Report meeting Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Report
De heer Muyters heeft het woord.
Minister, over dit onderwerp is in de vorige legislatuur, onder meer via de heer Ronse, een resolutie tot stand gekomen dat een antwoord wou zijn op een Europees voorstel na triloogonderhandelingen tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie.
Wat hield dat akkoord tussen die drie partners in? Men bouwt werkloosheidsuitkeringsrechten op in een bepaalde lidstaat, waardoor men al na één maand een beroep kan doen op die uitkering. Bovendien kan men die rechten ook meenemen naar een ander Europees land. Ik moet u niet zeggen dat een dergelijk systeem de deur openzet voor welvaartstoerisme en uitkeringsshoppen. Dat was ook de reden waarom hier toen een resolutie is goedgekeurd. Mee dankzij die resolutie was er een blokkeringsminderheid binnen de Raad van de Europese Unie, waardoor het voorliggende compromis werd teruggetrokken.
We krijgen nu vanuit Europese hoek verontrustende signalen dat er opnieuw een compromis op de tafel zou komen met die twee principes, namelijk een korte werkvereiste en het meenemen van werkloosheidsuitkeringsrechten voor zes maanden of zelfs verlengbaar tot het einde van dat recht.
Minister, volgt u die triloogonderhandelingen tussen de verschillende partners binnen Europa? Ik veronderstel dat u de resolutie die is goedgekeurd door het Vlaams Parlement in de vorige legislatuur, als basisstandpunt neemt. Is dit ook een onderwerp dat u bespreekt met minister Muylle of zult u dat doen? Zult u met minister Muylle opnieuw zorgen voor een Europese blokkeringsminderheid als deze waanzin verdergaat?
Minister Crevits heeft het woord.
Mijnheer Muyters, ik zal de vragen samen behandelen omdat die peilen naar de manier waarop ik de belangen van Vlaanderen verdedig in dit dossier en naar het ingebrachte Vlaamse en Belgische standpunt.
U geeft terecht aan dat de onderhandelingen zich op het niveau van de triloog tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie bevinden. Deze onderhandelingen mislukten onder Roemeens voorzitterschap. Binnen de Raad was er een blokkeringsminderheid, waartoe ook België behoorde.
Het Finse voorzitterschap en het nieuw verkozen Europees Parlement heropenden de triloogonderhandelingen met de Europese Commissie. De Vlaamse Afvaardiging bij de Europese Unie rapporteert hierover aan mijn kabinet. In de voorbije maanden heeft de federale overheidsdienst Buitenlandse Zaken regelmatig intra-Belgisch overleg ingelast over het dossier en mijn kabinet is aanwezig op alle overlegmomenten. Het Belgisch standpunt is tijdens die overlegvergadering niet gewijzigd. Het Vlaamse en Belgische standpunt zijn conform de resolutie van het Vlaams Parlement. De positie bevat de inhoudelijke elementen die in de punten 1 en 2 van de resolutie van het Vlaams Parlement, waarnaar u verwijst, aan bod komen. Er is dus geen wijziging van houding.
Het eerste element wordt technisch omschreven als het principe van totalisatie of samentelling van tijdvakken bij werkloosheid. Het gaat eigenlijk om volgende vraag: hoelang moet iemand werken in een lidstaat voordat de voorgaande gewerkte periodes in andere lidstaten mogen meetellen? Het Vlaamse en het Belgische standpunt zijn dat deze periode minimaal drie maanden moet zijn.
Het tweede element verwijst naar de periode dat je werkloosheidsuitkeringen verkregen in de ene lidstaat mag exporteren naar andere lidstaten. Daar is ons standpunt dat de export beperkt is tot drie maanden.
Over die export heerst een grote mate van overeenstemming in de Raad, die gelijkloopt met ons standpunt. Wel laat de Raad de opening aan individuele lidstaten om deze periode te verlengen.
Rond totalisatie ligt alles veel moeilijker. Een meerderheid van lidstaten is tevreden met één maand. Vandaar dat België op 10 december op de Raadsbijeenkomst van de ministers van Werk nog eens het standpunt met betrekking tot totalisatie herhaald heeft.
Welke stappen zijn nu te nemen? Als we rekening houden met de huidige situatie, moet ik eigenlijk geen extra initiatieven nemen omdat we consequent de lijn aanhouden. Dat betekent dat de situatie vandaag de volgende is. Op 27 november vernamen we van het Finse voorzitterschap op het Comité van permanente vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten bij de Europese Unie (Coreper) dat de standpunten tussen de Raad en het Parlement nog steeds vrij ver uit elkaar liggen. Dit is zonder enige twijfel ook de reden waarom het Europees Parlement de triloog van 12 december afgelast heeft. Tegelijk werd beslist dat er geen triloogonderhandelingen meer zullen plaatsvinden onder Fins voorzitterschap. Het dossier blijft dus geblokkeerd.
Ook binnen de Raad liggen de posities uit elkaar. De facto is er een blokkeringsminderheid. Maar de interventies van de lidstaten geven duidelijk aan dat zij zeer verschillende redenen hebben om het compromis te blokkeren. Sommige, waaronder ons land, vinden de vragen van het Europees Parlement te ver gaan, voor andere gaan ze niet ver genoeg.
Er zijn volgens mij twee zaken nodig. Ten eerste moeten wij de lidstaten blijven overtuigen van onze positie. Dat doen we door onze positie te blijven herhalen, zoals we gedaan hebben op de Raad van 10 december. Eerlijkheidshalve moet ik hier ook aan toevoegen dat een meerderheid van lidstaten onze positie inzake export van werkloosheidsuitkering volgt, maar niet die inzake totalisatie. Ten tweede moeten wij de huidige blokkeringsminderheid monitoren. Dit is een permanente opdracht voor de Algemene Afvaardiging van de Vlaamse Regering bij de EU.
Ik hoop u dus overtuigd te hebben van onze consequente houding in dit dossier.
De heer Muyters heeft het woord.
Ik ben daar uiteraard van overtuigd, en ik denk dat het heel goed is dat er rond die export al meer eensgezindheid is en meer landen ons standpunt van een korte termijn waarin je die werkloosheidsuitkering kunt meenemen naar een ander land, innemen.
Over het andere moeten we het standpunt naar voren blijven brengen. Het belang ervan kan niet onderschat worden. Als je een zeer korte termijn hebt waarbij je de rechten die je elders opgebouwd hebt, kunt meenemen, ben je het systeem zoals wij dat in Vlaanderen kennen, aan het ondergraven.
Minister, bedankt dus voor uw uitleg, en ik vraag om daar zeker verder aan te werken.
Minister Crevits heeft het woord.
Ik ben het uiteraard eens met mezelf, maar ook met collega Muyters.
Misschien kan ik nog kort iets zeggen over uw inleiding, collega Muyters. Die coördinatie van de sociale zekerheid bestaat eigenlijk al sinds 2004. Het gaat nu enkel over een aanpassing van de afspraken op EU-niveau. In uw inleiding leek u sceptisch te zijn, maar ik wilde gewoon een feitelijke juistheid meedelen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.