Report meeting Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Report
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Een 22-jarige laatstejaarsstudente aan het Koninklijk Conservatorium van Antwerpen is bezig met seksisme. Ze heeft een masterproef geschreven over seksisme in de klassieke muziek, maar ze heeft ook de koe bij de horens gevat en een eigen klassiek orkest opgericht dat alleen maar uit vrouwen bestaat, muziek zal brengen van vrouwelijke componisten en als klap op de vuurpijl op 8 maart 2020 – de Internationale Vrouwendag – in de Koningin Elisabethzaal in Antwerpen een concert zal organiseren.
Het zal in de ogen van sommigen misschien te veel van het goede lijken, maar ze kaart de problematiek aan dat vrouwen in de klassieke muziek, maar niet alleen daar, op problemen botsen. Vrouwen vertrekken bovendien met een aanzienlijke achterstand. Tot de Tweede Wereldoorlog waren vrouwen niet eens toegelaten in een klassiek orkest. Het maakt dat vrouwen met een historische achterstand starten en dat ze vandaag sterk ondervertegenwoordigd zijn in klassieke orkesten. Gelukkig is hun aantal wel opgelopen tot ongeveer 31 procent, maar wanneer het over belangrijke functies gaat, bedraagt hun aantal slechts 21 procent. Het aantal vrouwelijke dirigenten is bijvoorbeeld nog steeds op één spreekwoordelijke hand te tellen. Bovendien stoten vrouwen, maar ook mannen, op heel wat vooroordelen. In het geval van harpisten worden vrouwen eerder gecast dan mannen, ook omdat weinig mannen voor dit instrument kiezen uit angst om gestereotypeerd te worden. Het omgekeerde zien we dan weer bij contrabassisten. Als muziek de zeden verzacht, is het ook een uitgelezen sector om werk te maken van meer gelijke kansen voor vrouwen om tot een beter genderevenwicht te komen.
Hoe schat u de problematiek van seksisme in de wereld van de klassieke muziek in? Schat u die even zwaar in als deze studente, die hierover toch een hele masterproef heeft geschreven?
Hoe staat u tegenover initiatieven als de oprichting van een volledig vrouwelijk orkest?
Zult u overleg plegen met de vertegenwoordigers uit de klassiekemuzieksector om aandacht te vragen voor een gelijkekansenbeleid? Welke sensibiliserende initiatieven ter zake plant u? Overweegt u ook acties om vrouwelijke klassieke musici meer op het voorplan te brengen?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Uit de Landschapstekening Kunsten en onderzoeken – er zijn er bij mijn weten twee geweest: ‘Zo man zo vrouw? Gender en de creatieve sector in Vlaanderen’ en ‘Loont passie? Een onderzoek naar de sociaaleconomische positie van professionele kunstenaars in Vlaanderen’ – weten we dat er genderongelijkheid in de kunstensector is, en ook in de klassieke muziek. In de brede kunstensector is genderongelijkheid, seksisme en grensoverschrijdend gedrag vanuit diverse invalshoeken op tafel gekomen. Specifiek in de klassieke muziek werden, net zoals in het bredere kunstenveld, stappen ondernomen. De praktijk van blinde audities die bij orkesten werd ingevoerd – en dat is niet hetzelfde als blind dating – heeft uitgewezen dat vrouwelijke muzikanten meer kansen hebben om aangenomen te worden indien ze zich alleen op basis van hun muzikale kwaliteiten kunnen bewijzen, dus als ze incognito achter een wand kunnen spelen, zonder dat het zichtbaar is of er een man of vrouw achter het instrument plaatsneemt. Zeker in een context waarin het inschatten van de artistieke kwaliteit niet gebaseerd kan zijn op harde metingen of geijkte of duidelijk gedeelde kaders of meetinstrumenten, kunnen stereotypen een markante rol spelen in het bepalen van wie goed en wie niet goed is, en wie er kansen zal krijgen om zich te ontwikkelen.
Ook op andere vlakken spelen er stereotypen die richting geven aan de carrière van mannelijke of vrouwelijke kunstenaars. U hebt net op de keuze van het instrument gewezen. Zo hangt de hogere vertegenwoordiging van vrouwen in de klassieke muziek, in vergelijking met hun aanwezigheid in de jazz of pop of rock, samen met de gendergerelateerde associaties die instrumenten krijgen. De muziekschool zal meisjes op jonge leeftijd al eerder in de richting van harp, viool, dwarsfluit en piano duwen, terwijl koperblazers, bas of elektrische gitaar typisch voor jongens zijn. Jongens en meisjes worden al vanaf heel jonge leeftijd in een bepaalde richting gestuurd.
Het is belangrijk dat seksisme wordt erkend en herkend en dat de sector zijn verantwoordelijkheid opneemt. De net geciteerde masterproef is daar alvast een waardevolle bijdrage toe. Ook evenementen als het debat ‘Gender (In)Equality In Music: Fuck Quota!?', dat de AB in samenwerking met de KU Leuven heeft georganiseerd, of internationale initiatieven als shesaid.so, beide wel betrokken bij andere muziekgenres dan de klassieke muziek, dragen bij tot het zichtbaar en bespreekbaar maken van het seksisme.
