Report meeting Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Report
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Minister-president, op 16 februari heeft premier Michel bekendgemaakt dat hij werkt aan een infrastructuurfonds met een eigen vermogen van 150 miljoen euro, dat een combinatie is van inbreng van de Federale Regering – ik vermoed dat dat de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij (FPIM) zal zijn –, de verzekeraar AG en Synatom, de beheerder van de nucleaire spaarpot. Hij zou dat willen finaliseren tegen de zomer, dus over een paar maanden. De drie actoren zullen elk 50 miljoen euro inbrengen. Dat kan dan als een soort hefboom gebruikt worden om vreemd vermogen aan te trekken en dergelijke meer. Het fonds past in het investeringspact van de Federale Regering.
Ik heb een aantal vragen voor u, omdat ik vind dat dit toch in belangrijke mate tot de Vlaamse sfeer behoort, zeker als we meer zicht zouden krijgen op waar dat infrastructuurfonds in zal investeren.
Weet u hiervan? Hoe staat u tegenover het initiatief? Hoe ziet u dat in samenspel met de Vlaamse initiatieven, komende vanuit ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV) of de lokale gemeentes, op het vlak van investeringen in infrastructuur?
Hebt u enig idee in welke infrastructuur met dit fonds zal worden geïnvesteerd? Zullen daar ook Vlaamse projecten toe behoren? Is het de bedoeling om deze middelen binnen of buiten de begroting te laten acteren?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer Van Rompuy, ik heb in de plenaire vergadering van 21 februari al geantwoord op een actuele vraag van u en de heer Daems. Net als toen moet ik zeggen dat ik nog altijd geen zicht heb op het infrastructuurfonds, waarover federale communicatie is gebeurd. Ik begrijp net als u uit de media dat de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij in gesprek zou zijn met private partners AG en Engie voor de creatie van een gezamenlijk fonds voor financiering van infrastructuur.
Wat Engie betreft, zou het, ook weer volgens de pers, gaan om de wettelijke voorzieningen die Engie moet aanleggen om op termijn de financiële kosten te dekken van het beheer van alle bestraalde splijtstofelementen uit de nucleaire productie en de ontmanteling van de kerncentrales zelf.
Wat ik kan afleiden uit de media, is dat het zou gaan om een louter ‘fundingfonds’, dat geldmiddelen tegen een bij veronderstelling marktconform rendement ter beschikking zou stellen van investeerders in infrastructuur via de gekende instrumenten als leningen of kapitaalparticipaties.
Ik begrijp wel dat dit fonds niet alleen deel uit zou maken van het investeringspact dat premier Michel in maart vorig jaar gelanceerd heeft, maar zich ook zou inpassen in het kader van het European Fund for Strategic Investments (EFSI) van de Europese Commissie en de Europese Investeringsbank (EIB). Er zijn nog zulke fondsen die zich daarin inpassen. Ik denk aan de nv EPICo, de European Projects Investment Company, die opgericht is door onze eigen ParticipatieMaatschappij Vlaanderen, samen met de Nederlandse adviseur/investeerder RebelGroup, en die zich toelegt op publiek-private partnerschappen, hernieuwbare energie en andere infrastructuurprojecten in de Benelux of elders in Europa.
Dit fonds beoogt, zo lees ik, een vergelijkbare grootte van 100 tot 150 miljoen euro en staat ook open voor andere investeerders: pensioenfondsen, financiële instellingen enzovoort.
Ik denk dat het op zich waardevol is dat er geldmiddelen gemobiliseerd worden, al was het maar om de concurrentie aan te scherpen tussen de diverse fondsen die geld aanbieden op de markt. Maar zoals ik op 21 februari gezegd heb, en zoals ik al herhaaldelijk gezegd heb in deze commissie en in de plenaire vergadering, is het probleem niet dat er geen geld is. Het probleem is niet dat we niet kunnen lenen. Enkele jaren geleden rezen er vragen over de mogelijke financiering van Oosterweel. Wel, daar schijnen geen problemen te zijn. Onder andere de Europese Investeringsbank heeft heel recent een lening van 1 miljard euro toegekend voor het Oosterweelproject. Het probleem is en blijft: hoe kun je binnen het Europese begrotingskader, vastgelegd in het Stabiliteits- en Groeipact, rekening houdend met de statistische ESR-regels 2010, die sinds 2014 van kracht zijn, en afgemeten tegenover de schuldpositie en de budgettaire situatie, de nodige investeringsimpulsen geven voor publieke infrastructuur?
Met de informatie die ik nu heb, is de meerwaarde van dit nieuwe infrastructuurfonds mij onduidelijk. Het is een ‘fundingfonds’, naast de bestaande infrastructuurfondsen, dat eventueel concurrentie kan aanscherpen, maar voor de rest heb ik geen zicht op de potentiële meerwaarde. Ik sluit die niet uit, maar ik heb er geen zicht op.
Waarin kan daarmee geïnvesteerd worden? Ook op die vraag moet ik het antwoord voorlopig schuldig blijven. Ik heb alleen informatie uit de pers. Er is nog niets meegedeeld aan de Vlaamse Regering. Het is ook niet op het Overlegcomité gekomen. Ik las in de pers dat het zou gaan om mogelijke investeringen in tunnels, gevangenissen, energieparken en gezondheidsvoorzieningen. Uiteraard, als dat fonds bestaat, zal het op zijn verdiensten, zijn aanbod en zijn concurrentiële positie beoordeeld worden door de gespecialiseerde investeringsmaatschappijen of vennootschappen, zoals PMV, LRM, de Werkvennootschap of de Vlaamse Waterweg.
