Report meeting Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Vraag om uitleg over de maatregelen die de Vlaamse overheid neemt om plastic pellets op te ruimen
Report
Mevrouw Almaci heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, ik dank u voor uw flexibiliteit. Ik ben trouwens blij dat ik twee keer ‘mevrouw’ mag zeggen.
Kan er in het verslag worden opgenomen dat dat een seksistische opmerking is, mevrouw de voorzitter?
Voor ik vergelijkende cultuurwetenschappen studeerde, heb ik sociaal-cultureel werk gestudeerd. Nadien heb ik statistiek gestudeerd. Ik kan u dus zeggen dat mijn opmerking gaat over ‘bonding’ en ‘bridging’, mijnheer Tobback. Maar ik zal het als een kwinkslag optekenen.
Het klonk mij veel meer als ‘bonding’ dan ‘bridging’ in de oren. En ‘bonding’ dan eerder op een exclusieve manier. (Gelach)
U hebt echt een hobby nodig. (Gelach)
Ik had graag gehad dat u probeerde een brug te slaan naar de mannelijke collega’s. Maar u hebt dat expliciet niet gedaan, en dat betreur ik toch wel. (Gelach)
Ik zal wat beter zorg voor u dragen en voor alle mannelijke collega’s die daar nood aan hebben. Ik heb het genoteerd.
Wij hebben een knuffel nodig. (Gelach)
Het is een en dezelfde strijd. Ik draag zorg voor iedereen, diep in mijn hart.
Daarom ook de volgende vraag, zelfs. Die gaat specifiek over zorg voor onze omgeving; ze gaat over de vervuiling via ‘nurdles’, plastic keutels, plastic korrels, hoe het ook wordt genoemd. Minister, u weet dat op 3 november een groep actievoerders, een groep bezorgde burgers eigenlijk, in Vlaanderen en Nederland op pad is gegaan om de vervuiling door plastic korrels of pellets of nurdles aan de oevers van de Schelde op te meten. Dat zijn bolletjes van gemiddeld 20 milligram die weglekken op sites van plasticbedrijven tijdens de productie, tijdens de overslag, de transporten. Vaak worden die ook gewoon los of in zakken vervoerd. Ze vonden aan Vlaamse kant, van het Noordkasteel tot aan de Nederlandse grens 22.000 nurdles op 50 vakken van 25 op 25 centimeter. Die zijn dus klein, kleiner dan de lengte van mijn blad. Als je dat extrapoleert, dan zijn dat miljarden plastic bolletjes langs de Scheldeoever.
Dat is een wereldwijd probleem, dat is niet alleen maar een probleem hier bij ons. Er komen door lekkages uit de plasticindustrie ongelooflijk veel plastic bolletjes vrij, namelijk 1150 miljard korrels, wat eigenlijk een waanzinnig cijfer is. We weten dat die een probleem vormen voor het milieu, door hun samenstelling, en voor onze eigen gezondheid. Er is al veel sprake van de aanwezigheid van microplastics in onze lichamen. We weten ook dat die veelvuldig terugkomen in de lichamen van zeezoogdieren en zelfs van mosselen enzovoort.
