Report meeting Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Vraag om uitleg over de rol van de Vlaamse bouwmeester
Report
Mevrouw Van Cauter heeft het woord.
De Bouwmeester Scan was een tool die door het Team Vlaams Bouwmeester, werd ontwikkeld en voorgesteld in 2018 ter ondersteuning van lokale besturen die snel werk wilden maken van een duurzamer en beter ruimtegebruik. Een team van experten bracht zodoende de ruimtelijke en beleidsmatige sterktes en zwaktes van de gemeente in kaart, met één doel voor ogen, namelijk transitie naar een betere en inclusieve leefomgeving.
Onmiddellijk al bij de voorstelling van dat instrument was er kritiek van experts die bezorgdheden hebben geuit. De principes die men hanteert in de rapporten, zijn eigenlijk nog niet definitief goedgekeurd. Er is nog maar een visie, nog geen plan of kader. De VITO-kaart (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek) werd gebruikt als tool tijdens het onderzoek. Over de draagwijdte voor de lokale besturen bestaat nog onvoldoende duidelijkheid.
Minister-president, hoe benadert u als nieuw bevoegd minister de Bouwmeester Scan? Loopt de scan niet vooruit op het wettelijk kader? Hebben gemeenten al concrete acties ondernomen op basis van hun Bouwmeester Scan? Vertalen die acties zich concreet in het vergunningenbeleid? Werden de eindrapporten ook besproken met de gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening (gecoro’s)? Hoeveel middelen werden uiteindelijk vrijgemaakt voor het hele traject? Valt de Bouwmeester Scan eigenlijk wel te verzoenen met de strategische doelstellingen en principes van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) waarin we ervoor ijveren zoveel mogelijk samenwerking over de gemeentegrenzen heen te realiseren? Behoren de Bouwmeester Scans volgens u tot de kerntaken van het Team Vlaams Bouwmeester?
Minister Ceyssens heeft het woord.
Minister-president, mijn vraag gaat niet alleen over de scan, maar ook over de bouwmeester. Het nieuwe regeerakkoord is heel duidelijk over de taakomschrijving van de bouwmeester, maar er zijn in het meerjarenprogramma van het Team Vlaams Bouwmeester ook meerdere aanvullende opdrachten waar te nemen. Hoe moet de Vlaamse bouwmeester hiermee omgaan? Zijn communicatie en sensibilisering rond actuele kwesties nog een kerntaak?
Hoe moet de rol van bruggenbouwer worden vertaald richting de doelstellingen uit het Vlaamse regeerakkoord? Welke aspecten zien hierbij cruciaal voor u? Er staat ook dat deze rol over de beleidsdomeinen heen moet lopen. Gaat u hiervoor in overleg treden met uw collega’s?
Een belangrijk instrument in de uitoefening van de kerntaken is de Bouwmeester Scan. Deze moet gemeenten bijstaan in de transitie naar een aangenamere, gezondere, beter uitgeruste en meer inclusieve leefomgeving. Wat is uw visie op dit instrument? Hoeveel van die scans zijn er de afgelopen jaren uitgevoerd?
Minister-president Jambon heeft het woord.
De aanstelling van de huidige Vlaamse bouwmeester dateert van 8 juli 2016. Zijn taakomschrijving werd geformuleerd in de conceptnota met betrekking tot het vernieuwd bouwmeesterschap dat de Vlaamse Regering heeft goedgekeurd op 19 juni 2015. In diezelfde conceptnota staat ook vermeld dat de bouwmeester bij zijn aantreden een meerjarenprogramma maakt dat rekening houdt met de beleidsaccenten van de Vlaamse Regering en dat ook eigen beleidsaccenten van de bouwmeester bevat. De Vlaamse Regering hechtte op 31 maart 2017 haar goedkeuring aan het meerjarenprogramma 2017-2020 onder de titel ‘Ruimte maken voor mens en natuur’.
