Report meeting Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Report
De heer Bertels heeft het woord.
Voorzitter, mijn excuses voor de vertraging, maar ik moest stemmen over de Codex Overheidsfinanciën.
Minister, begin deze maand bleek dat er klachten bij het RIZIV zijn binnengekomen over simultane verdovingen, simultane anesthesie in een ziekenhuis in West-Vlaanderen. Dit houdt in dat anesthesisten meerdere verdovingen simultaan opstarten maar niet de gehele tijd in het betrokken operatiekwartier blijven. Ze laten dus patiënten alleen, onbewaakt. De patiëntveiligheid kan hierdoor in het gedrang komen, de afwezigheid van de anesthesist – in België momenteel wettelijk de enige persoon die een bewaking kan doen bij verdoving – kan gevaren oproepen bij negatieve reacties op de verdoving en kan zelfs levensgevaarlijk zijn. Vandaar die noodzaak aan bewaking en aanwezigheid in het operatiekwartier.
Het betrokken ziekenhuis verwees eerst naar de Vlaamse Zorginspectie, die niets abnormaals vastgesteld zou hebben, maar moest achteraf toch toegeven dat er gelijktijdige verdovingen plaatsgevonden hebben en dat er effectief klachten zijn ingediend door patiënten.
Zoals u weet, minister, gaat simultane anesthesie in tegen een richtlijn van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, een richtlijn die ook wordt gehanteerd door de Vlaamse Zorginspectie. Terecht, wat mij betreft, volgens de huidige stand van de wetgeving. Terecht, want de kwaliteit van de zorg vereist dat de anesthesist aanwezig blijft en de patiënt kan monitoren.
In dit kader stel ik u graag de volgende vragen, minister.
Klopt de eerste reactie van het ziekenhuis, dat Zorginspectie eerder niets verkeerds had vastgesteld in het betrokken ziekenhuis? Of had Zorginspectie al eerder verbeterpunten aangegeven? Zo ja, is hier tijdig gevolg aan gegeven door het betrokken ziekenhuis met het oog op de bescherming van de patiënt? Algemener: zijn er door Zorginspectie ook in andere ziekenhuizen gelijkaardige situaties inzake simultane anesthesie vastgesteld?
Dan heb ik nog een algemene vraag, minister, die belangrijk is in het kader van de volksgezondheid. Zorginspectie zou bezig zijn met een nieuwe ronde controles van onder meer de activiteiten in de operatiekwartieren in de Vlaamse ziekenhuizen. Wordt hier gewerkt volgens een bepaalde prioritering? Wordt er bijvoorbeeld gekeken naar de prestaties die aangegeven worden bij het RIZIV ter terugbetaling? Dat kan namelijk een indicator zijn voor het uitvoeren van simultane anesthesie. Met andere woorden: is een ‘veel meer dan gebruikelijk aangeven van prestaties’ door bepaalde anesthesisten een criterium voor Zorginspectie om een bezoek te brengen aan een bepaald operatiekwartier? Zo ja, bestaan hierover afspraken om die gegevens te krijgen met het RIZIV?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Collega, tijdens het onaangekondigd inspectiebezoek dat Zorginspectie uitvoerde in oktober 2013 in het az West, stelde ze vast dat in de vier operatiezalen met een patiënt onder algemene narcose bij elk van deze patiënten een anesthesist aanwezig was. Tijdens het onaangekondigd herhalingsbezoek dat Zorginspectie aflegde in juli 2018 in hetzelfde ziekenhuis werd opnieuw vastgesteld dat in de vier operatiezalen met een patiënt onder algemene narcose bij elk van deze patiënten een anesthesist aanwezig was. Inderdaad werd in geen van beide gevallen door Zorginspectie een probleem vastgesteld in het az West.