In de Antwerpse haven zijn er tien plasticproducenten die pellets produceren, vijf transportbedrijven en acht verwerkende bedrijven waar pellets kunnen vrijkomen. In 2017 heeft het Antwerpse Havenbedrijf, dat ook de problematiek kent, zelf 4 ton plastic korrels opgeruimd, en in 2018 2,5 ton, maar gezien de eerdere cijfers die ik u gaf, is het duidelijk dat dat eigenlijk maar een klein stukje is van de totale vervuiling, van de grootte van de problematiek. Twee jaar geleden heeft het Antwerpse havenbestuur met diverse bedrijven in de plasticketen een charter afgesproken om te streven naar een nulverlies van die pellets, maar uit de actie blijkt zeer duidelijk dat we daar nog bijzonder ver van zitten. De vraag is nu, ook naar aanleiding van wat er in andere landen aan de gang is, of zelfregulering zal volstaan om die hardnekkige vorm van vervuiling te stoppen. Het is al dertig jaar dat de problematiek bekend is, en er zijn campagnes geweest, zoals Clean Sweep, maar uit alles blijkt dat de vervuiling veeleer toe- dan afneemt. Dat zal ook het geval zijn als er nieuwe plasticproductiecapaciteit zou komen in de Antwerpse haven. U weet dat ik verwijs naar Project One van INEOS. Dat zou miljarden pellets extra produceren. Ik wil er toch ook op wijzen dat het op dit moment in Groot-Brittannië specifiek daarover onder vuur ligt. Fracking enzovoort is een ander aspect van de keten waarvoor het onder vuur ligt. De verdediging van dit bedrijf was dat dit uit de diepe oceaan kwam en is aangespoeld op de stranden in het Verenigd Koninkrijk, maar de wetenschappers en experten zeggen allemaal dat dat niet correct is, dat het daadwerkelijk uit de productie zelf komt, dat dat geen plausibele verklaring is voor de hoeveelheden die ze vinden op de stranden en oevers. Meer nog en des te verontrustender, wat aanspoelt is nog maar een illustratie van wat er werkelijk op die diepe zeebodem blijft liggen en dus ook niet meer aanspoelt, wat dan desastreuze gevolgen heeft voor het mariene milieu, wat ook een bezorgdheid zou moeten zijn van de minister van Omgeving.
In de Rotterdamse haven heeft men ook vastgesteld dat grote hoeveelheden plastic korrels de haven hebben vervuild. De stichting Recycled Island vist dat ook al jaren op, om er drijvende platforms voor parkjes van te maken, om iets positiefs te maken van iets negatiefs. Zij schatten echter dat er nog miljoenen van dergelijke pellets op havenbekkens liggen. Men heeft een patrouilleboot uitgestuurd om dat nader te onderzoeken, en die kon alleen maar de feiten bevestigen. Idem voor havens zoals van die van Hamburg, die zeer vergelijkbaar is met de Antwerpse. Ook daar zijn er cleansweepacties en wordt de roep om acties ten gronde steeds groter.
Ondanks alle 'port clean-up'-acties die momenteel in de EU aan de gang zijn, stellen wetenschappers en beleidmakers vast dit geen oplossing ten gronde is, zeker niet als er steeds meer dergelijke pellets worden geproduceerd. Het merendeel is bedoeld voor wegwerptoepassingen en de EU heeft recent beslist dat dit moet uitdoven.
De enige reactie met betrekking tot pellets die de Openbare Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) momenteel in het uitvoeringsplan voor kunststoffen heeft opgenomen, is een oproep aan bedrijven om mee te doen aan Operation Clean Sweep. De vraag is of we hiermee niet hopeloos achterophinken. Dit is in het licht van de problematiek veel te weinig.
Ik stel deze vraag om uitleg vanuit een positieve insteek. Ik stel vast dat burgers zelf aan de slag zijn gegaan en dat wetenschappers dit onderzoeken. We merken al dertig jaar dat een dergelijke zelfregulering helaas niet de juiste zoden, in dit geval zoden die niet door plastic zijn vervuild, aan de dijk zet.
Minister, zult u, naast de ‘citizen science’, ook uw eigen dienst de opdracht geven deze vormen van vervuiling in heel Vlaanderen in kaart te brengen? Het gaat immers niet enkel om de oevers van de Schelde. Het gaat ook om de Noordzeekust en het Albertkanaal, waar veel overslag gebeurt. Zult u die vervuiling ook in kaart brengen in de regio rond Bornem, waar de Schelde ook langs stroomt? Zo kunnen we, zoals met de luchtvervuilingsacties die door ‘citizen science’ in gang zijn gezet, zien hoe het in heel Vlaanderen met deze problematiek zit. Meten is weten. Bent u hiertoe bereid?