Het mandaat van de huidige Vlaamse bouwmeester loopt af op 30 juni 2020. Het is immers van belang dat het meerjarenprogramma van de Vlaamse bouwmeester spoort met de beleidsaccenten van de Vlaamse Regering. Daarom is ervoor gezorgd dat de aanstellingsprocedure voor de nieuwe bouwmeester steeds zo vroeg mogelijk na de publicatie van het regeerakkoord wordt gestart.
In mijn beleidsnota Algemeen Regeringsbeleid heb ik dan ook geschreven: “In het licht daarvan actualiseer ik de conceptnota van 2015 en zal ik de procedure voor de aanstelling van een nieuwe Vlaamse bouwmeester opstarten zodat de continuïteit van de werking wordt verzekerd bij het aflopen van het huidige mandaat op 30 juni 2020.”
Met andere woorden, de huidige Vlaamse bouwmeester zal zijn mandaat afronden op 30 juni 2020, met als richtsnoer zijn meerjarenprogramma ‘Ruimte maken voor mens en natuur’. Het zal de opdracht zijn van de volgende bouwmeester om een nieuw meerjarenprogramma op te stellen dat rekening houdt met de beleidsopties van de huidige Vlaamse Regering.
Communicatie en sensibilisering worden in de huidige conceptnota niet opgenomen als een prioritaire kerntaak, maar is wel een aanvullende opdracht. Ik citeer: “In het verlengde en ter versterking van de twee hoofdtaken worden nog enkele aanvullende opdrachten benoemd: communicatie en sensibilisering, projectspecifieke communicatie, het ontsluiten van resultaten alsook het recht op een opinie en een stem in het maatschappelijk debat rond actuele kwesties, en het creëren van een architecturaal kwalitatieve leefomgeving.”
Het zal tijdens deze regeerperiode belangrijk blijven dat de nieuw aangestelde bouwmeester kan communiceren over projecten die binnen zijn of haar expertisedomein en opdracht passen, maar het is en was dus ook geen kerntaak.
Overeenkomstig het regeerakkoord verwacht ik van de nieuwe Vlaamse bouwmeester dat hij of zij er zich vooral op toelegt om de publieke opdrachtgevers bij te staan in hun architecturale keuzes en inrichting van de publieke ruimte. Ik zal erop toezien dat daarmee rekening wordt gehouden bij de aanwervingsprocedure van de nieuwe bouwmeester en dat de selectie gebeurt in lijn met de nieuwe accenten die in het regeerakkoord zijn gelegd.
Mijnheer Ceyssens, in de beleidsnota Algemeen Regeringsbeleid zeg ik over het Vlaams bouwmeesterschap het volgende: “Steeds meer uitdagingen vragen beleidsdomeinoverschrijdende samenwerking, met betrokkenheid van externe stakeholders en partners, soms in overleg met andere beleidsniveaus. Ik vind het belangrijk om complexe maatschappelijke uitdagingen waar we voor staan transversaal aan te pakken. De expertise, ervaring en unieke ‘sectorvrije’ positie van mijn administratie kan hier voor toegevoegde waarde zorgen.”
Het bouwmeesterschap raakt aan verschillende thematische beleidsdomeinen. Deze hebben allemaal een ruimtevraag. Er worden scholen gebouwd, ziekenhuizen, woonzorgcentra, sociale woningen, wegen, bruggen enzovoort. Ook natuur en landbouw hebben een ruimteclaim, evenals onze energievoorziening. In een ruimte- of in een architectuuropdracht komen de belangen samen van veel verschillende gebruikers en belanghebbenden en van veel verschillende beleidsniveaus. Men moet dus rekening houden met juridische bestemmingen en mogelijkheden om een vergunning te verlenen, met de wensen van gebruikers en omwonenden, met mobiliteitsimpact en parkeerdruk, met landschappelijke en ecologische aspecten enzovoort.
