dat gedurende die periode gedeeltelijk illegaal in het land verbleef. Meer bepaald ging het om een gezin met meer dan drie kinderen dat in het oude kinderbijslagsysteem zat. Op basis van het professioneel statuut hadden de ouders eigenlijk geen recht op kinderbijslag, maar de drie kinderen hadden hier, onder meer vanwege een handicap, wel recht op. Zij maakten immers deel uit van een uitzonderingscategorie.
In de oude federale wet betreffende de kinderbijslag stond voor dergelijke uitzonderlijke gevallen het uitzonderingsartikel 56 septies. We moeten hier genuanceerd en juist over spreken. Het gaat, los van de slogans en het populisme, om uitzonderlijke gevallen. Uit die uitzonderingscategorie in de federale wet is minstens één geval voortgekomen. Er was geen nationaliteitsvoorwaarde. De kinderen in gezinnen die illegaal in het land verblijven, kwamen in aanmerking voor de uitbetaling van de kinderbijslag. In dit ene geval is een bedrag van 91.309 euro uitbetaald, ook voor de periode waarin het gezin illegaal in het land verbleef. Het ging niet om een erkende vluchteling. Tot nu toe hebben we één dergelijk geval kunnen registreren. Dat was in het oude kinderbijslagsysteem.
Die anomalie – want dat is een anomalie – is al rechtgezet in het nieuwe groeipakket. In het nieuwe groeipakket is die uitzonderingstoestand niet meer aanwezig. Waarom is die daar niet meer aanwezig? Omdat in principe in het groeipakket dat dit parlement heeft goedgekeurd, enkel kinderbijslag of een groeipakket kan worden toegekend op basis van een verblijfskaart. Die mensen hadden geen verblijfskaart. Dat was in het oude systeem. In het nieuwe systeem zou dit uitzonderlijke geval daar geen recht meer op kunnen hebben. Er zijn maar twee uitzonderingen: onderdanen uit de Europese Unie, die geen verblijfskaart moeten hebben, en mensen die komen uit Noorwegen, IJsland, Liechtenstein en Zwitserland.
In de huidige regelgeving is er wel een mogelijkheid dat het groeipakket retroactief kan worden uitbetaald aan erkende vluchtelingen. Nog eens, in het ene geval waar we het over hebben, ging het niet over een erkende vluchteling maar ging het over iemand die deels illegaal in ons land verbleven heeft. Nog eens, dat is afgeschaft, dat gaat niet meer. In het besluit van de Vlaamse Regering staat dat er in het huidige groeipakket theoretisch nog wel een mogelijkheid is voor erkende vluchtelingen. Daarbij zijn theoretisch verschillende berekeningen mogelijk. Er is verwezen naar de Gezinsbond. We kunnen daaromtrent allerlei berekeningen maken. Omdat het risico bestaat dat men dit kan vragen terwijl men terzelfdertijd hier al gastvrij opgevangen wordt en al een aantal rechten heeft zoals bed, bad, brood, onderwijs, mobiliteit enzovoort, hebben we bij de regeringsonderhandelingen voorgesteld en is het beslist om dat terug te draaien, zoals de minister-president al heeft gesteld. In het regeerakkoord staat: “Wat betreft het groeipakket zorgen we ervoor dat asielzoekers, tijdens het doorlopen van hun asielprocedure, die vandaag gemiddeld twaalf maanden in beslag neemt, geen recht meer hebben op het groeipakket. We voeren de maatregel zo snel mogelijk in.” Concreet zullen wij voorstellen aan de Vlaamse Regering om het besluit van de Vlaamse Regering daaromtrent aan te passen en paragraaf 2 van artikel 2 dat gaat over de invoering van het groeipakket en dat dit recht expliciteert, te schrappen. Hierover zitten Wallonië en Brussel op dezelfde golflengte. In Wallonië en Brussel is dit ook niet geëxpliciteerd. Wij conformeren ons eigenlijk aan wat de andere regio's in ons land op dat vlak op dit ogenblik aan regelgeving hebben. Tot zover de cijfers.
Nog eens, ik zou willen vragen en benadrukken dat hier op een genuanceerde manier naar gekeken wordt. Er was een vroegere regeling die een aantal rechten heeft doen ontstaan. Dat kan je die mensen niet kwalijk nemen. De poort naar die rechten is in het nieuwe groeipakket al dichtgegaan. In het nieuwe groeipakket was er een andere regeling waarbij er een zeker risico was, terwijl er daartegenover al heel wat maatregelen zijn om mensen die in die procedure zitten, hier gastvrij te ontvangen in de loop van die procedure. Daar zullen we dus ook de nodige maatregelen rond nemen.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Ministers, ik moet toch zeggen dat ik teleurgesteld ben in uw antwoord, om niet te zeggen bijzonder teleurgesteld. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat u zich hier in bochten aan het wringen bent, zowel wat betreft het principe als wat betreft uw uitspraken.
