Report meeting Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Vraag om uitleg over de crisis bij de Wereldhandelsorganisatie (WTO)
Report
De heer Muyters heeft het woord.
Op 10 december 2019 liep het mandaat af van twee juristen bij de zogenaamde Appellate Body, het beroepsorgaan van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Je zou kunnen zeggen dat dat niks speciaals is, want er zijn er zeven, dus als er twee mandaten aflopen, is dat niet erg. Door de blokkeringen in de afgelopen jaren om rechters te benoemen door de Verenigde Staten, schiet er nu nog maar één over. Je hebt altijd drie rechters nodig om een uitspraak te kunnen doen.
De WTO kampt al langer met problemen. De laatste internationale handelsronde startte in 2001 in Doha, maar raakte nooit afgerond, en ook de discussie over de noodzakelijke modernisering laat op zich wachten en is geblokkeerd, en dat is echt wel een probleem. Ondanks de nood aan grondige hervormingen bij de WTO loopt elk hervormingsvoorstel vandaag vast. Als we weten dat de financiering van dat beroepsorgaan onder druk van de VS drastisch is afgebouwd, weten we dat er echt een probleem is.
De blokkering is voor ons een slechte zaak. Ik moet hier niet herhalen waarom dat voor Vlaanderen nog meer speelt dan voor anderen. Dat zie je ook aan het feit dat er ondertussen een verschuiving is naar alternatieve bilaterale mechanismen om de handelsgeschillen te regelen, omdat daar geen beroepsmogelijkheden zijn. Er is ook een arbitragemechanisme in de Europese Unie, maar voor ons is dat niet de meest ideale zaak.
Minister-president, in uw beleidsnota zegt u de Europese Commissie te willen steunen in haar inzet om de WTO te moderniseren en om de grote landen zoals de VS en China aan boord te houden. Hoe reageert u op het feit dat op 10 december de termijn is verstreken en dat het bemiddelingsorgaan de facto stilvalt? Wat is de impact daarvan op Europa en het EU-handelsbeleid? Wat is de impact voor Vlaanderen en voor de Vlaamse bedrijven? Hoe ziet u de situatie evolueren? Ziet u een manier om de Europese Commissie te steunen in haar opzet om de WTO te moderniseren?
De heer Tommelein heeft het woord.
De internationale wereldorde zoals we die kennen sinds de val van de Muur, is in een razendsnel tempo aan het afkalven. Op geopolitiek vlak is de almacht van de Verenigde Staten, een bondgenoot van vele decennia, sinds enkele jaren vervangen door een multipolaire wereld waarin ook staten als China, India, Rusland, maar ook Turkije, Iran en Saoedi-Arabië hun belangen en invloedssferen verdedigen. Oude zekerheden of bondgenootschappen staan dus onder druk. Kijk maar naar ons eigen westers bondgenootschap, de NAVO, waar de relatie tussen de twee grootste militaire machten op een dieptepunt zit.
Gisteren nog konden we in de krant gelezen dat president Erdogan ermee dreigt de legerbasissen die de VS in Turkije gebruiken, te sluiten: een nieuwe stap in een opbouwende reeks incidenten tussen beide partners.
Ook Europa en de Europese Unie moeten hun plaats nog zoeken in deze snel veranderende wereld. Helaas ontbreekt het nog al te vaak aan eensgezindheid en krachtdadig buitenlands beleid. De Unie mogen we wel een economische grootmacht blijven noemen. De gigantische interne markt die ze heeft gecreëerd, waar het verdwijnen van handelsbelemmeringen en douanetarieven voor een level playing field zorgde, is de basis voor welvaart en voor economische meerwaarde.
Die grootmacht speelt mee in een internationale wereldhandelsorde die eveneens na de val van de Muur is ontstaan. In 1995 werd immers de Wereldhandelsorganisatie opgericht, die in de plaats kwam van het internationaal handelsverdrag General Agreement on Tariffs and Trade (GATT) en, in tegenstelling tot haar voorganger, meer dan een verdrag was. Het werd echter een echte intergouvernementele instelling die voor een stevige institutionele omkadering zorgde in een multilateraal liberaal handelssysteem, een instelling die vertrouwen gaf aan de internationale economie, handelsconflicten hielp beslechten en aldus mee zorgde voor economische groei.
Helaas staat nu ook deze wereldhandelsorde onder grote druk, want de WTO is de afgelopen week vleugellam gemaakt. Aangezien er sinds 10 december maar één beroepsrechter binnen de beroepscommissie van de WTO actief blijft en de VS onder leiding van president Trump weigeren om in opvolging van het afgelopen mandaat van de overige zes rechters nieuwe rechters te benoemen, kan de ultieme geschillenbeslechting als cruciale taak van de instelling de facto niet langer plaatsvinden. Er zijn immers drie rechters nodig om handelsconflicten te kunnen behandelen en een bindende uitspraak te kunnen doen.