De Vlaamse bouwmeester heeft als taak de partijen rond de tafel te brengen om hen toe te laten, rekening houdend met al die elementen, een zo goed mogelijk project te realiseren. Hij of zij kan hierbij de rol van bruggenbouwer perfect uitvoeren. Het spreekt voor zich dat ikzelf mijn rol als regeringsleider zal opnemen in concrete dossiers wanneer blijkt dat er afstemming of coördinatie nodig is tussen de verschillende betrokken Vlaamse ministers.
Wat het instrument van de Bouwmeester Scan betreft, sluit mijn benadering aan bij deze van mijn voorganger. Ik zie de Bouwmeester Scan als een kans voor de gemeente om te laten onderzoeken in welke mate haar ruimtelijk beleid beantwoordt aan de strategische doelen die binnen de Vlaamse overheid zijn geformuleerd en die terug te vinden zijn in meerdere documenten die door de Vlaamse Regering zijn goedgekeurd: het meerjarenprogramma van de Vlaamse bouwmeester, het witboek en de strategische visie over het BRV, het Vlaamse Klimaatbeleidsplan 2013-2020, Visie 2050 waarin het streven naar een koolstofarme gezonde samenleving met een lage ecologische voetafdruk wordt vooropgesteld.
Bij een eerste oproep hebben 61 Vlaamse gemeenten gereageerd op dit initiatief. Ik leid daaruit af dat de Bouwmeester Scan beantwoordt aan een reële behoefte bij de gemeentelijke overheden. Tot op vandaag werden 26 scans uitgevoerd, daarvan staan er momenteel 17 online op de website van de Vlaamse bouwmeester, binnenkort zullen er nog 3 volgen. Voor 6 scans is een finaal overlegmoment ingepland met de leden van de stuurgroep.
Mevrouw Van Cauter, wat het wettelijk kader betreft, stel ik vast dat de Vlaamse Regering op 20 juli 2018 de strategische visie van het BRV heeft goedgekeurd. De strategische visie van het BRV vervangt het witboek dat de Vlaamse Regering op 30 november 2016 goedkeurde. Die strategische visie is gepubliceerd op de website van het departement Omgeving en daarbij staat ook een toelichting met onder meer de volgende zin: “Vlaanderen zet vanuit de strategische visie in op het stimuleren van een lokaal initiatief om de doelstellingen van de strategische visie van het BRV proactief in de praktijk uit te rollen.”
Aangezien de Bouwmeester Scan wordt uitgewerkt in nauwe samenwerking met onder andere het departement Omgeving zie ik hierin geen tegenspraak met de eerder door de Vlaamse Regering goedgekeurde beleidsplannen en de daarover gemaakte afspraken. Ik beschouw de Bouwmeester Scan als een van de instrumenten om de strategische visie van het BRV, zoals vooropgesteld, daadwerkelijk in de praktijk uit te rollen. Bovendien is de Bouwmeester Scan een louter vrijblijvend instrument dat tot doel heeft de gemeenten te helpen om inzicht te verwerven in haar ruimtelijk beleid maar zonder dat zij verplicht is rekening te houden met de resultaten ervan en zonder dat daar reglementaire gevolgen aan verbonden worden.
Wat betreft het concrete gevolg dat de gemeenten gegeven hebben aan de resultaten van de Bouwmeester Scan, ligt het initiatief daartoe volledig en vrijblijvend bij de gemeenten. Na het opleveren van het rapport van de Bouwmeester Scan doet de stuurgroep van de Bouwmeester Scan suggesties aan de gemeenten voor volgende stappen. Maar de Vlaamse bouwmeester en zijn team houden geen overzicht bij van de concrete acties die door de gemeenten genomen werden op basis van het rapport.
