Report meeting Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Report
De heer Persyn heeft het woord.
Dinsdag 19 februari werd bekendgemaakt dat Armonea, de grootste Belgische commerciële rusthuisgroep, wordt overgenomen door Colisée. Hierdoor wordt deze gezamenlijke groep de vierde grootste speler in Europa inzake ouderenzorg. De organisatie zal aan ruim 26.800 mensen zorg verlenen, in 270 woonzorgcentra. Bij de overname werden garanties gegeven dat er geen impact zal zijn op de werkgelegenheid.
Minister, hebt u in het kader van deze overname al contact gehad met Colisée? Hebt u van Colisée de bevestiging gekregen dat deze organisatie de continuïteit van de zorg kan waarmaken?
De overname komt met een nieuwe aandeelhoudersstructuur, waarin de huidige aandeelhouders van Armonea de kans krijgen om te herinvesteren. Hoe zal Colisée, gelet op de principes van het nieuwe Woonzorgdecreet dat ten laatste in 2021 van kracht gaat, de nodige bestuurlijke en financiële transparantie waarborgen voor haar activiteiten in Vlaanderen? Hoe zullen we ons Woonzorgdecreet hier praktisch op kunnen toepassen?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
In november 2018 kopte De Tijd al dat Armonea, de op een na grootste uitbater van woonzorgcentra in ons land, te koop stond. Het was dus geen geheim dat Armonea haar positie op de markt van de residentiële ouderenzorg wenste te versterken bij middel van het herbekijken van haar aandeelhouderstructuur met als doel haar groeiambities te realiseren. Achter deze Mechelse rusthuisuitbater zitten bekende aandeelhouders: Verlinvest, een vehikel van de AB InBev-families de Spoelberch en de Mévius, en Palmyra Brands, de investeringsmaatschappij van de familie Van den Brande.
Maandag 19 februari 2019 stelde de CEO van de nv Armonea mijn kabinet in kennis dat er een buitengewone ondernemingsvergadering plaatshad waarin de toekomstplannen van Armonea werden toegelicht en dat nadien een persmededeling zou volgen. Op maandagavond 19 februari 2019 kwam de persmededeling van Armonea waarin het volgende vermeld stond:
“Na een intense periode van strategische analyse heeft Armonea vandaag de vertegenwoordigers van haar medewerkers ingelicht over de nieuwe aandeelhoudersstructuur. Armonea zal de handen in elkaar slaan met Colisée, een Europese groep actief in ouderenzorg sinds 1976. Colisée is vandaag actief in Frankrijk, Italië en Spanje. Beide groepen hebben jarenlange ervaring in kwalitatieve ouderenzorg en zullen elkaar versterken op verschillende niveaus.
De nieuwe structuur zal ervoor zorgen dat de kwaliteit en de unieke expertise, die Armonea al meer dan veertig jaar in België, Duitsland en Spanje biedt, gegarandeerd blijft. Colisée en Armonea delen dezelfde waarde en visie op het gebied van ouderenzorg. De huidige aandeelhouders van Armonea hebben de kans om te herinvesteren in de nieuwe aandeelhoudersstructuur. De details zullen in de komende weken verder worden uitgewerkt.
Het samengaan zal gebeuren met respect voor elkaars identiteit en de track records van beide merken in hun respectievelijke markten. Er zal geen impact zijn op de werkgelegenheid.
Armonea is ervan overtuigd dat dit de juiste stap is om haar groeiambities te ondersteunen en om de maatschappelijke uitdagingen voor wat betreft kwalitatieve ouderenzorg aan te gaan.
Vanzelfsprekend gaat de operationele gang van zaken gewoon door en zullen de residenten en hun familie kunnen blijven rekenen op een excellente service van 24 uur per dag, 7 dagen lang.
Armonea en Colisée zullen er nu alles aan doen om het samengaan van beide groepen in goede banen te leiden en de integratie van expertise en systemen zo goed als mogelijk te laten verlopen. De prioriteit ligt nu bij onze medewerkers en bij het verbeteren van de kwaliteit van onze ouderenzorg.
De voltooiing van deze transactie is onderworpen aan de opschortende voorwaarde van goedkeuring door de bevoegde mededingingsautoriteit, namelijk de Europese Commissie.”
Ik bevestig dat Armonea tijdig en in alle transparantie mijn kabinet heeft ingelicht over haar strategische beslissing.
Armonea heeft ons bevestigd en verzekerd dat deze beslissing de continuïteit en de kwaliteit van de zorg en ondersteuning van de bewoners van de woonzorgcentra en assistentiewoningen niet in het gedrang brengt. Ook de continuïteit van de tewerkstelling wordt gegarandeerd.
Ik beoog dan ook om op korte termijn met de vertegenwoordigers van Armonea en de groep Colisée een gesprek te hebben. Ik nodig hen natuurlijk uit voor een kennismakingsgesprek en het verder aftoetsen van hun toekomstplannen.
