Report meeting Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid
Report
De heer Doomst heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, eind februari is de conceptnota over de uitbouw van een tweede pensioenpijler voor de contractuele personeelsleden van de Vlaamse overheidsdiensten goedgekeurd. Ik denk dat dat een positief signaal is voor de trouwens groeiende groep van contractuele medewerkers. Het is goed dat u daar actief aan wilt meewerken. Onze fractie staat daar volledig achter.
In de conceptnota wordt ook gezegd dat er een aansluitingsmogelijkheid zal zijn voor de lokale besturen.
Minister, wat zijn de redenen waarom u deze aansluitingsmogelijkheid wilt bieden? Zijn er vanuit het veld vragen rond gekomen?
Welke mogelijke voordelen zijn er volgens u aan deze aansluitingsmogelijkheid?
Zal er nog actief worden gecommuniceerd om die voordelen nog wat meer in de kijker te zetten?
Zult u er met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), ons moederhuis, nog contact over hebben?
Minister Homans heeft het woord.
Mijnheer Doomst, ik heb twee opties: ofwel geef ik u een zeer kort antwoord, ofwel ga ik uitgebreid in op al uw vragen.
Ik heb het graag uitgebreid.
Dan zal ik zeer uitgebreid zijn.
Het is inderdaad zo dat, ondanks het feit dat de vakbonden in de grote vakantie van 2017 zeiden dat de Vlaamse overheid en bij uitstek Homans absoluut geen werk maakten van een tweede pensioenpijler voor de contractuelen, we er toen al mee bezig waren. U weet ook dat de begrotingsopmaak 2018 onmiddellijk gebeurde in september na de vakantie en dat daarvoor de nodige middelen zijn uitgetrokken, wat niet evident was.
We gaan een tweede pensioenpijler uitbouwen voor het contractueel personeel van de Vlaamse overheid. We gaan dat doen met een pensioenfonds omdat het voordeliger is dan een verzekeringsinitiatief en we gaan het zo organiseren dat lokale besturen zullen kunnen aansluiten. Ze zullen dat kunnen en mogen doen en niet moeten: het is vrijblijvend.
Het is in deze commissie al verschillende keren aan bod gekomen: er wordt hier voortdurend de vraag gesteld of raamcontract x of y ook wordt opgesteld naar de lokale besturen. U bent dan allemaal pleitbezorger om dat te doen. Hier hebben we dus eigenlijk dezelfde filosofie gehanteerd: we bieden het aan, maar we gaan geen enkel lokaal bestuur verplichten.
U vroeg wat de redenen zijn waarom ik de lokale besturen deze aansluitingsmogelijkheid wil bieden. De conceptnota die de regering op 23 februari 2018 heeft goedgekeurd, schetst hiervoor de contouren. Er zal worden gewerkt met een pensioenfonds en de lokale besturen zullen kunnen aansluiten. Ik herhaal ‘zullen kunnen’, wat betekent dat ze niet moeten. Vandaag bestaat er, met uitzondering van Provant, het pensioenfonds van de provincie Antwerpen, voor de lokale besturen enkel een conventioneel verzekeringsinitiatief voor het aanvullend pensioen. Let wel, zij waren de eerste overheid die een tweede pijler ontwikkelde. Ik heb er absoluut bewondering voor dat ze het hebben gedaan. Ze hebben toen ook de keuze gemaakt om het via een verzekeringsinitiatief te doen. Wij hebben met de Vlaamse Regering de keuze gemaakt om het via een pensioenfonds te doen. Ondertussen maken heel wat lokale besturen gebruik van dit verzekeringsstelsel, maar er zijn er ook die dat niet doen. Bij een aantal lokale besturen is zeker interesse om een tweede pijler te organiseren via een pensioenfonds. Daarom hebben wij beslist om het zo uit te denken en gestalte te geven dat lokale besturen, indien zij dat zelf wensen, kunnen aansluiten.
U vroeg welke mogelijke voordelen er volgens mij aan deze aansluitingsmogelijkheid voor de lokale besturen verbonden zijn. In de conceptnota die op 23 februari 2018 is goedgekeurd, staan de voordelen en uitgangspunten van een pensioenfonds opgesomd. Het is alvast de bedoeling om een transparante en eenvoudige regeling in te stellen die goed beheersbaar blijft, ook voor de lokale besturen.