Tot op heden is 1.518.500 euro, exclusief btw, besteed aan de Bouwmeester Scan. Veruit het grootste deel van dat bedrag heeft betrekking op de kosten voor de scans in de gemeenten. De kosten worden door elke gemeente apart gefinancierd. Momenteel gaat het om 45 gemeenten voor een totaalbedrag van 1.420.000 euro. Ik zal het lijstje van de gemeenten en telkens het bedrag overmaken aan de commissie. Het verschil tussen die twee bedragen, namelijk 98.500 euro, wordt gedragen door de Vlaamse overheid, namelijk het Team Vlaams Bouwmeester, en is verdeeld als volgt: 40.000 euro voor de vijf onderzoeksteams voor het uitwerken van een methodiek, 56.600 euro voor de drie externe deskundigen in de stuurgroep en 1900 euro voor communicatie.
De Bouwmeester Scan baseert zich op het witboek en het BRV. De finale transitieagenda in het rapport geeft een overzicht van projecten of beleidsmatige ingrepen die cruciaal zijn om die ruimtelijke transitie waar de gemeente voor staat, op te starten of te versnellen en is een stimulans voor samenwerking. Een aantal van de projecten in de transitieagenda kunnen de gemeenten in eigen beheer uitwerken. Voor andere projecten zullen de gemeenten partnerships moeten aangaan met meerdere partijen, zowel publieke als private, om deze projecten te kunnen realiseren. Bij deze publieke partijen denken we aan intercommunales, sociale huisvestingsmaatschappijen, buurgemeenten en provinciale en Vlaamse administraties.
Het eindrapport wordt gepresenteerd aan de politieke en administratieve vertegenwoordigers van de gemeenten, eventueel uitgebreid met vertegenwoordigers van een intercommunale of van de gecoro, en aan leden van de stuurgroep. In die stuurgroep zijn er vertegenwoordigers van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB), het Departement Omgeving, de Vereniging van de Vlaamse Provincies (VVP), de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), de Vlaamse Landmaatschappij en het Team Vlaams Bouwmeester. Bij dat overleg worden ook suggesties gedaan voor samenwerkingen om de transitieagenda te realiseren. Het rapport van de Bouwmeester Scan laat de gemeente dus toe om meteen aan de slag te gaan met projecten die de gemeente autonoom kan uitvoeren en om het overleg aan te gaan met andere partijen om projecten in samenwerking uit te werken. De gemeente is op die manier beter voorbereid om dergelijke samenwerkingen aan te gaan.
De Bouwmeester Scan is een logische uitwerking van de kerntaak van de Vlaamse bouwmeester om de architecturale kwaliteit te verzekeren en de functie van bruggenbouwer waar te nemen. De Bouwmeester Scan is een voorbeeld van hoe een architectuurbenadering steeds raakt aan de verschillende thematische beleidsdomeinen. In essentie handelt de Bouwmeester Scan over de vraag waar we gaan bouwen zodat we bijdragen aan een duurzame leefomgeving.
De Vlaamse Bouwmeester wordt geconsulteerd door publieke opdrachtgevers voor advies over ruimtelijke opgave. Regelmatig moet hij vaststellen dat de locatie voor een bouwproject haaks staat op de maatschappelijke ambities die men wil realiseren of op de beleidsobjectieven van andere overheden. Een dergelijke opgave invullen met kwaliteitsvolle architectuur is in dat geval contraproductief. Alleen reeds omdat kwaliteitsvolle architectuurprojecten potentie hebben om op termijn erkend te worden als Vlaams cultureel erfgoed, zouden ze een ongewenste ruimtelijke situatie voor een lange tijd kunnen bestendigen. Om dat te voorkomen heeft de Vlaamse bouwmeester het initiatief genomen om publieke opdrachtgevers een kader aan te bieden dat een antwoord biedt op de vraag waar we vandaag gaan bouwen. Dat kader wordt aangereikt via de Bouwmeester Scan. De scan legt een rechtstreeks verband tussen de beleidsvisies op het Vlaamse niveau en de concrete invulling ervan op het lokale niveau. De uitwerking van dat kader kon enkel maar tot stand komen dankzij de samenwerking van meerdere betrokken partijen: het Departement Omgeving, het ANB, de Vlaamse Landmaatschappij, de VVSG en de VVP. De Vlaamse bouwmeester neemt op deze manier ook voluit zijn rol op als bruggenbouwer tussen de verschillende organisaties op de verschillende bestuursniveaus.