Om een zo goed mogelijk zicht te krijgen op de effectieve zorg voor een patiënt, kiest Zorginspectie uitdrukkelijk voor onaangekondigde inspecties die objectieve vaststellingen opleveren vanuit observatie letterlijk bij de patiënt. Zorginspectie gaat onder andere na of de patiënt bijvoorbeeld een identificatiebandje aanheeft, of er een anesthesist in de operatiezaal is bij zijn patiënt en of infusen en spuiten de nodige gegevens bevatten. Wat betreft anesthesie gaat Zorginspectie concreet naar de operatiezalen waarin patiënten zijn ondergebracht onder volledige narcose. Bij het binnen kijken in de operatiezalen vraagt de inspecteur aan de ziekenhuismedewerker die hem op dat moment vergezelt, wie van de zorgverleners in de operatiezaal de anesthesist is. De ziekenhuismedewerker wijst de anesthesist aan en vermeldt diens naam.
Vooraleer inspecties van start gaan, worden duidelijke eisen met betrekking tot de kwaliteit van de zorg afgesproken samen met de sector, het Vlaams Patiëntenplatform (VPP) vzw en alle beroepsgroepen. Alle betrokken experten zijn ervan overtuigd dat simultane anesthesie moet worden uitgesloten in functie van patiëntveiligheid.
Uiteraard is geen enkele methode van toezicht waterdicht. Interne en externe audits die door ziekenhuizen zelf worden opgezet, zijn zeker een zinvolle aanvulling bij het overheidstoezicht. Het bezoek van Zorginspectie is steeds een momentopname op basis waarvan conclusies getrokken worden. De inspecteurs schikken zich daarbij naar de procedures die in het ziekenhuis zelf van kracht zijn. Zo geldt in een aantal ziekenhuizen een procedure voor toegang door externen, waarin bepaalde verwachtingen zijn opgenomen zoals het dragen van een ziekenhuisbadge en het inschrijven in een logboek.
Ik geef ook graag de globale resultaten mee van de controles van Zorginspectie rond dit onderwerp. Tijdens het chirurgisch zorgtraject 2013-2014 ging Zorginspectie de aanwezigheid van een anesthesist na bij in totaal 444 patiënten onder narcose, in 107 operatiekwartieren. Bij 433 patiënten, in 98 procent van de gevallen, was een anesthesist aanwezig. Bij 11 patiënten, in 2 procent van de gevallen, was dit niet het geval. In geen van de 11 gevallen was de anesthesist weggeroepen voor een spoedgeval. Deze 11 patiënten bevonden zich in 8 verschillende ziekenhuizen en op 9 campussen. Op al deze campussen werd na enkele maanden een bijkomend inspectiebezoek uitgevoerd om na te gaan of dit knelpunt inmiddels was weggewerkt, wat op alle campussen het geval bleek te zijn.
Tijdens de herhalingsronde die in juli 2018 is gestart en nog lopende is, zijn de verslagen van 38 campussen definitief. Waar ernstige knelpunten werden vastgesteld op vlak van kwaliteit van zorg of patiëntveiligheid, bijvoorbeeld waar er geen anesthesist aanwezig is bij een patiënt onder narcose, zal een bijkomend inspectiebezoek worden uitgevoerd. Op 3 van deze 38 campussen is dergelijk bijkomend bezoek gepland omdat geen anesthesist aanwezig was bij een patiënt onder narcose. Aangezien de inspectieronde lopende is, gaat het hier om voorlopige cijfers.
De resultaten van elke inspectie worden teruggekoppeld naar het betrokken ziekenhuis. De ziekenhuizen kunnen hun input geven alvorens het definitieve inspectieverslag wordt opgemaakt. Zorg en Gezondheid kan op basis van de definitieve inspectieverslagen ziekenhuizen concrete maatregelen opleggen inzake de vastgestelde tekortkomingen.
In dit concrete geval heeft het ziekenhuis aan Zorg en Gezondheid laten weten dat acties ondernomen zijn om te voldoen aan de eis dat er steeds een anesthesist bij iedere operatie aanwezig is.
