Report meeting Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Report
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Voorzitter, het is een open deur intrappen dat ondernemers onmisbaar zijn voor de lokale economie en het plaatselijke sociale weefsel. Volgens een onderzoek van de Unie van Zelfstandige Ondernemers (UNIZO) heeft een derde van de Vlaamse en Brusselse gemeenten niet eens een halftijdse ambtenaar Lokale Economie in dienst. Tijdsgebrek door andere taken blijkt hiervoor de voornaamste reden te zijn. Al te vaak krijgen de ambtenaren bevoegd voor lokale economie nog een heel pakket andere bevoegdheden extra, die zelfs bizar of op zijn minst weinig logisch lijken. Maar ook te weinig budget en te weinig expertise in huis worden aangehaald en vervolledigen de top drie van de voornaamste redenen.
Ook het onthaal van nieuwe ondernemers is vaak nog niet zo optimaal. De helft van de gemeenten voorziet niet in een proactieve aanpak, zoals dat bijvoorbeeld wel gebeurt met een onthaaldag voor nieuwe inwoners. Voor nieuwe lokale ondernemingen bestaat de eerste actieve contactname met de gemeente helaas uit een of ander belastingformulier.
Vanuit de Vlaamse Regering lezen we dat er de komende legislatuur sterk zal ingezet worden op het ondernemerschap in het algemeen en het lokale ondernemerschap in het bijzonder, een ontzettend positieve evolutie die ik uiteraard alleen maar toejuich. Voor veel ondernemers begint het verhaal echter lokaal en moeten we zorgen dat er ook daar een optimale ondernemerscultuur hangt. Ik begrijp uiteraard, vanuit eigen ervaring als burgemeester, dat het voor gemeenten echter niet zo gemakkelijk is om hierin te voorzien.
Minister, zult u in middelen voorzien om de lokale besturen bij te staan in het uitwerken van een gedegen lokaal ondernemersloket of ambtenaar Lokale Economie? Is de Vlaamse Regering van plan de intergemeentelijke samenwerking hiervoor te faciliteren en te zorgen voor een gezamenlijk informatie- en uitwisselingsplatform als startbasis, waartoe UNIZO ook oproept in het onderzoek?
Minister Crevits heeft het woord.
De Vlaamse Regering zet al een aantal legislaturen sterk in op lokale economie. De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) krijgt via het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) middelen voor het project ‘overlegtafels’ om de gemeentelijke ambtenaren en schepenen Economie te sensibiliseren en te ondersteunen. Het budget dat voorzien werd als subsidie voor de overlegtafels bedraagt 804.000 euro over een periode van 3 jaar, die gestart is op 1 februari 2019. Dat is dus heel recent.
VLAIO biedt ook ondersteuning bij het voeren van een lokaal bedrijventerreinenbeleid, organiseert oproepen voor steden en gemeenten inzake bijvoorbeeld kernversterking of ‘smart cities’. Zo zijn al heel wat vernieuwende praktijken bij gemeenten ontwikkeld met steun van VLAIO.
Er is ook het project Verweefcoaches. Een verweefcoach gaat samen met lokale besturen, bedrijven en burgers opzoek naar opportuniteiten die kunnen bijdragen tot wat UNIZO ‘de bedrijvige kern’ noemt. Dat betekent het samenbrengen van functies van onder meer wonen, werken en winkelen. Hiervoor werd een subsidieoproep gelanceerd en konden door steden en gemeenten projecten worden ingediend tot half september 2019.
Voor die subsidielijn werd een budget uitgetrokken van 1 miljoen euro. De projecten worden momenteel beoordeeld. Binnenkort volgt daarover een uitspraak.
Steden en gemeenten kunnen ook gebruikmaken van het aanbod aan dienstverlening dat VLAIO en de partners uit het VLAIO-netwerk aanbieden door dat lokaal voor de ondernemers te ontsluiten. VLAIO zet ook relatiebeheerders steden en gemeenten in ter ondersteuning van het lokale economische beleid.