Zoals we allemaal weten, is kapitaalparticipatie ESR 8 op drie voorwaarden: owned, controlled en sufficient rate of investment. Owned, het moet een meerderheid privé zijn; controlled, het moet ook privé zijn, het mag niet zo zijn dat men vanuit een minderheidspositie als overheid de controle uitoefent; en er moet een sufficient rate of investment zijn wat betekent dat, als de overheid participeert, zij er aan gelijke voorwaarden geld moet uithalen als de privésector, zo niet riskeert men dat dit niet ESR 8 is, dat dit wordt geconsolideerd. We kennen die voorwaarden.
De kapitaalinbreng heeft op zich geen effect op het vorderingensaldo, zoals we weten. Het komt wel zichtbaar in de begroting. Het kan een schuld zijn. Het kan bestaande cash zijn. Het kan eventueel ook een rentekost met zich meebrengen. Het heeft ook geen invloed op de behandeling van de investering. Zoals ik al zei, blijven de regels daar gelden. Ofwel is het een pps die Eurostat-proof is en dan weten we dat het buiten de begrotingsdoelstellingen valt, ofwel is het om te lenen en is het een pure investering, waar men dan, volgens de Europese boekhoudregels, de investering moet boeken tijdens de duur van de werken, gedurende de constructieperiode, of als het eenmalig is, bij de oplevering van de werken. Dat zijn de gekende regels.
Nog eens, ik heb er ook geen zicht op. Ik zit er ook niet vol ongeduld op te wachten omdat, zoals ik al zei, er eigenlijk zeer veel geld op de markt is. Het enige probleem is hoe men het ESR-matig kan verwerken, hoe men kan komen tot een maximaal investeringsbedrag, wat we met de Vlaamse Regering nu toch doen.
U weet dat we een kanteljaar hebben. Ik heb dat hier in de commissie uiteengezet. We zijn erin geslaagd om de laatste pps-projecten allemaal Eurostat-proof te maken. We hebben geen ongelukken of ongelukjes meer gehad. Voor de begroting 2018 is er nu een zeer zwaar investeringsprogramma. Als dit fonds wordt opgericht, zal het worden behandeld zoals andere fondsen, zoals ik heb meegedeeld.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Minister-president, ik deel uw mening. Voor mij is de meerwaarde ook niet geheel duidelijk. Ik hoor dat er blijkbaar in de media heeft gestaan dat er ook zal worden geïnvesteerd in energieparken, gezondheidszorg, tunnels. Dat zijn toch wel aspecten die behoren tot de Vlaamse bevoegdheid. Ik vind dat men tenminste de courtoisie moet hebben om hierover met Vlaanderen te overleggen.
Zoals u zelf suggereert, is het misschien goed om er op het Overlegcomité een punt van te maken en om te vragen waar men met zulke fondsen naartoe wil omdat er in Vlaanderen natuurlijk ook heel wat initiatieven in die zin zijn. Ik vind ook niet dat we naast elkaar moeten beginnen te werken. Zeker als ik hoor over welke mogelijke projecten het zou gaan, moet het in de eerste plaats toch iets zijn waar Vlaanderen de sturende en de stuwende kracht achter is.
Er zijn intussen ook andere fondsen waarover we in de media soms horen. Vanuit Financiën wordt er een soort fund-to-fund gelanceerd. Ook daar vind ik dat Vlaanderen de ‘lead’ moet hebben. Het is in de eerste plaats iets voor PMV.
Wat het ESR-matige betreft, zullen we afwachten. Ik hoop alleen dat het niet de andere projecten die Vlaanderen heeft en waarover we een vraag hebben gesteld aan Europa, in het gedrang brengt.
Misschien moeten we er op het Overlegcomité een punt van maken en zeggen dat wij als Vlaanderen vinden dat dit soort politiek in de eerste plaats Vlaamse politiek is.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Collega Van Rompuy, ik vermoed dat dit op het Overlegcomité zal komen. Het Investeringspact moet er komen. De premier is er al jaren mee bezig en er is nog altijd geen beslissing gevallen. Gelukkig hebben wij daar niet op gewacht. We hebben volop geïnvesteerd. We hebben alle mogelijke middelen uitgeput, zowel pps-matig als wat directe investeringen betreft.
Ik deel uw mening: zeker als men gaat spreken over investeringen die over de deelstaatbevoegdheden gaan, moet dat ter sprake komen en moet er overleg zijn. We hebben in het kader van het Investeringspact duidelijk afgesproken dat iedereen binnen zijn bevoegdheden zou blijven. Ik heb voorlopig geen tekst of ontwerp, ik heb niets gekregen. Zoals ik al zei, zitten we er ook niet op te wachten. Gelukkig maar hebben we een begroting ingediend die zeer veel investeringen mogelijk maakt. We gaan ook op dat elan door. Elk fonds dat wordt gecreëerd, kan een opportuniteit zijn, maar zoals ik het nu zie, niet meer dan dat.
De vraag om uitleg is afgehandeld.