Report meeting Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Report
De heer De Reuse heeft het woord.
Minister, na een adviesvraag van uw voorganger, minister Jo Vandeurzen, over de wenselijkheid van de verbreding van de vaccinatiemachtiging van de griepvaccinatie door apothekers, heeft de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België haar advies en haar standpunt kenbaar gemaakt. Dit advies stelt duidelijk dat er voldoende internationale evidentie en wetenschappelijke onderzoeken geweest zijn waaruit blijkt dat griepvaccinatie door apothekers een meerwaarde betekent voor de volksgezondheid.
Momenteel loopt er bij de apothekers een grote sensibiliseringscampagne rond de vaccinatie tegen griep, in nauwe samenwerking met de artsen. De Algemene Pharmaceutische Bond (APB) reageerde echter zeer voorzichtig op dit advies via een bericht op hun webstek. Ze benadrukken daarin dat deze sensibilisering momenteel het hoofddoel is van hun activiteiten.
In een reactie in de media zegt hun woordvoerder echter dat de huidige situatie niet optimaal is. Patiënten gaan naar de huisarts voor een voorschrift, halen het vaccin op bij de apotheker en moeten terug naar de huisarts. Hij stelt dat dit efficiënter kan.
Hij stelt ook dat dit advies belangrijk is omdat het wetenschappelijk onderbouwd is en dus moeilijk tegen te spreken, want het komt uit medische hoek. Het zijn dus geen loze beweringen van een of andere apothekersvereniging. Voor alle duidelijkheid: apothekers hebben absoluut niet de ambitie om werk van de artsen af te snoepen.
De huisartsen zien dit echter anders. Bij monde van Roel Van Giel zegt de Huisartsenvereniging Domus Medica: ‘Dit gaat over prestatiefinanciering: als de prik door een apotheker wordt gezet, haalt die het geld binnen, niet de huisarts’. Dit argument wordt overigens, zoals gezegd, in het advies gedeeltelijk tegengesproken. Hij stelt: ‘De patiënten zijn met dit soort discussies niet gebaat. We zouden beter bekijken hoe we de groepen die weinig toegang hebben tot zorg beter kunnen bereiken.’
Daarom heb ik de volgende vragen aan u, minister. Wat is uw visie op dit advies en hoe zult u ermee omgaan? Neemt u een initiatief om een overleg op te starten tussen de huisartsenvereniging en de vereniging van de apothekers hieromtrent?
Minister Beke heeft het woord.
Het griepvaccin is heel belangrijk. Wie is er al ingeënt? Nog niemand? (Opmerkingen).
Neen, het is niet te vroeg, vanaf nu mag het. Ik zal volgende week de vraag opnieuw stellen. (Gelach)
Verschillende risicogroepen worden vandaag nog niet goed genoeg bereikt. Heel wat mensen waarvoor het griepvaccin aanbevolen is, worden op dit ogenblik nog niet gevaccineerd.
Vanuit overwegingen van de bescherming van de volksgezondheid opent het advies dan ook een extra mogelijkheid die de kans om gevaccineerd te worden, kan verhogen. Ik sta dus globaal genomen positief tegenover dit advies.
Het spreekt voor zich dat er voor de eventuele implementatie nog heel wat moet gebeuren. Het advies van de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België is een eerste stap. Een eerstvolgende stap is de aanpassing van de federale wetgeving, zodat apothekers ook wettelijk de mogelijkheid krijgen om te vaccineren. Verder moet voorzien worden in een opleiding voor apothekers die van deze mogelijkheid gebruik willen maken. Ook afspraken tussen de verschillende zorgverstrekkers zijn daarvoor wel erg belangrijk.
Ik kom tot de aspecten van concurrentie die u in uw vraag aanhaalt. Concurrentie kan niet de bedoeling zijn, en dat hoeft het in de praktijk ook niet te zijn. Het advies haalt trouwens studies aan waar bijvoorbeeld in Ierland en het Verenigd Koninkrijk bleek dat –ik citeer – “de deelname van apothekers aan de griepvaccinatie niet enkel zorgt voor een toename van de vaccinatiegraad (…), maar ook voor een toename van het aantal vaccinaties door de huisarts.” Een goede samenwerking tussen huisartsen en apothekers is hierin uiteraard noodzakelijk, naast campagnes, zoals de Vlaamse overheid die nu ook al voert.
Dergelijk overleg specifiek rond griepvaccinatie is al opgestart tussen het agentschap Zorg en Gezondheid, vertegenwoordigers van de apothekers en academici. Ook Domus Medica is telkens uitgenodigd op de besprekingen. Concreet is het de bedoeling om een en ander uit te proberen in een proefproject in een beperkte regio. Zoals eerder aangehaald, zal er evenwel eerst een wetsaanpassing nodig zijn op federaal niveau.
