Report meeting Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Report
De heer Parys heeft het woord.
Minister, OverKop-huizen zijn plekken waar jongeren tussen de 12 en 25 jaar terechtkunnen om samen te ontspannen, huiswerk te maken of een luisterend oor te vinden. Indien nodig wordt er ook gepaste hulp gezocht om jongeren te begeleiden. Deze huizen werden in 2016 opgericht met het ingezamelde geld van de eerste Rode Neuzen Dag. Momenteel zijn er vijf huizen in Vlaanderen, één in elke provincie.
De financiële steun die de OverKop-huizen uit het Rode Neuzen Fonds ontvangen, stopt binnenkort. U hebt al gemeld dat u een basissubsidie van 50.000 euro zou schenken aan ieder huis. Daarnaast wordt er verwacht dat lokale partners uit de geestelijke gezondheidszorg, welzijnszorg of jeugdzorg hun schouders mee onder het project zetten om zo een duurzame toekomst te vinden voor elk van die huizen. Ook zou er vanuit Vlaanderen een stuurgroep – nóg een, denk ik dan – worden opgericht met het oog op een toekomstige structurele financiering of inbedding in het agentschap Opgroeien.
Hierover heb ik de volgende vragen, minister.
U voorziet in een basissubsidie van 50.000 euro. Is dit genoeg om de werking van de huizen te ondersteunen? Is er een mogelijkheid dat bijkomende subsidies worden toegekend?
Er wordt verwacht dat de OverKop-huizen samenwerken met lokale hulpverleners om hun werking duurzaam te maken. Op welke manier zult u dit ondersteunen?
Wat is de stand van zaken van de stuurgroep? Welke timing is er om deze op te richten, maar vooral om resultaten te boeken?
Kunt u wat meer toelichting geven bij die structurele inbedding van de OverKop-huizen in het agentschap Opgroeien? Welke timing voorziet u hiervoor?
Minister Beke heeft het woord.
De subsidie van 50.000 euro per OverKop-huis is een basiswerkingssubsidie die wordt gegeven aan een penhouder die het budget ontvangt en organisatorisch het voortouw neemt. Dit basisbedrag kan de penhouder ook aanwenden voor de personeels- of werkingskosten van het OverKop-huis zelf, voor overhead of andere zaken. Aanvullend wordt gewerkt aan een financieel continueringsperspectief dat het intersectorale karakter van de OverKop-huizen respecteert en ook kan verduurzamen. Een OverKop-huis is per definitie een werking waarin verschillende disciplines betrokken zijn: zowel jeugdhulp als jeugdwerk, welzijnswerk, geestelijke gezondheidszorg, vrijwilligers enzovoort. Deze werkvormen zijn lokaal aanwezig. Een OverKop-huis vervult een belangrijke onthaalfunctie voor jongeren en leunt sterk aan bij de JAC-werking (jongerenadviescentrum) van de centra algemeen welzijnswerk (CAW’s). Het is ook een plek waar, vanuit het oogpunt van de geestelijke gezondheid, aan vroegdetectie en -interventie wordt gedaan. Daarnaast is een link met de jeugdhulp aangewezen, om jongeren tijdig naar een gepast hulpaanbod te begeleiden. Er wordt een parcours uitgetekend naar de integratie van de verschillende werkvormen binnen een OverKop-huis.
Drie concrete pistes worden onderzocht om de nodige en tevens multidisciplinaire personeelscapaciteit voor de OverKop-huizen te realiseren. Ten eerste is er een samensmelting van de lokale JAC-werking met het OverKop-huis. Ten tweede wordt een deel van de middelen die de Vlaamse overheid investeert voor vroeginterventie en -detectie, in de netwerken geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren aangewend Ten derde bouwen we een structurele samenwerking uit tussen OverKop-huizen en samenwerkingsverbanden in 1Gezin1Plan (1G1P), waarbij vanuit de samenwerkingsverbanden personeelscapaciteit ter beschikking wordt gesteld aan de OverKop-huizen. De toekomstige oproep om de 1G1P-samenwerking gebiedsdekkend te maken biedt daartoe de mogelijkheden.
Ten slotte spelen ook de lokale besturen en het lokale jeugdwerk een belangrijke rol in het samenspel om van een OverKop-huis een succes te maken. Momenteel bieden sommige lokale besturen al een beperkte ondersteuning, qua personeel of logistiek. Door de mix van functies die een OverKop-huis biedt, is het een unieke plek waar jongeren uit de stad of de gemeente en de ruime omgeving terechtkunnen. Daardoor is de inbreng van het lokale beleidsniveau relevant en ook aangewezen.
