Report meeting Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Report
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Voorzitter, Minister De Backer, bevoegd voor de Noordzee, heeft onlangs gecommuniceerd dat het geplande offshore windmolenpark voor de kust van De Panne groter wordt dan oorspronkelijk was gepland. Bij de geplande 221 vierkante kilometer komt nog eens 60 vierkante kilometer bij. Dat is ruim een kwart groter. Door de vergroting krijgen de turbines meer ruimte, waardoor hun rendement zal toenemen.
Nu blijkt echter dat Frankrijk een nieuw windmolenpark voor de kust van Duinkerken wil bouwen. De keuze van deze locatie zal mogelijk een grote impact hebben, en dat niet enkel op het geplande offshore windmolenpark. Het Franse windmolenpark zou twee maritieme routes tussen Oostende en Engeland belemmeren. Hierdoor kan de veiligheid van de zeevaart in het gedrang komen. De bouw bedreigt ook een Natura 2000-gebied. Daarnaast is de kans groot dat het windmolenpark van in De Panne zichtbaar zal zijn en hierdoor een mogelijke impact op het toerisme kan hebben.
Om diverse redenen, maar ook om verdere projecten niet te hypothekeren, heeft de Federale Regering een Frans advocatenkantoor onder de arm genomen om de Belgische belangen te verdedigen. Er zouden reeds verschillende contacten tussen de Franse en Belgische overheden zijn geweest, maar steeds zonder resultaat. Blijkbaar antwoorden de Fransen dat het project te vergevorderd is om verdere aanpassingen toe te staan.
Minister-president, aangezien dit dossier een belangrijke impact op Vlaanderen zal hebben, zou ik u graag twee vragen stellen. Welke contacten hebt u met de Federale Regering en de Franse regering over dit project gehad? Welke initiatieven zult u nemen om de Vlaamse belangen met betrekking tot dit dossier te verdedigen?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Voorzitter, ik heb zelf nog geen contact met de bevoegde Franse minister gehad, maar de betrokken Vlaamse diensten en de federale overheid volgen dit project nauwgezet op. Ik moet eerlijk zeggen dat de samenwerking met de federale overheid goed werkt. We zitten op dezelfde golflengte.
Ik zal kort even duiden wat hieraan is voorafgegaan. Op 9 april 2019 heeft minister De Backer de Franse plannen ‘Stratégies de façade maritime’ ontvangen. De betrokken Vlaamse diensten hebben bezorgd gereageerd op deze plannen, die toen al in een vergevorderd stadium zaten.
Die Vlaamse diensten zijn het Departement Buitenlandse Zaken, het Departement Omgeving en het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust. De betrokken diensten menen dat een windmolenpark voor de kust van Duinkerken op verschillende vlakken een impact zal hebben, namelijk de vaarroutes tussen Engeland en de haven van Oostende, het leefmilieu en de communicatie-instrumenten, meer bepaald de radar die de vaartuigen gebruiken.
Tijdens een recente ontmoeting tussen premier Wilmès en de Franse premier Philippe, op 11 november 2019 in Parijs, zijn de Belgische en Vlaamse bezorgdheden besproken. Premier Philippe heeft duidelijk gesteld dat Frankrijk bereid is constructieve oplossingen te zoeken. Hij heeft toegelicht dat het windmolenpark voor de kust van Duinkerken een cruciale schakel is in het Franse plan voor de diversificatie van de energiewinning. De omstandigheden voor de bouw en de uitbating van het project in Duinkerken zijn in vergelijking met andere offshore windmolenparken blijkbaar dermate gunstig dat de uiteindelijk kostprijs van de gewonnen energie 60 tot 70 procent lager zou liggen dan bij andere, vergelijkbare sites. Premier Philippe heeft tegelijkertijd laten weten dat hij veel begrip heeft voor de bezorgdheden die premier Wilmès heeft aangekaart en dat Frankrijk al het mogelijke moet doen om tot een compromis met zijn buren te komen. De Belgische premier heeft hierop geantwoord dat een onderhandeld compromis ook langs Belgische zijde wenselijk is. Hiermee heeft ze indirect de boodschap gegeven dat juridische stappen bij gebrek aan een dergelijk compromis wellicht onvermijdelijk zijn.