Laat me misschien beginnen met het principe, namelijk retroactiviteit in de kinderbijslag. Voor mij is dit hele gegeven weer een typisch voorbeeld van een N-VA-move. Eerst wordt er een probleem gecreëerd, daarna wordt daar moord en brand over geschreeuwd en dan moet die fout plotseling worden rechtgetrokken in uw eigen voordeel.
Ik heb ook achtergrondresearch gedaan. Inderdaad, in het oude federale systeem was de regeling een retroactiviteit van vijf jaar voor mensen die al hadden bijgedragen. Dat lijkt mij rechtvaardig. Dat gaat bijvoorbeeld over zelfstandigen die nooit hun kinderbijslag hebben aangevraagd omdat ze schrik hadden dat die bijvoorbeeld een belastingverhoging zou inhouden. Op het moment dat ze erop worden gewezen dat ze er recht op hebben, vragen ze die alsnog aan via de retroactiviteit van vijf jaar.
Er was echter een retroactiviteit, van maximaal twaalf maanden, inderdaad, voor mensen die nog níet hebben bijgedragen, en dat is de essentie. Zo werkt ook onze sociale zekerheid. Er is een minimum aan solidariteit, maar het werkt op basis van bijdragen. Daar staan wij volledig achter. Wij zijn het echter niet, maar wel jullie, de Zweedse partijen, die in de voorbije legislatuur bij de hervorming van de kinderbijslag, toen jullie eindelijk die langverwachte verantwoordelijkheid hadden gekregen, gewoon dat systeem hebben ingevoerd waarbij er een retroactiviteit is gekomen van vijf jaar voor iedereen. Daar komen jullie nu ineens op uit, en nu moet dat snelsnel worden teruggedraaid. Jullie zeggen hier dat dat er is ingeslopen. Dat betekent dus gewoon dat jullie hier aan het toegeven zijn dat jullie jullie werk slecht hebben gedaan. De essentie blijft voor mij dat jullie dus zelf een probleem hebben gecreëerd dat jullie nu moeten oplossen. Sorry, politici moeten geen problemen creëren, politici moeten problemen oplossen. Zolang jullie dat niet begrijpen, zullen dit soort uitspraken ook gewoon altijd alleen de antipolitiek blijven voeden. Dat wat de essentie betreft.
Dan over uw uitspraken, mijnheer Jambon. Sorry, maar ik vind dat u daar bijzonder licht overheen gaat. U zegt hier dat u hebt geleerd uit uw uitspraken, maar de essentie blijft natuurlijk wel dat heel uw verhaal over dat gezin een compleet verzinsel is. Het enige wat u zegt, is dat u voortaan meer rekening zult houden met de gevoeligheden van uw coalitiepartners. Ik heb u op geen enkele manier horen toegeven dat u dus eigenlijk, in uw functie van minister-president, hebt gelogen in een interview, en u hebt dat nieuws ook niet rechtgezet. Wij tillen daar zeer zwaar aan, want voor mij bent u sensationele verhalen aan het vertellen waarmee u groepen verdacht aan het maken bent. Voor mij is dat inderdaad een typische polarisatiestrategie van extreemrechts, die een politicus, zeker een minister-president, compleet onwaardig is. Ik heb de jongste tijd de indruk dat u extreemrechts niet alleen aan het opvrijen bent, maar dat u hen ook aan het napraten bent. We zijn inderdaad niet alleen in die analyse. Gwendolyn Rutten is van dezelfde mening als ze het heeft over dat extreemrechts broodjeaapverhaal. Ik wil zelf natuurlijk ook niet overdrijven, maar het is natuurlijk niet de eerste keer dat u dit soort... (Gelach)
Neen, maar ik ben niet aan het overdrijven. Het is niet de eerste keer dat u dat soort uitspraken doet. Er zijn ook de dansende moslims geweest, er zijn uitspraken geweest over mensen die hebben gecollaboreerd. U zult echt enorm moeten oppassen dat u zich niet ontpopt tot een soort mini-Trump, die wild om zich heen slaat met zogezegde voorbeelden. (Gelach)
Voor uw achterban verkopen die natuurlijk als zoete broodjes, maar eigenlijk zijn die gebaseerd op gebakken lucht.
Ik vind het ook bijzonder jammer dat u daar niet meer gewicht aan hecht. Ik vind het ook heel erg dat wij dat debat hier vandaag in de commissie Welzijn moeten voeren. Volgens mij was het de sérieux van het parlement waardig geweest om dat in de plenaire vergadering te doen.
Ik hoop dat u erkent dat u hebt gelogen, dat u zich daar eigenlijk ook voor excuseert. Ik hoop daar in de repliek toch nog wat meer over te horen. Mijnheer Beke, ik ken een minister die in de vorige legislatuur ontslag heeft genomen omdat ze gratuit kwam verkondigen dat de Staatsveiligheid zogezegd wist over infiltraties.
