Report meeting Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Report
De heer Ongena heeft het woord.
Voorzitter, ook deze vraag om uitleg is eigenlijk een opvolgingsvraag. We hebben het in deze commissie al uitgebreid gehad over het H3N1-virus dat heel wat pluimveebedrijven heeft getroffen. Aangezien iedereen de voorgeschiedenis wel kent, zal ik hier niet uitvoerig op ingaan. In het voorjaar van 2019 zijn verschillende pluimveebedrijven door het H3N1-virus getroffen. Heel wat bedrijven hebben proactief geruimd, maar pas na het verschijnen van het Koninklijk Besluiten op 11 juli 2019 konden ze hiervoor een vergoeding krijgen. Veel bedrijven kunnen daar geen beroep op doen, omdat die vergoeding niet retroactief mag worden uitgekeerd.
Minister, op uw initiatief heeft de Vlaamse Regering om die reden zelf maatregelen genomen. Er is voorzien in een enveloppe van 2,5 miljoen euro voor de herbevolkingspremie. Ik ben natuurlijk tevreden dat u op die manier probeert tegemoet te komen aan de vraag van de pluimveebedrijven die proactief hebben ingegrepen. Men had echter maar een korte periode om in te dienen. Daarom wou ik eens de stand van zaken checken.
Minister, kunt u zo’n stand van zaken geven met betrekking tot het aantal ingediende dossiers en de concrete vergoedingen die de bedrijven zullen ontvangen? Wanneer zullen die worden uitbetaald? Zal men snel – versta: nog dit jaar – geld krijgen? Het was een relatief korte periode om in te dienen. Volstond die? Men kan dat misschien zien aan het feit of de aanvragen wel volledig waren. Als aanvragen niet volledig waren, zouden die alsnog een beetje tijd krijgen om dat eventueel te vervolledigen, of is de hakbijl daar heel streng en zal dat niet meer mogen? Hebt u al een totaalzicht op de schade van het H3N1-virus? Hebt u al eens samengezeten met de sector om te bekijken hoe we in de toekomst dergelijke problemen kunnen aanpakken en de kwestie van de niet-retroactiviteit kunnen vermijden?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, dit is een zeer, zeer gevoelig dossier, waarover we het hier al een aantal keren hebben gehad. In toepassing van de steunregeling die collega Van den Heuvel nog op de agenda had geplaatst, maar die de Vlaamse Regering uiteindelijk pas op 22 november 2019 heeft goedgekeurd, zijn 58 dossiers ingediend in de periode van 22 november 2019 tot en met 1 december 2019. Ons departement is gestart met de beoordeling van de ingediende dossiers en de berekening van de concrete vergoedingen per bedrijf. Bedoeling is de dossiers zo snel mogelijk in betaling te stellen, uiterlijk begin 2020, maar eigenlijk is het de bedoeling om alles te hebben uitbetaald in 2019. U stelde de vraag of er niet meer tijd moet worden gegeven. We hebben met de sector gesproken en hadden de indruk dat iedereen klaar was om zijn dossiers in te dienen. Ze zullen niet allemaal worden goedgekeurd, omdat er bij een paar dossiers wat problemen zijn, maar er moet geen extra tijd worden gegeven. Dat is dus formeel bevestigd.
Het zal u echter niet verbazen dat de impact van dat virus op de bedrijven zeer, zeer felle emoties heeft veroorzaakt. Met het schadedossier dat wij met de Vlaamse Regering hebben goedgekeurd, kunnen we 15 procent van de geleden schade vergoeden. Gelet op de enorme schade die de bedrijven hebben opgelopen, is het de bedoeling om dit jaar nog wat bijkomende middelen vrij te maken. Boven op de al voorziene 2,5 miljoen euro zouden we 1,7 miljoen euro extra vrijmaken, waardoor we geen 15, maar 30 procent van de geleden schade zouden kunnen vergoeden. Er kan dus in totaal 4,2 miljoen euro Vlaamse steun komen. Dat dossier moet nog naar de Vlaamse Regering, het is de bedoeling om dat vrijdag te doen, maar het zou een beetje gek zijn om u dat nu niet mee te delen, waardoor u nu die cijfers hebt en er vrijdag dan weer andere cijfers komen.