Deze overname versterkt en beaamt eens te meer het belang van de bepalingen in het op 6 februari 2019 door het Vlaams Parlement goedgekeurde decreet betreffende de woonzorg, waarin de woonzorgvoorzieningen verplicht worden om op een open en transparante manier informatie te verschaffen over de aanwending van de aan hen toevertrouwde publieke middelen, hun organisatiestructuur, feitelijke leiding, verwantschappen en nauwe banden met andere personen. Bij het van kracht worden van dit decreet zullen zij ook verplicht worden belangrijke strategische beslissingen tijdig mede te delen aan de overheid.
Ter verduidelijking: het artikel 7, 4°, van het Woonzorgdecreet stelt dat elke woonzorgvoorziening verplicht wordt om belangrijke strategische beslissingen te melden die een impact hebben op de structuur, de werking en het bestuur van de initiatiefnemer, de woonzorgvoorziening of vereniging. Daarbij wordt uitgelegd op welke wijze erover gewaakt is dat de continuïteit van de zorg en ondersteuning verzekerd is. De Vlaamse Regering kan de procedure voor die aanmelding bepalen.
Onder ‘strategische beslissingen’ wordt limitatief het volgende verstaan: beslissingen om kapitaal vertegenwoordigende effecten te verwerven van een andere onderneming, voor een bedrag van minstens 5 procent van het eigen vermogen van de initiatiefnemer; fusies van woonzorgvoorzieningen, verenigingen of initiatiefnemers evenals splitsingen en gelijkgestelde verrichtingen; overdrachten van algemeenheid of bedrijfstak; de overdracht van of het vestigen van zakelijke rechten op de gebouwen waarin de woonzorgvoorziening of vereniging is gevestigd; de verandering van een meerderheid van de stemrechten in de algemene vergadering en het bestuursorgaan van de woonzorgvoorziening en vereniging; de wisseling van de persoon die verantwoordelijk is voor de dagelijkse leiding van een woonzorgvoorziening of vereniging.
De artikelen 6, 7 en 8 van het Woonzorgdecreet van 6 februari 2019, die verwijzen naar de specifieke bepalingen over de financiële en bestuurlijke weerbaarheid en transparantie, treden in werking volgens de modaliteiten vervat in artikel 101 van dit decreet, dat bepaalt dat het decreet in werking treedt op een door de Vlaamse Regering vast te stellen datum en uiterlijk op 1 januari 2021, met uitzondering van artikel 85, dat in werking treedt op de dag na de bekendmaking van dit decreet in het Belgisch Staatsblad, en artikel 99, §1, dat in werking treedt op 1 januari 2019. Dat laatste artikel gaat dan over de aanmeldingsprocedure.
Artikel 85 stelt dat het Woonzorgdecreet van 6 februari 2019 in werking treedt op 1 januari 2020, met uitzondering van artikel 96, dat in werking treedt op 1 maart 2019. Dat laatste artikel gaat over de logistieke hulp.
De bepalingen van de artikelen 6,7 en 8 van het Woonzorgdecreet zijn uiteraard dan ook van toepassing op alle woonzorgvoorzieningen die de groep Colisée in Vlaanderen exploiteert of zal exploiteren.
Nee, u hoeft niet langer te antwoorden, minister. U knoopte aan bij de traditie van exhaustievere antwoorden. Dat is voor ons heel instructief. Ik bedank u voor uw uitgebreide antwoord.
Voor zover we dat kunnen beoordelen, is er blijkbaar bij deze overname een open lijn geweest. Er was voldoende openheid en transparantie nadat er een verstandhouding gegroeid was tussen de verschillende grote spelers. De overname gebeurde ook in de geest van het nieuwe Woonzorgdecreet. Dat stemt in ieder geval hoopvol. Ik hoop ook dat de continuïteit en de kwaliteit van de zorg bewaard en bewaakt worden.
Deze ochtend in de wagen op weg naar hier hoorde ik op Radio 1 in het programma Bij Debecker onder anderen Anja Declercq, ons wel bekend, van instituut LUCAS. In dat programma kwamen live heel wat grieven en bezorgdheden naar voren vanuit het veld, zowel vanuit de rusthuizen als van personen die ermee te maken hadden. Dit is een gedeelde zorg, die vorige week nog het voorwerp was van actuele vragen in de plenaire vergadering.
Ik heb hierover nog een bijkomende vraag. Ik heb hier bij een vorige tussenkomst in deze commissie al op aangedrongen. We delen de zorg dat de schaarse middelen – die steeds schaars zullen blijven – die wij als Vlaamse Gemeenschap inzetten voor de ouderenzorg een-op-een in de zorg terechtkomen. Een medewerker van u die hier toen in de commissie aanwezig was, zei dat er een studie aan de gang was waarin er ook naar de boekhouding gekeken zou worden om na te gaan in hoeverre die fondsen die Vlaanderen bestemt voor de precieuze zorg, ook een-op-een bij de zorgbehoevenden terechtkomen, eventueel natuurlijk via tussenpersonen, verzorgenden, zorgkundigen, verpleegkundigen die effectief die zorg aan het bed moeten uitvoeren. Mijn vraag is dus: hebt u al meer zicht op deze studie, want ik dacht dat de oplevering voor binnenkort was? Of mogen we die studie binnenkort verwachten?