Het krijgt iets minder aandacht dan wanneer landen een militair of een geopolitiek conflict hebben, maar de gebeurtenis van vorige week dreigt toch wel bijzonder ingrijpende gevolgen te hebben. We komen immers in een wereld terecht waar dumping, staatssteun, verhoogde invoerheffingen en allerlei andere protectionistische maatregelen de vrije en eerlijke handel kunnen ondermijnen zonder dat er een scheidsrechter tussenkomt. Het recht van de sterkste dreigt te zegevieren.
Als economische grootmacht zal de EU op korte termijn haar belangen wel kunnen verdedigen, maar op lange termijn dreigen ook wij het slachtoffer te worden van een algehele malaise die de wereldhandel zou kunnen treffen wanneer protectionisme de kop opsteekt.
Minister-president, in uw beleidsnota verwees u terecht naar het belang van open en vrije wereldhandel voor de Vlaamse economie, bedrijven en jobs. En u schrijft: “De Vlaamse Regering zet zich in voor een toekomstbestendig multilateraal handelssysteem en een ambitieus, modern en assertief handels- en investeringsbeleid dat onze Vlaamse bedrijven toelaat te internationaliseren en bescherming biedt tegen deloyale concurrentie. Hierbij hebben we oog voor het gelijke speelveld en dragen we bij aan duurzame groei.”
Deze paragraaf wordt door de beslissing van Trump om de WTO de facto ten grave te dragen wel heel erg precair. Vandaar mijn vragen.
Minister-president, hoe reageert u op deze weigering om rechters te benoemen en op de crisis binnen de WTO ?
Welke concrete gevolgen heeft dit voor Vlaanderen? Ik denk onder meer aan de discussie die we enkele weken geleden hebben gevoerd over de handelsgeschillen die lopen over Airbus en Boeing. Het is wel heel cynisch dat de president van de VS de WTO opblaast nadat hij toestemming heeft gekregen om 7,5 miljard euro boetemaatregelen op te leggen aan Europa.
Welke diplomatieke initiatieven kan en zal de Vlaamse Regering nemen om mee te zoeken naar een oplossing ?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Collega’s, dank u voor deze pertinente vragen. Ik geef met veel plezier mijn reactie.
Als voorstander van een multilateraal handelssysteem gebaseerd op regels, betreur ik het stilvallen van de werking van de Appellate Body, ook bekend als het beroepsorgaan van het WTO-geschillenbeslechtingsmechanisme. Zoals u zelf aangeeft, zorgt dat voor een de-factoblokkering van de hele geschillenbeslechting omdat er geen beroep meer mogelijk is. Toch wens ik de Nieuw-Zeelandse ambassadeur Walker te feliciteren voor zijn inzet en werk van de voorbije maanden. Hij formuleerde een aantal voorstellen die een oplossing hadden kunnen zijn om de zaak te deblokkeren. Helaas slaagde hij er niet in om de VS van mening te doen veranderen.
Mijnheer Muyters, de blokkering van het beroepsorgaan leidt ertoe dat landen of handelsblokken die verwikkeld zijn in een handelsgeschil niet langer hoger beroep kunnen aantekenen bij de Appellate Body tegen een uitspraak in eerste aanleg van een geschillenbeslechtingspanel. Een partij kan bijgevolg ook een negatief panelrapport blokkeren door hoger beroep aan te tekenen, wetende dat het niet meer zal worden behandeld. Zo kan deze partij alsnog ongeoorloofde handelsmaatregelen in stand houden en tegenmaatregelen van de andere partij ontwijken. Vanzelfsprekend leidt dit tot rechtsonzekerheid en een de facto uitholling van het hele systeem.
Wat zijn de gevolgen voor de EU? In een handelsgeschil met een handelspartner kan de EU zich nog steeds beroepen op de geschillenbeslechtingsregelingen die zijn opgenomen in het onderliggende handelsakkoord. De impact is dus veeleer beperkt. Hoewel, met de blokkering van het beroepsorgaan wordt de optie om de zaak alsnog door de WTO te laten behandelen juridisch onzekerder. In een handelsgeschil met een partij waarmee de EU geen handelsakkoord afsloot, zijn de gevolgen veel groter. Bij gebrek aan een afspraak over geschillenbeslechting speelt het WTO-geschillenbeslechtingsorgaan in deze situatie een centrale rol. Hier verliest de EU dus een belangrijke hefboom voor de uitvoering van haar handelsbeleid. Tot slot is er ook een impact op het handelsrecht in het algemeen. Het permanente beroepsorgaan garandeert de onafhankelijkheid en de kwaliteit van de bindende uitspraken in beroep ten aanzien van ad-hocpanels in eerste aanleg. Dat valt nu volledig weg.