Wat zult u doen om verder te gaan dan de zelfregulering waarvan we momenteel zien dat ze onvoldoende werkt? Bent u bereid om op termijn naar een nultolerantie te gaan of om nieuwe regelgeving te maken die het halen van de beoogde milieudoelstellingen realistisch maakt? Eens die pellets er liggen, weten we dat ze er blijven liggen, tenzij iemand ze opkuist. Dat wordt niet afgebroken. Het probleem wordt enkel groter indien er nieuwe pellets bij komen en de aantallen enkel stijgen.
Bent u bereid verder wetenschappelijk onderzoek te laten uitvoeren naar de effecten van die vervuiling op het milieu en op onze gezondheid? U weet welke paniekreacties van de bevolking kunnen ontstaan als de mensen artikels over plastic in onze eigen lichamen lezen. Het is beter te voorkomen dan te genezen.
Zult u, samen met minister Crevits, werk maken van een Vlaams strategisch industrieel transitiekader? Vorige week hebben we de beleidsnota Economie, Wetenschapsbeleid en Innovatie besproken. Daar staat een Vlaams industrieforum in vermeld. De vraag is of u dit punt wilt agenderen. Dat is een heel concrete vraag. Zult u dit, samen met de minister van Werk en Economie, op de agenda dat Vlaams industrieforum plaatsen, zodat we verder kunnen gaan dan zelfregulering en een echt actieplan kunnen ontwikkelen.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Voorzitter, dit thema ligt me bijzonder na aan het hart. Tijdens de vorige legislatuur hebben we hier bijzonder hard op ingezet. Ik zal hier tijdens mijn vraagstelling op terugkomen.
Het is verontrustend dat vrijwilligers die in het mondingsgebied, in de nabijheid van de grote plasticfabrikanten in het Antwerps havengebied, naar plastic pellets speurden grote concentraties van die pellets hebben aangetroffen. Zoals al is uitgelegd, gaat het om korrels die als grondstof voor allerlei plastictoepassingen dienen. Ze zijn 5 millimeter groot en ze worden ook keutels genoemd. De vrijwilligers hebben vijftig stalen onderzocht, verzameld op locaties in het Zwin, langs Vlissingen en Zeeland tot aan de Antwerpse haven. Dit is telkens op de vloedlijn gebeurd. Ik wil nog eens herhalen hoe verontrustend dit alles is. Het gaat om locaties van 25 vierkante centimeter groot en 15 centimeter diep. In die vijftig stalen zijn bij benadering 22.000 pellets geteld. Er zijn tot 200 pellets manueel geteld en daarboven gaat het om een schatting. Indien we daar de volledige oppervlakte van het estuarium van de Schelde doorrekenen, gaat het om tientallen miljarden keutels. Experts hebben na onderzoek aangegeven dat het honderden jaren kan duren voor dat plastic in ons leefmilieu volledig is afgebroken. Ondertussen richt dat plasticafval schade aan die eigenlijk niet meer te herstellen is, zeker indien de pellets in onze waterlopen en uiteindelijk in de Noordzee terechtkomen. Langs onze waterlopen of met het afvalwater komen die microplastics in de zee en op die manier in onze voedselketen terecht. Daar zijn al verschillende studies naar uitgevoerd. Wie veel informatie wil terugvinden, kan contact opnemen met professor Janssen, die hier al heel wat onderzoek naar heeft gedaan.
Minister, eind 2016 was u uiteraard nog geen minister van Leefmilieu, maar toen hebben we in het Vlaams Parlement een voorstel van resolutie ingediend met betrekking tot de bescherming van de Noordzee tegen de verontreiniging door marien zwerfvuil. Mijn fractie heeft dat voorstel van resolutie samen met CD&V, Open Vld en Groen ingediend. Het voorstel is door die democratische partijen ook goedgekeurd. Daarin stonden een aantal maatregelen om deze problematiek aan te pakken. Het gaat om twaalf heel concrete voorstellen die wij toen hebben gedaan na overleg met de specialisten ter zake.
