Report meeting Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Report
De heer Bothuyne heeft het woord.
Ik heb een korte vraag, naar aanleiding van het antwoord op een schriftelijke vraag dat u me recent hebt bezorgd. Het Vlaams Energieagentschap (VEA) publiceert op zijn website een lijst met erkende energiedeskundigen. Dat wil niet alleen zeggen dat er zoveel energiedeskundigen zijn, ze moeten het ook blijven. Een van de voorwaarden om energiedeskundige te blijven, is vanaf nu permanente vorming volgen. Vanaf januari 2017 dienen energiedeskundigen type A jaarlijks permanente vorming te volgen om hun erkenning als verslaggever te behouden. Die vorming bestaat uit twee delen: een verplichte vorming met een inhoudelijk aspect dat vastligt, en een vrije vorming met een aantal onderwerpen die vrij te kiezen zijn uit een erkend aanbod. Beide delen behoren tot de permanente vorming en zijn verplicht op te nemen.
Nu blijkt uit het antwoord op mijn schriftelijke vraag dat er in totaal 5349 erkende energiedeskundigen type A zijn, maar dat 61 procent van hen de permanente vorming niet heeft gevolgd. Dat zou kunnen betekenen dat zij geschorst worden uit de lijst van erkende energiedeskundigen type A.
Daarom heb ik de volgende vragen: hoe kijkt u naar de cijfers van deskundigen die geen vorming volgden? Hoe schat u de impact in op de markt in dezen? Er is immers wel degelijk een marktwerking inzake energiedeskundigen. Wat kan de reden zijn dat zovelen de vorming niet hebben gevolgd, wetende dat er gevolgen zijn voor de uitoefening van hun werk als energiedeskundige?
In het antwoord op mijn schriftelijke vraag gaf u aan dat de eerste schrappingen er in de loop van dit jaar komen. Ondertussen zijn die deskundigen nog altijd aan het werk, ondanks het feit dat ze geen vorming hebben gevolgd. In welke mate kan hun afgeleverde EPC-attest nog als volwaardig, juridisch correct en geldig beschouwd worden indien het is afgeleverd in 2018, nadat ze dus niet voldaan hadden aan de voorwaarden van de permanente vorming?
Minister Tommelein heeft het woord.
De cijfers van de energiedeskundigen die geen permanente vorming volgden, liggen in de lijn van de verwachtingen. Bijna 85 procent van de energiedeskundigen die de vorming in 2017 niet gevolgd hebben, zijn immers energiedeskundigen die in 2017 niet meer actief waren. Het is dus logisch dat zij niet meer investeren in opleidingen voor het beroep van energiedeskundige. 92 procent van de in 2017 actieve energiedeskundigen heeft de verplichte uren permanente vorming wel gevolgd of was vrijgesteld wegens het volgen van een basisopleiding.
De regelgeving stelt dat de erkenning van energiedeskundigen kan worden geschorst of ingetrokken als de energiedeskundige de verplichte permanente vorming niet volgt. Zolang die schorsing of intrekking niet effectief gebeurd is, blijft de energiedeskundige erkend en beschikt hij dus over zijn volledige bevoegdheid. Tot dat moment kan hij certificaten opmaken en uitreiken. De energiedeskundigen worden via mailing en de EPC-nieuwsbrief op de hoogte gebracht van de te volgen permanente vorming. Daarnaast krijgen ze ook drie keer per jaar een overzicht van het aantal uren reeds gevolgde vorming, samen met een overzicht van het aantal uren nog te volgen vorming. Er wordt ook blijvend ingezet op de kwaliteit van de energieprestatiecertificaten door het uitvoeren van steekproefsgewijze kwaliteitscontroles.
Ik heb tot op heden nog geen signalen gekregen dat er een tekort is aan energiedeskundigen. Gelet op het feit dat de meeste energiedeskundigen, die geen permanente vorming gevolgd hebben, al niet meer actief waren in 2017, verwacht ik ook niet meteen problemen met de kwantiteit. Acties zijn op dit moment dus niet aan de orde. Ik zal het aantal actieve energiedeskundigen wel nauwgezet blijven opvolgen, zodat er snel kan worden ingegrepen als er een tekort aan energiedeskundigen zou ontstaan.
Minister, ik dank u. Ik was ervan op de hoogte dat een groot aantal energiedeskundigen niet meer of nauwelijks nog actief zijn. Een grote groep valt er op die manier uit.
Wanneer zal er effectief gevolg gegeven worden aan het feit dat men die opleiding niet heeft gevolgd? Ik heb begrepen dat al wat tot nu toe gebeurt, zolang de erkenning niet ingetrokken is, rechtsgeldig is. Het zou natuurlijk wel goed zijn dat als er niet aan de vereiste van bijscholing is voldaan, daar ook de nodige gevolgen aan worden verbonden zodat iedereen die een energiedeskundige contacteert zeker is dat de betrokkene op de hoogte is van de meest recente evolutie. Wanneer zal dus het aantal erkenningen dalen als gevolg van het niet volgen van die opleiding?
U zegt dat 8 procent van de actieve energiedeskundigen niet in orde is met die permanente vorming. Krijgen ze nog een tweede kans? Of is het zo dat als niet voldaan is aan de bijscholingsvereiste, daarop onherroepelijk de intrekking van de erkenning volgt, zodat men zich later eventueel opnieuw moet laten erkennen als energiedeskundige?