Mevrouw Van Cauter heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor uw uitvoerig antwoord. Ik wil kort reageren.
Ik ben in ieder geval tevreden dat u aankondigt dat de communicatie beleidsmatig ondersteunend moet zijn. Het is uiteraard normaal dat de bouwmeester communiceert over zijn eigen bevoegdheden. De voorbije jaren is er echter een eerder polariserende communicatie gebeurd. Ik verwijs bijvoorbeeld naar de uitspraak rond vrijstaande woningen: “Het is crimineel om in een buitengebied nog een vrijstaande woning te bouwen.” Ik zal niet alle uitspraken herhalen. Maar ik denk niet dat dit de manier is waarop we moeten omgaan met de diverse ruimtevragen die zich ongetwijfeld stellen, gelet op de groeiende bevolking. Het is niet eenvoudig om alle mogelijke ruimtevragen te beantwoorden en tegelijk een gezonde en goede leefomgeving te bewaken.
Mijn vraag rond de Bouwmeester Scan bevindt zich nu precies op dat vlak. Het is weinig geruststellend: aan de ene kant is er een polariserende communicatie van de bouwmeester, aan de andere kant een beleidsvisie van de Vlaamse overheid. Die visie moet een antwoord geven op de vraag: waar willen we naartoe? Dat gaat onder meer over de verwevenheid van functies, maar ook over de ruimte die overblijft voor economie, bedrijven en anderzijds voor natuur. Verwevenheid waar het kan, gescheiden bestemmingen als het moet.
De Vlaamse bouwmeester krijgt dus de opdracht om een gemeente bij te staan in het ontwikkelen van zijn ruimtebeleid, op het terrein, door te werken op projectniveau. Maar er is nog geen beleidsplan, enkel een beleidsvisie. Het wettelijk kader moet nog worden uitgewerkt: wat kan, wat moet, wat zijn de bakens? Geef je dan niet te veel vrijheid aan iemand die niet die beleidsverantwoordelijkheid heeft, aangezien die toekomt aan de regering en aan het parlement? Hoe wordt die ruimte ruimtelijk ingevuld en hoe wordt het wettelijke kader gecreëerd? Geef je dan niet, via de scan, een instrument aan de Vlaamse bouwmeester, waarbij hij zich niet moet houden aan de wetten en decreten, maar zijn eigen visie kan laten doorwerken in bepaalde plannen? Dat is onze bezorgdheid.
Het is een goed instrument, dat beleidsondersteunend kan zijn, voor zover je er nadien ook iets mee kunt doen. Want ik wil wel, hoor, geen vrijstaande woningen in buitengebied, volgens de visie van de Vlaamse bouwmeester. Maar als je dat in de scan communiceert aan een gemeentelijke overheid, wat kan die daar dan mee? Niets, zelfs al zou ze dat willen.
Daarom pleit ik toch voor enige voorzichtigheid in het hanteren van de scans en de richtlijnen. Het is iets om over na te denken voor de toekomst, zodat de rechtszekerheid overeind blijft bij de benadering van de moeilijke opdracht om alle ruimtevragen te verzoenen op het terrein.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor uw antwoord, dat duidelijk is. Vanaf 30 juni 2020 zal de bouwmeester de nieuwe rol opnemen zoals die bedoeld werd in het nieuwe Vlaamse regeerakkoord.
Aansluitend op de verwijzing die mevrouw Van Cauter al maakte, geef ik graag mee dat ik het woord ‘bruggenbouwer’ hierin heel belangrijk vind, net als het woord ‘sensibiliseren’. En sensibiliseren is, wat mij betreft, iets anders dan schofferen. Op het moment dat men boude uitspraken doet, bijvoorbeeld door te zeggen dat het crimineel is dat er nog mensen in een vrijstaande woning wonen, ben je allesbehalve een bruggenbouwer.