Ik som een aantal mogelijke voordelen voor lokale besturen op. Een pensioenfonds is een verlengstuk van de werkgever terwijl een verzekering een contract is met een commerciële onderneming. Er is een nauwere binding met de werknemers en syndicale betrokkenheid. Het fonds verzorgt zelf de communicatie. Kosten worden ook beter in de hand gehouden. Een ander voordeel voor lokale besturen is dat de winsten uit beleggingen enkel worden aangewend voor de pensioenvorming en niet wegvloeien naar eventuele aandeelhouders.
Ik ga uw derde en vierde vraag samen beantwoorden. Heb ik al overleg gehad met de VVSG over de mogelijkheid voor de lokale besturen om aansluiting te zoeken? Wat zijn de resultaten? Hoe ga ik communiceren naar de lokale besturen over het bestaan van die mogelijkheid? Ik heb er de voorkeur aan gegeven om eerst in de schoot van de Vlaamse Regering overeenstemming te bereiken over de contouren van de nieuw op te zetten tweedepijlerregeling – dat hebben we dus gedaan met de conceptnota – en er dan ook nog niet actief over te communiceren aangezien het nog altijd de conceptuele fase betrof, tot eind februari 2018. Het hoofddoel blijft om als werkgever een Vlaams aanvullend pensioenstelsel en een Vlaams pensioenfonds voor de contractuelen van de Diensten van de Vlaamse Overheid op te zetten. Nu dit een feit is, kunnen we communiceren naar de entiteiten, de vakbondsvertegenwoordigers en de personeelsleden van de Diensten van de Vlaamse Overheid. Omdat er een uitbreiding naar de lokale besturen mogelijk werd gemaakt, zal nu ook naar hen kunnen worden gecommuniceerd op een vrijblijvende en zeker geen dwingende manier. Uiteraard wordt er ook een communicatie gedaan naar de VVSG en de Vereniging van Vlaamse Provincies (VVP).
De heer Doomst heeft het woord.
Minister, als u het uitgebreid doet, is het toch altijd beter.
Het pensioenfonds lijkt mij de goede weg, ook tussen autonomie en de helpende hand. Nu u uit de schoot van de Vlaamse Regering bent, wat is de timing? Kunt u min of meer plannen wanneer u denkt te landen? Het is voor lokale besturen belangrijk dat ze weten rond welke periode u ongeveer kunt afronden, wetende dat er altijd iets kan tussenkomen.
De heer De Loor heeft het woord.
Ik wens me zeker aan te sluiten bij de vraag van collega Doomst, zeker ook over de timing. We zijn intussen ook al een heel stuk gevorderd in deze beleidsperiode. Ik denk dat zowel de lokale besturen als de Vlaamse overheid heel hard op hun honger zitten. Mij interesseert die timing ook heel sterk. Graag zo concreet mogelijk, alstublieft.
Minister Homans heeft het woord.
U weet dat we – ik heb het ook gezegd in mijn antwoord – nog niet zo heel lang geleden een conceptuele beslissing hebben genomen en een duidelijke keuze hebben gemaakt voor een pensioenfonds. U weet ook, collega's en collega Doomst in het bijzonder, dat een pensioenfonds oprichten natuurlijk ook een ingewikkelde operatie is omdat men een erkenning moet aanvragen enzovoort. Ik ga me dus niet vastpinnen op een timing. We zijn ook bezig met de informatieronde die nu is opgestart.
Ik denk dat het het belangrijkste is dat we de tweede pensioenpijler voor de contractuele personeelsleden van de Vlaamse overheid, en eventueel bij uitbreiding van de lokale besturen, mogelijk hebben gemaakt, dat we de nodige middelen hebben vrijgemaakt. Als ik me niet vergis, is het 21 miljoen euro tot nu toe. Dat is toch wel een behoorlijk bedrag.
Laat ons in alle rust voortwerken, zowel met de informatieronde maar zeker ook bij het opzetten van een pensioenfonds zodat we zeker geen fouten maken, bijvoorbeeld bij het aanvragen van een erkenning. Uiteraard gaan we hiermee niet talmen en zullen we hier de nodige spoed achter zetten. Ik denk dat het goed is om dat met de nodige tijd te doen, en zeker ook na de nodige consultaties met mensen die daar kaas van hebben gegeten.
Als we er echt onverwijld op doorgaan, dan landen we wel.
De vraag om uitleg is afgehandeld.