De stuurgroep is opgericht. Die bestaat uit medewerkers van het agentschap Opgroeien, het Agentschap Zorg en Gezondheid en het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Periodiek vergadert de stuurgroep samen met de vertegenwoordigers van de OverKop-huizen. Het agentschap Opgroeien neemt vandaag binnen de Vlaamse administratie het eigenaarschap van de opvolging van OverKop op zich. Het agentschap coördineert de betrokkenheid bij OverKop van elke relevante entiteit binnen het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Een structurele inbedding van OverKop zal steeds in een beleidsdomeinbreed perspectief moeten worden gezien. Naast het agentschap Opgroeien hebben ook de geestelijke gezondheidszorg en het algemeen welzijnswerk een cruciale rol bij het bieden van een veelzijdig aanbod aan jongeren geconcretiseerd op één plek.
De heer Parys heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Ik onthoud dat er een financieel perspectief komt, en dat men ook op zoek is naar pistes om die OverKop-huizen te verduurzamen. Dat is dus positief. Ik laat u eerst uw huiswerk maken inzake de vraag welke piste u kiest en hoe u dat precies zult doen. Ik zou echter wel willen meegeven dat er zich een soort paradox manifesteert. Wat bedoel ik daarmee? Als ik spreek met mensen die mee zo’n OverKop-Huis hebben opgericht, dan zeggen ze me dat het eigenlijk bizar is om vast te stellen dat ze zo’n initiatief helemaal buiten de reguliere jeugdhulp en de geestelijke gezondheidszorg hebben genomen en dat dat zo’n laagdrempelig succes is geworden. Het is dus net omdat ze iets anders doen, dat op een innovatieve manier doen en niet helemaal zijn binnengetrokken in ons bestuurlijke landschap, dat ze zo succesvol zijn.
Aan de andere kant besef ik ook heel goed dat ik u hier de vraag stel om dat te verduurzamen, zodat zo’n OverKop-huis het risico loopt om willens nillens een stukje van zijn eigenheid te verliezen. Nu zegt u bijvoorbeeld dat men dat samen met het JAC zal doen, of dat men binnen het vroegdetectiesysteem van geestelijke gezondheidszorg zal bekijken met de OverKop-huizen of daar op een stabiele manier kan worden samengewerkt. Minister, kunt u er dan voor zorgen dat de grote instroom die er vandaag is, op de meest laagdrempelige manier die ik vandaag ken, voor jongeren die met allerlei problemen zitten, toch behouden blijft? Kunt u ervoor zorgen dat zij hun statuut van vandaag, dat een beetje apart is, kunnen behouden, terwijl we er tegelijkertijd proberen voor te zorgen dat ze op een duurzame manier voort kunnen werken?
Laten we op een innovatieve manier werken. Breng ze niet helemaal onder bij de reguliere kanalen die we vandaag kennen, en die niet altijd even succesvol en laagdrempelig zijn als de OverKop-huizen vandaag.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
We kennen ondertussen ongeveer 51 contactpunten van JAC’s in Vlaanderen en OverKop-huizen in elke provincie. Ik heb een aantal vragen.
Welke visie zit er achter de nieuwe toegangspoorten voor die laagdrempelige jongerenhulpverlening, door opeens OverKop-huizen te gaan creëren? Worden er kwaliteitscriteria opgelegd voor de OverKop-huizen? U zegt in uw antwoord dat u op termijn naar een samensmelting zoekt tussen de JAC‘s en de OverKop-huizen en dat u het samenwerkingsverband 1G1P wilt samenvoegen? Hoe gaat u dat doen? Over welke termijn spreekt u?
Hebt u de bedoeling om met dit initiatief van OverKop-huizen nog andere initiatieven te gaan creëren, waar bijvoorbeeld jongeren met psychische problemen zouden terechtkunnen? Of gaat u toch alles houden in één gemeenschappelijke opvang voor jongeren?
Minister Beke heeft het woord.
Zoals ik daarnet zei, is er een stuurgroep opgericht met medewerkers van zowel het agentschap Opgroeien als het agentschap Zorg en Gezondheid en het departement Welzijn, die mee voor de begeleiding zorgen. Daar zullen we samen kijken hoe die OverKop-huizen verder evolueren. U weet dat die niet door ons zijn opgericht of gecreëerd. Dat behoort tot de actie van de Rode Neuzen Dag, maar gezien het succes en de laagdrempeligheid daarvan – dat is hier naar voor gekomen – hebben we daar die financiële ondersteuning voor gegeven.
De Therapeuten voor Jongeren (TEJO) krijgen ook een subsidie voor de geestelijke gezondheidszorg bij jongeren, waardoor dat mee in de visie zit om te zorgen voor een laagdrempelig aanbod voor jongeren met laagdrempelige hulpvragen.
De heer Parys heeft het woord.
De slotconclusie is dat ik hoop dat u mijn oproep goed hebt begrepen om ervoor te zorgen dat we het innovatief karakter van de OverKop-huizen goed behouden, terwijl we ze toch ergens inbedden. Ik vind het al een goed teken dat u een eerste basissubsidie van 50.000 euro hebt gegeven, maar die is maar goed voor één kwartaal van de werking van de OverKop-huizen. Mijn vraag is om daar snel werk van te maken, maar ook om out of the box te denken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.