Ik was nogal een voorstander van de Bouwmeester Scan. Mijn gemeente heeft zich ook kandidaat gesteld. Maar na die uitspraken hebben wij afgehaakt. Dat wil niet zeggen dat we het instrument uit het oog verloren zijn. We hebben een rondvraag gedaan bij collega-burgemeesters. Ik kreeg van hen te horen dat ze het vaag vonden, weinig concreet, en dat ze er weinig mee konden naar de toekomst toe.
Ik ontving een heel lange mail. Ik kreeg het gevoel een essay te lezen waarin wordt aangevoerd dat de scan wordt gebruikt om de algemene stokpaardjes van de bouwmeester op Vlaams niveau nog eens goed onder de aandacht te brengen van de gemeenten. Op zich zou je dat nog kunnen begrijpen als een vertaling van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen naar de gemeenten, maar dan lees ik verder: “Uiteraard zijn er terechte problematieken, maar de scan leest alsof er generiek van wordt uitgegaan dat die problematieken zich in iedere gemeente in dezelfde mate voordoen en er te weinig werd nagegaan of dat ook voor onze gemeente geldt.” Dat vind ik wél problematisch. Als die Bouwmeester Scan niet méér is dan een document waarin de principes van het BRV worden doorvertaald, voldoet dat niet. Verderop in de mail lees ik: “Ik vind dat het eindproduct niet voldoet aan het instrument zoals het is voorgesteld. De analyse vind ik beperkt. Samengevat: we vinden het allemaal veel te vaag en dus ook weinig concreet, zeker wanneer je weet dat wij 60.000 euro zouden mogen betalen voor dit generieke werk.” Dat vind ik wél problematisch. Ik geloof in het instrument van de Bouwmeester Scan, maar dit geeft andere gemeenten geen vertrouwen om daarin te stappen. Minister-president, moeten we niet eens evalueren of dat instrument op dit moment voldoet aan wat bedoeld was: concreet maatwerk voor gemeenten, waar gemeenten handvatten aan hebben om mee aan de slag te gaan?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Ik onderschrijf de bezorgdheden van de twee collega’s. Het is niet de bedoeling dat de bouwmeester in die Bouwmeester Scans zijn eigen visie formuleert. Hij moet werken binnen het kader dat hem wordt aangereikt. Maar wij moeten wel een zijbedenking maken. Hij heeft zijn beleidsvisie tot 2020 ingediend. Dat hij binnen dat document werkt, lijkt mij de logica zelve. Hij zal in juni 2020 volgen met een nieuwe visie op dat vlak. Maar hij mag daar zeker niet zijn eigen visie in leggen.
Mijnheer Ceyssens, u suggereert om de meerwaarde te evalueren van de 26 scans. De meerwaarde van een generiek document, een document dat hetzelfde is van Antwerpen tot in Voeren, is inderdaad zeer beperkt. De prijs voor de meerwaarde is zeer hoog. Ik neem de handschoen op om de 26 scans te evalueren en te proberen de meerwaarde in kaart te brengen.
Mevrouw Van Cauter heeft het woord.
Minister-president, u hebt onze bezorgdheden begrepen. Ik kan nog maar eens benadrukken dat je veel kunt willen en een eigen visie kunt proberen door te drukken, maar als je aan de gemeentebesturen de instrumenten niet kunt aanreiken die er vandaag nog niet zijn… We zitten nog altijd met de gewestplanbestemmingen en de instrumenten van het ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP). We gaan naar een transitie. Er komen nieuwe instrumenten, maar ze zijn er nog niet. Was het niet wat voorbarig om met de eigen visie naar voren te komen als was het de beleidsvisie van de voltallige regering?
De heer Ceyssens heeft het woord.
Ik heb mijn punt kunnen maken en ben uiteraard blij dat de minister-president dit oppikt en er verder gevolg aan zal geven, waarvoor dank.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.