Minister, heeft de overheid al onderzoek gevoerd naar deze problematiek? Wat is er gebeurd met de resultaten daarvan? Welke maatregelen kunt en zult u nemen om de problematiek van plastic pellets te vermijden en aan te pakken? Welke voorstellen die werden opgenomen en goedgekeurd in de resolutie, zijn al uitgewerkt of zullen worden uitgevoerd om de problematiek van microplastics in het algemeen aan te pakken?
Minister Demir heeft het woord.
Uiteraard steun ik de burgeracties. De OVAM en Mooimakers ondersteunen het monitoringonderzoek naar zwerfvuil langs de Maas in het kader van het project Schone Rivieren. Dit is een voorbeeld van ‘citizen science’, waarbij burgers opgeleid worden om zwerfvuil te monitoren.
De plastic korrels waarvan sprake, zijn specifiek bedrijfsafval en vallen als dusdanig niet binnen de zwerfvuilaanpak. We moeten er hoe dan ook voor zorgen dat de pellets niet terechtkomen in het milieu. Voorkomen is beter dan genezen. De bedrijven die plastic korrels produceren, opslaan, transporteren of verwerken, werden aangespoord om in te tekenen op ‘Operation Clean Sweep’, een campagne van de Europese kunststoffenindustrie. Die bedrijven engageren zich om maatregelen te nemen om verlies van kunststofpellets op hun terreinen of bij transporten te vermijden. Die engagementen worden ook daadwerkelijk aangegaan en opgevolgd.
Een maand geleden heb ik naar aanleiding van deze problematiek aan het Havenbedrijf en aan de chemie-industrie bijkomende engagementen gevraagd. Ik verwacht van hen dat zij een sector- en havenbrede aanpak organiseren. Via de monitoringacties krijgt men een beter beeld van de plaatsen waar vervuiling optreedt en kan deze ook worden aangepakt. Er is ook een meldpunt via een website. Bedoeling is dit nog laagdrempeliger te maken via een app
Vorige maand nog hebben de betrokken bedrijven en organisaties het actieplan aangescherpt om de monitoringinspanningen en de opruimacties op te drijven. Het engagement is duidelijk: alle korrels die er liggen, moeten worden opgeruimd. De haven zet nu in op nieuwe technieken om de korrels te verwijderen in natuurgebieden, met respect voor de kwetsbare natuur. Ik wil er overigens op wijzen dat ook nu volgens de huidige wetgeving de lozing of dumping van kunststofpellets verboden is. Handhaving vormt daarbij het sluitstuk.
Het is goed dat de haven en de chemie-industrie zijn ingegaan op de bijkomende engagementen om de korrels ook via nieuwe technieken op te ruimen en die aanmeldingen vlotter te laten verlopen.
Ik zal ook overleg plegen met mijn collega over de effecten op de gezondheid. De schadelijkheid van kunststoffen moeten we vermijden door ervoor te zorgen dat die plastic korrels niet in het milieu terechtkomen. Als dat toch gebeurt, moeten ze onmiddellijk worden opgeruimd. Ik wil echter zeker in overleg gaan met de daartoe bevoegde minister. Ik wil en zal dat agenderen op het Industrieforum. Ik weet niet of dat al is opgericht. (Opmerkingen)
In het voorjaar. Dus ik zal dat agenderen.
In het kader van Vlaanderen Circulair bekijk ik de mogelijkheden om samen met essenscia te komen tot een green deal rond kunststoffen. Ook daar zie ik een mogelijkheid om de problematiek aan de pakken.
De heer Vandenberghe verwees naar de resolutie van onder meer Wilfried Vandaele. Ik vond dat ook even belangrijk om te vermelden. (Opmerkingen. Gelach)
De VMM voert momenteel een onderzoek naar de verspreiding, effecten en risico's van microplastics in het Vlaamse oppervlaktewater. Het doel is in kaart te brengen wat de bronnen en transportroutes van microplastics in de waterketen en het watersysteem zijn. Momenteel lopen meetcampagnes op zes waterzuiveringsinstallaties. De resultaten worden verwacht begin volgend jaar.
