Report meeting Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Report
De heer de Kort heeft het woord.
Op 6 december werd bekend dat Polly – een app die zichzelf ‘de Waze van het parkeren’ noemt – naar Antwerpen en Mechelen komt. Polly onderscheidt zich van andere routeapps door mensen meteen naar een parkeerplaats te leiden. Polly laat u ook meteen zien hoeveel de parking kost. U kunt via de app betalen. De app was al actief in Israël en Frankrijk, en werd op 5 december ook gelanceerd in Brussel. Polly is gratis en advertentievrij. De app verdient geld door websites van restaurants en hotels de mogelijkheid te bieden om de parkeerbegeleiding weer te geven.
Als we weten dat 30 procent van het verkeer in steden op zoek is naar een parkeerplaats, zou zo’n app als Polly de doorstroming goed kunnen verbeteren. Met Polly zou de duurtijd om te parkeren immers met de helft verminderen.
Er is echter ook een keerzijde, want apps zoals Waze, Polly … zorgen vaak voor oneigenlijk gebruik van wegen. Mensen worden langs kleinere wegen gestuurd om de file op de hoofdwegen te vermijden. Maar die kleinere wegen zijn niet bedoeld voor dit doorgaand verkeer waardoor je soms overlast krijgt. Bij lokale besturen horen we veel klachten hierover. Het is dus belangrijk om de technologische ontwikkelingen ook mee te kaderen vanuit Vlaanderen. We mogen het kind niet weggooien met het badwater, want de apps zorgen vaak voor een vlotter verkeer. Het is wel belangrijk dat u als minister hiervoor een kader schept.
Met Mobili-data wilt u een platform creëren waar verkeersdata verzameld worden die doorgestuurd worden naar de verkeersapps. Het zou dan ook interessant zijn om die data te delen met lokale besturen zodat zij op basis daarvan mobiliteitsadvies kunnen verlenen. De weg is openbaar, maar als overheid zijn we vandaag te weinig sturend en moeten we een sterker kader bieden.
Hoe staat u tegenover de verkeersapps zoals Waze en Polly?
Krijgt u klachten van lokale besturen over de hinder – lees: sluipverkeer – die de apps met zich meebrengen?
Werkt u aan een kader voor dergelijke apps? Zo ja, hoe ziet u dit precies en wat is de timing? Zo niet, waarom niet?
Zult u de data die in het kader van het Mobili-platform worden verzameld, gebruiken om mobiliteitsadvies te formuleren die deze apps moeten gebruiken om onder andere ook het sluipverkeer tegen te gaan?
Ten slotte: zult u de data die in het kader van het Mobili-platform worden verzameld, ook ter beschikking stellen van de lokale besturen, zodat zij onder andere mobiliteitsadvies kunnen verlenen?
Minister Weyts heeft het woord.
U schetst het goed. Met zo’n technologie is het steeds zo dat die oplossingen kan aanreiken indien die natuurlijk op de juiste manier wordt gebruikt. U haalt terecht Waze en andere apps aan, maar er zijn bijvoorbeeld ook de zelfrijdende wagens die enerzijds op het vlak van verkeersveiligheid, vervoer voor mindervaliden en de inpasbaarheid in ons openbaar vervoer absoluut voordelen hebben. Anderzijds loop je wel het risico dat de weg vol raakt met lege zelfrijdende wagens.
Ook bij verkeersapps bestaat de uitdaging erin om de individuele winsten te kunnen verzoenen met het collectieve en algemene belang, en dan zeker op of langs die wegen die minder geschikt zijn voor het doorgaand verkeer. Zoals u terecht opmerkt, zijn er heel wat lokale besturen die zich ter zake zorgen maken.
Het goede nieuws is – denk ik wel – dat de appbouwers zich van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid bewust zijn en dat er ook een grote mate van bereidwilligheid is om te kijken wat de beste verkeers- en mobiliteitsinformatie is op het niveau van de samenleving, eerder dan op het zuivere individuele niveau.
Wat doen wij vanuit de Vlaamse overheid? Dat zijn twee zaken. We investeren en participeren in piloten. We rollen proven concepts uit.
We investeren en participeren enerzijds in een aantal pilootprojecten waarbij de doeltreffendheid en het gepast gebruik van zulke apps wordt nagegaan, en anderzijds ook in projecten zoals Socrates 2.0. Hierin participeren meerdere serviceproviders. Socrates 2.0 heeft net tot doel om naar samenwerkingsmodellen tussen de overheid en private partners te zoeken om zo tot een meer gestroomlijnd verkeersbeheer te komen, waarbij de individuele routeadviezen die de private spelers aanbieden, toch ook stroken met het algemeen belang en het gewenste gebruik van het wegennet.
Binnen dat project ‘Socrates 2.0’ is er onder andere een protocol voor het uitwisselen van omleidingsroutes ontwikkeld, zodat routeplanners daarmee rekening kunnen houden. Concrete partners in dit project zijn onder andere TomTom, B-Mobile en BMW. Ik vergeet er ongetwijfeld nog enkele. Dat opent natuurlijk deuren om de mobiliteit nauwkeuriger te gaan regelen.