Meer algemeen zijn zowel huisartsen als apothekers vertegenwoordigd in de Vlaamse Vaccinatiekoepel. Dit is een werkgroep met vertegenwoordigers van alle vaccinatoren en heeft tot doel de implementatie van het vaccinatiebeleid mee in goede banen te leiden. Ik zal de Vlaamse Vaccinatiekoepel alvast vragen om de topic ook op de agenda te zetten van een volgende vergadering om te zien op welke manier apothekers zouden kunnen ingeschakeld worden, zonder daarom concurrentie voor elkaar te vormen.
De heer De Reuse heeft het woord.
In het licht van een grotere vaccinatiegraad is uw antwoord inderdaad heel bemoedigend, minister. Dat mag wel gesteld worden. U zult inderdaad nog overleg moeten plegen met de Federale Regering om de regelgeving aan te passen. Liefst gebeurt dat zo snel mogelijk. Volgend jaar komt er opnieuw een vaccinatiegolf; hopelijk kan dit tegen dan al geïmplementeerd zijn.
Ik heb wel nog een bijkomende vraag. Heel wat apothekers zeggen inderdaad dat zij geen opleiding hebben gekregen om te vaccineren. Om een geaccrediteerd diploma te krijgen, zouden zij een opleiding van zes tot acht uur moeten volgen. Zou dit bijvoorbeeld geïmplementeerd kunnen worden in de opleiding tot apotheker? Als minimumvereiste zou u dat waarschijnlijk met uw federale collega moeten bespreken. Het zou eventueel ook kunnen via een aanvullende cursus, zodat apothekers kunnen vaccineren op een volledig wettelijke manier. Zou u daaromtrent al initiatieven willen ontwikkelen tegen het moment waarop de federale regelgeving is aangepast?
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Eerst en vooral wil ik toch zeggen dat apothekers een zeer belangrijke rol spelen inzake preventie. De opmerking van de APB gaat natuurlijk niet alleen over het griepvaccin; het gaat over meer dan dat. Het gaat over alle vaccins die huisartsen zetten.
Als een huisarts een vaccin zet, gaat het vaak niet enkel over dat vaccin, maar vindt er een hele raadpleging plaats. In die zin denk ik niet dat een scheiding van beide tot een nuloperatie zal leiden.
Op het vlak van uitgeven zal er in het voorstel van de apotheker twee keer betaald moeten worden.
Ik moet ook zeggen dat er op heel wat plaatsen al afspraken zijn tussen huisartsen en apothekers. Huisartsen leggen een voorraad vaccins aan en bezorgen het aflevervoorschrift achteraf aan de apotheker, zodat de patiënt niet eerst bij de huisarts moet langsgaan voor het voorschrift, om het dan bij de apotheker te gaan afhalen. Bovendien weten huisartsen zeer goed welke patiënten risicopatiënten zijn. Dat zijn mensen met bepaalde ziektes of bepaalde zware zorgbehoeften. Apothekers gaan die niet allemaal bereiken. Ik denk aan mensen in rusthuizen, hoogbejaarden of zwaar zieken die zich niet kunnen verplaatsen. Zij gaan natuurlijk niet zelf naar de apotheker. Huisartsen zijn door hun ervaringen van de afgelopen jaren zeer goed georganiseerd om dat doelpubliek te bereiken.
Een niet onbelangrijke vraag is inderdaad wie dat zal betalen. Ik veronderstel immers dat apothekers dat ook niet gratis zullen doen. Dan rijst natuurlijk de vraag of de ziekteverzekering dat zal doen, of de gemeenschappen in het kader van hun preventiebevoegdheid. Het lijkt me dus inderdaad zeer belangrijk dat er een goed overleg plaatsvindt tussen huisartsen en apothekers. Eventueel zou er dan ook een proefproject worden opgestart, maar u zegt zelf dat er eerst wetgevend werk zal moeten zijn.
Minister Beke heeft het woord.
Er waren veel interessante tussenkomsten. Ik denk dat ik al heb geantwoord. Wat ons betreft, kan er een proefproject in een beperkte regio komen, maar er moet eerst een wetsaanpassing zijn. We leggen de vraag voor aan de Vlaamse Vaccinatiekoepel, ook met de bezorgdheden die hier zijn geuit, en we kijken ook uit naar hun antwoord daaromtrent.
De heer De Reuse heeft het woord.
Dit is inderdaad een kwestie die haar einde nog niet kent. We zullen daar zeker nog op terugkomen. Collega, dit moet echter wel worden gezien in het licht van een aanvullende vaccinatiemogelijkheid bij de apothekers, en die willen natuurlijk niet de artsen vervangen voor van alles en nog wat.
De vraag om uitleg is afgehandeld.