Wat uw derde vraag betreft, over die korte periode voor de indiening, ik denk dat dat duidelijk is voor u.
De screening op de volledigheid van de ingediende aanvragen is gebeurd in de periode tussen 25 november en 3 december. Dat is simultaan met de indiening van de dossiers gebeurd. De ingediende aanvragen waren in de meerderheid van de gevallen volledig. Alleen een beperkt aantal van de ingediende aanvragen was onvolledig. De bedrijven die een onvolledig dossier hadden ingediend, zijn per mail en telefonisch verwittigd, met vragen om verduidelijking en bijkomende informatie. Alle dossiers waren volledig tegen 6 december 2019, met een pluim ook voor de administratie, die daar heel snel op is gesprongen.
Op basis van de ingediende dossiers kan een raming worden gemaakt van de kosten die gepaard gaan met het herbevolken van vrijwillig geruimde stallen. Die kostprijs bedraagt ongeveer 15 miljoen euro. De totale schade die de bedrijven hebben geleden, is groter, omdat er in dat geval ook de kosten bijkomen voor het doden van de dieren, het ophalen van de kadavers, een verlengde leegstandsperiode et cetera. Het is dus niet mogelijk om hiervoor een totale schade te ramen.
Dan de toekomst. Ik heb u hier al gezegd dat ik dit alles bijzonder, bijzonder frustrerend vind. Nog een voordeel van zo’n visraad is dat je veel tijd hebt om je collega’s te zien. In het gesprek met collega Ducarme hebben we het ook over de kippenproblemen gehad. Wat ik positief vond, is dat de minister zich echt wel zeer bewust toonde van de financiële impact die de besmettingen hebben gehad op de pluimveebedrijven, in het bijzonder bij jonge landbouwers. Hij heeft het verloop van het dossier geëvalueerd, met het oog op een sneller beslissingsproces in de toekomst.
Op onze vraag bekijkt hij twee mogelijkheden om de sector financieel een duwtje in de rug te geven. Ik kan u daar nog geen garanties over geven. Hij heeft ons gezegd dat hij die twee maatregelen effectief wil bekijken. Hij bekijkt ten eerste de mogelijkheid om de pluimveehouders voor een jaar vrij te stellen van een bijdrage aan het Sanitair Fonds. Hij bekijkt ten tweede ook de mogelijkheid om die de-minimissteun aan de getroffen bedrijven te verlenen. Dat is uiteraard nog met een vraagteken, we weten nog niet of dat zal lukken, maar hij was zeer empathisch.
Intussen zijn wij ook bij de Europese diensten aan het kijken hoe we kunnen vermijden dat zulke situaties nog zullen gebeuren. Ik heb u dat ook verteld, want doordat dat een griep was die als laag pathogeen werd aangemerkt, kom je in een situatie terecht waarbij die jonge mensen tussen twee stoelen vallen. De financiële impact is fenomenaal en zij zitten met grote frustratie te kijken naar wat er gebeurt. We hebben het er ook met minister Ducarme over gehad. Als hij zijn beslissing veertien dagen vroeger had genomen, was het beeld totaal anders geweest, maar hij kon het evengoed niet hebben gedaan door de onduidelijkheid in de regelgeving. Ik kan hem in dezen niet veel verwijten. Hij was begripvol en ik hoop echt dat hij inspanningen zal leveren om die twee extra maatregelen nog te nemen.
We houden zeker de vinger aan de pols. Ik hoop dat we vrijdag met de regering ook een positieve beslissing ter zake kunnen nemen en zo toch wat meer soelaas kunnen bieden aan datgene wat de mensen hebben meegemaakt.
De heer Ongena heeft het woord.
In de eerste plaats dank aan uw diensten voor de snelle en efficiënte opvolging van de ingediende dossiers. Men heeft ook de moeite genomen om deze mensen te begeleiden. Zij die geen volledig dossier hadden, kregen toch de kans om het te vervolledigen. Ik noteer ook dat men nu heel snel zal overgaan tot een uitbetaling van die steun. Dat zal voor die mensen zeker een goede zaak zijn.