De heer Bertels heeft het woord.
De heer Persyn verwijst naar het radioprogramma Bij Debecker van vanmorgen. Natuurlijk delen we de bezorgdheden die daar ter sprake kwamen. Ook de minister reageerde er al op. Ik denk dat we die bezorgdheden ter harte moeten nemen.
We delen ook de bezorgdheden – en ik had verwacht dat de heer Persyn daar ook naar zou verwijzen – over het door dezelfde groep Armonea naar hier halen van Roemeense verpleegkundigen, namelijk dat die kwalitatief geschoold moeten zijn en Nederlandstalig moeten zijn. We delen ook de bezorgdheid van Lon Holtzer daaromtrent, met betrekking tot de ethische aspecten die daarbij horen, dat we geen verpleegkundigen moeten halen in landen waar er al een tekort is.
Minister, in uw antwoord op de vraag van de heer Persyn verwijst u terecht juridisch naar de verschillende data van inwerkingtreding van het nieuwe Woonzorgdecreet. Maar ik neem aan dat u in het kennismakingsgesprek met de nieuwe aandeelhouders, of de nieuwe bazen, toch de geest van het Woonzorgdecreet aan bod zult laten komen en dat u niet zult zeggen dat ze mogen wachten tot 1 januari ’21, de uiterste datum, om de geest van het Woonzorgdecreet na te leven. Ik hoop dat we er op zijn minst zeker van mogen zijn dat de kwaliteit van de zorg en de continuïteit van de dienstverlening, zoals in hun persbericht staat, ook gegarandeerd wordt op basis de geest van het hier goedgekeurde Woonzorgdecreet.
Vorige week heeft de regering de hele rits uitvoeringsbesluiten, of het grote uitvoeringsbesluit, van het decreet in de eerste lezing al goedgekeurd. We gaan proberen daar nog mee te landen, als dat mogelijk is. Dat zal niet evident zijn, maar we zullen in elk geval proberen.
Uiteraard is het de bedoeling om de geest van dat decreet ook al een stuk mee te nemen in de manier waarop we nu met de zaken omgaan. Ik moet eerlijkheidshalve zeggen dat er over die principes niet veel discussie is met de koepels. Iedereen begrijpt dat het tijd is om op dat vlak de nodige transparantie te geven.
De oplevering van de studie over de boekhoudkundige normen en de vergelijkbaarheid daarvan zal gebeuren na de krokusvakantie. Blijkbaar is er een bijeenkomst gepland na de krokusvakantie, waarin de onderzoekers, onder meer professor Christiaens, ook aan ons hun resultaten zullen komen toelichten. Ik ga ervan uit dat die studie dan ook vrij snel opgeleverd wordt en dat die dan op een of andere site beschikbaar gesteld zal worden.
Ik dank minister Vandeurzen voor de bijkomende antwoorden en ik sluit me natuurlijk ook aan bij de bezorgdheid van collega Bertels rond de taalvereisten. Dat heb ik hier al vaak aangehaald, maar dat is natuurlijk niet het onderwerp van deze insteek.
Ik ben ook blij te horen dat er in het groeiend draagvlak, met de verschillende aanbieders en typologieën, blijkbaar toch al naar de geest van het nieuwe Zorgdecreet wordt gehandeld en overlegd en dat er voldoende transparantie en openheid is bij een speler die, samen met zijn sectorgenoten, in Vlaanderen nu al voor een derde, in Wallonië voor de helft en in Brussel voor twee derde van het aanbod tekent. Ik ben dus blij dat we naar een groeiend draagvlak gaan.
We kunnen alleen maar hopen – en ik denk dat ik voor iedereen mag spreken – dat de kwaliteit nog kan verbeteren. Deze ochtend hebben we een aantal slechte ervaringen gehoord, maar we hebben ook een aantal zeer positieve ervaringen gehoord. Ik denk dus dat het een blijvende opdracht is om er allemaal samen voor te zorgen dat onze ouderen tijdens dat laatste meest kwetsbare en fragiele traject optimale zorg en begeleiding kunnen genieten. We moeten daar inderdaad scherp op toezien. Dat laatste aspect miste ik deze ochtend een beetje, want dat verscherpt toezicht komt er en de minister heeft ook ²extra ingezet op Zorginspectie. We hebben in de begroting ook gezien dat er een tandje bij wordt gestoken om de cowboys, de rotte appels en zeker de recidivisten eruit te halen.
Globaal gezien denk ik dat het de goede kant uitgaat, dus we zullen erop blijven toezien en we zullen eraan blijven meewerken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.