Wat de impact op de Vlaamse bedrijven betreft, verwijs ik deels naar mijn antwoord op de vorige vraag om uitleg. Er kan een directe impact zijn indien de EU een geschillenprocedure start waarin ook de belangen van Vlaamse bedrijven aan bod komen. De panels kunnen nog steeds uitspraken doen, maar hiertegen is geen officieel beroep meer mogelijk. De EU werkt met verschillende leden van de WTO aan een zogenaamde interim-oplossing die een beroep ad hoc mogelijk moet maken. Ik ga hier straks nog dieper op in. Afhankelijk van de specifieke situatie, zijn er nog andere mogelijkheden, zoals bijvoorbeeld het gebruik van de handelsverdedigingsinstrumenten van de EU tegen dumping en subsidies en de vrijwaringsmaatregelen. Naast de directe impact is er natuurlijk ook de indirecte impact van de toenemende onzekerheid en van de spanningen in de wereldhandel op onze Vlaamse bedrijven. Om vlot te kunnen internationaliseren, is rechtszekerheid essentieel voor bedrijven.
Hoe de situatie zal evolueren, is tamelijk onzeker. Het is zeker dat we werk moeten blijven maken van de modernisering van de WTO. Het is mogelijk dat we voor een deblokkering op een nieuwe Amerikaanse president moeten wachten, maar een deel van de kritiek op de WTO was er ook al onder vorige Amerikaanse regeringen.
Het probleem met de beroepsorganisatie heeft de EU ertoe gebracht discreet aan een interim-oplossing te werken. De EU beroept zich hiervoor op artikel 25 van de Dispute Settlement Understanding. Dit betekent dat een zaak bij het panel net voor de publicatie van het rapport wordt stopgezet. De partijen creëren dan onderling een soort ad-hocduplicaat van het beroepsorgaan dat aan dezelfde basisvereisten voldoet. De EU heeft volop aan ‘outreach’ gedaan en dit idee aan andere leden van de WTO voorgelegd. Naast Canada en Noorwegen, die reeds met deze regeling akkoord gingen, lijken nu ook andere landen geïnteresseerd te zijn. Ik verwacht bijgevolg dat dit systeem verder zal worden gepromoot en uitgerold.
Op 12 december 2019 heeft de Europese Commissie een voorstel tot wijziging van de zogenaamde Handhavingsverordening ingediend. Dit betekent dat de EU tegenmaatregelen kan nemen indien een land door middel van een beroepsprocedure bij het geblokkeerde beroepsorgaan van de WTO tegenmaatregelen tracht te ontlopen. Dit voorstel moet echter eerst de Europese regelgevingsprocedure doorlopen.
Er is me ook gevraagd hoe we de Europese Commissie willen steunen en welke diplomatieke initiatieven we willen nemen. Zoals in de Vlaamse handelsstrategie is opgenomen, blijft Vlaanderen een voorstander van het multilaterale handelssysteem. Dit engagement is in het Vlaams regeerakkoord herbevestigd. In het Vlaams Regeerakkoord staat dat de Vlaamse Regering met en via de EU zal inzetten op een toekomstbestendig multilateraal handelssysteem. In lijn met de recente beleidsnota heb ik het Departement Buitenlandse Zaken dan ook gevraagd de inzet van de Europese Commissie om de WTO te moderniseren, te steunen. De EU moet zich inzetten om alle partijen en in het bijzonder grote economische spelers als de VS en China aan boord te houden. Daarnaast heeft de Vlaamse Regering ook de eerder genoemde bilaterale interim-oplossing verwelkomd en gesteund. Tot slot steunt de Vlaamse Regering de lopende plurilaterale onderhandelingen in de WTO over een aanpassing van een gedeelte van de handelsregels aan de evolutie van de handel, bijvoorbeeld met het oog op e-commerce.
Ik denk dat dit duidelijk een moeilijke zaak is die de handelsrelaties tussen verschillende landen kan vertroebelen. Ik ben blij te horen dat dit in de EU een minder groot probleem is, maar voor een handelsnatie als Vlaanderen, die veel handel buiten de EU voert, lijkt de impact me toch belangrijk. Het is dan ook goed dat we binnen de EU al de nodige stappen hebben gezet en zullen blijven zetten.
Minister-president, ik ben blij dat er een interim-oplossing wordt gezocht, maar als ik het goed heb begrepen, blijft het afhankelijk van de goodwill van de verschillende handelspartners of ze hiermee aan de slag gaan. Klopt dit?
Gezien het belang van alle export buiten de EU voor Vlaanderen, moeten we eigenlijk voorlopers zijn om verdere stappen in de richting van een modernisering te zetten en om landen als de VS en China aan boord te houden.
Ik dank de minister-president voor zijn antwoord en sluit me aan bij mijn goede vriend en collega Philippe Muyters.
Ik kan er nog aan toevoegen dat het inderdaad ook mijn mening is dat de interimregeling op goodwill gebaseerd is, en daarom ook een interimregeling is. We zullen dit verder opvolgen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.