Mijnheer Jambon, van u glijdt dat af. U lijkt het probleem zelfs niet te zien. Dat sterkt mij heel eerlijk in de overtuiging dat u op dit moment niet de juiste man op de juiste plaats bent om Vlaanderen te leiden. Ik zit natuurlijk in de oppositie. Ik zal keihard op tafel blijven slaan elke keer dat u zo uit de bocht gaat, maar het is natuurlijk aan uw coalitiepartners om te beoordelen of ze in de toekomst willen blijven samenwerken met een man die op zo’n Trumpiaanse manier wil werken.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister-president, ik wil in eerste instantie de collega van de socialisten geruststellen, en meteen meegeven dat uw onlangs aangekondigde verloving niks te maken heeft met het feit dat u extreemrechts opvrijt. Dat wil ik maar even meegeven voor de duidelijkheid. (Gelach)
Als er één zaak is waarover Vlamingen inderdaad teleurgesteld kunnen zijn, dan is dat wel over de slechte regelgeving die hier in dit Vlaams Parlement door de vorige Vlaamse Regering, maar ook aan de overkant door de Federale Regering in het verleden is ingevoerd. We nemen kennis van het feit dat een gezin dat gedurende enige tijd illegaal in dit land verbleef, aan het einde van de rit meer dan 90.000 euro belastinggeld in ontvangst mocht nemen, ondanks het feit dat het hier dus de wet heeft overtreden. Het verbleef willens en wetens illegaal in dit land. Aan het einde van de rit gaat de overheid, die net bevoegd is voor het doen naleven van de regels en die er dus voor moet zorgen dat mensen niet illegaal op het grondgebied kunnen verblijven, mensen, asielzoekers die illegaal in het land verblijven, ook nog eens belonen met een fiks cadeau van meer dan 90.000 euro.
U moet zich eens inbeelden hoe bitter dit klinkt in de oren van die vele Vlamingen die de voorbije kerstperiode in armoede hebben doorgebracht, Vlamingen die vaak hebben bijgedragen aan ons sociaal systeem, die hier, ondanks het feit dat ze vele jaren gewerkt hebben, alsnog in armoede zijn terechtgekomen, en die dan horen dat er tienduizenden euro’s, tot zelfs bijna 100.000 euro, aan een gezin wordt betaald dat illegaal in het land heeft verbleven.
Minister Beke, ik vind het bovendien heel bizar dat u een manuele controle hebt moeten uitvoeren op die gegevens. Ik vind het heel bizar dat er in het systeem van het groeipakket – want dat is nu uw bevoegdheid, ik wil mij niet uitspreken over het vroegere federale systeem – niet wordt geregistreerd aan wie retroactief uitbetaalde bedragen worden uitgekeerd. De rel van de voorbije dagen en de commotie in de samenleving over die rel en over de toestand die werd aangekaart, met name dat er fikse bedragen werden uitgekeerd aan erkende vluchtelingen, hadden uiteraard niets te maken met het feit dat er retroactief geld wordt betaald aan kinderen omwille van een door de rechtbank opgelegd vonnis, of aan kinderen die omwille van een handicap of dergelijke plots recht hebben op dat kindergeld. Waar het de Vlaming en mijzelf wél om te doen is, is het feit dat het voor ons absoluut niet kan dat mensen die niet hebben bijgedragen aan ons systeem, die zelfs alles gratis in de schoot geworpen krijgen, van onderdak tot voeding en onderwijs en dergelijke meer, aan het einde van de rit nog eens een extra spaarpotje krijgen, ondanks het feit dat ze in dit land nooit hebben gewerkt. Als wij dus ergens over teleurgesteld zijn, dan is het over de slechte regelgeving die hier in het verleden in dit land is uitgevoerd.
Ik wil twee specifieke vragen stellen.
Minister Beke, sinds 1 januari 2019 hebben wij op het Vlaamse niveau het groeipakket uitgerold. Kunt u alsnog, indien het op dit moment niet voorhanden is, uitvlooien hoeveel er het voorbije jaar, 2019, retroactief werd betaald aan erkende vluchtelingen? Als u dat met een manuele controle moet doen, het zij zo. Ik denk dat de Vlaming het recht heeft om het te weten. Ik vraag u om die controle uit te voeren en om de Vlaming, de belastingbetaler, te laten weten welk bedrag de Vlaamse overheid het voorbije jaar retroactief heeft uitbetaald aan erkende vluchtelingen.