Uit het onderzoek van UNIZO blijkt dat een inwonersaantal van 20.000 een belangrijke overgangsgrens vormt voor een gemeente om wel of geen dienst Lokale Economie te overwegen. Een van de conclusies van de studie is dat kleinere gemeenten zeker baat hebben bij een intergemeentelijke samenwerking op het vlak van economie.
Gemeenten en intergemeentelijke samenwerking worden door het Vlaamse beleid ondersteund met het oog op de uitbouw van een goede dienstverlening naar ondernemers en ondernemingen. De EFRO-oproep (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) eerder dit jaar ter bevordering van een ondernemersvriendelijk klimaat bij lokale en provinciale besturen had expliciete aandacht voor intergemeentelijke samenwerking en digitalisering. Een van de voorbeelden van mogelijke acties in de oproepdocumenten is het inzetten van intergemeentelijke ambtenaren Lokale Economie. Voor deze oproep werd voor 2,2 miljoen euro aan EFRO-middelen voorzien, die 40 procent van de projectkosten dekken. Daarnaast kregen de indieners ook de kans om bijkomende cofinanciering te verkrijgen van het Hermesfonds. Collega, ik hoop om heel binnenkort te kunnen overgaan tot het ondertekenen van de nodige subsidiebesluiten in dat verband.
Er is dus op heel wat fronten steun voor die ambtenaar Lokale Economie.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Het antwoord van de minister volstaat.
De heer Vande Reyde heeft het woord
Minister, vroeger werd ik altijd wat zenuwachtig als ik te dicht bij de juffrouw zat. Ik heb nu een beetje hetzelfde gevoel. Maar ik zal proberen u recht in de ogen te kijken.
Ik ben het volledig met de heer Vanryckeghem eens dat er op lokaal vlak, bij lokale besturen vaak een gebrek is aan aandacht voor het economisch weefsel. Er gaat bij lokale besturen traditioneel heel veel aandacht naar cultuur, festiviteiten, religie enzovoort. Dat zijn natuurlijk ook zeer nuttige zaken, misschien niet allemaal, maar de meeste wel. De economische activiteit wordt echter vaak beschouwd als een gegeven. Het lijkt mij inderdaad goed om daar meer aandacht voor te hebben. De quote die u daarnet aanhaalde, is zeer pertinent. We zijn inderdaad vaak trots op onze sporters, ons bier, onze chocolade enzovoort. Maar het ondernemerschap is uiteindelijk toch wel de motor van alle welvaart.
We moeten er goed over nadenken wat we daaraan vanuit Vlaanderen specifiek kunnen doen. Het lijkt mij geen goed idee om zomaar ambtenaren of personeel te subsidiëren, zonder de effectiviteit daarvan na te gaan. Ondernemerschap is doorgaans niet geholpen door meer ambtenaren aan te werven. Vanuit Vlaanderen moeten we er goed over nadenken waar de uitdagingen liggen. En die liggen in de zaken waar de schaalgrootte van de lokale besturen tekortschiet.
Ik wil u daarover twee suggesties doen. U hebt ze zelf ook al aangehaald. Ten eerste, het stimuleren van bedrijventerreinen, en vooral van de samenwerkingsverbanden tussen gemeenten die echt een economische visie neerplanten. Er is het voorbeeld van de Limburgse Reconversiemaatschappij (LRM). En in Oost-Brabant is er Leuven MindGate. Dat zijn samenwerkingsverbanden volgens het ‘quadruple helix’-model. Het betreft samenwerkingen tussen universiteiten, allerlei actoren daarin, lokale besturen en ondernemingen, die echt nadenken over wat de troeven voor hun regio zijn. Welke soort bedrijven kunnen daar het beste gedijen? En hoe kunnen wij een soort van cluster creëren die spillover-effecten heeft en een echte meerwaarde voor de regio betekent? Dat soort samenwerkingsverbanden moeten we extra ondersteunen.
En dan is er nog de fygitale ontwikkeling, waarover we het vorige maand al hadden. Ik ben trouwens benieuwd of de schoenen van uw collega intussen zijn aangekomen zodat we ze binnenkort kunnen bewonderen. De fygitale ontwikkeling, de digitale wegen voor de ondernemers en lokale handel stimuleren is enorm belangrijk. Het zijn zaken waar de lokale schaalgrootte vaak ontoereikend is. Lokale ondernemers kunnen het niet alleen doen en Vlaanderen zou extra ondersteuning kunnen bieden. Het zou een betere manier zijn om het geld te besteden dan het zomaar aan een nieuwe ambtenaar uit te geven.