Uiteraard bedank ik u ook omdat u naar de verzuchtingen van de sector luistert dat die 2,5 miljoen euro die u had voorzien, wat weinig was. Voor alle duidelijkheid: ik denk dat de Vlaamse Regering al meer doet dan wat ze eigenlijk moet doen. In die zin was het al een serieuze tegemoetkoming, maar het feit dat u dat wilt optrekken naar 4,2 miljoen euro is natuurlijk ook heel goed nieuws. Voor hen is dat bijna een verdubbeling van de steun die ze zullen krijgen: van 15 naar 30 procent is toch heel goed nieuws. Ik hoop dat de collega’s in de Vlaamse Regering u dan ook groen licht zullen geven voor deze extra steun.
Ik noteer ook dat u met minister Ducarme hebt overlegd, wat natuurlijk ook een goede zaak is. We hopen samen met u dat zijn twee voorstellen, die een welgekomen steun zullen zijn voor die getroffen bedrijven, er zullen doorkomen.
Alvast bedankt voor dit heel uitgebreide antwoord, waarin toch heel wat goed nieuws zit. Goed nieuws is natuurlijk altijd relatief, het gaat altijd over mensen die zware problemen hebben gehad.
Ik denk dat het belangrijk is – en voor een stuk hebt u dat al geantwoord – dat we natuurlijk lessen moeten trekken uit wat er gebeurd is. Ook uw demarche naar Europa kan zeker helpen. Een ander idee dat soms opduikt, is de vraag naar een eigen sectorfonds dat opgericht zou kunnen worden. Mijn vraag is of u met de sector al hebt kunnen samenzitten om na te gaan of we via zo’n eigen sectorfonds in de toekomst wat soelaas kunnen bieden. Alvast bedankt.
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Ik ben uiteraard blij met de vergoeding en de nu nog bijkomende mogelijkheid voor extra financiële middelen. Hopelijk komt daarover een positieve beslissing. Ik blijf toch nog altijd een beetje bezorgd. Landbouwers die het dierenleed hebben gestopt en een verdere verspreiding hebben proberen tegen te gaan, zijn daar toen voor gestraft. Nu dreigt het perverse effect te ontstaan dat landbouwers bij een volgende uitbraak zullen wachten en blijven wachten. Daar moeten we toch heel attent op zijn en we moeten daarover een heel duidelijk signaal geven dat dit de volgende keer veel beter zal worden aangepakt. Ik hoop natuurlijk dat dit dossier niet tot de volgende uitbraak in de koelkast gaat, maar dat daar ondertussen nog hard aan gewerkt wordt.
Ik wil me zelf nog aansluiten. Dank voor het belangrijke nieuws dat het budget wordt verhoogd, maar vooral ook voor het engagement en uw contacten met minister Ducarme, die tot een systeem moeten kunnen leiden dat dit nooit meer kan voorvallen. Wanneer landbouwers extra getroffen worden door problemen met communicatie en administratie, leidt dat tot bijzonder veel frustratie. Dat moeten wij dan toch wel proberen te voorkomen, minister.
Minister Crevits heeft het woord.
Ik ben het daar absoluut mee eens.
Eerst en vooral, wat het sectorfonds betreft, is de info opgevraagd door de sector. De administratie zoekt een overlegmoment om daarvan werk te maken. Er is natuurlijk een heel groot verschil wat de vrije bestedingsmogelijkheden van de middelen betreft.
Mevrouw Joosen, ik begrijp uw opmerking zeer goed. We hebben het er de vorige keren ook al over gehad. Ik kan u dus niet tegenspreken. Het is ook onze plicht om vanuit Vlaanderen te doen wat we kunnen. Minister Ducarme heeft gezegd dat er een federaal initiatief lopende is om bij een nieuwe uitbraak van laagpathogene vogelgriep tot eind 2020 een onmiddellijk ruimingsbevel in te roepen. Ze zijn dus niet blind voor de effecten van wat er gebeurd is. Hij beseft zeer goed dat als wat u zegt, collega, mainstream zou worden, dit pas nefast zou zijn voor onze dieren.
Hij heeft dat initiatief genomen. En dat heeft ons toch ook een beetje gerustgesteld – al ben je natuurlijk nooit helemaal gerust. Het is niet aangenaam, maar het is toch al positief.
De heer Ongena heeft het woord.
Ik heb geen grote slotbeschouwing meer. Maar nogmaals dank voor de geleverde inspanning.
De vraag om uitleg is afgehandeld.