De heer Danen heeft het woord.
Het is belangrijk dat we alles wat met het EPC te maken heeft een kwaliteitsvolle invulling proberen te geven. Ik heb in het verleden al aangegeven dat er in verband met de attesten wat problemen zijn met de opvolging. Ik hoop dat dit in de toekomst zal verbeteren. Als we dat instrument ten volle willen gebruiken, moeten we zorgen voor een voldoende groot draagvlak. Dat kan natuurlijk alleen maar als er met gelijke maten en gewichten wordt gewerkt.
Ik besef wel dat de invoering van het EPC een hele omslag is geweest. Begrijp ik het goed dat het VEA niet in de mogelijkheid is om energiedeskundigen, die niet meer aan de voorwaarden voldoen, van de lijst te schrappen? Zo ja, plant u dan initiatieven in die richting?
Het zou wel vreemd zijn dat energiedeskundigen die de bijscholing niet volgen, gewoon actief kunnen blijven. Er is een groot verloop in de sector en ik begrijp dat veel van hen dit werk niet meer uitvoeren, maar we moeten vermijden dat cowboys, die er ongetwijfeld zijn, naast heel gedegen en bekwame deskundigen, ongestoord hun gang kunnen blijven gaan. Kortom, plant u initiatieven om energiedeskundigen, die niet meer aan de voorwaarden voldoen, van de lijst te kunnen schrappen?
Minister Tommelein heeft het woord.
Op dit moment is er geen signaal dat er een tekort is en er is geen enkele klacht over de kwaliteit.
Als daar problemen zouden rijzen, of als er signalen zijn dat mensen onterecht van hun status gebruikmaken om toch certificaten uit te reiken, zullen we onmiddellijk optreden. Op dat vlak is het VEA heel strikt.
Het klopt dus dat we puur administratief zouden kunnen overgaan tot melding van schorsingen, maar als die mensen niet meer actief zijn en er zijn geen meldingen van handelingen die hiertegen ingaan, dan lijkt het me ook niet nodig om daar nu een absolute prioriteit van te maken.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, u hebt niet geantwoord op de vraag wat er gebeurt met de 8 procent mensen die wel actief zijn en de permanente vorming niet hebben gevolgd. Heeft dat een gevolg?
Natuurlijk. Het VEA is heel strikt in die procedure. Daar wordt onmiddellijk gevolg aan gegeven.
Ik ga er dan dus van uit dat het VEA daadwerkelijk de lijst aanpast en dat we in de toekomst geen 5349 energiedeskundigen erkend weten, maar dat daarvan ongeveer de helft zal overblijven op de lijst, dat het VEA dus wel degelijk zal schorsen en zal intrekken bij diegenen die niet meer voldoen aan de erkenningsvoorwaarden.
Ja, ze kunnen schorsen. Dat is geen enkel probleem.
Ze moeten dat ook doen. Ze moeten die communicatie opzetten. U zei daarnet dat u daar geen noodzaak toe zag. Ik denk dat het wel zo is dat daar nu gevolg aan moet worden gegeven.
Neen, ik zeg u: als er problemen rijzen en als er signalen zijn van problemen op het terrein, dan zal het VEA onmiddellijk optreden. Dat is anders dan er administratief voor zorgen dat zelfs mensen die niet meer actief zijn, onmiddellijk op de hoogte worden gebracht van het feit dat ze zijn geschorst. Met andere woorden, als er mensen zijn die handelingen uitvoeren terwijl ze de verplichte vorming niet hebben gevolgd, dan wordt dat zeer strikt opgevolgd door het VEA. Daar zal onmiddellijk gevolg aan worden gegeven als blijkt dat de vorming niet is gevolgd. Dat betekent dat ze zullen worden geschorst, ja.
Minister, ik denk dat we elkaar niet helemaal begrijpen. We hebben 5349 erkende energiedeskundigen. Meer dan de helft daarvan voldoet niet meer aan de erkenningscriteria, wegens het niet volgen van permanente vorming. Voor een groot deel is dat geen probleem, want ze waren toch al niet meer actief, maar ze stonden wel nog op de lijst van het VEA, dus de consument die op zoek gaat naar energiedeskundigen, werd nog altijd in verwarring gebracht en ertoe gebracht om mensen te contacteren die eigenlijk niet meer actief zijn en ook niet meer kunnen worden erkend.
Dat is voor diegenen die niet actief zijn, niet zo’n groot probleem. Dat is gewoon vervelend voor de consument die dan de verkeerde mensen contacteert. Voor die 8 procent die wel actief is en de permanente vorming niet heeft gevolgd, is dat echter wel problematisch, denk ik. Die moeten ook van de lijst, of eventueel de kans krijgen om alsnog permanente vorming te volgen en zo in orde te zijn als erkend energiedeskundige. Het is dus gewoon van belang dat vanuit het VEA de correcte informatie wordt verspreid, dat erkende energiedeskundigen die voldoen aan de erkenningsvoorwaarden inzake permanente vorming, op de lijst staan, en alle anderen niet. Bent u het daarmee eens?
Dat lijkt me ook duidelijk. Het VEA doet zijn werk.
De vraag om uitleg is afgehandeld.