Ik hoop dat ik omstandig heb kunnen antwoorden. In ieder geval steun ik de burgeracties. Zoals gezegd heb ik gevraagd naar bijkomende engagementen. Zelf ga ik handhaven omdat het probleem veel te belangrijk is. We moeten echt vermijden dat die korrels in ons milieu terechtkomen.
Mevrouw Almaci heeft het woord.
Dank u voor uw antwoord, minister. Het stemt mij hoopvol.
Op dit moment is er de Industrieraad, het Industrieforum wordt in het voorjaar opgericht. Dat heb ik begrepen van de minister van Economie.
Het is belangrijk om samen met haar goed te kijken hoe die drie-eenheid van impact speelt: op het milieu, op de gezondheid van burgers en op de economie. In haar beleidsnota schrijft minister Crevits dat we willen streven naar een circulaire economie. Natuurlijk, als plastic pellets de grondstof zijn van wegwerpplastic waar Europa van af wil stappen, moeten we een debat te gronde voeren over die circulaire economie. Hoe gaan we dat waarmaken in een haven waar plasticproducenten aanwezig zijn en waar een nieuwe speler komt die op dit moment in Groot-Brittannië net wegens die plastic pellets onder vuur ligt?
Ik ben blij dat u de doelstellingen en vragen onderschrijft om samen te werken, niet alleen met de activisten maar ook met de wetenschap en minder vrijblijvend. Kunnen wij de nodige transparantie krijgen over het antwoord van het Industrieforum, van essenscia? De term ‘green deal’ wordt heel vaak gebruikt tegenwoordig, ik wil vooral vermijden dat het ook de werkelijke betekenis is en geen ‘green washing’.
Er is een problematiek van de productie, een problematiek van de overslag en een problematie van de opkuis van wat er al ligt. De berekening van de onkosten moet ook een onderdeel zijn van het debat op het Industrieforum en van het debat met essenscia. Ik wil niet dat dat op de belastingbetaler wordt afgewenteld. Zeker als er een nieuwe fabriek aankomt, mag er in ieder geval met betrekking tot de verantwoordelijkheid en de aansprakelijkheid geen verschuiving komen, ‘en stoemelings’, die we achteraf pas opmerken. Wij weten door wat in het buitenland gebeurt, gezien de zeer kleine omvang van die zaken, dat het geen evidente zaak is om dat op te kuisen, maar dat het moet gebeuren staat vast, en ik ben blij dat we het daarover eens zijn.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Ik kan het heel goed vinden met de heer Vandaele, dus ik zal me straks bij hem verontschuldigen. Het is een buurgemeenteburgemeester. Ik zal die rechtzetting wel zelf doen. (Opmerkingen)
Hij is ook voorstander. U hebt gelijk, dat is juist.
Ik weet dat de haven van Antwerpen nu al een aantal kleine studies aan het doen is, in verband met pelletsverlies. Dat is eigenlijk ‘too little too late’, want in 2012-2013 publiceerde de UGent samen met het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ), het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) en het Coördinatiepunt Duurzaam Kustbeheer reeds een onderzoek met gegevens over de aanwezigheid van pellets in de monding van de Schelde en het strand van het Zwin. Het resultaat was ontluisterend: tot 20.000 pellets per 100 vierkante meter strand. We weten dus al 8 jaar dat die pellets een belangrijk deel vormen van de plasticvervuiling op de stranden. We weten ook al langer dan vandaag dat er in de haven van Antwerpen belangrijke bronnen zijn. Veel informatie kan worden teruggevonden in de recentste studies van de Universiteit Antwerpen. De hogere overheid is daar dus al vele jaren van op de hoogte.