Ten tweede, en minstens even belangrijk, is er het feit dat u aankondigt dat u deze regelgeving gaat veranderen. U gaat met een ministerieel besluit naar de Vlaamse Regering trekken. Dat lijkt me uiteraard prima om die anomalieën weg te werken. U hebt in het regeerakkoord aangekondigd dat dit snel zou gebeuren. Mogen wij dan, nu deze discussie volop leeft, weten wanneer u met een dergelijk, mijns inziens nogal eenvoudig, besluit naar de Vlaamse Regering trekt? De slotsom van het verhaal is dat een regering die als een goede huisvader met het belastinggeld van de Vlamingen wil omgaan elke euro maar één keer kan uitgeven. De euro die, ook al is het retroactief, wordt besteed aan vluchtelingen, is een euro die niet kan worden besteed aan de vele Vlamingen die er nochtans hard nood aan hebben. Ik roep uw regering, minister-president, dus op om deze anomalie zo snel mogelijk weg te nemen. Trek daarmee desnoods vrijdag naar de Vlaamse Regering, om dit per ministerieel besluit op te lossen, zodat we deze onrechtvaardigheid voor Vlamingen uit de wereld kunnen helpen.
De heer Rzoska heeft het woord.
Collega’s, ik ben niet ontgoocheld in het antwoord. Ik ben zeer tevreden met het antwoord dat minister Beke heeft gegeven, waarmee hij het verhaal van minister-president Jambon ontkracht. Hij ontkracht het totaal. Minister Beke, uw vraag was: laat ons daar genuanceerd over praten. Ik ben daartoe bereid. Ik wil dat ook. Ik heb daar geen enkel probleem mee. De cijfers en de duiding die u hebt gegeven, geven aan dat minister-president Jambon inderdaad een broodje aap heeft verteld in de kerstperiode.
En ik wend mij daarom terug tot u, minister-president Jambon. Waarom? Wat heeft u in hemelsnaam bezield om dat verhaal – deels publiek en deels voor uw eigen achterban – op te hangen? Ik denk dat we hier met zijn allen de afgelopen weken hebben gezien dat heel wat mensen hun geloof in de politiek aan het verliezen zijn en dat we met zijn allen een verantwoordelijkheid hebben om dat geloof in de politiek opnieuw op te bouwen.
U hebt – gisterenavond nog, heb ik zelf kunnen vaststellen – uw mond vol over evidence-based policy. U kijkt naar het noorden. U wilt bepaalde dingen die wij hier technologisch en wetenschappelijk kunnen, exporteren. Dan vraag ik mij af waarom u in hemelsnaam niet evidence-based, zelfs gebaseerd op helemaal niks, een dergelijke uitspraak doet. Ik heb daar eigenlijk geen antwoord op gekregen.
U hebt eruit geleerd. Dat zou er nog aan mankeren. Dat is tenminste toch al een stap. Maar waarom? Wat heeft u in hemelsnaam bezield om u op die manier te uiten, zelfs ten opzichte van uw eigen achterban? Want dan is dat blijkbaar normaal volgens uw fractieleider, dan hoeft het niet wetenschappelijk correct te zijn. Politici hebben een verantwoordelijkheid om te duiden waar het op staat. En minister Beke had u het antwoord kunnen geven. Hij heeft geduid hoe het in elkaar zit. Hij heeft eigenlijk uw verhaal ontkracht. En ik blijf op mijn honger zitten. Wat heeft u bezield om in uw optredens een dergelijk verhaal op te hangen? Wat wilde u daar eigenlijk mee bereiken? Dat is me nog altijd niet duidelijk.
De heer Schiltz heeft het woord.
Dank u, voorzitter. Collega’s, minister-president, minister Beke, de regeling rond het kindergeld hebben we inderdaad bij de regeringsonderhandelingen op tafel gelegd. Toen is ook duidelijk geworden dat er nog een paar dingen mis zaten, dat die retroactiviteit eigenlijk niet logisch is, dat als je mensen helpt met brood, bad, bed, met onderwijs, schoolgerief, mobiliteit, transport, daarbovenop niet ook nog eens retroactief kindergeld moet komen. Dat is duidelijk. Ik heb daar trouwens heel weinig discussie over gemerkt. En we zullen achter die regeling blijven staan, heel fors en heel kordaat, omdat ze belichaamt wat we met dit regeerakkoord doen. We zijn soms streng maar we zijn ook rechtvaardig. We willen geen uitwassen, geen profitariaatstoestanden, maar we willen ook mensen kansen geven, mensen vooruit helpen. Het regeerakkoord staat er bol van. We hebben met andere woorden een heel sterk regeerakkoord dat geen aandikking vraagt met allerlei cafépraatverhalen of broodjeaapverhalen of hoe we ze ook noemen. Dat is niet nodig.