Een tweede punt is dan het uitrollen van ‘proven concepts’. U verwees al naar apps als Polly en Waze. Die kunnen ook gezien worden als een opportuniteit om allerhande nieuwe en slimme mobiliteitstoepassingen naar de weggebruiker te brengen. Tijdens de beginfase van Mobili-data, waar ik het al eens over gehad heb, gaan we bekijken welke van deze ‘use cases’ het meeste potentieel vertonen op vlak van verkeersveiligheid, doorstroming en uitstoot, en wat er moet gebeuren langs publieke en private kant om alles mogelijk te maken. We denken daarbij aan use cases waarbij de weggebruiker onder andere interageert en connecteert met het verkeerslicht of gewaarschuwd wordt voor gevaarlijke situaties. Uiteindelijk is ons doel om tot een duurzaam samenwerkingsmodel te komen waarbij de Mobili-data use cases als functionaliteit worden opgenomen in verkeersapps zoals Polly, Waze, Google Maps en Touring Mobilis.
Aan de andere kant denk ik dat het Mobili-data-project een opportuniteit biedt om meer uiteenlopende doelstellingen met elkaar te verzoenen, met name de data te bepalen die wij als overheid beschikbaar moeten stellen en met welke gewaarborgde kwaliteit. Daarnaast zou het project de markt met optimaal rendement en op duurzame wijze stimuleren. Daarbij kijken we niet alleen naar de verkeersappindustrie, maar bijvoorbeeld ook naar de private datadiensten die de nodige input leveren aan dergelijke apps; naar de automotive-industrie – want op dat vlak hebben we nu ook een aantal partners – die de functies dan ook standaard kan integreren in de wagen, en naar partijen die dergelijke functies ook op een handige en veilige wijze naar fietsers en voetgangers kunnen brengen. Dat opent dus wel perspectieven.
Mobili-data zal daarnaast bepaalde databronnen openstellen als publieke data. Die data zullen dus ook beschikbaar zijn voor lokale besturen. Denk hierbij aan data uit slimme verkeerslichten of wegenwerken. Een voorbeeld zijn data van telsystemen die meten hoeveel passage er is aan een bepaald verkeerslicht, iets wat voor lokale besturen heel zinvolle info kan zijn.
Mobili-data zal er ook voor zorgen dat er een gezond marktaanbod in Vlaanderen beschikbaar komt van andere mobiliteitsdata dan de publieke data. Dat gaat om data die ook nodig zijn en zullen worden gebruikt om de verschillende use cases die het project beoogt, effectief te gaan implementeren. We hopen dat we hiermee de concurrentie wat kunnen aanscherpen, waardoor het ook voor lokale overheden mogelijk zou worden om in de toekomst die data in te kopen waar ze zelf nood aan hebben.
Ik geef een concreet voorbeeld. Op Vlaams niveau analyseren we nu al waar overdreven snelheid een probleem is en gebruiken we deze informatie als parameter om onze trajectcontroles te bepalen. Ik leg even terzijde uit wat wij doen. Hoe bepalen wij de tracés van de trajectcontroles? Enerzijds doen we dat op basis van ongevallendata, anderzijds op basis van mobiele data over overdreven snelheid. Die mobiele data kopen we zelf in. Het gaat dus niet alleen over vaststellingen door de politie, maar ook over data die we aankopen en die ons toelaten vast te stellen op welke tracés mensen met overdreven snelheid rijden, zonder verbalisering of officiële vaststelling. Daarvoor gebruiken wij gewoon data van private spelers. Dat opent ook mogelijkheden voor lokale besturen, die hetzelfde kunnen gaan doen voor hun wegen. Dat is maar één specifieke toepassing die ik in deze aanhaal.
De heer De Kort heeft het woord.
Dank u, minister, voor uw uitgebreide toelichting.
Het zal inderdaad heel wat mogelijkheden geven voor een betere doorstroming van het verkeer. Het gebruik van die data zal inderdaad voor heel wat zaken kunnen worden toegepast. U verwijst ook heel duidelijk naar andere actoren voor wie het doorgeven van dergelijke informatie van belang zal zijn.
U hebt gezegd dat lokale overheden ook goed gebruik zullen kunnen maken van die data. De ANPR-camera’s (Automatic Number Plate Recognition) werden indertijd uitgerold op Vlaams niveau, maar er was ook een mogelijkheid dat lokale besturen mee konden inschrijven in dat globale platform. Is het in deze ook zo dat Vlaanderen een eerder globaal kader zal maken waar de lokale besturen zich bij kunnen aansluiten of zal elk lokaal bestuur dat verder moeten ontwikkelen?
Minister Weyts heeft het woord.
Dat zou ik moeten nakijken.
Het is inderdaad zo dat we voor die ANPR-camera’s een soort van raamovereenkomst hebben met een private speler en die laat toe dat de lokale besturen camera’s kunnen afnemen aan een scherpe prijs. Het is eigenlijk een soort van groepsaankoop. Ik laat bekijken of we in het kader van die data iets gelijkaardigs kunnen doen.
Mobili-data is voor alle duidelijkheid nog maar een proefproject, waar we ook nog maar net mee begonnen zijn. Er zitten nog wel wat mogelijkheden in, denk ik, waarvan u er één in concreto aanhaalt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.