We weten dus eigenlijk al heel lang dat er een problematiek is en dat die problematiek elke dag alleen maar groter wordt. Welke maatregelen zullen er op korte termijn worden genomen om aan de slag te kunnen gaan met de resultaten van het geleverde onderzoek? En is de overheid eigenlijk zelf al gestart met onderzoeken naar de problematiek? Zo ja, wat is er gebeurd met de resultaten daarvan?
Ik begrijp, minister, dat het voor u nieuw is en dat u zich nog aan het inwerken bent in de materie, maar één belangrijke manier waarop Vlaanderen zijn steentje kan bijdragen aan de strijd tegen plasticvervuiling, is via de waterzuiveringsinstallaties. Die waterzuiveringsinstallaties kunnen de microplastics uit ons afvalwater halen. Als die plastics eenmaal in de rivieren en zeeën belanden, is het moeilijk om ze nog weg te krijgen. In vergelijking met andere landen hinken we daar serieus achterop. Dat is ook terug te vinden in onze resolutie.
Onze Vlaamse waterzuiveringsinstallaties, in totaal ongeveer driehonderd, zijn absoluut niet ontworpen voor het verwijderen van die microplastics. Dat is echt een tekort. Zo dringen de microplastics via het afvalwater of via waterlopen binnen in ons zeewater en op die manier ook in onze voedselketen. De waterzuiveringsinstallaties moeten eigenlijk ons water zuiveren, maar uit onderzoek van de Universiteit Gent blijkt dat de verwijderingsefficiëntie gemiddeld maar 47 procent bedraagt, als het gaat over het verwijderen van microplastics uit afvalwater. In Nederland is dat bijvoorbeeld 90 procent. Ook Duitsland scoort veel beter. Die investeringen zijn echt nodig. Dat is iets heel concreets om al een groot stuk van dat probleem op te lossen. Maar nogmaals, minister, baseer u op de resolutie en kijk ook naar de onderzoeken die er zijn. Er zijn een aantal experten die u daar zeker mee kunnen helpen. En wij, vanuit de commissie, en zeker vanuit onze fractie, willen daar de komende weken, maanden en jaren zeer constructief en positief aan meewerken.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Ik heb al heel veel goede zaken gehoord. Het probleem is groot. Ik ben ook heel blij dat dat over de verschillende fracties heen erkend wordt.
Voorkomen is altijd beter dan genezen. Dat is een boutade, maar ze klopt wel. Ik ben heel blij dat er over het hele proces en met verschillende partners samen wordt gezeten en dat er gezocht wordt naar een manier om in eerste instantie te voorkomen dat die nurdles in onze omgeving terechtkomen. Er wordt ook extra ingezet op het weghalen van wat er al gelekt is.
In dat kader, minister, ben ik heel erg tevreden om van u te horen dat, nadat die resultaten bekendgemaakt werden, u meteen de opdracht hebt gegeven om extra engagementen aan te gaan. U hebt dat gevraagd aan het Havenbedrijf en de biochemische sector. Zij gaan ook de monitoring breder aanpakken. Dat is ontzettend belangrijk, alsook de resultaatsverbintenis die de volledige sector is aangegaan en het feit dat het ook verder wordt opgevolgd. Want het is te gemakkelijk om te zeggen dat je er iets aan doet. Ik heb het aanvoelen dat dat wordt opgevolgd en dat er wordt nagegaan of er voldoende wordt gedaan en of dat ook effect heeft.
Het is een engagement dat van hieruit moet worden aangegaan, om blijvend vol te houden, inzake het verwijderen en het tegenhouden van verdere lekkage van die korrels. Alvast bedankt daarvoor.
Minister Demir heeft het woord.