Minister-president, u zegt: ‘Ik vind dat we het Vlaams Belang op een bepaald moment voor zijn verantwoordelijkheid moeten plaatsen zodat het er niet mee blijft wegkomen.’ We horen dat nu opnieuw, maar u moet dan wel voorzichtig zijn. Want door dergelijke verhalen de wereld in te blijven sturen, zitten we hier vandaag weer en kan het Vlaams Belang opnieuw zijn ranzig discours rondstrooien: ‘Geen geld om pensioenen of invaliden te helpen, maar wel om asielzoekers te verwennen. Hoe durft mevrouw Rutten daar geen probleem in zien?’ (Opmerkingen van Chris Janssens)
Mijnheer Janssens, u moet leren lezen. Dat is exact wat mevrouw Rutten, mijn voorzitter, geschreven heeft. Het is het omgekeerde: er wordt geen enkele Vlaming van xenofobie verdacht in haar stuk. (Opmerkingen van Chris Janssens)
Mijnheer Janssens, ik heb u rustig en beleefd laten uitspreken. Ik verwacht dat u hetzelfde doet. De Vlaming is niet xenofoob. De Vlaming is solidair maar wil ook rechtvaardigheid. De Vlaming wil mensen in nood helpen wanneer de nood zich aandient, alleen niet dubbelop, want dat is niet rechtvaardig. Daarom denk ik dat de Vlaming achter de faire regeling zal staan die wij in het regeerakkoord hebben beschreven.
Wat natuurlijk niet gezond is, is om rond die regeling een sfeertje te creëren. Ik ben heel blij dat u hebt aangegeven de gevoeligheden te hebben begrepen. Ik denk namelijk dat het nodig zal zijn om dat sfeertje achterwege te laten, al was het maar omdat ons regeerakkoord sterk is en die fijne, genuanceerde lijn, mijnheer Beke, tussen streng en rechtvaardig, tussen bestraffen en kansen geven, feilloos bewandelt. Dat vraagt geen epitheta of geen aangedikte verhalen. Integendeel, dat vraagt een positief verhaal, een positief verhaal dat duidelijk maakt dat deze regering, wanneer mensen de handen uit de mouwen willen steken, willen werken, een beter leven willen opbouwen en hier bij ons in Vlaanderen willen bijdragen aan onze maatschappij, hen daar alle kansen toe biedt.
Minister-president, het is nieuwjaar. Dat is misschien het moment om een doorstart te maken en om – ik ben blij dat het werk al op de plank ligt – deze regeling uit te werken en te laten zien hoe correct ze is. Ik heb ook in de pers vernomen dat u gaat trouwen, minister-president. Dat is ook een nieuwe start, privé dan. Laat ons misschien van deze positieve gevoelens gebruikmaken om werk te maken van de goede voornemens die u vandaag hebt gelanceerd, het besef dat u moet verbinden – niet u alleen, ook mijn partij, ook die van de heer Beke. Want ik herhaal: het regeerakkoord is krachtig, staat vol van maatregelen waarmee we Vlaanderen fier kunnen maken, waarmee we kunnen tonen dat we solidair zijn en dat we geen behoefte hebben aan wat ranzige praat in de marge, dat we zelfzeker en fier en ‘op ons eigen’ dat verhaal zullen kunnen vertellen.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Minister-president, minister, collega's, ik wil vooral het debat terugbrengen naar de kern van de zaak, naar de essentie. Wat is het probleem? Het probleem is dat asielzoekers in de periode van hun aanvraag van de overheid al bed, bad en brood krijgen. Daarna, als zij erkend worden, beslissen om hun met terugwerkende kracht ook nog kindergeld toe te kennen, is dubbelop. We moeten dat erkennen. We moeten dat noemen zoals het is: een mistoestand. En die mistoestand moeten we ook aanpakken en dus afschaffen. Dat is ook de reden waarom wij dit voorstel zelf op tafel hebben gelegd tijdens de regeringsonderhandelingen, om paal en perk te stellen aan een regeling die duidelijk niet rechtvaardig is, die dubbelop is en waar we dus graag van af wensen te komen.
Ik vind het ook belangrijk dat we in deze commissie de kans hebben gekregen om de exacte cijfers te kennen. Want een politiek debat moet altijd gevoerd worden op basis van feiten en cijfers. Dat is uitzonderlijk belangrijk, en al zeker als het over zulke gevoelige zaken gaat als debatten zoals dit. We kennen de cijfers nu. En er is een belangrijke nuance aan. Nuances zijn belangrijk, laten we dat niet vergeten. De belangrijke nuance is dat het niet enkel over asielzoekers gaat.
De essentie van dit verhaal is dus dat we een mistoestand aanpakken om het vertrouwen van de mensen in de kinderbijslag en de sociale bescherming te kunnen vrijwaren. Daarover gaat het. Ik zou wat dat betreft ook het standpunt willen kennen van de oppositie, want dat heb ik nog altijd niet gehoord. Steunen ze deze maatregel, ja of neen? Dat zou ik graag eens willen horen. Deze regering wil die wantoestand weg en zal daartoe ook de beslissing nemen. Dat is de kern van de zaak. Daarover gaat het. En daarover zijn we ook verenigd.