Vanaf de zomermaanden 2018 voert Zorginspectie een tweede inspectieronde uit over het chirurgisch en het internistisch zorgtraject. Niet alle geïnspecteerde eisen uit de eerste ronde komen opnieuw aan bod. Vanuit risicogestuurd oogpunt geeft Zorginspectie prioriteit aan het opnieuw controleren van elementen die voordien als belangrijkste verbeterpunten beschreven werden, naast het toetsen of een aantal cruciale aspecten die eerder goed scoorden, nog steeds in orde zijn. Door de tweede inspectieronde op deze manier te organiseren, wil Zorginspectie de aandacht van de ziekenhuizen voor kwaliteit binnen het chirurgisch en internistisch zorgtraject levend houden.
De eis die stelt dat er een anesthesist aanwezig moet zijn per patiënt onder narcose, is van groot belang voor patiëntveiligheid. Vandaar werd deze eis ook meegenomen in de herhalingsronde. Met de beroepsvereniging en wetenschappelijke vereniging is er overleg om deze richtlijn eenduidig te definiëren.
Momenteel bestaan nog geen afspraken met het RIZIV rond bijvoorbeeld gegevensuitwisseling. Uit de persberichten komt naar voren dat het RIZIV uit databanken kan afleiden in welke gevallen niet bij elke patiënt onder narcose een anesthesist aanwezig is. Aangezien zulke gegevens ook een indicatie geven van kwaliteit van zorg en patiëntveiligheid, zou het een opportuniteit zijn om te beschikken over de resultaten van dergelijke gegevens. We zullen onze administratie dus laten onderzoeken of er een samenwerking kan worden opgezet met het RIZIV, zodat de Vlaamse overheid ook kan beschikken over de resultaten uit hun onderzoeken.
Bedankt voor de cijfers, minister. Ze geven aan dat de inspectie – terecht, wat mij betreft – inspecteert op de kwaliteit van de zorg en patiëntveiligheid. De cijfers geven ook aan dat bijna alle ziekenhuizen bij momentopnames van de inspecties voldoen aan de criteria, wat ook absoluut nodig is: 98 procent bij de ronde 2013-2014 en dan 3 op 38 tekortkomingen bij de herhalingsronde. Het is belangrijk dat die herhalingsrondes gebeuren en dat er gekeken wordt of er actie ondernomen is na de eerste vaststelling. Dat is dus aan de gang. Dat is goed.
Ik denk dat het effectief nuttig zou zijn voor de beide zorgactoren, het agentschap Zorg en Gezondheid en het RIZIV, om gegevens uit te wisselen, onder meer inzake prestatie-indicatoren. Daar kunnen een aantal tekortkomingen of onderzoeksobjecten uit afgeleid worden, waar de inspectie gericht op kan controleren. U zegt dat dat bekeken wordt, maar ik neem aan dat er nog geen definitieve contactname gebeurd is voor de koppeling of uitwisseling van gegevens. Kunt u iets specifieker zijn met betrekking tot het onderzoek dat bezig is? Wanneer kan die koppeling van gegevens in gang worden gezet?
U hebt het dan over de link tussen RIZIV-inspecties en de inspecties van Zorginspectie. Er zijn op dit moment natuurlijk geen koppelingen, maar naar aanleiding van de vraag – en eerlijk gezegd: dat is vroeger al eens geopperd – gaan we wel eens kijken of het RIZIV bereid zou zijn om daaromtrent afspraken te maken. Dat zal waarschijnlijk niet zo simpel zijn als ik het nu uitdruk, maar ik heb al bij vorige gelegenheden de suggestie geopperd om een aantal van die inspecties ook meer op elkaar af te stemmen. Want dat zou vanuit het perspectief van de kwaliteit, dus breder dan de vraag rond simultane anesthesie, natuurlijk een mogelijkheid zijn. Maar op dit moment is dat niet het geval.
Ik volg u daarin, minister. U hebt alle steun om die koppeling te bewerkstelligen, opdat de inspecties, ten behoeve van de kwaliteit van de zorg en de patiëntveiligheid, zo optimaal mogelijk kunnen verlopen. Men moet gewoon die gegevens met elkaar koppelen. Technisch kan dat. De bereidheid moet dan maar gezocht en verkregen worden bij onder meer de federale instanties.
De vraag om uitleg is afgehandeld.