Wat de waterzuivering betreft, neem ik de suggestie van de collega mee. In het verleden zijn er veel te beperkte meetcampagnes geweest: op één waterzuiveringsinstallatie, als ik me niet vergis. Nu gebeurt het op zes installaties. De resultaten worden begin volgend jaar verwacht. Ik besef echt wel dat we daar wat versnellingen hoger zullen moeten schakelen, maar dat geldt eigenlijk voor het gehele probleem rond milieu. We gaan de komende jaren echt wel inspanningen moeten leveren om zorg te dragen voor het milieu, of het nu gaat over waterkwaliteit, over luchtkwaliteit of over deze problematiek. Ik ben mij heel goed bewust van het probleem. Ik ben het ook eens met mevrouw Almaci dat ook in dezen de kosten van de opruimacties niet mogen worden verhaald op onze samenleving. De factuur zal naar diegenen gestuurd worden die de vervuiling veroorzaken. Ik denk dat dat een gezond principe is. Ik zal dat ook zo handhaven.
Ik heb ook het engagement om het op het Industrieforum te agenderen. Zoals u zegt, is er een impact op het milieu, de gezondheid en de economie. U vindt daar dus een bondgenoot in mij.
Mevrouw Almaci heeft het woord.
Aquafin heeft natuurlijk alle expertise met betrekking tot microplastics. Microplastics, daar zit meer specifiek de hoofdoorzaak voornamelijk in de cosmetica, de kleine plastic bolletjes in scrubs en tandpasta. Ze komen hier grote problemen tegen met de waterzuivering. Nurdles zijn een grondstof, het zit niet in het eindproduct, het is een grondstof. Daar is het circulaire principe ongelooflijk belangrijk; voorkomen is beter dan genezen. Ik ben blij dat u zegt dat het niet op de samenleving afgewenteld zal worden, dat u gaat samenwerken, dat u het gaat agenderen en dat u meer engagementen gaat vragen. Ik hoop dat u dat volhoudt, ook in het licht van soms zeer krachtige lobbygroepen. De weg in een andere richting is ingeslagen, en als we Vlaanderen niet circulair krijgen, zullen we achterop hinken in Europa, met de beslissing die daar genomen is.
Ik dank u dus voor uw antwoorden en kijk uit naar een daadkrachtig beleid, naast de samenwerking met de actiegroepen, met wetenschappers en met onze eigen instanties. De OVAM mag daar wat ambitieniveau betreft echt wel een tand bijsteken, vinden wij.
Aquafin heeft daar ongetwijfeld als beheerder van de waterzuiveringsnetwerken heel veel expertise over. Ik hoop dat wij spontaan een vervolg krijgen over de stand van zaken en ik hoop dat dat in het vroege voorjaar kan. Het zou wel goed zijn om te horen wat er op dit moment vanuit die spelers – de OVAM, Aquafin – en vanuit de industrie zelf naar voren wordt geschoven rond deze problematiek. Zo kan er, als het geagendeerd wordt op het Industrieforum, al een volgende stap gezet worden en moet er niet begonnen worden met alles te verzamelen. Mijn laatste oproep is dus: verzamel alles. Wij zouden daar graag toegang toe krijgen, zodat we dat debat in het voorjaar op een ernstige manier kunnen verder voeren om naar effectieve oplossingen te gaan.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Minister, bedankt voor het antwoord. Mijn enthousiasme en kleine frustratie is niet op u geënt, maar op de vorige minister, want ik vind dat zij echt te weinig inspanningen heeft gedaan en te weinig initiatief daarrond genomen heeft. Maar uiteindelijk moeten we ook niet alles uitvinden, voorkomen is veel beter dan genezen. Er is heel veel expertise bij specialisten waarop we beroep kunnen doen en waarop u zich kunt baseren om uw beleid verder uit te voeren. Ik ben ervan overtuigd dat u, in tegenstelling tot uw voorganger, veel meer de daad bij het woord zult voegen en dat er vooruitgang geboekt wordt. De expertise is er, er moet op lange termijn gedacht worden en alle grotere investeringen die u zult doen, zullen op lange termijn zeker en vast vruchten afwerpen. Ik kijk daar met zeer veel positiviteit naar uit.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.