Minister-president, ik ben blij dat u gezegd hebt dat u voor dit jaar een nieuwe start wilt nemen, zowel persoonlijk als politiek, heb ik begrepen. Mag ik u aanmoedigen om minder bezig te zijn met te reageren op de oppositie, en ons als coalitie te focussen op het regeren? Minder reageren en meer regeren, dat is wat de mensen van een regering en van u verwachten. En dat is wat wij dit jaar wensen te doen.
De heer D’Haese heeft het woord.
Mijnheer Jambon, u zegt dat u verkeerd hebt ingeschat dat uw uitspraak tot zoveel commotie zou leiden. De heer Van Rompuy zegt dat de essentie van de zaak is dat er fouten zitten in de regeling van het kindergeld. Maar dat is niet de essentie waar we het hier vandaag over hebben. Jullie proberen hier in een een-tweetje met het Vlaams Belang om de discussie te verleggen, maar het gaat niet over de commotie. Het gaat niet over de details en over de uitzonderingen van jaren geleden. Het gaat over het feit dat wij een minister-president van een Vlaamse Regering hebben die uitspraken doet die onwaar zijn, namelijk dat mensen met hun kinderbijslag een huis kunnen kopen.
Minister-president, met de uittredingsvergoedingen van uw collega's, daar kun je een huis mee kopen, maar niet met kindergeld. Dat is hier door minister Beke heel duidelijk aangetoond. Ik ga het dus niet verder hebben over de details daarvan. Ik ga het niet hebben over de analyse van het waarheidsgehalte, want we weten allemaal dat het fake news is. U weet dat het fake news is, ik weet dat het fake news is, en minister Beke heeft hier net uitvoerig aangetoond dat het fake news is. Waar het over gaat, wat de essentie is, is dat wij een minister-president hebben die er blijkbaar geen enkel probleem mee heeft om dat soort extreemrechts fake news te verspreiden. Dat is waar het om gaat.
Achteraf zegt u nu dat u ervan hebt bijgeleerd. Ik had gehoopt dat dat na uw uitspraak over de dansende moslims al was gebeurd, dat u had bijgeleerd. Maar ondertussen is het zaadje weer geplant, zijn de leugens verspreid, en kan het allemaal verder etteren en gaat de polarisatie verder.
Minister-president, u en uw collega’s hebben altijd de mond vol over populisme wanneer uw regering wordt geconfronteerd met harde cijfers. Ik heb hier een correcte oproep gehoord van minister Beke om genuanceerd te spreken, los van het populisme dat u hebt gehoord. Ik hoop dan dat u het over het populisme hebt van de collega naast u, want wie is hier de echte populist? Wie doet hier echt aan populisme vandaag? Wie verspreidt hier vandaag – buiten het Vlaams Belang natuurlijk, maar dat zijn we van hen gewoon – extreemrechts fake news? Dit zijn Trumpiaanse technieken. Met de moderne term heet dat fake news, en in het schoon Vlaams, minister-president, leugens en achterklap.
Uw voorzitter, de heer De Wever, zei in 2015 nog tegen de voorzitter van het Vlaams Belang: “Als u morgen een resolutie indient dat de zon schijnt, dan zal ik nog niet mee stemmen.” Vandaag zijn we zo ver dat jullie de totale onzin van het Vlaams Belang blijkbaar mee verspreiden en dat, mocht het Vlaams Belang een resolutie neerleggen dat de zon niet schijnt, jullie wel mee zouden stemmen. U zou zelfs blijkbaar overwegen om ermee te onderhandelen over een regering.
Mijnheer Janssens, korte zijsprong, als u meer geld wilt voor de zorg, dan vraag ik mij af waarom u onze voorstellen niet hebt gesteund om in uw eigen loon te knippen en dat van de ministers hier vooraan, dat geld had naar de zorg kunnen gaan, maar daar bent u tegen. (Opmerkingen van Chris Janssens)
Ik heb u laten uitspreken, u gaat dat ook bij mij doen. (Opmerkingen van Chris Janssens)
U gaat me laten uitspreken. U hebt hier in het Vlaams Parlement verscheidene keren tegen onze voorstellen gestemd. (Opmerkingen van Chris Janssens)
Dan moet u misschien eens kijken naar de lijst van amendementen voor u op het knopje drukt.
Voorzitter, laat de extremen tot de kern van het debat komen.
Ook u bent niet aan het woord, mijnheer Van Rompuy. (Rumoer)
De kern van het debat! Dat is nu net waar het om gaat en u bent er net met een grote boog omheen gelopen.