Intra-Belgisch zijn er regelmatig technische overlegmomenten met de Franse partners. Een dergelijk overleg heeft op 22 november 2019 in Duinkerken plaatsgevonden. Naast de federale overheid en een vertegenwoordiging van het kabinet van minister De Backer, waren het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust en een delegatie van de haven van Oostende aanwezig. De betrokken departementen en agentschappen die ik al heb vernoemd, volgen dit dossier van nabij op. Ze doen dat in nauw contact met de federale overheid en met de Franse partner.
Aan Belgische zijde wordt de coördinatie opgenomen door het kabinet van staatssecretaris De Backer, bevoegd voor de Noordzee. Als zou blijken dat het dossier negatief evolueert, zal ik verdere stappen ondernemen om de Vlaamse belangen daarin te verdedigen. Voorlopig loopt die samenwerking met het kabinet-De Backer zeer goed. We zitten op dezelfde golflengte. U weet dat dit federale materie is. Zolang de federale overheid doet wat ze moet doen, gaan we via die weg, weliswaar in nauw contact. Onze agentschappen volgen de zaak op.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Bedankt, minister-president. Uit uw antwoord blijkt duidelijk dat u dit nauwgezet opvolgt, ook met de diensten. Ik besef ook wel dat het meer een bevoegdheid is van onze federale collega's. Als de maritieme routes tussen Engeland en Oostende in gevaar komen, zou dat ook wel een impact kunnen hebben op de haven van Oostende, wat dan toch weer een Vlaamse bevoegdheid is.
Ik verneem ondertussen van mijn collega Tommelein dat ook Oostende bepaalde stappen gezet heeft in het dossier. Ik hoop dan ook dat er een oplossing en een compromis komt.
De heer Tommelein heeft het woord.
Dit is uiteraard een dossier dat onze volledige aandacht heeft. De haven van Oostende is uiteraard betrokken partij en heeft ook de kat de bel aangebonden. Er wordt inderdaad heel nauw samengewerkt met het kabinet van collega De Backer.
Ik wil er toch op aandringen dat Vlaanderen de zaken heel goed opvolgt, want de Noordzee is inderdaad federale bevoegdheid, minister-president, maar de haven van Oostende is uiteraard een Vlaamse bevoegdheid. Dit is typisch zo'n bevoegdheid die op twee terreinen zit, maar het is uiteraard belangrijk dat de belangen van de vaarroute tussen Groot-Brittannië en Oostende gevrijwaard blijven, zeker gezien wat er deze week is gebeurd, waardoor we nu naar alle waarschijnlijkheid snel een brexit zullen krijgen.
De vaarroute tussen Engeland en Oostende zou weleens cruciaal kunnen zijn. Een paar maanden geleden was er al sprake van het eventueel installeren van een nieuwe vaarroute. Die kans vergroot natuurlijk als er bijkomende passagiersstromen of goederenstromen moeten komen vanuit Engeland. Het is belangrijk dat dat gevrijwaard blijft en dat de Vlaamse overheid de belangen van de Oostendse haven nauwlettend in het oog houdt.
Mevrouw Verougstraete heeft het woord.
Ik ben net als collega Tommelein afkomstig uit West-Vlaanderen en kom dus ook van frontlinie Oostende. Ik kan alleen maar bijtreden wat hij hier naar voren heeft gebracht, dat het zeer belangrijk is voor Oostende wat er nu gebeurt met de haven van Oostende en de verdere ontwikkeling.
Ik ben niet van Oostende, maar ik kan u wel verzekeren dat ik alles zal doen wat in mijn mogelijkheden ligt om dat probleem op te lossen. Ik denk dat we dat aan onszelf verplicht zijn.
U bent niet van Oostende, minister-president, maar u weet dat u daar steeds welkom bent.
Dan kunnen we misschien ooit eens een werkbezoek brengen aan Oostende. Dat zou misschien nog wel tof zijn.
Minister president, bedankt voor uw antwoord. Dank u wel om dit heel nauwgezet op te volgen.
Ik ben al eens met collega Muyters in mijn stamcafé geweest op Stene-dorp. Het zou echt een genoegen zijn om daar samen met u een Oostendse Keyte te gaan drinken, minister-president. (Opmerkingen)
De vraag om uitleg is afgehandeld.