Mijnheer Vande Reyde, ik wil u erop wijzen dat u bevoegd bent om zelf ook vragen in te dienen. U was nogal aan het uitweiden over dit onderwerp. Dien gerust uw eigen vraag in.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Ik vind het eigenlijk net goed dat de overheid voorziet in een budget om te werken met een lokaal ondernemingsloket of een ambtenaar Lokale Economie. Mijnheer Vande Reyde, u had het over gewoon geld geven aan die ambtenaren. Ik vind dat u dat verkeerd ziet. Het lokale ondernemingsloket moet er net zijn om de ondernemers te ontlasten zodat ze daar terecht kunnen voor de informatie die ze zoeken, bijvoorbeeld over startleningen.
Ik denk ook aan de organisatie van activiteiten binnen bepaalde kerngebieden of stedelijke kernen. Men zou jaarmarkten kunnen organiseren of andere festiviteiten zoals avondmarkten. Meestal zijn het de verenigde handelaars die hiervoor instaan, maar een lokale ambtenaar zou een deel van de taken en van de organisatie kunnen overnemen zodat het de ondernemers makkelijker wordt gemaakt en ze ontlast worden. Ik vind dit een zeer belangrijke boodschap dat de ondernemers moeten worden ontlast. Ik vind dus dat we ze zeker moeten blijven steunen en dat het goed is dat het agentschap middelen vrijmaakt om ambtenaren bij lokale besturen te installeren.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Minister, ik heb nog een vraagje voor u naar aanleiding van uw antwoord. De zorg voor onze ondernemers is uiteraard zeer belangrijk. Wij onderschrijven ook de bekommernis van UNIZO. We moeten lokale besturen verder aanzetten om ondernemingsvriendelijke gemeenten en steden te zijn. Er zijn heel veel steden en gemeenten die dat wel degelijk zijn en er ook op inzetten.
U sprak in uw antwoord even over de verweefcoach en over de subsidieoproep met een budget van 1 miljoen euro. Minister, weet u hoeveel steden hebben ingeschreven? Welke steden zijn dat?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega's, ik maak me een beetje zorgen dat ik misschien niet duidelijk was in mijn antwoord. Uiteraard moet je niet zomaar miljoenen uittrekken om ambtenaren aan te stellen, maar ik denk toch wel dat veel lokale besturen – zeker als ze een bepaalde schaalgrootte hebben bereikt – een economische cel hebben. Veel ondernemers zijn op zoek naar plaatsen waar ze makkelijk informatie kunnen krijgen. Daarnet was er een vraag rond het overlaten van ondernemingen. Het is een goede zaak wanneer Vlaanderen dan ondersteuning kan bieden om dat makkelijker te maken. Ik denk dus dat het nuttig is om daarin te investeren.
Uiteraard kunnen ook een aantal initiatieven digitaal. We merken bij ondernemers dat er een evenwicht moet zijn tussen fysieke dienstverlening en digitale loketten. Dat strookt niet noodzakelijk, mijnheer Vande Reyde, met wat u zegt. Alleen vond ik dat uw tussenkomst eerder wantrouwig was ten opzichte van de ondersteuningen die we bieden. We moeten daar een evenwicht hebben.
Ik heb twee projecten genoemd die nu nog hun beslag moeten krijgen, het EFRO-project (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) en de verweefcoach. Dat is geen automatisme. Deze dossiers worden ingediend, beoordeeld, onderzocht op hun meerwaarde en dan wordt beslist over eventuele ondersteuning.
Mevrouw De Vreese, ik heb gezegd dat de projecten binnenkort worden beoordeeld, dus ik kan u nog maar weinig informatie geven over hoeveel. Dat zal te gepasten tijde zeker gebeuren, maar het is niet zo dat de oproep zonder succes is. Zodra ik meer nieuws heb, zal ik dat doorgeven aan u.
De vraag om uitleg is afgehandeld.