Minister Beke, waarom verdedigt u de minister-president in de pers terwijl u hier uitvoerig komt betogen dat wat hij zegt niet klopt? Hoe rijmt u dat met elkaar? U verdedigt uw minister-president in de pers en hier brengt u de cijfers waaruit blijkt dat zijn uitspraak op niets gebaseerd is, dat het leugens waren. Het gaat niet om de cijfers, het gaat om het principe heb ik gehoord. Wel, een belangrijk principe vind ik dat politici met verantwoordelijkheid zoals ministers en ministers-presidenten, een minimum aan respect en aan respect voor de waarheid kunnen opbrengen. Dus is mijn vraag, mijn enige vraag aan u, minister-president, gaat u die uitspraken intrekken en gaat u er zich voor excuseren?
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, ministers, minister-president, bedankt voor de toelichting. Het was een goede toelichting, het was een belangrijke toelichting. Voor de Vlaming die meeluistert: u hebt inderdaad de bedragen gegeven minister Beke, ik denk dat we samen onder de indruk kunnen zijn van sommige van die bedragen. Er werd net gefocust op die 91.000 euro maar er zijn bedragen van 30.000 en 40.000 euro. Dat zijn serieuze bedragen.
De minister heeft geschetst wat de achtergrond kan zijn van die retroactiviteit, wat een belangrijk gegeven is, want dat kunnen allerlei achtergronden zijn. Ik heb ze voor mezelf opgeschreven, het zijn er toch heel wat. Dat is belangrijk om te weten. Maar bij de constatatie van de retroactiviteit – en dat is de kern van de zaak – hebben we vastgesteld dat er mensen zijn die in een asielprocedure zitten en bed, bad, brood, onderwijs en mobiliteit krijgen, én daarbovenop retroactief kinderbijslag of een groeipakket konden krijgen.
Er zijn twee belangrijke zaken gebeurd. Eén, men moet beschikken over een verblijfskaart. Dus, het voorbeeld van die 91.000 euro, dat is al ondervangen, dat is weg, want men moet een verblijfskaart hebben en die waren niet in dat geval. Twee, van alle bedragen en aantallen die de minister heeft genoemd, geldt in het geval van de retroactiviteit – dat hebben we in het regeerakkoord opgenomen – dat het niet kan dat men tegelijkertijd bed, bad, brood, onderwijs en mobiliteit krijgt, én ook nog eens retroactief kinderbijslag krijgt.
Collega’s, dat is waarover het gaat. Ik heb een heel expliciete vraag aan de leden van de oppositie, want u blijft maar mist spuien: bent u het ermee eens dat die retroactiviteit voor mensen in de asielprocedure die bed, bad, brood krijgen, wordt stopgezet of niet? Wees daar nu eens duidelijk over. In ons regeerakkoord staat heel duidelijk dat wij willen dat dit stopt.
Mijnheer D'Haese, als u het hebt over populisme en over niet in details treden en uitzonderingen, dan heb ik van u mooie voorbeelden gehoord van vormen van populisme waar ik verder niet op inga.
Dit is de kern van de zaak. Bent u voor of tegen de stopzetting van de retroactiviteit? De N-VA is in elk geval voor, zodat die onrechtvaardigheid wordt stopgezet.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Ik heb weinig toe te voegen aan wat ik daarstraks heb gezegd, behalve dit: mijnheer Janssens, minister Beke heeft net met hand en tand uitgelegd dat de regeling is afgeschaft in het groeipakket, waarvan u daarna hebt gezegd dat we eens moeten kijken hoeveel belastinggeld er wordt weggegooid, waarbij u verwees naar Kerstmis en dit en dat. Dat er nog een anomalie in zit, daar zijn velen – niet iedereen – het in het parlement over eens. De regeling waar u het over hebt gehad voor de camera's, is afgeschaft. Afgeschaft, mijnheer Janssens, wil zeggen dat die niet meer bestaat. De anomalie die er nog in zit, zullen we ook afschaffen. Dat zal werk zijn voor de komende weken, want er moet ook nog een advies worden gevraagd aan de Inspectie van Financiën. Dit zal op zeer korte termijn op de regeringstafel komen.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Na alle tussenkomsten snap ik dat de meerderheidspartijen deze pagina zo snel mogelijk willen omdraaien. Het is inderdaad het begin van het nieuwe jaar. Laat mij dus vragen dat u dan ten minste met goede voornemens aan de slag gaat. Het eerste voornemen moet zijn dat problemen opgelost moeten worden in plaats van ze zelf te creëren. Dat hebt u met de retroactiviteit van het kindergeld in het groeipakket tijdens de vorige legislatuur zelf gedaan.