Mevrouw D’Hose, wat betreft de initiatieven waarover u hebt gesproken: er is vrijheid van vereniging in dit land, en zij mogen dat dus doen. Ik kan enkel toejuichen dat mevrouw Cote niet alleen de problematiek aanklaagt, maar ook initiatieven ter zake neemt. Ik hoop niet dat dit begin is van uniseks toneel- en muziekgezelschappen. Als signaal om de problematiek te duiden, denk ik dat het een goed actiemiddel is, maar het eindresultaat van de actie kan natuurlijk niet zijn dat we mannen- en vrouwenorkesten en andere gezelschappen in de culturele wereld krijgen. Als actiemiddel en als signaal valt dit wel toe te juichen.
Ik zal overleg plegen met de vertegenwoordigers van de sector. In de klassieke muziek en in de brede kunstensector is er absoluut een toename van de aandacht voor gendergelijkheid. Ik zie Kunstenpunt in de eerste plaats als het best geplaatst om dit gesprek aan te gaan. Ik zal de komende maanden ongetwijfeld veel gesprekken met de kunstensector voeren. Ik zal de gelijke kansen daar telkens op de agenda zetten.
U hebt me heel concreet gevraagd naar sensibiliserende initiatieven, maar vier weken na de start van de Vlaamse Regering en na de kennismaking met de actoren op het veld heb ik nog geen actieplan uit mijn mouw geschud. Ik zal dit de komende maanden verder onderzoeken en nagaan welke acties ter zake kunnen worden genomen. Het staat u natuurlijk vrij hier in een latere fase op terug te komen, maar nu heb ik nog geen actieplan uit mijn mouw geschud.
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Minister-president, ik ben verheugd dat u de problematiek erkent. Ik ben natuurlijk niet verheugd dat er een problematiek is, maar ik ben al blij dat u ook inziet dat we daar met een ongelijkheid zitten. Ik ben het zeker met u eens dat dit een goed signaal is, maar het mag geen eindpunt zijn. We moeten gaan voor een inclusieve samenleving, zowel op het vlak van gender als op het vlak van afkomst en dergelijke. Er is de laatste jaren steeds meer aandacht voor de problematiek, maar de oplossingen zijn er nog niet helemaal. Ik ben al blij dat we het probleem kunnen benoemen, want dat is ook al een stap vooruit.
Als we over seksisme spreken, hebben we snel het zijsprongetje naar grensoverschrijdend gedrag gemaakt. We hebben vorig jaar onthutsende cijfers gezien. Daarop is een actieplan opgesteld, maar ik heb net vernomen dat iemand hierover een vraag om uitleg heeft ingediend. Ik zal niet over dat bruggetje gaan en wachten tot die vraag om uitleg aan bod komt. Dan zullen we dat debat kunnen voeren.
Minister-president, u kunt gerust zijn. Wanneer u wat meer overleg hebt kunnen plegen, komen we zeker terug op de verschillende initiatieven die u plant.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Voorzitter, onrecht moet worden aangekaart. Seksisme bestaat en we mogen dus zeker niet de andere kant uitkijken. Alleen vind ik het jammer dat de problematiek nu op deze manier in de aandacht komt. Eigenlijk wordt gepolitiseerd wat niet hoeft te worden gepolitiseerd. Dat vrouwenorkest krijgt nu meer een politieke dan een artistieke waarde. Het zou honderd jaar geleden een serieus statement zijn geweest, maar vandaag betwijfel ik dat, al is een statement natuurlijk wel nodig.
Mevrouw D’Hose, de grote orkesten waren inderdaad zeer lang mannenbastions. U hebt aangehaald hoe dat komt. Er is echter een inhaalbeweging bezig. Ik heb even een kleine steekproef gedaan bij drie Vlaamse orkesten. Het symfonisch orkest van Opera Ballet Vlaanderen telt 69 musici, waarvan 30 vrouwen. De dirigent en de orkestmeester van het Antwerp Symphony Orchestra zijn vrouwen. De verhouding is daar 42 mannen tegenover 31 vrouwen. Ik geef toe dat het nog altijd niet perfect is. In het Brussels Philharmonic zijn er 35 vrouwen op 80 musici. Dat is niet fiftyfifty, maar we zijn op de goede weg.
Zelf ben ik lid van de raad van bestuur van AMUZ, het Augustinus Muziekcentrum in Antwerpen. Ik ga naar vrij veel concerten en heb niet de indruk dat er bij de oude muziek minder vrouwen dan mannen op het podium staan, maar dat is mijn persoonlijke indruk.
Ik heb het ook eventjes nagevraagd: 48 procent van de studenten in het conservatorium van Antwerpen zijn vrouwen. Als die vrouwelijke musici dus straks allemaal op een podium komen te staan, dan ziet het er goed uit. Ik ben niet voor quota. Blinde audities, zoals de minister-president aanhaalt, lijken me de enige juiste gang van zaken, omdat dan de kwaliteit van de musicus de keuze bepaalt. Dat lijkt me artistiek gezien de enige juiste keuze. Ik vraag me gewoon af of je een aanklacht tegen seksisme oplost door zelf aan seksisme te doen, maar dat is gewoon maar een bedenking. Zoals werd gezegd: het is een signaal, dus daar kan ik mee leven.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Er werden geen bijkomende vragen gesteld, dus ik noteer dat en neem aan dat we daar in de nabije toekomst nog op zullen terugkomen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.