Ten tweede, minister-president Jambon, pas op dat u zelf het probleem niet wordt. Met uw leugens en uw achterklap en ongefundeerde uitspraken zaait u verdeeldheid en maakt u mensen verdacht. Ik heb hier gehoord dat Open Vld zich echt bewust is van dat gevaar. CD&V heb ik minder gehoord, maar ik neem aan dat ze het daarover eens zijn. Ik hoop dat u zelf dat gevaar ziet. Ik blijf teleurgesteld dat u daar niet explicieter uw excuses voor hebt aangeboden.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister-president, het voorbeeld dat door minister Beke is aangehaald, heb ik vernoemd omdat het voor mensen die de kerstperiode in armoede hebben doorgebracht, heel bitter is om te vernemen dat het, in het verleden althans, gebruikelijk was om dergelijke bedragen aan asielzoekers, zelfs indien ze illegaal op het grondgebied verbleven, uit te keren. (Opmerkingen)
Dat is de uitzondering, maar ik neem aan dat u het in uw betoog ook had over uitzonderingen.
Over de huidige regelgeving waarbij kindergeld retroactief wordt betaald aan asielzoekers op het moment dat ze erkend worden als vluchteling, heb ik aan minister Beke gevraagd om de cijfers te geven voor het jaar 2019. Blijkbaar heeft hij ze niet bij. Ik zal ze dan via een schriftelijke vraag opvragen. Ik vind dat de Vlaming recht heeft om te weten wat er met zijn belastinggeld gebeurt.
Mijnheer Schiltz, u ontkent dat mevrouw Rutten de Vlaming xenofoob heeft genoemd. Ik roep u dan ook op om haar Facebookbericht gericht aan de minister-president nog eens te herlezen. Mevrouw Rutten heeft het daarin over verzonnen verhalen die in xenofobe tijden goed klinken, maar fout zijn. Verwijzen die xenofobe tijden naar het recordaantal asielzoekers dat we in dit land in de voorbije jaren hebben opgevangen? Verwijzen ze naar de miljoenen budgetten die worden besteed aan leefloon, aan sociale huisvesting voor vluchtelingen? Verwijzen ze naar de honderdduizenden euro's die worden besteed aan lessen Nederlands, aan inburgeringscursussen voor vreemdelingen en dergelijke meer, uiteraard allemaal op kosten van de Vlaamse belastingbetaler? Zijn dat dan die xenofobe tijden waar uw voorzitter naar verwijst en die u blijkbaar ondersteunt?
Wel, ik geef u hier mee – en dat zal voor de rest van de legislatuur zo zijn –, dat wij het niet tolereren dat Vlamingen xenofoob en racistisch worden genoemd, alleen maar omdat ze volgens de politiek correcte goegemeente op de verkeerde partij stemmen. Als u dat fameuze signaal van 26 mei ernstig wilt nemen, minister-president, dan gaat u onmiddellijk naar de Vlaamse Regering met een voorstel om deze anomalie weg te werken. Want als u denkt dat u met de coalitiepartners die u nu hebt gekozen een betere regering kunt vormen, dan kan ik u zeggen dat wij voor dit voorstel geen rel zouden hebben gecreëerd, in tegenstelling tot uw linkse coalitiepartner Open Vld. Wij zouden u hebben gesteund en onmiddellijk hebben gezegd: kom naar de Vlaamse Regering met een voorstel om deze onrechtvaardigheid voor Vlamingen weg te werken.
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister-president, u wilde daarnet nog reageren, maar uw microfoon mag niet meer aan volgens de spelregels van dit huis. U wilde reageren om eigenlijk te nuanceren, en terecht te nuanceren, wat het Vlaams Belang hier spuit. Maar wat nu gebeurt, hebt u zelf gezaaid. U oogst nu wat u zelf hebt gezaaid.
Voor diegenen die misschien niet goed hebben geluisterd: ik ben bereid om de discussie aan te gaan, en ik hoop dat dit blijft hangen, maar dan wel zoals uw collega Beke het zei, op een genuanceerde manier en met de cijfers voorhanden. De cijfers die we vandaag hebben gekregen tonen dus aan dat het wel degelijk om een uitzonderlijk geval ging, zoveel jaren geleden. Dat is wel niet wat u in de pers hebt gezegd. U weigert zelfs op mijn vraag te antwoorden: waarom hebt u op die manier dat verhaal in de markt gezet? We zijn met z'n allen aan het zoeken naar politieke geloofwaardigheid en opnieuw meer geloof in de politiek. Wat u de afgelopen weken hebt gedaan, is die geloofwaardigheid verder ondermijnen. U zet mensen tegen elkaar op met informatie die naderhand niet blijkt te kloppen en u weigert er zelfs afstand van te nemen. Ik vind dat een minister-president onwaardig.
Ik wil collega Beke danken – en ik heb lang getwijfeld of ik ‘fake news’ wel in de titel van mijn interpellatie zou zetten, maar ik heb het toch gedaan na allerhande specialisten te hebben gehoord. U hebt de afgelopen weken fake nieuws verspreid en u hebt er zeer veel schade mee aangericht in de samenleving. Een minister-president onwaardig.
De interpellaties zijn afgehandeld.